Mijn eerste tentamen deed ik bij Professor E. van Dalen. Dat ging nog mondeling bij de professor thuis in Badhoevedorp; we schrijven 1965-1966. Voor de hedendaagse student onbegrijpelijk, maar zo ging dat vroeger. Slechts bij wiskunde en natuurkunde, bijvakken voor de chemiestudent, werden de tentamina schriftelijk en centraal afgenomen. Op de middelbare school behoorde ik tot de beste leerlingen van de klas, met name in de exacte vakken; op de Universiteit ging dat toch wat anders en had ik in het begin de grootste moeite om te slagen. De wiskunde, een vak waar ik altijd negens en tienen voor haalde, ging nu volstrekt mijn begrip te boven; analyse heette deze vorm van wiskunde, maar ik snapte het niet. En het tweede was mechanica, voor mij eveneens eigenlijk te moeilijk. Mijn eerste tentamen in de chemie was bij de hier genoemde professor van Dalen; een wat oudere heer (hij was in die tijd net zo oud als ik nu ben, 63 jaar) die tijdens zijn college alles op het bord uitschreef. Een medestudent, wiens vader ook scheikunde had gestudeerd beschikte over de notities van zijn vader die eveneens college had gehad van van Dalen. Het vak analytische chemie was in die tijd zo weinig veranderd dat de aantekeningen nog precies de zelfde waren. Kennelijk had onze professor decennia lang het zelfde college gegeven aan de eerstejaars.
Maar het eerste tentamen was een feest voor mij. Ik herinner mij nog dat hij vroeg naar de kleur van mangaansulfaat; ik wist nog vanuit de tijd van mijn oude drogist dat de kleur van dit zout roze was. Ik kreeg een ruime zeven voor dit tentamen en ging met vreugde naar huis. Met dankbaarheid denk ik aan hem terug, want zo'n succes student was ik niet en was ik niet geslaagd voor dit tentamen dan zou ik misschien wel gestopt zijn.
Vanmorgen stond ik postelein te wassen en moest aan van Dalen denken. Hij had namelijk in het analytisch laboratorium een eenvoudige spoelopstelling bedacht met drie bekerglazen gedestilleerd water, genummerd 1,2, en 3. Als je iets had schoongemaakt met water en zeep en nagespoeld met kraanwater moest je het glaswerk achtereenvolgens van bakje 1 naar 2 en vervolgens naar 3 spoelen. Daarmee verspil je geen water en het spoelen is veel efficiƫnter dan dat je het in 1 keer met heel veel aqua destillata naspoelt. De postelein heb ik drie keer gespoeld met een weinig water en toen was het inderdaad vrij van zand. In deze droge tijden wil ik zuinig zijn met water. Het spoelwater heb ik dan ook aan mijn aardbeiplantjes en aan de rucola gegeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten