03 september 2010

Ius opponendi

Vergeefs wachtte ik op de uitspraak: "en alle rechten met de titel verbonden". De jongste dochter van mijn goede vriend PC promoveerde op een bijzonder interessant onderwerp en verkreeg als beloning de Doctors titel. "Jonge doctor", klonk het bekend in mijn oren. En mijmerend dacht ik aan mijn eigen promotie, ooit begin tachtiger jaren. Wat een feest was dat. En gelukkig had ook LC, de dochter van mijn goede vriend er een feest van gemaakt. Ontspannen deed zij een inleiding op het promotie onderwerp in de vorm van een presentatie. Wat een verbetering vergeleken bij de oude procedure, althans voor het publiek. Zelfs mijn partner, toch niet echt onderlegd in het medische vakgebied, kon de inleiding goed begrijpen. En daarna de vragen. De hooggeleerde opponenten en de zeergeleerde opponenten vroegen om beurten, op instigatie van de rector een toelichting op bepaalde onderdelen van het werk. En adequaat reageerde de promovenda.
Aan het eind van de plechtigheid trok de commissie zich terug zogenaamd om zich te beraden, maar in de huidige academische wereld, althans in de Bèta-faculteiten, is een promotie zo intensief voorbereid dat de positieve afloop steeds verzekerd is, tenzij de promovendus van het katheder valt o.i.d.
De promotor rondde de plechtigheid af, maar volgens mij vergat hij de strofe waarmee ik begon, de toekenning van het "Ius opponendi". Maar misschien heb ik het gemist in de opwinding omdat ik foto's maakte van de promovenda in afwachting van de toekenning.
Die rechten stellen weinig voor, slechts het "Ius opponendi", het recht om bij een promotie oppositie te voeren, is onverbrekelijk met de titel verbonden. Daarvan mocht ik in mijn carrière slechts één keer gebruik maken. De promovendus, een heel goede bekende van me, die nota bene promoveerde op een onderwerp dat ik hem zelf had aangereikt, was zo ontzettend nerveus dat hij tijdens de beantwoording van mijn vraag vergeten had wat ik hem gevraagd had. Dus toen moest ik hem nog redden ook door hem te bedanken voor het antwoord en opmerkte dat we er op een later tijdstip wel verder over zouden spreken.
Na afloop zei hij nog: "je hebt me gered, want ik wist de vraag niet meer", tja dat had ik gemerkt. Jammer, maar gelukkig had LC daar geen last van. Ze deed het geweldig en ik vermoed dat zij het ver zal schoppen en vast nog wel van het haar verleende "Ius opponendi" gebruik zal maken, misschien wel in zo'n mooie toga! Wie weet.

Geen opmerkingen: