Naar mijn mening mag ik mijzelf als muzikaal beschouwen; dat heb ik niet in de laatste plaats aan mijn ouders te danken die mij vanaf mijn jongste jaren de gelegenheid hebben gegeven om piano te leren spelen. Ik was de eerste leerling van "juffrouw Dolly", een jonge conservatoriumstudente die tijdens de balletles van mijn moeder op de piano begeleidde.
Het duurde niet zo gek lang; in totaal heb ik misschien een jaar of drie-vier les gehad; toen gaf de piano het op en was mijn moeder blij dat "dat bakbeest" kon worden afgevoerd en ze ruimte kreeg voor een bankstel, statussymbool nummer 1 in de vijftiger/zestiger jaren. Die paar jaar hadden echter wel een goede basis gelegd. Daarna heb ik nog in een harmonie orkest klarinet gespeeld en leerde ik van mijn vader guitaar spelen. Ook luisterden we thuis veel naar klassieke muziek, zij het wel beperkt. Moeder was gek op Chopin en had daar wat platen van en doordat ik met pianospelen tijdens een wedstrijd op de culturele avond van de middelbare school een plaat van het vioolconcert van Beethoven had gewonnen hoorde ik die ook. Verder hadden we het vijfde pianoconcert van Beethoven van de beroemde pianist Van Cliburn. Vader had nogal wat jazz muziek en we hadden "Der Erlkönig" van Schubert, uitgevoerd door Dietrich Fischer Dieskau met op de achterkant "Die zwei Grenadiere" van Schumann.
Zo rond mijn dertigste heb ik het piano spelen weer opgenomen en binnen de kortst mogelijke tijd beheerste ik het behoorlijk goed; ik kon de nocturnes van Chopin spelen; best moeilijke stukken. Net als mijn moeder speelde ik toch vooral - of misschien wel louter - Chopin op de piano, niet alleen de nocturnes voor zover die voor mij speelbaar waren maar ook de Mazurka's en Walsen en andere.
Mijn smaak voor klassieke muziek was bijzonder beperkt en behelsde dus vooral Chopin.
Begin tachtiger jaren leerde ik vriend Dick kennen, een omnivoor op het gebied van muziek. Hij heeft mijn smaak naar alle kanten opgerekt. Mahler, Debussy, Moussorgski en vele andere naar het modernere genre maar ook Schubert, Mozart en oudere componisten. Ook sleepte hij mij mee naar opera's.
Soms had Dick zo'n subtiele manier van muziek onder mijn aandacht brengen en daar ben ik hem in een bijzonder geval erg dankbaar voor. Dick was omnivoor maar destijds met een zekere voorkeur voor Schubert. Voor een verjaardag kreeg ik van hem zowel de CD als de partituur van de "Wandersonate" van Schubert, beter bekend als Pianosonate nr 21, in B mineur, D 960. Ik had deze muziek nog nooit gehoord maar daar bracht de CD verandering in en ik was er direct door gegrepen. Vooral deel 1 en 2 vind ik fantastisch en heb ik dan ook goed ingestudeerd destijds.
Vandaag kruiste deze sonate weer mijn muzikale pad. Ik had vanmiddag met Roos de fitness bezocht en na afloop ging ik nog even mee voor een kop thee. Roos moest om kwart over vier bij zangles zijn. Toen ze weg was ben ik "even" achter de toetsen van haar vleugel gaan zitten om wat te spelen. Ik graai dan wat in haar muziekboeken en deze keer vond ik die oude partituur die ik ooit van Dick heb gekregen. "Zou ik dat nog voor elkaar krijgen?", vroeg ik mij af. Ik speel hoogst zelden meer en deze sonate vergt nogal wat van je vingers.
Ik zette de muziek op en ging aan de gang en tot mijn verbazing kwam ik er heel redelijk uit en het ging steeds beter, net of m'n vingers de muziek herkenden en er zin in kregen; ik zat er vreselijk van te genieten. En dan het tweede, zo ontzettend gevoelige, melancholieke deel. Ook dat ging heel redelijk en bij de allergevoeligste maten voelde ik gewoon het kippenvel op m'n rug.
Ik voelde me zo ontzettend blij en gelukkig dat mijn vingers deze muziek nog kenden en dat het er herkenbaar uitkwam allemaal. En vooral ben ik vriend Dick zo ontzettend dankbaar dat hij me de klassieke muziek zo ontsloten heeft en zeker voor deze sonate. Ik weet Dick, dat je mijn bloggies dagelijks leest; nogmaals ontzettend bedankt!!
Voor degenen die deze muziek niet kennen
hier een link naar een mooie uitvoering door de pianiste Mutsiko Uchida. Terwijl ik deze blog heb geschreven heb ik hiernaar zitten luisteren.
Grappig om te horen hoe haar interpretatie van het tweede deel verschillend van mijn interpretatie is. Ik vind haar hier en daar wat al te aarzelend en soms wat mathematisch spelen; dit deel is zo ontzettend gevoelig. Maar ja, wat verbeeld ik mij ha ha; zij maakt geen speelfouten en ik heel veel helaas.
PS Ik krijg trouwens het idee dat deze sonate officieel helemaal niet de Wandersonate heet. Dick weet jij dat? Volgens mij heb jij deze sonate zo gemunt destijds en ben ik daar in meegegaan. Maar niemand gebruikt die term.