28 oktober 2011

"Zoete mond" van Thomas Rosenboom


Jeroen Vullings heeft een fraaie analyse van het boek "Zoete mond" van Thomas Rosenboom achtergelaten op Internet. Daarin is hij in mijn ogen erg mild; ik heb het in één ruk uitgelezen, niet omdat ik het zo'n imposant of boeiend boek vind maar vooral vanwege mijn onjuiste gedachte dat degene van wie ik het boek had geleend, Jaap C, broer van Peter C, het zo'n geweldig boek vond. Maar hij had het mij uitgeleend omdat ik, net als één van de hoofdpersonen, zo gek op lopen was.
Nadat ik "Publieke werken" had gelezen, was ik er van overtuigd dat Thomas een absolute topper moest zijn en opgenomen zou worden in de rijen van Hermans en Mülisch (van het Reve laat ik er liever even buiten evenals Wolkers hoewel ik "Turks Fruit" weergaloos vind). Maar "Gewassen vlees" had ik na honderd pagina's te hebben doorgeploegd naast mij gelegd; ik begon bladzijden over te slaan uit verveling en kon maar niet in het verhaal komen. Dat zelfde overkwam mij met "Zoete mond", hoewel ik dat wel heb uitgelezen, zij het dat ik steeds meer alinea's begon over te slaan.
Aanvankelijk dacht ik nog dat er in Rosenboom een nieuwe Hermans was opgestaan. Hij weet ook dat zeurderig sfeertje op te roepen zoals dat zo schitterend uit de verf komt bij "Onder professoren" van Willem Frederik, wanneer die lullige hoogleraar op de radio hoort dat hij de Nobelprijs heeft verkregen en daarvoor van z'n buren een haan ten geschenke krijgt. Hoe hij dan gebakjes gaat halen. Het is minstens twintig jaar geleden dat ik het boek las en moet er nog om lachen. Die zuurschrijverij ligt mij dus wel.
Maar bij "Zoete mond" vond ik het in toenemende mate gemaniereerd. Gelukkig denken de professionals in leesland er anders over dan ik, gezien de lovende recensies. Overigens is Jeroen Vullings daarin terughoudend.

Geen opmerkingen: