08 december 2021

Over op KPN

Gevelsteen foto winkel 19e eeuw

 Door alle perikelen met mijn laptop was ik toch vooral aangewezen op mijn smartphone voor "contact met de buitenwereld". Email en WhatsApp zijn toch de zaken waarmee je, zelfs als oudere het contact met de buitenwereld onderhoudt. Begint me overigens behoorlijk tegen te staan dat je daarvoor steeds ingewikkelder toeren moet uithalen. Zo weet ik nog steeds niet goed hoe je documenten tevoorschijn moet toveren die je van overheidsinstanties krijgt via zo'n extra beveiligd systeem; "ik ben te oud voor die rotzooi", zou Wim Sonneveld zeggen.
Ik zat er dan ook behoorlijk over in dat ik vandaag zou over gaan van T-Mobile naar KPN als provider; "zal dat wel direct lukken?", was mijn angst. Maar het ging gelukkig helemaal goed. Gisteren kreeg ik een bericht dat KPN in haar systemen zou zorg dragen voor de overzetting van mijn telefoonnummer naar hen en vanmorgen vroeg ben ik naar ons communicatie winkeltje op de Kwinkelier geweest waar twee kwieke jonge kerels zwijgzaam op mijn smartphone pielend en met vervanging van een chip en een: "Tis gebeurd", mijn sombere vrees als bejaarde wisten te verjagen. In de trein op weg naar Amsterdam voor een tweede Jacob Olie wandeling appte ik dan ook uitgebreid met Roos. Voelde me toch best opgelucht.
En 's-Avonds heb ik op aanwijzing van Roos zelfs bloggies kunnen produceren op haar eigen laptop die zij hier bij mij op de flat heeft liggen om haar specifieke dingen, componeren dus te kunnen doen. 
Als gezegd ging ik weer naar Amsterdam voor de tweede wandeling in de serie van het antieke foto boek over Jacob Olie. Begon eveneens bij het CS, maar ging nu naar de oude binnenstad; via de Schreierstoren en langs de Oude kerk, dus het echt oude deel van Amsterdam voerde. Door de Kalverstraat waar ik een foto maakte van een gevelsteen van een in Olie's tijd gerealiseerd huis met daar op de voor die tijd moderne manier uitgebeeld om foto's te maken en af te drukken. Het was destijds de grootste zaak om foto spullen aan te schaffen. Maar ook de pilaar op het Rokin, het enig overgebleven stukje van de kapel rond het "wonder van de hostie", waarmee Amsterdam nog tijdens de middeleeuwen tot een bedevaartsplaats opklom. Gesuggereerd wordt wel dat Amsterdam aan de enorme toeloop van pelgrims haar bekendheid en rijkdom heeft te danken.
Uiteindelijk was ik weer lekker op tijd thuis en heb na het eten weer heerlijk in Livius zitten lezen; heb inmiddels de derde decade afgesloten en naar cantates liggen luisteren. BWV 207a bevat die mooie mars met de trommel als intro; heb ik een paar keer beluisterd; je hoort "de vorst" gewoon binnen treden als je die mars hoort met vervolgens de jubel cantate over de grootheid van Koning August. De cantate bevat veel motieven van een van de Brandenburgse concerten; leuk om te horen hoe motieven als ingrediënten zijn verwerkt in zijn meesterwerken.

Geen opmerkingen: