02 december 2012

Le Barbeau in Sippenaeken

In de kantine van de camping wordt
Bingo gespeeld
Zaterdagmorgen werden we pas over achten wakker; bijna klokje rond geslapen dus. Na het ontbijt in hotel Berg en Dal vertrokken we naar het dal van de Geul om onze wandeling van de dag ervoor verder af te lopen. Prachtige omgeving; drekkige ondergrond. We kwamen uiteindelijk terecht bij een camping op de grens met België. Precies tijd voor een kopje koffie. We werden bij binnenkomst bij de camping cantine verrast door een behoorlijk grote groep camping gasten die bezig waren met een spel Bingo. We waren duidelijk de grens over want de cijfers werden luidruchtig genoemd in het Duits en vervolgens in het Frans. En inderdaad, Vlaams was er niet bij! Daarentegen werden wij te woord gestaan in ons eigen taaltje. Grappig. We besloten om naar het iets verderop gelegen plaatsje Sippenaeken te gaan en van daaruit verder hoog door het bos. En daar doemde een plek op die wel leek te zijn weggelopen uit één van de boeken van Hubert Lampo; Le Barbeau, zo'n oer-Vlaams plattelands kroegje, beetje vergelijkbaar met de herberg die Lampo beschrijft in "De madonna van Nedermünster". Gezien het francaphone karakter van de omgeving begroette ik bij binnenkomst met "Bonjour", hetgeen de eigenaar verrast deed opkijken; kennelijk zag hij onmiddellijk dat wij NL'ers waren. We hebben er een wat overbodige lunch genoten; een kopje soep en een broodje. Een antiek houtkacheltje hield het hele kroegje warm.
We gingen gezellig in het hoekje zitten onder de portretten van de toen nog jonge koning Boudewijn en koningin Fabiola en spraken wat over dit wat tragische koningspaar dat kinderloos bleef. Toen koning Boudewijn een wet moest ondertekenen op de abortus kon hij dat niet met zijn geweten overeen brengen. Ik had altijd gedacht dat dit voortkwam uit zijn diep katholieke geloofsovertuiging, maar volgens Roos hing dit direct samen met de ongewenste kinderloosheid van het koninklijk paar.
We kwamen aan de praat met de eigenaar Frank, een Nederlander. Nou wilde het merkwaardig toeval dat al heel snel bleek (en vraag me niet meer hoe) dat hij eveneens vrijwilliger was (geweest) bij Staatsbosbeheer op de Strabrechtse heide en dus Jap Smits kende. Hij had heide geplagd ten faveure van het Gentiaanblauwtje, het zeldzame vlindertje van vochtige heide.
We hebben nog wat na zitten knorren in de gezelligheid van het kroegje en toen verder gelopen via de fraaie bossen in die omgeving op de grens van NL en België. Nog even in ons hotel een biertje gedronken, verkleed en naar Slenaken waar we hebben gegeten in hotel restaurant Slenaker Vallei. Natuurlijk gingen we met bus 57 die van deur tot deur rijdt. We hebben er heerlijk en zeer uitgebreid gegeten, waaronder gebakken ganzelever, een topprestatie van de kok, want als je het niet goed doet houd je een pan vet over i.p.v. een paar plakjes lekkernij. Bij het verlaten van het restaurant, dat we in vele aspecten een beetje "te" vonden, zei de gerant nog dat we het de volgende keer "anders" moesten doen en niet met de bus weer weg moesten gaan. Dat zullen we inderdaad; de volgende keer blijven we lekker eten bij hotel Berg en Dal. Neemt niet weg dat we een heerlijke avond hebben gehad op deze fraaie lokatie. Vanaf de bushalte heb ik nog een nachtfoto gemaakt.
Slenaker Vallei bij nacht.

Geen opmerkingen: