06 april 2016

Over stierensperma, schudmachine en statistiek

In mijn wetenschappelijke tijd heb ik veel met statistiek te maken gehad. Ik had er niks mee, maar in ons instituut was een statisticus. Had je resultaten dan moest hij daar een statistische test bij zoeken waarmee je het verschil tussen data of een bepaalde relatie kon aantonen. Een collega wetenschapper, Lucien A. zei wel eens dat als je niet aan je water voelde dat er een bepaalde relatie was dat statistiek dan gewoon een lapmiddel was. Kortom, je voelt aan je water dat iets wel of niet statistisch juist is. Dat is natuurlijk niet in alle gevallen waar, maar een zekere kern van waarheid bevat die uitspraak zeker.
Alweer een hele poos geleden heb ik op boerderij Boom en Bosch vrijwillig geholpen bij het melken, d.w.z. ik ruimde de stront uit het liggedeelte, herschudde het ligstro, verdeelde het hooi en gooide water over het loopdeel. Bij het daadwerkelijke melken kwam ik er niet aan te pas. Ik denk dat ik het wel zo'n twee jaar heb gedaan; niet elke dag, maar wel heel regelmatig en dan hoor je nog wel eens wat. Eén van de dingen die mij opviel was dat de boer altijd liep te mopperen over wat "de overheid", zowel centraal als lokaal en ook de andere bij de landbouw betrokken organisaties weer hadden bedacht. Ik snapte er meestal geen hout van, maar luisterde trouwhartig naar het eeuwige gemopper. Daarentegen hoorde je nooit gemopper over de dingen der natuur; het weer, waar je toch als boer erg van afhankelijk bent, daar hoorde je hem nooit over.
Wat mij op een bepaald moment opviel is dat hij zei: "alweer een stierkalf". Toen ging mij een lichtje op. Het was opvallend hoe lang de serie stierkalveren inmiddels was aangegroeid; statistisch klopte het gewoon niet.
Nu wist ik dat de KI bedrijven inmiddels bewerkt stierensperma in de handel brengen dat is verrijkt met spermatozoën waaruit koekalveren voortkomen; absoluut is die scheiding vast niet, maar de verrijking is behoorlijk. De keerzijde is natuurlijk dat er anderzijds verarmd sperma overblijft en ik suggereerde dat men dat wel eens zou kunnen gebruiken als normaal sperma - weggooien is zonde nietwaar - waardoor je uiteraard meer stierkalveren mag verwachten. Hij zou het bespreken met de KI. Daarna heb ik hem niet meer over dit probleem gehoord.
En nu heb ik een enigszins vergelijkbare indruk met de kaartverdelingen in de bridgeclub sinds we gebruik maken van een schudmachine annex dupliceermachine. Roos en ik zijn altijd grote voorstanders geweest van het zodanig schudden van de kaarten dat deze volstrekt willekeurig zijn verdeeld, d.w.z. statistisch willekeurig; iedere verdeling is mogelijk, maar er zit in iedere verdeling een zekere mate van waarschijnlijkheid. De Nederlandse Bridge Bond heeft in haar maandblad aangegeven hoe dat handmatig mogelijk is; minimaal zeven keer wassen van de kaarten en dan gewoon uitverdelen. Dat deden Roos en ik al zolang we ons realiseerden dat je bij slordig schudden vaak van die zgn. vlakke verdelingen krijgt waarbij de oorspronkelijke volgorde van de kaarten nog te veel van invloed is op de uiteindelijke verdeling. Wij zijn dus altijd voorstanders geweest van adequaat schudden.
Sinds we gebruik maken van de faciliteiten van een schudmachine lijkt van een normaalverdeling echter geen sprake meer te zijn. Bijna alle spellen kenmerken zich door extreme verdelingen; mijn gevoel voor statistiek fluistert mij in dat er iets niet klopt. Ik noem het kermisspellen of konijnespellen. Hierdoor begint het spelen meer op gokken te lijken dan de bedoeling van een goed bridgesysteem is.
Kennelijk speelt deze discussie wel vaker.

Geen opmerkingen: