17 april 2025

Vroegdiagnostiek en preventie

Al vroeg in het begin van mijn carrière in de gezondheidszorg werd ik geconfronteerd met programmatische preventie. Aan het huisartsenlaboratorium Utrecht waar ik toen werkzaam was als hoofd lab werd screeningsonderzoek aangeboden op cervix carcinoom, zij het dat ik daar in het geheel niet bij betrokken was. In een volgende baan als coördinator tussen het lab en de huisartsen bij het ziekenhuis laboratorium in Delft (SSDZ) raakte ik veel sterker betrokken bij dit bevolkingsonderzoek. En vervolgens als organisatie adviseur in de medische tak van KPMG was ik als penvoerder direct betrokken bij het adviesrapport rond bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Tegen die achtergrond heb ik mij intensief verdiept in de uiteenlopende aspecten van bevolkingsonderzoek, zowel positieve als negatieve. Je doet een bevolking veel aan bij dergelijk onderzoek en zeker niet alleen positieve dingen. In het gewenste geval gezondheidswinst natuurlijk, daarnaast verontrusting bij twijfelachtige uitkomst, te groot gevoel van veiligheid wanneer "alles goed" is bevonden.
Het heeft mij kritisch gemaakt op het bevolkingsonderzoek darmkanker maar vooral ook op het ongericht screenen. En nu, tot mijn opluchting heeft  de nationale Raad voor de Volksgezonheid dat ook geconcludeerd. Toen ik dat las slaakte ik een zucht van opluchting.

Geen opmerkingen: