03 oktober 2020

Een fijne ochtendwandeling

Zo mishandelden de indianen
de aarde vast en zeker niet

 Vanmorgen werd ik pas wakker om half acht; voor mij eigenlijk wel een latertje. Eerst maar een koppie thee en daarna twee koffie en het ochtendgebed. Maar tot mijn verbazing had ik geen trek in een ontbijtje. "Dan eerst maar even aan de wandel", bedacht ik mij. Dus even de weersverwachting bekeken; het zou tegen half tien wat gaan miezeren; regenkleding inclusief regenbroek aangetrokken, plu onder de arm en vort met de geit. Wel op de fiets naar het bos want die aanloop begint me toch wel heel sterk de keel uit de hangen. 
Op de parkeerplaats allemaal auto's met hondelaars en ook het veldje was vol met honden en lieden die met elkaar over hun lievelingsdier aan het leuteren waren. Ik liep wat bekende paden, hoe kan het ook anders en keek vooral om mij heen of ik eekhoorntjesbrood zag staan. Door de smalle paadjes richting van "ons strandje". En daar kwam van links een hele kudde wandelaars; een groep van 8 dames, geleid door een meneer. Volgens vriend Dick is het gebruikelijk dat wandelgroepen vooral uit dames bestaan; kennelijk durven die niet zo goed in hun eentje in "het wild" te wandelen. Overigens zie je merkwaardig genoeg best regelmatig trimmende jonge vrouwen in hun eentje door het bos hollen, maar oudere dames in huneentje wandelen aanzienlijk minder, maar soms wel met hond.
Het miezerde inderdaad vanaf de aangegeven tijd half tien; niet erg hard, maar genoeg om de plu voor op te steken. Ik liep rustig aan naar huis via het pad dwars door het korenveld dat inmiddels niet alleen gemaaid is maar ook helemaal omgeploegd. Deed me denken aan de mycorrhiza's die vast niet van ploegen houden omdat hun mycelium daarvan beschadigd wordt. Boer Dirk houdt daar ook niet van omdat de wortels van de klaver beschadigd raken. Indianen beschouwden de aarde, de grond waarop zij leefden als van een moeder; die moest je zo min mogelijk beschadigen; zij ploegden dan ook niet, maar maakten een gaatje in de grond en plantten daarin een zaadje. 
Toen de eerste Europeanen de tuinen van de Indianen aanschouwden hadden ze niet eens in de gaten dat dit landerijen voor de voedselvoorziening waren. Ze bestonden uit allemaal heuveltjes met daarin verschillende planten. Voor zover ik weet waren dat maïs, pompoen en bonen, bij elkaar geplant; de maïs met z'n lange stengel zorgde voor de stevigheid voor de boon, de pompoen zorgde voor de schaduw bij het opkomen van de tere zaailingen en de boon zorgde voor de gebonden stikstof, noodzakelijk voor de groei. Ik heb zo'n gevoel dat de mycorrhiza's daarbij met hun netwerk een rol hebben gespeeld in deze manier van landbouw. Tja, die Merlin heeft wat in mijn gedachten teweeg gebracht.
En terwijl het nog steeds zachtjes regende liep ik van mijn wandeling te genieten terwijl in mijn hoofd dat prachtige wandellied van Hugo Wolf klonk.

Geen opmerkingen: