11 juni 2010

Guido Gezelle

Beeld van Guido Gezelle in Brugge (B)
Afgelopen donderdag en vrijdag heb ik, in het kader van mijn vrijwilligerswerk voor Staatbosbeheer groepen van kinderen uit de regio Eindhoven kennis doen maken met de natuur. Dat gebeurde in het schitterende gebied van de Strabrechtse heide in de buurt van Heeze. Het gaat daarbij om de beleving meer dan om de kinderen precies te laten weten om welke diersoorten of plantensoorten het gaat. De kinderen uit groep 5/6 van de basisschool zijn ontzettend enthousiast. En natuurlijk is dat erg individueel bepaald; het ene kind wil voortdurend aan de gang, druk lopend kijkend en alles laten zien aan de heidegids, zoals wij vrijwilligers genoemd worden. Andere kinderen zijn niet bij je weg te slaan omdat ze geen woord willen missen van wat je te vertellen hebt. Natuurlijk wordt er ook met dennenappels gegooid, maar algemeen is er sprake van groot plezier en aandacht. Het doel van het doen beleven van de natuur is met deze opzet volledig geslaagd. Een onderdeel van het traject dat met de kinderen wordt afgelopen is het vissen met een netje in de beek, de kleine Dommel. En het is verbazend wat je daar al voor visjes, kreeftjes, larven, dikkopjes en insecten uit te voorschijn kunt toveren. Natuurlijk moest ik het de groep eerst voordoen, maar eerlijk gezegd ben ik gewoon lekker mee gaan vissen net als vroeger als kleine jongen en later met m'n kinderen. In één van de vangsten zat een klein zwart/blauw insect. Ik peuterde het uit het netje en deed het in het water. Het zwom niet weg, maar kwam direct weer bovendrijven; ik realiseerde me dat het hier een "Schrijvertje" betrof en spontaan debiteerde ik de prachtige dichtregels van Guido Gezelle:

Schrijverke wat schrijvet ge toch?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nog,
de eeuwige name gods.

Het ontging de kinderen natuurlijk, maar twee toevallig aanwezige volwassenen zaten me wat verbaasd aan te kijken. Dat hele gedicht "Het schrijverke" van Gezelle is een ode aan de natuur. En die drie laatste regels vind ik zo mooi dat ik er tranen van in m'n ogen krijg. Als ik mij realiseer wat het geloof, en dus zijn schepper voor een katholiek geestelijke betekent dan weet ik gewoon dat ik als agnost dat gevoel deel maar dat het mij om de schoonheid van de natuur zelve gaat. Op zo'n moment voel ik mij heel verwant met deze eenvoudige dichter. Dat gevoel van schoonheid van de natuur en de vrijwel religieuze beleving daarvan ligt erg dicht bij wat ik mij voorstel van de daadwerkelijke religieuze beleving. 

Geen opmerkingen: