15 maart 2014

Een jongensdroom

Informeel overleg tijdens de pauze van de vergadering
Vandaag was er een bijeenkomst van de Mierenwerkgroep waar ik al een behoorlijk aantal jaren deel van uitmaak; ik heb zelfs een poosje in het bestuur gezeten. Het doet me altijd zo'n plezier om tussen mensen te zitten die net als ik gek zijn op de natuur. Ik had het op mij genomen om het verslag van de vergadering te schrijven.
Na opening door de voorzitter gaf Cees van A. een interessante lezing over parasitosen bij mieren. Ieder organisme kent andere organismen die op de een of andere manier gebruik of misbruik maken. Bij de mens kun je denken aan vlooien, lintwormen, bloedzuigers, muggen, malaria, maar ook commensalen, bv bacteriën die op de huid leven en darmbacteriën waar je als mens niet buiten kunt. Van parasitose spreek je als de gastheer er slechter van wordt of er zelfs aan dood gaat.
Bij mieren is dat niet anders. Cees kan het naar eigen zeggen niet laten om ook buiten dit onderwerp e.e.a. te vertellen. Zo noemt hij sluipwespen die het hebben voorzien op de "melkkoeien", de luizen die door de mieren worden gebruikt als producenten van suikerhoudend voedsel. Deze wespen komen er vaak niet onbeschadigd vanaf en hebben meestal beschadigde antennes en vleugels door de aanvallen van de mieren die hun "vee" beschermen.

Ook de parasitaire mieren worden genoemd; de commensalen die a.h.w. inwonen in het nest van andere soorten, maar ook sociale parasieten die van het voedsel dat door de hoofdbewoners wordt verzameld meegenieten door nagebootst bedelgedrag. En dan natuurlijk de slaven houdende soorten, de poppenrovers, waarbij gemixte kolonies ontstaan.
Een sprekend voorbeeld van een echte parasiet is een leverbot die niet alleen een slak als tussengastheer heeft, maar ook een mier die in een bepaalde fase merkwaardig gedrag vertoont: gaat in een bloem hangen zodra zich een groot dier in de omgeving ophoudt; dat eet vervolgens de bloem met mier en leverbotparasiet op en sluit daarmee de kringloop die deze parasiet in leven houdt. De natuur heeft merkwaardige kostgangers.
Schimmels komen ook voor als parasitair op mieren waarbij gedragsverandering optreedt. Mijten en Wormen zie je ook bij mieren; merkwaardig grote wormen die het hele achterlijf lijken te vullen.
Endoparasitoïden leven op larven of poppen van mieren. Cees laat een aantal fraaie filmpjes zien die gemaakt werden door dhr Gomez, gewoon tijdens zijn lunchpauze op een parkeerterrein in Madrid. Een sluipwespje dat z'n naam eer aan doet; legt het eitje in een pop op het moment dat een werkster met de pop buiten het nest loopt; de werkster merkt er ogenschijnlijk niets van en loopt gewoon door. Maar ook een razendsnel wespje dat de volwassen werksters in het achterlijf prikt en een eitje deponeert.
Een in het begin getoonde foto van een sluipwesp die lange sprieten en poten heeft kent zo zijn raadsels: hoe komt zo'n beest onbeschadigd het nest uit wanneer hij/zij is "uitgekomen"? Waarschijnlijk wordt deze door de mieren zelf naar buiten gesleept voordat hij is uitgekomen en op de afvalhoop gelegd die veel mierensoorten aanleggen.

Na de pauze hield Jan-Peter Oudenampsen een ontzettend leuk verhaal over de ontwikkeling van een jongensdroom naar een handelszaak (mierenboerderij.nl) in mierenhobby artikelen.
Hij vertelde hoe hij in mieren geïnteresseerd was geraakt door toedoen van zijn grootvader en zijn vader vanwege de kolonie van bladsnijdersmieren (Atta mieren) in het Noorderdierenpark in Emmen. Ik herinner mij ook nog wel die rijen mieren met een parasol van bladsnijdsel achter elkaar in een enorme glazen bak aldaar. En hoe hij vervolgens materiaal wilde kopen om zelf mieren te gaan houden en hoe dat van kwaad tot erger uit de hand liep en er nog maar net plek was voor zijn gezin tussen alle materiaal waarvoor kennelijk veel belangstelling bestaat onder het algemeen publiek. Het deed mij zo denken aan mijn eigen eerste schreden op mierengebied dat begon met het boekje van Raignier: het leven der mieren. De daarin aangegeven gipsnesten, het wonderlijke gedrag van mierenkoninginnen, de verschillende soorten. Alleen had Jan-Peter het allemaal uitbundig in de praktijk gebracht. En het gipsnest zoals hij dat nu zelf fabriceert en in de markt aanbiedt ziet er schitterend uit en lijkt op het eerste gezicht bijzonder praktisch!

Geen opmerkingen: