10 oktober 2012

Een bizondere vondst

Een bison bij Cotessen in een weiland
Nee, geen verschrijving; tot mijn verbazing zag ik afgelopen maandag in een weiland bij Cotessen een bizon lopen, zonder zijn maat bizonder overigens. Het is een van de vele flauwe taalgrapjes van Leonhard Huizinga, zoon van de beroemde historicus Johan Huizinga.
Het verhaal gaat dat Leonhard met zijn vader had gewed dat hij een boek kon schrijven dat een grotere oplage zou gaan kennen dan het beroemde boek "Herfsttij der middeleeuwen", het magnum opus van vader Johan. En dat schijnt gelukt te zijn.
Wie van mijn generatie kent niet de hilarisch idiote boeken in de serie "Adriaan en Olivier". In mijn studententijd was het vrij gebruikelijk om de gedichten uit de boeken over deze legendarische tweeling te citeren. Hele gedichten werden gedeclameerd met name het gedicht over "De winden". De strofe: "En toen bereikte de droeve stoet de open groeve", schitterende alliteraties op een zwaarmoedig thema. En natuurlijk het gedicht voor oom Wout dat eindigt met: "Kus mij de welgevormde achterbout, die men veelal verscholen houdt". Het zijn toch zinnen die voor het nageslacht bewaard moeten blijven/
Maar mijn vriend Dick had het vaak over de bison en zijn maat bisonder.
Het eerste boek van de serie (die overigens steeds meliger en daarbij onverteerbaarder wordt) las ik, daartoe aangespoord door Coby dB, mijn eerste hoofdanaliste, begin zeventiger jaren. Een half jaar geleden las ik het opnieuw en moest ik vooral erg lachen om het gedicht over de winden, dat aldus het boek, werd voorgelezen in de raadszaal door een magistraat. Lees het maar eens. Maar lees het boek ook maar eens voor de aardigheid hoewel ik denk dat velen het wat melig zullen vinden.

Geen opmerkingen: