24 mei 2013

Raapsteeltjes

De eerste voorjaarsgroente: raapsteeltjes
Vandaag leek het eindelijk weer eens een mooie, beter gezegd, een droge dag te gaan worden. Eerst koffie gedronken bij Roos en daarna een verrassende wandeling gemaakt bij de Kromme Rijn. We komen al jaren in die hoek maar vonden vandaag een paar paden door het bos aldaar, die we niet kenden en die fraaie uitzichten toonden. Roos plukte wat wilde planten voor een salade. We fietsten terug en onze wegen scheidden; Roos ging naar Utrecht; ik ging via de markt en de kippen van Peter naar de tuinderij van Eyckenstein om Luuk te helpen.
Twee uur lang op de knieën onkruid verwijderd tussen de uien en de knoflookaanplant. Natuurlijk met wat groenten naar huis: een euro rabarber en een euro raapsteeltjes. Heerlijk raapsteeltjes en vooral wanneer ze nog zo knapperig vers zijn; zo van het veld in de stamppot. Ik had nog wat spekvet en uitgebakken spek staan van een vorige batch raapsteeltjes. Je kookt de aardappels, prakt ze fijn, doet spekvet en spekjes door de aardappelprak en roert er dan de gewassen en fijn gesneden (rauwe!) raapsteeltjes doorheen. Dan nog wat zout en .... een klein scheutje azijn. En als ik dat scheutje azijn door de raapsteeltjes doe moet ik altijd weer aan die keer denken in de Jan Hanzenstraat.
Raapsteeltjes eten heb ik volgens mij van Lien geleerd; mijn moeder maakte dat nooit. Ik vond dat heerlijk, stamppot raapstelen. Lien stond het een keer klaar te maken en deed er een scheut azijn in. Ik wist toen niet dat azijn onderdeel van het recept was en werd onredelijk boos omdat ik dacht dat daarmee de hele stamppot verpest werd; ik vind azijn namelijk een vrij smerig ingrediënt in de keuken en ben er dan ook uiterst terughoudend mee. En ik was zo boos dat ik de deur uit liep; had ik nooit eerder gedaan en heb ik later ook nooit meer gedaan. Nadat ik was afgekoeld kwam ik terug en hebben we de raapsteeltjes opgegeten. Ik vond ze heerlijk en heb Lien mijn excuses aangeboden. En Lien ... zij vond ze te zuur (har har). Nou ja, een lullig verhaaltje maar ik moet er altijd weer bij glimlachen; kwaaikop die ik was.

Geen opmerkingen: