20 juli 2017

Arm en Rijk

Het meisje met de lucifers van
Arntzenius 1890
Vandaag een daggie Den Haag. Lekker uitgerust wakker geworden en om 8.00 even naar Arja geëpt (Whatsapp dus) of het goed was dat ik vandaag langs zou komen. De vorige keer dat ik onverwacht bij haar aan de deur kwam was er niemand thuis en kon ik onverrichtterzake terug naar huis. Maar het schikte en zo stond ik bij haar om kwart over tien voor de deur. En dan voel ik me wel zo verschrikkelijk opa; ik belde aan en direct hoorde ik vanuit diverse kinderstemmetjes van zowel m'n kleinkinderen als van andere kinderen van Arja's gastoudergezin: "Opa!", als de verloren zoon die weer thuis komt. Twee vierjarigen stonden me op te wachten, waaronder kleindochter Evi. En in de kamer Sjoerd en nog een kindje van 2 jaar en een baby van net een jaar; heerlijk spul zo bij elkaar.
Voordat ik naar het station ging vanmorgen was ik nog bij Theo langs gegaan voor een paar courgettes; ik nam er drie mee voor Arja zoals ik eerder deze week met haar had afgesproken. Ze wilde iets maken met tofu en vroeg mij of ik iedere dag vlees at: "natuurlijk", was mijn spontane antwoord. Het "minder vlees eten", of erger nog, "vegetarisme", is aan mij absoluut niet besteed; ik eet graag een balletje gehakt, draadjesvlees, wild en wat dies meer zij. Ook orgaanvlees als lever en zwezerik glijdt er makkelijk in. Roos is daarnaast nog gek op niertjes; vind ik een beetje taai.
Closeup van het gezichtje
Zo tegen twaalf uur ging ik richting Historisch Museum voor de tentoonstelling Arm en Rijk. Ik had de aankondiging gezien met een fascinerend schilderij uit de 19e eeuw, met daarop een invalide meisje, gebocheld zo te zien met een kruk en dat lucifers probeerde te verkopen. Deed me denken aan dat droevige sprookje "Het meisje met de zwavelstokjes", van Hans Christiaan Andersen. Ik wilde dat schilderij graag zien en fotograferen; het getormenteerde gezicht van het meisje spreekt boekdelen.
Het onderwerp, de armoede van de 19e eeuw, heeft mij het afgelopen jaar behoorlijk bezig gehouden. De boeken van Auke van der Woud hebben voorzien in de informatie daaromtrent. De industriële revolutie lag daar toch voor een belangrijk deel aan de wortel van deze wantoestand.
Hier de tegenstelling een 5-jarig
jongetje uit de hoogste kringen dat
later in Indië een topfunctie zou verkrijgen
Verderop in het museum vond ik het kistje met daarin de merkwaardige overblijfselen van de schandalige moordpartij die door de orangisten in het rampjaar 1672 hier vlakbij werd gepleegd; de tong van Johan de Witt, raadspensionaris en zijn broer Cornelis, de architect van de overval op Engeland door Michiel de Ruijter.
Het was maar een kleine tentoonstelling en het onderwerp was mij welbekend, ik was dan ook weer snel uitgekeken. Op weg naar Utrecht bedacht ik mij dat ik wel even in Gouda bij kleinzoon Bram en schoonzoon Pieter langs kon gaan; Pieter heeft op de donderdag zijn "pappadag" (wat een woord; was in "mijn tijd" toch feitelijk ondenkbaar ha ha). Er was niemand thuis en na het scoren van een formidabel smakend saucijzenbroodje bij Délifrance (een aanrader!) ging ik verder door naar huis. Intussen met Arja geëpt, die wist dat Joke en Pieter een dag eerder waren verhuisd en dus niet eens meer woonden daar waar ik had aangebeld; was me ontgaan. Toen ik Joke vervolgens epte, kreeg ik een homerisch gelach als retour, met foto van de kleine Bram, kruipend in een vrijwel lege kamer met wat dozen.
'sAvonds gezellig gepraat met de buurtjes van Roos; zij hadden ons uitgenodigd voor de borrel.


Dit blijf ik toch een merkwaardig onderdeel van
dit museum vinden; een kistje met daarin
de tong van Johan de Witt en een vinger van
zijn broer Cornelis.

Geen opmerkingen: