Wat ik altijd een vondst heb gevonden is zijn beschrijving van de reis van een waterstofkern die, na eindeloos gereisd te hebben, gebonden als water, in de oceanen, terecht komt in het oog van een dinosaurus en nog allerlei gekke plekken en uiteindelijk in de laatste druppel inkt waarmee de schrijver van het verhaal de punt achter zijn verhaal zet. Een zelfde vorm kwam ik tegen bij het verhaal over "Koolstof" in het boek "Het periodiek systeem" van Primo Levi. Ook hij zet zijn laatste punt, gestuurd door een koolstofatoom wiens reis in het verhaal wordt beschreven. Alleen schreef Mülisch het "Zwarte licht", waarin voornoemde odysseia van het proton, 11 jaar voordat Primo Levi zijn gedachten op papier heeft gezet. Waardering voor ons Harry dus zoals Peter C. en ik waarderend over Neerlands grootste schrijver (onze opinie) spreken.
06 mei 2010
Harry Mülisch
De schrijver van "De ontdekking van de hemel" verdient alle lof. Er wordt vaak gekscherend over hem gedaan als zou hij ieder jaar verwachten de Nobelprijs voor de Literatuur te mogen ontvangen. Naar mijn bescheiden mening komt "De ontdekking" zoals zijn meesterwerk wel wordt genoemd, in aanmerking voor de grote prijs. Een ander, zij het wat ondoorgrondelijk werk is "Het stenen bruidsbed" dat op een onnavolgbare wijze de gruwelen van het bombardement en de daarop volgende vuurzee van Dresden beschrijft. De vorm, met haar klassieke gedichten, bijna Homerisch te noemen, is heel bijzonder. De gruwelen zijn daarom niet minder; het moge duidelijk zijn dat HM zich tot in de détails heeft verdiept in de tweede wereldoorlog. Zijn boek "Siegfried" getuigt daar ook van. Het is mij eens overkomen (ik lees graag meerdere boeken in een bepaalde periode naast elkaar) dat ik Siegfried las naast het boek "Twaalf jaar bij Hitler". Dat laatste is een vrij gedétailleerd verslag, opgetekend uit de mond van een jonge vrouw die gedurende twaalf jaar persoonlijk secretaresse was van Hitler. Dus in de bunker, op de Obersalzberg, overal waar "der Führer" zich zoal ophield. Merkwaardig genoeg leken de twee boeken zodanig op elkaar dat ik soms niet wist welk ik aan het lezen was. Ik herinner me vooral nog de beschrijving van een spelletje "Blei giessen" waarbij in een bak water een lepel gesmolten lood wordt gegooid en het wonderlijk gestold resultaat aan analyse wordt onderworpen; een onschuldig spelletje dat in beide boeken wordt beschreven; maar ook de eindeloze kletspartijen, waarmee de leider van het Herrenvolk zijn toehoorders verveelde en uit de slaap hield werden in beide boeken vrijwel gelijkluidend beschreven, althans ik zag erg veel overeenkomsten. Mülisch beschrijft het dus heel waarheidsgetrouw en documenteert zich goed.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten