26 december 2017

Een hut uit de ijzertijd

Reconstructie van een boerderij uit de ijzertijd
Inderdaad, om kwart voor acht vanmorgen vroeg ging de bel; Ab stond voor de deur als afgesproken. Hij had een fles prosecco voor bij het avondmaal. Waarom hij per se zo vroeg kwam voor een wandeling over het Wekeromse zand werd me eigenlijk pas in de loop van de ochtend duidelijk: mouflons, een geheimzinnige schapensoort die mij al sinds mijn jeugdjaren bekend is maar die ik nog nooit heb gezien. Ze werden door lieden met een groot jachtterrein ingevoerd uit Corsica meen ik; ruige beesten, schuw en na al die decennia als soort nog steeds aanwezig op de Veluwe en zeker op het Wekeromse zand.
Na de thee en het ochtendgebed vertrokken we; Tommy gaf merkwaardige aanwijzingen zodat we via Zeist uiteindelijk op de voor de hand liggende snelweg terecht kwamen. Vanaf de parkeerplaats konden we een merkwaardig construct zien liggen; bleek na afloop van de wandeling een reconstructie van een boerderij uit de ijzertijd te zijn.
Een akkertje op de celtic fields
Maar nu gingen we eerst naar de germaanse put, eveneens een gereconstrueerd bouwwerk uit de ijzertijd. Het was een gegraven verdieping in de grond en daarin een gegraven put die voorzien was van een holle boomstam tegen het instorten. Daaruit konden de mensen in die tijd schoon water tappen.
Ab wilde graag naar het Wekeromse zand omdat het een voor hem onbekend stuk Veluwe betreft. Overal op de Veluwe heeft hij wel rondgezworven met zijn tweelingbroer Dick, maar het Wekeromse zand wachtte nog op hem voor een eerste bezoek. Roos en ik kennen het wel; ook met Cyria ben ik hier een keer geweest. Overigens herkende ik pas iets specifieks van dit gebied bij de picknickbank; daar heb ik met Roos wel vaker gezeten om wat te nuttigen; zo ook deze keer; de gebakken kippenvleugeltjes gingen er weer in als het evangelie in een weduwvrouw zal ik maar zeggen.
We liepen in totaal zo'n 12 kilometer; kwam me wel zo goed uit dat het niet zo veel was want ik moest het kerstmaal nog afmaken en opdienen. Maar eerst nog de informatieve expositie van de ijzertijd. Het bouwsel bestond uit een mooie beschutting met een rieten dak en ruimten voor stallen en wellicht ook voor mensen. Verder stonden er nog wat schuurtjes, spiekers genaamd. Rondom was een stel van de kleine akkertjes, de celtic fields gereconstrueerd. Ik was er van onder de indruk. Maar ja, we hadden natuurlijk geen mouflon gezien?!
Terug naar de flat en een biertje gedronken. Zo tegen half vijf kwam Roos ook en kon ik Ab verder aan haar overlaten en de keuken. in gaan. Best leuk; zo vaak krijg ik geen gasten. Ik had drie voorgerechtjes. Eerst een pasteibakje met ragout van wildzwijn; vervolgens een stukje foie gras, opgediend met walnoten en een scheutje olijfolie; daarna zwezerik in lobjes gebakken met knoflook; al met al een goed begin. Daarna het hoofdgerecht bestaande uit spruitjes en gekruid knapperig gebakken varkensgehakt, gekookte aardappelen en kaassaus.Lekkere combinatie, ging er tenminste goed in. Tot slot het kunststukje, de chipolatapudding; ik was er weer best trots op zo goed als deze was gelukt. Tevreden achteroverzittend genoot ik van de door Roos opgediende koffie.

Geen opmerkingen: