18 februari 2022

Haar naam was Eunice

 

Boom achter de flat,
Helemaal krom gebogen


Op 1 februari 1953 kenden we in NL die vreselijke storm waarbij honderden mensen in de Zuid West hoek van Nederland zijn omgekomen: de watersnoodramp. Ik was toen nog geen 5 jaar oud maar herinner me nog goed dat ik met mijn vader naar het nabij gelegen park Overvoorde ging om te kijken hoe de vreselijke wind daar had huisgehouden; vanuit die tijd herinner ik me nog zo'n grote ontwortelde eik; imposant voor zo'n klein kind. Het nieuws over de gevolgen van de ramp in met name Zeeland bereikte de rest van het land maar mondjesmaat.
Later, in januari 1990 tijdens de zwaarste storm die we sinds die tijd hebben meegemaakt zat ik in een van de treinen die tot stilstand kwam tijdens die griezelige rit waarbij de splinters van het brekende glas van de kassen tegen de trein beukten met de storm. Na uren werden we terug gesleept naar den Haag en heb ik bij mij wildvreemde mensen mogen overnachten; iemand uit de zelfde coupe als ik had een zus wonen in den Haag en daar kon ik ook terecht. In een snackbar heb ik toen middenin de nacht naar huis kunnen bellen; SmartPhones bestonden toen nog niet. Anneke had in de veiligste kamer van ons huis met de kinderen opgezeten met de gordijnen dicht tot de storm enigszins was gaan liggen. Er stonden hoge bomen in onze tuin. Bij de overburen was een enorme den omver gewaaid en lag bij ons voor over de straat en moest door de brandweer worden verwijderd. Had zomaar op ons huis kunnen vallen.
Maar vandaag kwam de storm bepaald niet onaangekondigd; al dagen tevoren werden we gewaarschuwd. Ik had me er dan ook op voorbereid om de hele dag binnen te blijven. 's-Morgens viel het nog mee; ik maakte een wandeling in de buurt van huis en kwam daarbij op plekken in het dorp waar ik niet eerder was geweest; waar zo'n storm al niet goed voor is. Ik was al vroeg naar de markt gegaan; er stonden maar weinig kramen; alleen Hans en zijn reformkraam was er; Marco met de noten was niet eens van huis vertrokken uit het westen van het land vanwege het noodweer, zo hoorde ik. De Aardappelen jongens waren vanuit Amsterdam terug geroepen omdat het daar al noodweer was en ze nu nog terug konden komen naar werd verwacht.
Na mijn wandelingetje ging ik thuis maar wat afwachten en ja hoor daar begon het. Ik appte wat met Roos; daar in het Oosten was het nog rustig. Ik stuurde een foto, maar dat maakte weinig indruk op Roos. Het loeide rond de flat en het zou nog aanzwellen alsof er grote verkeersvliegtuigen boven de flat circuleerden. Uit de berichtgeving bleek dat er nogal wat ernstige problemen waren op de weg en dat de treinen waren uitgevallen. Ook waren er doden gevallen door omgevallen bomen.
In de loop van de avond ging ik met de koptelefoon op wat muziek luisteren en een filmpje bekijken; de storm loeide intussen zo rond de flat dat ik het boven het geluid van de muziek uit kon horen; had ik niet eerder meegemaakt. Maar uiteindelijk lekker rustig geslapen hoor.
Maar ik realiseerde me ook wat dit betekende voor de mensen uit het verleden. In 1953 waren de dijken nog niet op Delta hoogte en braken door met een enorm verlies aan mensenlevens; in nog vroeger tijden werden hele dorpen verzwolgen bij dergelijke rampen en had je geen reddingsploegen en voorspellingen; trouwens, waar moest je naar toe. Goed hoor om eens te realiseren hoe vanzelfsprekend we het vinden dat het licht blijft branden, dat de verwarming het gewoon doet en water uit de kraan komt terwijl het zulk noodweer is. 

Geen opmerkingen: