10 november 2020

Wat een mooie novemberdag

Lijken wel palmen op het Hulshorster Zand

 Ook vandaag leek het wel voorjaar, of misschien wel zomer zelfs; echt een dag om weer te gaan wandelen. Lekker vroeg opgestaan, thee gezet, brood gesmeerd en de tas ingepakt om te vertrekken. Roos nog even een kopje thee op bed gebracht (voor het eerst de trap op met een kopje thee in Wijhe). Ouwe slaapkop, die Roos van mij; "nomen est omen", zal ik maar zeggen.
Met de trein van 8.59 naar Zwolle en vervolgens via Harderwijk naar het overbekende hotel "De Zwarte Boer". Op de IJsselbrug was het zo mistig dat ik het water niet eens kon zien: "wordt een mysterieuze wandeltocht zo door het bos in de mist", dacht ik nog, maar het zou juist bijzonder helder worden daar op de Veluwe. Al snel na Zwolle was er geen mist meer te bekennen; slechts een heerlijk, helder blauwe lucht aan het firmament.
Het werd dan ook een fijne wandeltocht. Ik kom hier al meer dan dertig jaar en toch blijft het voor mij een groot genoegen om hier te zijn. Het was rustig; een jong echtpaar met kijkers was eigenlijk het enige dat ik af en toe tegenkwam. 
Ik ging op een bankje zitten voor een boterhammetje; het was windstil, maar de bladeren vielen desondanks; leek wel om aan te geven dat het toch echt herfst was. Met mijn handen achter mijn klein uitgevallen oren en ondanks de toenemende hardhorendheid slaagde ik er in om het geluid van de neerkomende bladeren te vernemen; dat wilde ik graag omdat ik dat decennia geleden voor het eerst zo prominent hoorde ergens in het doodstille Luxemburg.
Juist toen het jonge echtpaar mij voor de tweede keer passeerde ging mijn telefoon; een appie uit Indonesië van Martijn. Hij was benieuwd naar de nieuwe telg aan onze inmiddels behoorlijk uitgebreide donor-stamboom, Simon die mij gisteren gewaar werd. Toch wel heel bijzonder hoe virtueel klein de wereld is geworden met de komst van Internet en de smartphone; zit je in het Leuvenumse bos en heb je contact met je zoon in Indonesië over een andere zoon die in Spanje woonachtig is. 
Het leek af en toe of er iemand 
naast me liep.

Ik wandelde verder terwijl Martijn en ik onderwijl nog wat na-appten. Ook Mariska appte nog even en ik appte zelf naar Jessy om ook haar op de hoogte te brengen; zij wilde graag een foto zien en die stuurde ik haar ook: "knappe vent", was haar reactie. Ik appte ook nog even met Peter om een wandel/lunch afspraak te maken; gaat morgen gebeuren en dan breng ik hem ook op de hoogte van de komst van Simon.
Na 15 km had ik het wel gehad en dat kwam goed uit want daar lag station Nunspeet. Met trein en bus weer op honk in de flat. Ik had toch trek dus snel uitje gebakken, sperziebonen uit de vriezer gekookt, een mix met het laatste hazenvlees en heerlijk gegeten. Van de wat al te lang liggende goudreinetten heb ik met rozijnen en gedroogde pruimen zonder pit een compôte gemaakt en als nagerecht gegeten. "Was goed binnen te houden", zou Hugo zeggen.
Ik had tevens een stuk van de reerug uit de vriezer gehaald en appte wat met Simon., inclusief foto van het stuk rug. Hij heeft een zeer gevarieerd curriculum waaronder enkele jaren als kok gewerkt; ik vroeg hem dan ook hoe hij zo'n reerug zou toebereiden en daar kwam toch een culinair hoogstandje; dat krijg ik niet voor elkaar.

Geen opmerkingen: