In de Vrij Nederland van 27 november j.l. las ik een uitgebreid artikel over de NLse pioniers op het gebied van AIDS. Grappig hoe dit gezelschap van vier heren die het erg goed getroffen hebben met zichzelf, zich als vier kwajongens gedraagt tijdens dit interview. Tussen de bedrijven door wordt de spot gedreven met Harry Mülisch, op dat moment nog maar net overleden. Er is weinig waardering voor deze schrijver die veel minder dan zij natuurlijk, voor de Nobelprijs in aanmerking zou kunnen komen.
Ooit schreef Coutinho, toch wel de bekendste en waarschijnlijk sympatiekste van dit viertal, dat het toch ondenkbaar was dat er voordien iemand zou zijn geweest die had kunnen voorzien dat er een ziekte als AIDS zou kunnen ontstaan. En nou is het gekke dat ik diegene ben geweest, overigens zonder daar enige drukte over gemaakt te hebben.
Nu wil het toeval dat ik in 1974/1975, gedurende mijn militaire diensttijd gedétacheerd was bij het Centraal Laboratorium Bloedtransfusiedienst (CLB) en daar werkte aan Hepatitis B. Het virus dat Hepatitis B veroorzaakt was toen nog maar zojuist ontdekt. Wel was de epidemiologie goed bekend. Het werd door bloed-bloed contact overgedragen en kende voor zover bekend slechts één gastheer: de mens. Het kwam vooral voor bij homosexuele mannen en bij prostituées.
Later ging ik bij dat zelfde instituut werken aan een model voor virus-geïnduceerde aandoeningen van het immuun apparaat. Met de chronische ""Graft Versus Host reactie" konden we aandoeningen veroorzaken in een proefdiermodel van het immuunsysteem, uiteenlopend van Systemis Lupus Erythematosis (een ernstige auto-immuunziekte) tot een zeer sterke onderdrukking van het immuunapparaat, nu zou je zeggen AIDS, maar dat bestond toen nog niet als syndroom, althans was niet bekend.
Het mag dan ook niet zo verrassend genoemd worden dat ik in de waanwijsheid van mijn prille dertiger jaren dacht dat er ooit een virus zou opstaan dat zich via bloed-bloed contact zou verspreiden en een sterke immuundepressie zou veroorzaken.
Sterker nog, ik ging het Engels blad "The Lancet" wekelijks doorspitten om te zien of ik daar ook aanwijzingen voor kon vinden; ik spreek nu over begin jaren 80, ik werkte inmiddels als lab hoofd bij het Utrechts Huisartsen Laboratorium het SCAL. En jawel, in LA werd ergens in 1980 denk ik, bij manlijke Homo's een raar syndroom gezien dat veel weg had van wat wij bij onze muizen zagen. Toen dacht men nog dat het veroorzaakt werd door "poppers", een soort drugs, maar naarmate er meer over bekend werd vermoedde men toch een andere, besmettelijke veroorzaker, een virus!
Ik weet nog met welke triomf ik de trap af liep om dat eerste artikeltje aan mijn echtgenote, tevens hoofdanaliste te laten zien: "kijk maar, dit is het vast". En naar later bleek had ik gelijk.
Ach, ambitie is mij vreemd althans niet in die mate als de vier heren die ik hier boven noemde, maar enige triomf heb ik toch altijd gevoeld.
Ik weet nog dat ik in de voorgaande jaren vaak met mijn vader sprak over mijn werk, en dus ook over mijn verwachtingen van dat "nieuwe virus" dat ooit de kop op zou steken. Mijn vader refereerde daar later ook aan: "dat AIDS virus had jij toch al verwacht daar in die boot in Oostzaan"?.
1 opmerking:
Wat leuk dat je dit nu hebt vastgelegd, je had het mij al vele malen verteld, jaren voor het artikel met die vier heren, inclusief het hoe en waarom. Maar ik wist nog niet dat je vader het in het bootje er met je over heeft gehad. Precies de goeie foto om het verhaal te illustreren dus - wat een gup was je nog.
Een reactie posten