24 december 2016

Van Dalfsen naar Ommen

Begraafplaatsje van de Ommerschans
Weer een etappe van het Maarten van Rossumpad gedaan vandaag. Vanwege het twee-maatschappijen probleem moesten we wel op zaterdag. Was een echte herfstdag ook al was de winter al aangebroken. 17 kilometer door rustig gebied; bossen en hier en daar langs de Overijsselse Vecht met de stuw van Vilsteren. Ondanks dat we jaren geleden een paar keer tussen Ommen en Dalfsen hebben gewandeld kwam het ons niet erg bekend voor.
Ommen lag in vroeger tijden omringd door grote hoogveengebieden; slechts enkele wegen leiden door het veen naar het belangrijke plaatsje aan de Overijsselse Vecht. Op een van deze toegangswegen lag de Ommerschans om de toegangsweg te bewaken. Daar voerde onze wandeling vanuit Dalfsen al snel langs. In het boekje had ik gelezen dat de soldaten op de schans er nogal beroerd aan toe waren tijdens een inspectie. Veel ziekte en veel sterfgevallen. Het meest opvallende dat we van deze beroemde schans zagen was uiteindelijk de bescheiden begraafplaats met de kruisen daar waar de soldaten waren begraven.
Tevreden wandelaar
Het waaide nogal en het was een frisse wind. Desondanks was ik behoorlijk nat van het zweet en dan koel je gewoon veel te veel af.
Ik had geen zin meer om het stuk van het station naar de plaats OMmen te lopen zoals Roos eigenlijk had gepland; ik was gewoon moe en wilde naar huis. Roos ging uiteindelijk accoord; ze had begrip voor mijn vermoeidheid; ben de laatste tijd gewoon sneller moe; een opspelende verkoudheid en ander gezeik.
Gelukkig hoefden we niet zo gek lang op de trein te wachten, maar toch. Eigenlijk tot ik thuis was gekomen had ik het koud.
Ik had e.e.a. gepland om vanavond met Roos op te nuttigen: voor mezelf Imam Bayildi met bruine bonen en voor Roos een bakje nassi goreng dat nog ontdooid moest worden. Ik dacht dat het misschien onvoldoende was en had daarom als voorgerechtje heerlijke paté van "Anita", de délicatessezaak op de Hessenweg.
Voor Roos nog een paar eitjes over de nassei en mijn bord bonen opgewarmd; leek wel wat veel, maar toch opgegeten. Nog een ferme peer erachteraan en ik zat tjokvol; niet erg verstandig zo bleek later. Mijn ingewand was volledig van streek; kon niet goed slapen en dat de dag voor de kerstmaaltijd waarvoor Roos zich zo had uitgesloofd.

Geen opmerkingen: