08 maart 2013

Gymnasium of HBS?

Een paar dagen geleden ben ik begonnen met een biografie van Nietzsche, de bekende filosoof uit de negentiende eeuw. Een bijzondere man die al op jeugdige leeftijd "de klassieken" doorgrondde. Zijn vader stierf toen de kleine Fritz nog maar een jongen was. Doordat hij excelleerde op school kreeg hij een beurs om zijn middelbare schooltijd door te brengen aan een zeer gerenommeerd gymnasium (Pforta). De jongens (tja, van emancipatie was halverwege de negentiende eeuw nog niet zo'n sprake) waren intern en werden op intensieve wijze onderwezen. De genoemde klassieke auteurs speelden een belangrijke rol; de jonge Nietzsche ontwikkelde zich heel snel op dit gebied en schreef al tractaten op het gebied van de filologie; een voor mij niet te doorgronden vakgebied dat slechts is weggelegd voor lieden die zijn opgegroeid met de Griekse wijsgeren en derhalve het Grieks en het Latijn grondig moeten beheersen.
Destijds op de middelbare school (ik ging naar het Hervormd Lyceum West (HLW) in Slotervaart-Amsterdam) kon je kiezen of je naar de HBS wilde of naar het gymnasium. Belangrijk verschil was het Grieks en Latijn dat je slechts op het gymnasium gedoceerd kreeg. Daarnaast duurde het Gym een jaar langer. Op het Gym kon je later nog kiezen tussen Gym-Alfa en Gym-Bèta. Gym-alfa was de klassieke vooropleiding bij uitstek. Ook de HBS kende een splitsing vanaf de derde klas in HBS-A, een vooral economisch en moderne talen gerichte opleiding en HBS-B, een op de natuurwetenschappen, wiskunde en minder op de moderne talen gerichte opleiding. Gymnasium-Bèta was kort door de bocht een sommatie van Gym-Alfa en HBS-B.
Het moment van keuze is toch wel heel belangrijk voor me geweest want het staat nog stevig in m'n geheugen gegrift; ik had er lang over nagedacht en vertelde het toen aan m'n ouders, die overigens de keuze geheel aan mij lieten. Ik stond naast hun bed en vertelde hen dat ik naar de HBS wilde en later naar HBS-B. Ik had sterk getwijfeld of ik niet liever Gymnasium-Bèta zou willen gaan doen; dat weet ik nog heel goed.
Pas heel veel later in m'n leven, eigenlijk pas tien jaar geleden, ben ik me gaan verdiepen in die klassieken en ik ben dol op de historische verhalen. Homeros, Thucydides, Livius, Appolonios van Rhodos, Xenofon; hun bekende boeken staan op het rijtje van boeken die ik nooit uitleen.
Nu ik Nietzsches levensgeschiedenis bestudeer, en ik zit nu nog in z'n jonge jaren dan realiseer ik mij dat die twijfel of ik naar het Gym zou gaan destijds terecht was. En zeker wanneer ik de diepgang op vele onderwerpen bespeur die Roos als Gymnasium-Bèta afgestudeerde kenmerkt dan word ik in die twijfel gesterkt. Overigens lig ik er niet echt wakker van en kwelt deze jeugddwaling mij allerminst.
Met Nietzsche en zijn "Amor fati", Houd van je Lot, kan ik volmondig verklaren dat ik geen spijt heb van die keuze van destijds. Wel ben ik blij dat ik tien jaar geleden die zwaai naar de klassieken alsnog heb kunnen maken dankzij de uitstekende vertalingen die ruimschoots voorhanden zijn. Zo heb ik vorige maand de hele Ab urbe condita (over de stichting van de stad), althans wat er nog van rest na 2000 jaar van Livius in vertaling aangeschaft. Deze beschrijft de geschiedenis van het Romeinse rijk in de tijd van de koningen en van de republiek. Schitterende verhalen; ik moet er niet aan denken dat ik dat allemaal in het Latijn had moeten lezen (har har).

Geen opmerkingen: