07 oktober 2021

Een seinstoring

Een retentie gebied door de reconstructie van 
de Leuvenumse beek

De ochtend liep vanmorgen wat anders dan ik had gedacht met als gevolg dat ik eigenlijk de hele middag ter "vrije besteding" had har har; een pensionado heeft feitelijk vrijwel iedere dag ter vrije besteding. Het was prachtig weer, dus lekker aan de wandel op de Veluwe leek mij het beste om de benen weer eens flink te gebruiken. Rekening houdend met het DalVrij tijdvenster bedacht ik mij dat ik met de trein van 13.00 uur makkelijk van Nunspeet naar halte "De zwarte boer" in Leuvenum/Ermelo zou kunnen lopen. De bus aldaar gaat om 18.23 en brengt je keurig om 18.40 in Harderwijk.
Het is een traject dat ik al heel lang en heel vaak heb gedaan en dat nog steeds een grote favoriet van me is. Het is er meestal zo rustig en zo mooi. Zelfs nu bij het aflopen van de zomer, met de verdorde hei en de versleten bladeren aan de bomen blijft het een prachtig gebied. Bij het bankje op het heideveld ging ik even zitten en een dadeltje verschalken. Ik voelde me er zo gelukkig in die stilte en eenzaamheid; geen verkeer te horen, vrijwel doodstil, geen flatgebouw of hoogspanningsmast. Daar kan ik zo van genieten, net als op het Bert Bospad over de Westbroekse zodden. Ik sta altijd versteld hoe verstild het kan zijn op deze mooie natuurlijke plekken in ons toch dichtbevolkt landje. Daar ging mijn overpeinzing over.
Verder gelopen en wat zitten rekenen of mijn tijdschema wel klopte. Ik wist niet meer heel precies hoeveel kilometer het was van Nunspeet naar de Zwarte Boer; ik dacht 16 km. Ik trok er stevig aan en kwam op 5 km/uur; moest dus makkelijk haalbaar zijn. Maar daar kwamen de twee stuifzanden en dat vertraagt natuurlijk. Op de tweede vlakte lagen de witte en zwarte steentjes, nog van de oer-Rijn die daar 1 miljoen jaar geleden liep en deze fraaie steentjes heeft achter gelaten. In het plaatsje Elburg zijn de straten hier en daar versierd met deze steentjes; Roos en ik laten vaak een combinatie van een wit en een zwart steentje achter op plekken die we bijzonder vinden. Zo liggen er op heel wat plekken in Europa en zeker in NL deze kleine persoonlijke spoortjes van ons. Ik heb er flink wat verzameld; de voorraad was opgegaan bij de Mandercirkel waar we een tweetal achter lieten in het vijvertje aldaar.
Daar kwam een dennenbos dat ik me nog heel goed herinner - iedere keer dat ik hier langs kom - dat ik daar met vriend Dick wandelde in de kersttijd, decennia lang geleden. En dan de hoogte met de houtsculptuur van de larve van de mierenleeuw. De rest van de wandeling voert langs de Leuvenumse beek; deze stond vol water. En sinds dat ze hier en daar is terug gebracht tot een meanderend beekje is het een groot genoegen om er langs te lopen. Tenslotte kwam ik bij het prachtige resort "Het rode Kooper" waar we een keer heerlijk hebben gegeten en sjiek overnacht. In mijn DHV tijd heb ik hier wel eens met het hele bestuur een beleidsweekend doen houden.
Natuurlijk was ik ruim op tijd en moest nog bijna een half uur wachten op de bus; geen probleem. Aangekomen op station Harderwijk zag ik tot mijn schrik dat er trein vervangend vervoer was; er stonden bussen klaar. Naar bleek was er een seinstoring rond Amersfoort. Merkwaardig genoeg konden de Intercities wel rijden maar de stoptreinen niet. En nu stopte er wel een Intercity op Harderwijk die richting Zwolle ging. En ja, daarom zat ik even later weer bij Roos thuis in Wijhe; ze was niet aanwezig omdat het haar zangavond bij het koor was. Maar om half elf was ze terug op honk en hebben we nog gezellig thee gedronken. Onverwacht weer in Wijhe dus.

Geen opmerkingen: