Onder daverend applaus kregen componist, solist, dirigent en orkest de complimenten van het publiek, wat een concert!! |
Roos had mij al enige tijd geleden gevraagd of ik ervoor voelde om de dag voor mijn verjaardag naar een concert te gaan. Ik had daar vanzelfsprekend geen bezwaar tegen want het ging in dit geval om een concert van Jan-Peter de Graaff, inmiddels een bekende van Roos en in componistenland een Nederlands toptalent; hij is nog betrekkelijk jong en componeert de sterren van de hemel. Dus vol verwachting gingen wij hedenmorgen op stap naar, hou je vast, het concertgebouw in Amsterdam waar de wereldpremière van het werk zou worden uitgevoerd. Een concert voor luthéal, een van een speciaal mechaniek voorziene vleugel teneinde de klank van het instrument te veranderen. Het werk was in opdracht geschreven op wens van het Radiofilharmonisch orkest en de pianist Hannes Minnaar.
Als sardientjes in een blikje geperst reden we met tram 5 naar het orkestgebouw en kwamen in de gezellige drukte van Amsterdam op het museumplein. We hadden nog alle tijd voordat we de heilige tempel van muziekminnend NL binnen konden treden. Maar eenmaal binnen had ik zo'h heerlijk gevoel, wat een prachtige zaal die al zo ontzettend veel beroemde mensen het plezier van de muze hadden doen genieten. De namen van al die beroemde componisten uit het verleden aan de wanden met Bach en Haendel prominent bij de ingang voor solisten en dirigenten, de balkons de stoelen waarin menig beroemdheid had zitten luisteren. Wij waren hier voor het laatst enkele jaren geleden om naar Yuja Wang te luisteren en dan nu naar de muziek van Jan-Peter de Graaff.
Het orkest nam plaats in grote bezetting en daar kwamen dirigent en solist de Bühne op onder daverend applaus en zij zouden ons samen met orkest niet teleurstellen. De met extra koperwerk met knoppen toegeruste concertvleugel stond al klaar en na een stilte begon het heel ingehouden eerste deel van het werk van de Graaff. Het was verrassend. Ik was vooral sterk onder de indruk van het tweede deel dat ik werkelijk fenomenaal vond en Roos van het derde deel. Het hele werk was werkelijk fantastisch. Na afloop en het begin van het applaus speurde de dirigent zogenaamd de zaal in op zoek naar de componist die uiterst gelukkig naar voren kwam en het welgemeend applaus van het publiek in ontvangst nam; hij kreeg geheel terecht een staande ovatie. Overigens was ik erg onder de indruk van de dirigeerkunst van de Canadese dirigent Karina Kanellakis
In het programma voor de concertmiddag werd J.P. - zoals wij de Graaff noemen - vergeleken met Sjostakovitsj, van wie de achtste symfonie na de pauze werd gespeeld. Tot mijn verbazing gingen twee mensen gedurende de uitvoering van dat werk na het tweede deel de zaal uit; waren niet onwel geworden maar hadden haast of waren die symfonie zat. Dat was bij mij overigens ook het geval, na het derde deel had ik het ook helemaal gehoord ondanks de buitengewoon goede leiding van de dirigent, zij gaf beweging aan het werk, maar het kon mij absoluut niet boeien en ik vond de vergelijking van de twee componisten echt positief uitvallen naar de Graaff. Gelukkig maar dat destijds Stalin daar anders over dacht want wat heeft Dimitri het moeilijk gehad in die Stalinistische jaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten