30 april 2005

Over het ontstaan van eucaryoten

Stephen Jay Gould geeft in zijn boek "de gok van de evolutie"
schitterend aan dat bacteriën de grote spelers in het spel van het
leven zijn. Natuurlijk verbeelden wij ons als "(enige?!) denkende
soort" dat de hele schepping om onze soort draiit, maar Gould heeft
daar veel nuance in gebracht. Neemt niet weg dat het verrukkelijk is
om mens te zijn en na te denken over hoe alles zo gekomen is. Dat
bacteriën in dat proces veel belangrijker zijn geweest doet daar niets
aan af!
De ééncelligen waren de eerste levende organismen die uit de
anorganische wereld, uit de pre-biotische situatie
uitkristalliseerden. Met een proces van uitwisseling van DNA, als
bekend van de huidige bacteriën ontstonden de verschillende soorten
die in iedere bestaande niche een plekje vond. Mijns inziens vormen
bacteriën in hun onwaarschijnlijke soorten en functionele rijkdom een
continu spectrum van biochemische mogelijkheden. Uit ieder substraat
weet een bacteriesoort of een cluster van "samenwerkende"
bacteriesoorten de energie te betrekken om zich te vermenigvuldigen
althans haar stofwisseling van energie te voorzien. Het is
verbazingwekkend vast te stellen dat zelfs allerlei arteficiële
stoffen als gechloreerde koolwaterstofverbindingen door bacteriën als
substraat kunnen worden aangewend. Feitelijk vormt de hele
microörganistische commune een systeem met een enorme complexiteit en
is aldus Prigogine daarom heel stabiel en in staat om veranderingen te
ondergaan zonder daarbij uit evenwicht te geraken althans in chaos
terecht te komen.

Naar ik meen heeft deze situatie langdurig bestaan alvorens de
symbiose, net als bij de eerder genoemde korstmossen zover ging dat
sprake was van 1 organisme waarbij meerdere bacteriën in volledige
symbiose gingen in wederzijdse afhankelijkheid en op zodanige wijze
dat daarmee een zodanig voordeel bereikt werd dat een nieuwe niche kon
worden gevuld. Ik bedoel het ontstaan van eucaryoten, kerndragende
organismen doordat binnen een membraan zowel een energiebemiddelend
organisme (het pre-mitochondrion) en het regulerend organisme (de
pre-celkern) hun plek vonden. Ook ontstond een organisme waarbij naast
kern en motochondrion ook een pre-chloroplast in symbiose kwam.
Op zich waren deze drie bacteriën prima toegerust voor overleving en
hun nakokmelingen bevinden zich ongetwijfeld ook heden nog onder de
bacteriesoorten. Maar gezamenlijk waren zij de voorloipers van de
eucaryoten en de plantenwereld en dus uiteindelijk ook van de
gewervelde dieren waartoe de mens hoort.
Binnen die gespecialiseerde kern, nucleus was plaats voor meer DNA en
daarmee voor complexere systematiek hetgeen uiteindelijk
differentiatie tot weefselen heeft voortgebracht door de grotere
complexiteit die binnen de eucaryotische organismen mogelijk was. Over
hoe dat proces zich heeft ontwikkeld wil ik absoluut niet speculeren
omdat daarover ongetwijfeld onder biologen de nodige theorie bestaat
waarvan ik niet het bestaan ken.

De boodschap van dit stukje is toch vooral dat uit een relatief
ongecompliceerde situatie (de wereld van de procaryoten, de bacteriën
in al hun onderlinge complexiteit) een onderlinge
afhankelijkheidssituatie van soorten kan leiden tot nieuwe
organisatievormen c.q. organismen die het door hun interne grotere
complexiteit in zich hebben om een nieuwe ontwikkeling mogelijk te
maken.

Een leuk voorbeeld uit de herkenbare mensenwereld wil ik ter
illustratie opvoeren. Hierbij gebruik ik de stad als metafoor voor een
organisme en twee steden als metafoor voor verschillende organismen.
Onlangs was ik in de gelegenheid om een tentoonstelling te bezoeken
over Koning Darius van Perzië, waarschijnlijk een voorvader van de
door Alexander verslagen koning Darius. Deze Darius had als gewoonte
om overwonnen volkeren niet te onderwerpen maar hun kunden en kennis
volledig te integreren in wat er al was. De technische kennis nam door
deze houding zo enorm toe dat hij veruit de machtigste staat van die
tijd kon grondvesten. Kruisbestuiving in optima forma. En mijns
inziens hebben de bacteriën die door intensieve symbiose de grondslag
legden voor de eucaryoten dat zelfde proces vorm gegeven.

Geen opmerkingen: