31 augustus 2020

Echt opa

 

Een echte opa tussen zijn kleinkinderen

Van Joke kreeg ik per WhatsApp een fotootje waarop ik hand in hand loop met twee van mijn kleinkinderen. Dat was in de Hortus Botanicus van de Universiteit Leiden waar we onlangs waren. Eerst had ik het hele stuk van het station naar de Hortus al hand in hand gelopen met kleindochter Ronja; beetje onwennig voor mij, maar best leuk hoor met zo'n hummeltje van tweeëneenhalf jaar naast je. Voortdurend babbelend van wat er allemaal te zien is; ik versta het amper boven het verkeerslawaai uit en niet alles is voor mij ook goed verstaanbaar. Joke ging met Bram op de fiets nog ergens iets ophalen; Ronja en ik waren al geruime tijd in de Hortus toen Joke en Bram ook kwamen. Eerlijk gezegd was ik nog nooit in de Hortus van Leiden geweest ondanks dat Roos mij er meermalen op attent had gemaakt. Het was niet erg druk en we konden de tropische kas bezoeken. EN daar zag ik - volgens mij voor het eerst - de Victoria Regina, die waterplant met enorme bladeren waarop een baby kan blijven drijven, aldus de foto's. Schijnt ontzettend sterk te ruiken als hij bloeit; dat was nu niet het geval.

Buiten liepen de kinderen actief rond en kennelijk ook bij opa hand in hand waarbij Joke van de gelegenheid gebruik had gemaakt om dit zeldzame moment vast te leggen. Ik ga eigenlijk altijd op koffie visite en zie dan alleen de kleintjes die nog niet naar school zijn en dat zijn de meesten van mijn tien kleinkinderen nog, hoewel er nu toch wel verandering in is gekomen nu Bram en Guusje ook naar school gaan dit seizoen en ook Sjoerd zit al een jaar op school. Mm, dat schiet dus al aardig op. Nou ja, het jongt nog steeds aan, dus voorlopig zit ik nog goed.

30 augustus 2020

Mijn eerste baan

Mijn eerste sollicitatie was naar een vacature aan de universiteit van Nijmegen weet ik nog. De sollicitatie liep goed, maar later bleek dat mijn toenmalige echtgenote, Lien, diep verdrietig werd van de mogelijkheid dat we dan zouden moeten verhuizen buiten Amsterdam; een verschrikking voor haar kennelijk. Ik hoor haar nog huilend zeggen: "ik wil niet naar Nijmegen". Dat betekende dus dat ieder antwoord op deze sollicitatie negatief uit zou vallen; zou ik worden afgewezen, dan vanwege dat feit op zich; en zou ik aangenomen zijn, dan moest ik de procedure uitstappen. Het werd afwijzing, dus hoefde ik verder niets meer te ondernemen. 
Intussen begon mijn afstudeerdatum te naderen. Hoog tijd om eens in mijn alma mater rond te kijken. Ik had vernomen dat er binnen de medische faculteit best nog wel vacatures waren. Mijn tweede bijvak, chemische fysiologie had ik aan deze faculteit gedaan en toevallig was de hoogleraar directeur van deze afdeling tevens decaan van de medische faculteit. Ik richtte mijn vraag derhalve aan hem tijdens een onderhoud dat ik had aangevraagd. Bij dermatologie was een vacature voor een chemicus zo wist hij mij te vertellen en hij nam de telefoon, belde met de betrokken lector en maakte direct een afspraak voor me. Ik kon direct aansluitend aan het gesprek door naar de afdeling dermatologie voor een sollicitatiegesprek. Nog voordat ik vertrok ging de telefoon en ik hoorde de decaan zeggen: "er zit toevallig hier bij mij een jonge chemicus die op zoek is naar een baan". Niet te geloven, maar precies op dat moment belde de hoogleraar microbiologie de decaan om te vragen of hij niet iemand wist die belangstelling zou hebben voor deze job. Ik kon voor een sollicitatiegesprek direct terecht nadat ik het eerste gesprek op de dermatologie zou hebben en daarna dus direct door naar medische microbiologie.
Maar nu moet de grote verrassing nog komen. Bij het gesprek bij dermatologie kreeg ik de vraag of ik wel eens van de immunofluorescentietechniek (IFT) had gehoord. Dat was niet het geval en de alleraardigste lector, waar ik later goed bevriend mee zou raken legde mij omstandig uit hoe die techniek werkte. We namen allerplezierigst afscheid. En wie schetst mijn verbazing toen ook bij de tweede sollicitatie de eerste vraag was of ik wel eens van de IFT had gehoord. Dat had ik, kon het precies uitleggen en was aangenomen! Dat werd mijn eerste baan, aan de VU op de afdeling medische microbiologie. Als eerste taak kreeg ik de ontwikkeling van de serologie op Toxoplasmose dmv de IFT. Daarover later.


29 augustus 2020

De doctoraal studie

 Na moeizaam mijn kandidaatsexamen te hebben gehaald begon ik welgemoed aan het volgende deel: de doctoraalstudie. Ik koos voor S5 (zo heette dat geloof ik) de richting biochemie; de biologische kant lag mij het meest dat was me wel duidelijk;lag ook veel meer in het verlengde van mijn interesses. Als eerste bijvak koos ik voor microbiologie. Als ik mij goed herinner was dat ook het eerste vak waarin ik praktisch aan de gang ging, d.w.z. onderzoek doen onder leiding van een promovendus. Maar eerst kreeg ik praktisch onderricht in de basis technieken van de microbiologie. Allereerst steriel werken; bacterie uitstrijken maken op een agar plaat; enten van bacteriën. Degene waarvan ik dit leerde was een goede bekende van me: Fransje deM, het enige meisje (kan dat woord nog?) dat bij mij in de eindexamenklas zat. Zij leerde mij deze technieken op heel plezierige wijze.
Daarna ging ik als student meewerken aan het onderzoek van Hans van H. Hij werkte aan Pseudomonas Aerigunose, een facultatief anaërobe bacterie. Als ik mij goed herinner ging het om het NAR-gen dat bepalend was voor het vermogen van deze bacterie om ook zonder zuurstof te kunnen groeien. 
van dit onderzoek heb ik vooral meegekregen dat DNA en bacteriën op een magische wijze informatie kunnen uitwisselen. Ik vond het heerlijk werk en denk er nog met veel plezier aan terug.

Dat het ook heel anders kon merkte ik bij mijn hoofdvak praktijk onderzoek. Daar was ik ondergebracht in een onderzoeksgroep waarvan de leider zich nauwelijks liet zien. Volgens een medestudent in die groep ging hij liever thuis piano spelen. Was ook weinig inspirerend en afgezien van biochemische technieken heb ik er niet zo gek veel van opgestoken, althans niet van dat onderzoek. Wel van de scriptie die ik samen met Kees K. heb moeten produceren over het prachtig complexe proces van translatie (heet dat meen ik), het proces waarbij m-RNA wordt afgelezen op een ribosoom en dat er op basis van de informatie op dat m-RNA een eiwitstreng wordt geproduceerd. Buitengewoon leerzaam.

En tot slot het tweede bijvak chemische fysiologie. Samen met een andere Kees hebben we onderzoek gedaan aan enzymen in de hersenen van de koe. Ik heb geen idee meer wat voor enzym dat was. Heb met veel genoegen die paar maanden op het lab gewerkt. Later heb ik nog samengewerkt met de betrokken wetenschapper toen ik in mijn eerste baan bij de afdeling medische microbiologie op de afdeling 1 verdieping hoger werkte.

28 augustus 2020

Ik heb wat met Friesland


 Niet alleen Workum met haar superieure spek van slager Blom, maar sowieso heeft Friesland me altijd getrokken; de kern van deze interesse ligt waarschijnlijk in de mij onbekende grootvader Jan ten Brink, de enige van mijn grootouders die ik niet heb gekend omdat hij al stierf toen mijn moeder nog maar een kind was; 9 jaar was zij pas. 
Woensdag ben ik ondanks de zomerstorm Francis naar de WVT boekenmarkt gefietst om enkele kilo's boeken aan te schaffen. Dan kijk ik wat rond en kom altijd wel wat tegen dat ik (vaak weer) eens wil lezen. Afgezien van een kookboek over de Hongaarse keuken waren dat vooral een stel geschiedenisboeken; twee van de pen van Geert Mak en het boek over de sloppen van de 19e eeuw van Auke van der Woud en nog een stel. Ben al een beetje begonnen met lezen en direct weer gefascineerd door "Hoe god verdween uit Jorwerd", een dichtbij de mensen geschreven geschiedenisboek zoals Geert Mak dat voortreffelijk kan. En daar kom ik de onderbouwing van de "vlucht" van mijn Friese voorouders naar het westen, naar Amsterdam tegen.
Jorwerd en waarschijnlijk het hele Friese platteland verkeerde rond 1858 in haar optimale staat. Een verslag van de dorpsonderwijzer is daar duidelijk over. Daarna, aldus Geert Mak ging het eigenlijk alleen maar bergafwaarts. In 1878 liep het echt af met de landbouw door de import van goedkoop graan uit Rusland en Amerika en van lieverlee duikelde de hele landbouw naar beneden. Tijdens deze crisis, die duurde tot pakweg 1895 trokken veel Friezen weg naar de grote steden, de industriële centra. Van die ellende schrijft overigens Auke van der Woud; ga ik ook herlezen. Met die genoemde uittocht is mijn familie, althans het Friese deel daarvan meegezogen. 
Ik beschik over een zeer uitgebreid overzicht van mijn voorouders en daarmee de lotgevallen van Jan ten Brink. En ja hoor, de familiaire wortels liggen in Balk (Frl), vanaf 1675 reeds. En mijn overgrootvader, Johannes Jurjens ten Brink ook; bij de verhuisadressen staat dat hij in Amsterdam woonde vanaf ongeveer 1880, op de Da Costakade 82 om precies te zijn en vanaf 1893 in de Kinkerstraat 75. Hij had dus al vroeg door dat zijn toekomst ergens anders lag dan op het platteland van Friesland; de ellende moest toen nog echt toeslaan. Ze hebben dan ook niet in de sloppen gewoond als beschreven door Auke.
Mijn grootvader Jan ten Brink is in Amsterdam geboren in 1884. Dus inderdaad zijn mijn Friese voorouders in die tijd los geraakt van de Friese bodem.

27 augustus 2020

Altijd een andere conclusie

Koffie en appeltaart volgens de Corona rules

 Vanmorgen om 4.45 werd ik wakker; kwam goed uit want de wekker stond op 5.00 uur; ik was uit mezelf wakker geworden en dus redelijk uitgeslapen. Misschien ook wel vanwege de noodzakelijke sanitaire stop, dat weet ik niet meer maar voor mij begon deze "werkdag" met een spontane opwekking uit de slaap. 4.45 dat betekent natuurlijk een werkdag in de Eilandspolder; deze keer voor het eerst volgens het Corona regime dat - terecht - door SBB wordt gehanteerd; anders vindt zo'n groepsactiviteit geen genade en kan niet doorgaan. Welgemoed ging ik op stap; eerst met de bus van 5.56 naar Utrecht CS waar i k al om 6.15 kon inchecken; met de Intercity naar Amsterdam CS en vervolgens door naar Edam busstation waarik keurig om 6.30 uur binnenreed. Ab stond mij al, gewapend met het fototoestel op te wachten bij de pisbak van het busstation. Als gebruikelijk naar de Rijp, naar de bakker waar dankzij onze sponsor Corinne iedere keer weer een taart voor ons wordt besteld; heerlijke appeltaart en rijkelijk veel. Bij het clubhuis arriveerden we als eersten; alle tijd om de stoelen buiten klaar te zetten en koffie te zetten.
Willem en Johan in de jol.

Langzaam druppelde de rest van de club het terrein op; we mochten met maximaal 3 mensen tegelijk in het gebouw zijn en daar hield men zich keurig aan; man voor man een stuk taart pakken met een kop koffie en weer naar buiten. Gelukkig was het mooi, althans droog weer. Daarna met de boten op weg naar de reeds gemaaide percelen. In de grote boot mochten slechts 8 mensen, Cor had zijn boot ter beschikking gesteld en Willem Rol kwam met zijn Oostzaanse jol waar twee mensen in konden. Het was zo fijn om weer in dit schitterende landschap te zijn; was met 8 mensen ook een stuk rustiger in de boot; zelfs Kees kwam aan het woord!
Drie perceeltjes deden we en ook tijdens het werk ging het voortdurend over Corona; het is toch wel een "dingetje" geworden; ik heb er zo langzamerhand zorgen over wat de effecten van al dit gedoe gaan opspelen bij de bevolking. Op Internet ontwaar ik al zorgwekkende kletskoek onder de mensen.
Gelukkig kon ik weer met Tjeerd mee terug rijden; hij dropte me bij station Maarssen. Behoorlijk moe nam ik de roltrap naar boven; de trein was er snel en om een uur of vier was ik weer thuis op de flat. Na wat boodschappen te hebben gedaan - James Grieve appels! - lekker verder aan de thee en de Trouw doorgenomen. Daarin las ik - over Corona, hoe kan het anders - dat Italië, het eerste land waar Corona hard toesloeg, zodanig dat het leger moest helpen bij de logistiek van het transporteren van de overledenen vanwege het enorme aantal doden, maar dat nu ten voorbeeld wordt gesteld aan de rest van Europa; het aantal Corona gevallen is daar opmerkelijk laag, lager dan elders. De reden die daarvoor wordt opgevoerd is de discipline die de Italianen opbrengen door zich keurig aan de regels te houden.
Net als "vroegig"  in mijn wetenschappelijke tijd kwam er direct een andere mogelijke verklaring voor deze bevinding boven drijven. Dat heb ik altijd gehad; eigenwijs?, dwars?, dat herken ik niet, maar lastig is het soms wel omdat het zo tegendraads lijkt. Ik concludeer uit deze bevindingen dat het ook wel eens zou kunnen zijn dat het gros van de voor het virus gevoelige mensen in die eerste maanden zijn geveld en dat de rest wel eens minder gevoelig of resistent is geworden; de ware reden ligt ongetwijfeld in het midden, maar de intensiteit van de eerste golf zou dit verschijnsel best kunnen verklaren. Ook zie je in Italië het verschil tussen noord Italië en zuid Italië; lijkt een beetje op het verschil tussen de VS en de Indiase armoewijken; het rijk/arm verschil betreft daar inderdaad de noord/zuid bevolking.

 

26 augustus 2020

Francis houdt me binnen

Storm Francis gaat tekeer bij mij achter

 De zomerstorm met de mooie naam Francis - doet me aan Francis van Broekhuizen, de zangeres denken - houdt me deze morgen binnen. Nu wil het geluk dat ik heden een hoop muziek heb die ik graag wil beluisteren. Van mijn Vaolse inspirator, vriend Dick kreeg ik een luisteradvies met een serie zgn. reference recordings waaronder een schitterende uitvoering (hoe kan het anders bij reference recordings) van "Das wohltemporierte Klavier" van de door mij zo bewonderde Johann Sebastian Bach. Al luisterend en hier en daar wat opzoekend las ik o.a. dat Bach dit buitengewoon complexe werk had geschreven gewoon van achter een tafeltje met papier en dus zonder instrument waarop hij kon vaststellen hoe de compositie zou klinken. Hij hoorde de muziek gewoon in zijn hoofd wanneer hij het nalas kennelijk; of was ze gewoon direct perfect. In de film "Amadeus" wordt iets dergelijks eveneens gesuggereerd over dat andere genie: Wolfgang Amadeus Mozart; gewoon foutloos direct componeren op papier?!

Als amateur pianist "hoor" ik ook wel hoe de muziek zal klinken wanneer ik een partituur lees, maar eigenlijk alleen als het muziek betreft die me redelijk bekend is; volstrekt nieuwe muziek blijft toch veelal in mist gehuld. Iets van 25 jaar geleden hebben Roos en ik ons ook voor het eerst op het lastige pad van het componeren gewaagd; we begonnen met een serie liederen waarbij Roos voor de gedichten zorg droeg en ik het op mij had genomen om daar melodieën en begeleiding voor te componeren. Dat had ik nog nooit gedaan. Wel merkte ik dat ik bij het lezen van haar, naar mijn mening zeer goede gedichten vrijwel direct een melodie en even later ook begeleiding in mijn hoofd hoorde. Daarentegen had ik de grootste moeite om dat op papier te krijgen. Ik moest het proberen en dan op de piano luisteren hoe het klonk; zat er altijd naast; erg omslachtig dus, maar het lukte uiteindelijk wel. Helaas produceerde Roos zo snel nieuwe gedichten in de cyclus dat ik haar helemaal niet kon bijhouden; dat temperde mijn enthousiasme zodanig dat ik het er verder bij liet zitten. Later heeft Roos het componeer-proces overgenomen en is de cyclus wel afgekomen en op haar vijftigste verjaardag uitgevoerd. We hebben er zelfs een registratie van!

Eén van mijn composities ben ik trots op. In stilte hoop ik die nog eens te horen op de manier zoals ik vind  dat het lied had moeten worden uitgevoerd. 

25 augustus 2020

Pilates aan huis

Oefening voor de schuine buikspieren
 Sinds Roos in Wijhe woont traint ze natuurlijk niet meer bij Sportcity in Bilthoven en doet ze dus ook niet meer de Pilates lessen bij Debbie. Was daar toch al de klad in gekomen door de Corona crisis - Sportcity is maandenlang gesloten geweest - daar is zij er thuis wel mee verder gegaan. Vanwege de Corona crisis had Debbie een groot aantal oefeningen gedemonstreerd op Youtube zodat de mensen thuis konden trainen en daar heeft Roos ruimschoots van geprofiteerd. Bij mij heeft het hele gedoe met Corona en de verhuizing van Roos de lust om bij Sportcity te trainen volledig doen verdampen; vorige week heb ik het abonnement beëindigd; loopt nog door tot oktober meen ik, maar ik heb er gewoon geen zin meer in.

Roos dringt er regelmatig op aan dat ik toch wel wat aan de buikspieren moet doen en ook oefeningen voor de rug. Daar heeft ze vast gelijk in. En nu heb ik mij voorgenomen om door te wandelen en minder te eten ook weer wat af te vallen; 72 kilogram is nu mijn streven. Dit voornemen hangt lichtelijk samen met de aanschaf van een korte broek maat 48 die mij toch wel heel strak zit; die wil ik gewoon aan kunnen hebben. De 75 heb ik vorige zomer makkelijk kunnen bereiken, uitgaande van iets van 82 kilo, dus nu moet de 72 ook best haalbaar zijn en er zit nog best wat spek - "hard vet" noem ik dat - op m'n buik en dat wil ik verminderen. Of het juist is weten we niet, maar Roos en ik denken dat het vet dat het dichtst bij de spieren die je traint zit ook het eerst wordt aangesproken, dus ... buikspieroefeningen. En laten die nu in belangrijke mate door Pilates worden gepresenteerd!

Zondagmorgen hebben we samen een aantal oefeningen doorgenomen en heeft Roos van mijn atletische (har har) figuur foto's gemaakt zodat ik een houvast had om de oefeningen te herinneren. En zo ging ik vanmorgen aan de gang; zweette als een otter. Van één oefening had ik niet meer goed door wat de bedoeling was, maar de meeste kreeg ik toch wel voor elkaar ondanks de spierpijn die ik nog van twee dagen geleden voelde. Ik vroeg per WhatsApp consult aan Roos.

24 augustus 2020

De voordelen van een rondje lopen

 Mijn goede vriend Dick doet het al jaren; dagelijks in het zelfde gebied, gewoon vanuit huis een paar uur wandelen. Hij registreert al die wandelingen met behulp van Komoot en maakt daarbij ook vele foto's, iedere dag weer. Daarentegen liep ik altijd bij voorkeur ergens ver weg; eerst een stuk treinen en dan bij voorkeur een etappe van een LAW pad en later gewoon op geleide van de kaarten die Komoot ondersteunen. Ik weet niet hoe het komt; is het de leeftijd, is het Corona of is het omdat Roos niet meer in de buurt woont?, maar tegenwoordig loop ik ook gewoon vanuit huis, eventueel eerst met de fiets naar de ingang maar altijd in het Houdringhebos, vlakbij mijn flat gelegen, net als Dick in de omgeving van Vaals doet. Meestal variaties op het "drietje", al vele jaren niet meer met een witte drie op de bomen, maar met een gele markering op de inmiddels rottende paaltjes, maar voor mij nog steeds het "drietje". 

Ik wist dat er ergens in het bos nog zo'n ouderwets gemarkeerde 3 op een boom moest staan. Af en toe kwam ik die wel tegen, maar waar dat nou precies was, dat wist ik niet. En laat ik die nou afgelopen week weer tegen komen. Heb er direct een foto van gemaakt die deze blog siert. En uiteindelijk maakt het mij ook niet veel meer uit waar ik loop. Ik maak zo mijn kilometers, mijn uurtjes en registreer die met Komoot. Zet ze ook niet meer op de site van Komoot en maak zelden meer foto's. Wandelen is voor mij niet alleen tijdverdrijf en gezondheidsstreven maar vooral ook een gelegenheid om in alle rust na te denken, overpeinzen. Tijdens de wandelingen ontstaan dan ook veelal de overpeinzingen waarmee ik deze blog vul naast de wederwaardigheden van heden en verleden; de herinnering en dagboek functie van m'n blog.

Dat je je zou kunnen vervelen tijdens het wandelen is voor mij dan niet goed invoelbaar maar ik ken inmiddels enkelen die dat wel degelijk vinden en vaak, of eigenlijk meestal, wanneer ik zeg dat ik bij voorkeur wandel, krijg ik als response: "ik/wij fiets(en) liever". Ik heb daar over nagedacht en inderdaad houd ik minder van fietsen dan van wandelen en niet alleen omdat ik er een zere kont van krijg maar ook omdat je voortdurend op moet letten. Gisteravond was Douwe hier op visite en hij gaat graag met een kluppie vrienden op de racefiets tekeer. Dus aan elkaars wiel zo hard mogelijk over 's-heren wegen rijden. Dat houdt de aandacht natuurlijk heel intens vast want anders breng je de groep in gevaar of ga je gewoon op je muil. Ik loop liever na te denken, daarom rijd ik ook geen auto meer en kijk ik geen TV; kost mij te veel aandacht.

23 augustus 2020

Mijn studententijd tot het doctoraal

 Tijdens mijn laatste jaar op de HBS was ik met mijn goede vader naar een voorlichtingsbijeenkomst geweest aan de VU, faculteit chemie. Wat mij is bijgebleven is dat er bij die gelegenheid werd voorspeld dat de biochemie de beste beloften voor de toekomst inhield. Dat ik chemie zou gaan studeren was duidelijk merkwaardig genoeg; biologie was mijn grote liefde, maar uiteindelijk maakte ik de keuze tussen chemie, geneeskunde en tandheelkunde; het werd toch de chemie door de voorgeschiedenis met dat laboratorium op zolder en ondanks de wat tegenvallende lessen op de middelbare school. Was er wel goed in geweest en slaagde als gezegd met een 10 voor het eindexamen.

Zo'n studie begon in die jaren, ik spreek over 1965, met de introductie in studentenverenigingen. Ik had mij gemeld voor de vereniging Liber en niet voor het Corps. Was zwaar maar niet ondraaglijk en uiteindelijk kwam ik terecht in het dispuut PROIRA van deze vereniging, feitelijk een vriendenclubje dat probeerde elkaar te stimuleren op cultureel gebied. Als toch wat onnozele jongeman stapte ik daar in maar heb er veel plezier aan ontleend zelfs in de tijd dat ik 5e -6e jaars was en zelfs al getrouwd. Heb er later ook aan getrokken om dat oude dispuut weer wat leven in te blazen.

Ik was bepaald geen briljant student, in tegendeel. Daar waar ik altijd de eerste van de klas was in de exacte vakken op de HBS, daar snapte ik geen bal van de wiskunde die we aan de universiteit gedoceerd kregen. Met heel veel moeite kwam ik door de tentamens. Ook mechanica ging buitengewoon moeizaam. Het hele kandidaatsprogramma lag me zwaar. De fysische chemie en de thermodynamica waren raadsels voor me. Alleen atoomtheorie en de biologische vakken als dierfysiologie en microbiologie alsmede de biochemie vond ik fijne, toegankelijke vakken. Ergens onderweg ben ik dan ook mijn motivatie kwijt geraakt en het was door een terloops gehoord opmerking dat ik mijn rug heb gestrekt en er als een bezetene weer tegenaan ben gegaan. Ik hoorde de verloofde van mijn jaargenoor en dispuutsgenoot tegen mijn verloofde, Lien zeggen dat haar Hans dan en dan verwachtte zijn kandidaats te doen. Mij schoot toen te binnen: "dat moet jij ook eikel!!" en ben keihard gaan studeren en haalde toen tentamen na tentamen en was uiteindelijk slechts een half jaar te laat klaar met het kandidaats. Opgelucht kon ik aan de doctoraalstudie beginnen; geen wiskunde of fysica meer; dat lag me merkwaardig genoeg niet in het universitair programma. Vanaf toen werd het meer microbiologisch en zelfs medisch.

22 augustus 2020

Een gevaarlijke wereld?

 

Je zou het wel denken, we leven in een gevaarlijke wereld tegenwoordig! Want niet alleen het "dodelijke" virus Covid 19, voorheen Corona virus maar allerlei andere narigheid omringt ons. Denk eens aan de processierups; geladen met brandharen gaat hij de mensheid te lijf. En botulisme dat als een kwaadaardig miasma uit sloten en vaarten ons mensheid bedreigt; dode vogels en vissen, met name eenden markeren de sloten die door deze ernstige vorm van milieuverontreiniging kenmerken. En wat denkt u van de teken met het akelige Lyme agens dat niet alleen gewrichten doet ontsteken maar zelfs uiteindelijk tot hersendisfunctionaliteit kan leiden, voorwaar geen pretje.

We zijn helemaal niet meer gewend aan die bedreigingen vanuit de natuur. Beren, wolven en ander grote bedreigers hebben we al honderd jaar geleden de grenzen van onze woongebieden uitgedreven. Een andere moordenaar, de honger kennen we al lang niet meer. Bedreigingen doen we als maatschappij onszelf aan als roken, ongezond leven maar ook autoverkeer en genotsmiddelen.

Dit alles valt in het niets wanneer je het vergelijkt met het voortdurend bedreigd leven van mensen in het oerwoud. Ik moet daar vaak aan denken vanuit het verhaal van Akoumbéng dat ik ooit heb gelezen. Deze pygmee vrouw verloor al haar 10 kinderen en haar echtgenoot door ziekten en vooral ongevallen in het oerwoud, de biotoop waar dit volk al sinds mensenheugenis woonachtig was.

21 augustus 2020

Eric Smit en Richard Dawkins

De hier genoemde heren hebben niets met elkaar te maken; toevallig heb ik hen beiden de afgelopen week ervaren als behept met een eigenschap die tegen henzelf lijkt te werken en die ik ten enenmale ontbeer en dat is "gelijk willen krijgen". 

Eric Smit heeft een buitengewoon kritisch boek geschreven over Nina Vleeschdraager, beter bekend als Nina Brink, Nina Aka of Nina Storm. Uiterst gedetailleerd wordt beschreven hoe deze zakenvrouw in de loop der jaren opklom van "de vrouw van", tot een icoon van de internethype/bubble rond de eeuwwisseling. World Online was haar grote moment, het moment waarop zij in ieder geval breed haar bekendheid verwierf. Wat Eric heeft bezield om dit boek te schrijven is mij een raadsel. Hij beschrijft in het boek hoe zij tegenstanders voor de rechter sleept en kon op zijn vingers natellen dat hij juridische repercussies tegemoet kon zien. Dan zou ik - in bridge termen - gepast hebben en de kennis voor me gehouden hebben.

Richard Dawkins heb ik in de loop der jaren leren kennen als een buitengewoon geleerde op het gebied van evolutie. Hij heeft aan de theorie van Darwin een en ander toegevoegd. Integer en "every inch a gentleman". Wat mij verbaast is dat hij zich de laatste decennia zo heeft vastgebeten in de krachtmeting met de onwetenschappelijke religie. Net als hij ben ik agnost; heb het geluk gehad om in een vrijzinnig gezin te zijn opgegroeid. De religie is mij nooit opgedrongen, maar ik was er wel mee bekend; als intelligent en kritisch kind heb ik nooit in een hogere macht geloofd. 
Gisteravond zag ik tot mijn grote schrik dat Dawkins enkele jaren geleden een stroke heeft gehad; komt vaak van opwinding. Ook zag ik een filmpje waarin hij ten overstaan van een voor zijn tegenstander applaudiserend publiek een hoog oplopende discussie over religieuze standpunten voerde. Hij zag er ook geslagen en kwetsbaar uit en bleef keurig in tegenstelling tot zijn tegenstander; dat is niet gezond als je al wat ouder bent, waarvan acte kennelijk. In een ander interview dat ik zag bleek dat hij nu ook wat terugschakelt op dit dossier tot opluchting van zijn familie en op dringend advies van zijn behandelaar.

Ook dit zou ik nooit gedaan hebben. Wat kan het mij schelen hoe een ander over iets denkt; ik denk er wel het mijne van. Deze houding heb ik ook in mijn wetenschappelijke tijd gehad. Daar zal ik binnenkort nog wel eens op terug komen. Ambitie is iets dat mij behoorlijk vreemd is. Kennelijk compenseer ik dat met een dosis zelfvertrouwen - misschien zelfs eigendunk har har - zodat ik ongevoelig ben voor de mening van anderen als ik voor mijn gevoel ergens mee klaar ben. 

20 augustus 2020

Zevenaar

In de verte de Panoven
Roos vroeg me of ik vandaag niet mee zou willen naar Zevenaar. Zij heeft een jonge componiste leren kennen en nu zou zij gaan helpen bij de voorbereiding van een volgende opera: "ze kan vast nog wel een vrijwilliger gebruiken vandaag", aldus Roos. En dat bleek inderdaad het geval. 

We waren vrij vroeg naar Zevenaar vertrokken; via Arnhem en dan richting Winterswijk. Roos is helemaal los op Komoot en weet de mooiste wandelingen gewoon uit het beschikbaar kaartwerk te destilleren. En zo liepen wij eerst richting "de Panoven" om even te bepalen waar we moesten zijn. Daarna een wandeling door een natuurgebiedje bij de Rijn en via de rivierdijk weer terug. Keurig op tijd kwamen we aan bij de plek waar de voorbereiding plaats vond. Een looproute voor de deelnemers was met heel subtiele lijntjes aangegeven; ik was bang dat ik die met mijn grote wandelklossen kapot zou lopen. Overal stonden beschilderde bakstenen die ook onderdeel vormden voor de voorstelling. Het wordt een soort totaaltheater waarvan ik uiteraard geen opening van zaken doe, maar verrassend vond ik het wel.
Ik sprak de jonge componiste nog aan over hoe je nog iets nieuws op het gebied van muziek kunt bedenken na al die honderden jaren van ontwikkeling en met genieën als Bach en Mozart maar natuurlijk vele anderen. Opera is nog eens een tikkeltje extra. 

Na afloop liepen Roos en ik, al koutend over wat we hadden meegemaakt terug naar het station alwaar we afscheid namen. Ik ging terug naar de flat en Roos ging Zevenaar nog even onveilig maken. Thuis in de flat gekomen alles lekker gelucht en de deuren en ramen tegen elkaar open gezet. Rond een uur of negen ging het onweren en regenen waarmee de warmte behoorlijk uit de lucht was. Daarna kon ik alles weer open zetten en in de loop van de vroege ochtend ging het stevig waaien waarmee ik de flat verder kon luchten en afkoelen.

19 augustus 2020

Spek halen bij slager Blom

 

De winkel van slager Blom te Workum
Slager Blom in Workum heeft ooit bekendheid gekregen doordat zijn naam de titel werd voor een boek over allerlei ambachtelijk bereide lekkernijen: "Het spek van slager Blom". Natuurlijk heb ik dat spek al vele keren ingeslagen, overigens ging het in het boek om spekbacon, een broodbeleg waarvan slager Blom inmiddels misschien wel de enige slager in NL is die dat maakt. Mijn vriend Dick kende spekbacon vanuit zijn jeugd; ik had er niet eerder van gehoord.
Nu Roos in Wijhe is neergestreken is Workum voor mij een stuk bereikbaarder geworden; vanuit station Bilthoven is het wel een enorme onderneming waarbij de jaartjes toch wel beginnen te tellen; op één dag heen en weer is geen pretje meer en daar leent de provincie Friesland zich ook minder toe; is uiteindelijk geen echte wandelprovincie; de dorpjes, zoals Workum zijn een bezoek waard, maar het cultuurlandschap is een groene woestijn zonder bloemen, insecten of vogels.
Niet alleen het spek van slager Blom is bijzonder, maar zijn pekelvlees eveneens, maar helaas weer uitverkocht, net als enkele maanden geleden. Volgende keer maar eerst bellen als het spek weer op mocht zijn.

Het tegelpad door de weilanden met bruggetjes
Bij aankomst in Workum eerst Friese dûmkes gekocht bij het bakkertje en toen naar de slager. Met een volle rugzak met spek, worstjes, rookworsten en wat spekbacon liep ik het dorp uit via de smalle steeg met de wonderlijke naam tillefonne, een smal tegelpaadjes over zeer smalle bruggetjes en dwars door de weilanden. Ongeveer een kilometer en dan heb je het bijzondere wel gehad. Ik liep m'n 5 km heen en 5 km terug en nam toen weer de trein terug. Was alweer om een uur of half zes terug bij Roos en kon direct aanschuiven bij de thee. En 's-avonds zat ik toch te gapen. Ik kan niet eens herinneren of welterusten heb gezegd; direct vertrokken.

18 augustus 2020

Onverwacht samen aan de wandel

 

Onderweg ergens bij een brug
Gisteren was ik vrij onverwacht op bezoek geweest in het ziekenhuis, op de afdeling Intensive Care nogwel bij schoondochter Marjorie die gelukkig zo ver is opgeknapt dat ze bezoek kan ontvangen zij het in mondjesmaat. Wat was ik blij om haar weer even te zien en te spreken. Hugo had me al voorbereid dat het een bezoek met onderbrekingen zou worden en inderdaad moest het bezoek tot twee keer toe worden onderbroken voor medische handelingen. Maar al met al was ik blij dat ik haar had gezien en gesproken; had ik niet verwacht.
En in de loop van de middag kreeg ik een "missive" van Roos dat ik om 10.20 werd verwacht op station Holten voor een wandeling van Holten naar Deventer Colmschate. Fijn! dacht ik, want ik loop de laatste tijd nogal eens met mijn ziel onder m'n arm en loop dan maar weer een drietje en sta de res van de dag in de keuken of zit wat naar het scherm te kijken. Het meest positieve is dan eigenlijk het schrijven van een bloggie als ik een idee c.q. overpeinzing heb. Maar het heerlijkste vind ik toch het samen wandelen in een onbekend stuk NL of lekker ergens ver weg al dan niet in m'n eentje. Maar vaak kan ik voor dat laatste eigenlijk de puf niet opbrengen, klaagde hij verder. Maar na het berichtje van Roos ging ik er even stevig tegenaan; keuken opruimen en de afwas doen. Zorgen dat alles zodanig was opgeborgen dat het niet kon bederven en de tas voor de wandeling klaar zetten.
En inderdaad hoor, daar stond ze me al op te wachten op station Deventer en vandaaruit samen naar Holten. Onderweg naar Deventer sprak ik nog even met een stoere jonge wandelaarster die van Holten een stuk Pieterpad ging lopen met "alles" op de rug. Dat deden Roos en ik natuurlijk niet; wij liepen een route die Roos had uitgedacht en die feitelijk wel heel mooi was door het rustige Overijsselse landschap.
En 's-avonds heerlijk uit de tuin boerenkool gegeten en na de maaltijd nog even in de omgeving rondgetourd op de fiets om een bloementuin en een aardappelboer te bezoeken. Op de terugweg een grote volkstuin waar je op de woensdagavonden overdadig moestuinproduct kon komen halen. Nou dat was niet aan dovemansoren gezegd tegen Roos; ondanks dat er niks meer in haar vriezers past wil zij zo graag profiteren van de oogsttijd; haar eigen tuin zorgt voor een overvloed aan bonen boerenkool en bieten. Maar daarnaast maakt zij jam van allerlei dat er heden in stalletjes en in de natuur beschikbaar is. En dan nu die moestuin erbij. Van de honger zullen we niet omkomen.

17 augustus 2020

Logarchie

 Dit woord kwam ik tegen in een boek van Stephen Fry; volgens hem betekende het: regeren op basis van rationaliteit. Het woord kwam voor in het hoofdstuk over koning Oedipus, het overbekende verhaal van de Griekse koning wiens leven verward wordt door de voorspellingen van het orakel van Delphi. Weet u nog: de voorspelling dat de koning van Thebe zal worden gedood door zijn eigen zoon. Prachtige tragedie van de Griekse tragedieschrijver Sophocles, gebaseerd op oeroude mythes. Koning Oedipus regeerde zijn land voorbeeldig; een logarchie aldus Stephen Fry. Ik heb daar over zitten mijmeren de afgelopen dagen; hoe zou ik me een logarchie, regeren op basis van rationaliteit voor kunnen stellen? 

De ze week heb ik ook de oude TV serie op basis van het boek "In Europa" van Geert Mak bekeken; fascinerend; ik heb de hele serie vrijwel in één ruk uitgekeken. En dan zie je de verschillende regeringssystemen achter elkaar op het toneel in Europa verschijnen en elkaar op leven en dood bevechten.
Voor die tijd natuurlijk de Franse revolutie waarbij de monarchie werd vernietigd, met als gevolg de expansie van Frankrijk onder Napoleon en verbreiding van het "Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap", maar wel met militaire hand opgelegd. Daarmee werden de kaarten voor Europa in een eerdere eeuw geschud. In 1870 de overwinning van het gloednieuwe Duitsland, verwordend tot een veroveringsoorlog waarin Elzas Lotharingen Duits werd en daarmee de aanzet tot de grote tweespalt tussen Frankrijk en Duitsland, voer voor de twee wereldoorlogen. De ideologie van het communisme, in 1917 een staatsmonopolie scheppend, maar in beginsel een "iedereen voor iedereen" ideaal moest gaan betekenen. Na de bloedige WO I kwamen in Italië en Duitsland het fascisme tot grote bloei en het nationaal socialisme, een uiteindelijk duivels systeem dat louter op vernietiging uit was. 
En deze week heb ik mij ook met stijgende verbazing ingelezen over de fascinerende tijd van de Internet bubble: Het boek "Nina", met hoofdpersoon Nina Brink die destijds de eerste internet bubble heeft moeten aanschouwen met het bedrijf World Online. Een boek dat inzicht geeft in handelen in tijden van schijnbare overvloed. Er wordt gesproken over miljoenen persoonlijke verdienste alsof het normaal is en niet alleen van Nina hoor. Anderzijds heb ik ook een dik boek gelezen over de lotgevallen van de familie Fentener van Vlissingen, waarin wordt beschreven hoe op integere en intelligente wijze een groot samenhangend conglomoraat van bedrijven wordt opgebouwd; solide en uiteindelijk ook veel geld opleverend, niet alleen voor de familie maar ook voor alle betrokkenen. 
Maar wat ik nou zou moeten verstaan onder Logarchie en hoe ik het zelf vorm zou willen geven kan ik niet doen conformeren aan de menselijke geest. Wij blijven toch gewoon - ik citeer de door mij zeer bewonderde geleerde Robbert Dijkgraaf - een bijzondere diersoort met grote apenhersenen, en daarmee gewoon behept met puur biologische eigenschappen die vrij vertaald vooral neerkomen op hebzucht en macht. Geldt niet voor iedereen hoor; diversiteit hoort zeker bij de biologie anders was evolutie niet mogelijk.
Logarchie kan niet in een vrije samenleving. Een kort experiment dat wel heel goed heeft uitgewerkt maar veel menselijk leed heeft meegebracht betreft de beslissing van Deng Xiaoping die geconfronteerd werd met het feit dat de Chinese bevolking sneller groeide dan het BNP. Hij besloot tot de 1-kind politiek. Heeft economisch bijzonder goed uitgewerkt. Logarchie zal waarschijnlijk inderdaad slechts mogelijk zijn binnen de grenzen van een dictatuur, een ouderwetse monarchie met noodzakelijkerwijs een verlicht despoot aan het roer die zich laat adviseren door een keur aan deskundigen. Misschien ook een beetje het Romeins model in de tijd van de republiek, zeker als het moeilijk werd en er een dictator werd gekozen.
Hier in het schatrijke westen van de wereld worden we heden geconfronteerd met de pandemie van het Corona virus waardoor de economie wordt terug gedraaid. Zou in het kader van de milieudoelstellingen hard nodig zijn. Maar nu las ik in de krant een conclusie die feitelijk omgekeerd is hieraan; men ziet de gedwongen teruggang van de economie vooral als een voorbode van wat er gaat gebeuren als de milieumaatregelen verder doorgang zouden vinden. 
En inderdaad, zonder ratio de economie terugdraaien met ellende moet worden voorkomen; in een logarchie wordt erover nagedacht en wordt een samenhangend plan - op tijd!! - tot stond gebracht. In een logarchie is geen plaars voor kort gewin, korte termijn politiek, nationalisme e.d. Maar hoe dan wel? Ik zou het niet weten. Maar er zijn groter geesten dan ik har har.

16 augustus 2020

Ribeye voor Hugo

 Gisteren belde Hugo of ik misschien Thuis was.Hij was in de Bilt, helpen bij slager van Loo en had langs willen komen. Maar ik liep met Roos op de Veluwe dus dat ging even niet.Maar we spraken af dat hij vandaag zou komen rond een uurtje of vier. Dus vanmorgen na het ontbijt ben ik op de trein gestapt om de maaltijd voor te bereiden. Eerst natuurlijk de ribeyes uit de vriezer en in de oven bij 50 graden eerst ontdooien en dan opwarmen. Bij Theo een krop sla geoogst en bij AH tomaten en nog wat zaken die ik nodig had. Ik moest nog meer verwerken dus de hele tijd in de keuken bezig. Keurig volgens de afgesproken tijd werd er gebeld. Bezweet van het roller skaten kwam hij boven. Kop onder de kraan om af te koelen en een stevige hoeveelheid koud water drinken en hij kon er weer tegen. Intussen had ik veel te veel voedsel bereid. Na de enorme ribeye konden we afgezien van de sla eigenlijk niets meer op zodat de snijbonen, de gebakken uien en capucijners onaangetast bleven. Jammer maar helaas. Heb deze week voorlopig te eten har har. Vrij vlot na het eten smeerde Hugo m weer naar huis om zich op te knappen en om naar het bezoekuur te gaan. Was fijn dat hij geweest was.

Zowel Roos als ik hebben voor Marjorie een kleine portie boerenkool gemaakt en die nam Hugo ingevroren mee. Ze vindt boerenkool zo lekker en toevallig heeft Roos tegen alle traditie in zomerboerenkool in haar moestuintje en die is toch lekker. Hugo ging met een zak met twee porties boerenkool en nog een ingevroren hap die ik in de vriezer vond met opschrift "Marjorie" op weg naar huis.

Marjorie knapt op gelukkig! Zou ik eerst dinsdagavond met Hugo mee gaan naar haar op bezoek in het ziekenhuis daar ga ik nu morgenochtend in m/ n eentje; kwam beter uit. Ben benieuwd hoe het met haar gaat.

PS Vanavond rond een uur of half negen begon het te onweren en stevig te regenen; werd hoog tijd. Kon ik eindelijk mijn balkonnetje schoon schrobben, Snel mn regenjas aangetrokken en de korte broek en sokken uitgedaan, bezem gepakt en in de stortregen de zaak weer toonbaar gemaakt. Helaas voor Theo duurde de hevige bui veel te kort om het tekort aan water van deze zomer enigszins goed te maken; de moestuin heeft zo'n behoefte aan water; alles staat er wat zielig bij. Maar mijn flat is er lekker van afgekoeld.


15 augustus 2020

De Leuvenheimse beek

 

Roos bij de Leuvenheimse beek
Inderdaad, niet de Leuvenumse - maar de Leuvenheimse beek. Roos had vanmorgen razendsnel een klompenpad in de buurt opgezocht op Internet en dat zouden we gaan lopen. De dag begon eigenlijk heel fris niettegenstaande dat ik het die nacht verschrikkelijk warm had gehad en voor m'n gevoel niet had geslapen. Viel vast wel mee want ik was absoluut niet moe en heb ook niet meer dan anders zitten gapen; in tegendeel, we hebben nog gebridged.

Met de trein naar Brummen en verder wandelen op geleide van de overal aanwezige, zij het soms wat lastig te interpreteren markering. We liepen door het Gelderse landschap; een deel van de Veluwe dat we eigenlijk niet kennen. Allemaal voormalige moeras percelen zo te zien; bomen op stroken die omringd waren door afwateringssystemen. Wat zou het goed zijn als dat veranderd werd en er meer water kon worden vastgehouden. De Leuvenheimse beek stroomde hier en daar overigens nog wel een klein beetje. Het was een wonderschoon gebied met hier en daar werkelijk fantastische stukjes jaGRoïde paden (grapje deze uitdrukking). We passeerden tegen het eind van de wandeling het spoor en liepen via het dorp Leuvenheim naar de IJsseldijk. Het was weer snoeiheet en Roos had het er een beetje moeilijk mee; ze was bang dat haar schouders zouden verbranden. Ik nam voor de zekerheid wat zout in die hitte en dronk even stevig. Het bleef mooi en even verderop naderden we Brummen en namen de trein terug.

14 augustus 2020

Onverwacht naar Windesheim

Voormalige kloosterbrouwerij te Windesheim
O wat was het warm de laatste dagen; bijna niet meer uit te houden op de flat. 's-Morgens heerlijk hoor, de koele nachtlucht liet ik dan de hele nacht vrij door de flat stromen en om dan direct vanuit bed aan de wandel te gaan om te genieten van de koelte zoals vriend Dick dat doet trekt me wel ontzettend maar legt het toch af tegen een lekker ontbijtje op het koele balkonnetje en lekker tutten in de keuken terwijl het nog frits is binnen. Het wandelen doe ik dan inderdaad in de hitte, waar ik overigens minder last van heb, maar toegegeven, dat valt niet altijd mee. En wandelen moet! Ik probeer toch wel minimaal zo'n 10 km te lopen iedere dag, d.w.z. ongeveer twee uur stevig aan de wandel; red ik net zonder te drinken zodat ik dat zonder rugzak kan afleggen.

Voor vandaag had ik eigenlijk geen plannen. Kwam zoals gewoonlijk in de ochtend met Roos aan de App en ook zij zat zich nog te bedenken hoe ze deze vrijdag in zou vullen. Natuurlijk ging ik wel eerst naar de markt om twee overheerlijke ribeyes in te slaan bij de slager Ultee. Verder had ik eigenlijk niets nodig. Thuis gekomen de ribeyes maar ingevroren; zijn bedoeld voor als Hugo langs mocht komen. Roos dacht erover om bij haar in de buurt te gaan wandelen bij het natuurgebied "Den Nul". Daar op inhakend stelde ik voor dat ik haar richting op zou komen; in Zwolle bus 161 zou nemen en dat we elkaar zouden ontmoeten bij het plaatsje Windesheim. "Ach", stelde Roos voor, "dan kom ik wel naar Zwolle en rijden we samen naar Windesheim". Prachtig klein plaatsje met een oud klooster dat vroeger ook bier brouwde. Er lagen heerlijke James Grieve appels; mijn dag kon niet meer stuk; dat vind ik uitgesproken de lekkerste appels die ik ooit gehad heef. Gelukkig hadden we geen van beiden het weerbericht geconsulteerd met gevolg dat we in een korte maar hevige onweersbui terecht kwamen. Roos had niet eens een paraplu bij zich. Gelukkig was ik rijk voorzien van regenspullen en konden we beiden droog blijven. Was een prachtige wandeling door het park en door het vriendelijke landschap langs de IJssel. Uiteindelijk kwamen we in Wijhe waar onze fietsen trouw stonden te wachten op het station. 

13 augustus 2020

Corona in Delhi

Ook dor hout kan mooi zijn
Vandaag zou mijn vader 98 jaar zijn geworden ware het niet dat hij in 2003 is overleden aan een hersentumor. Toen hij na de diagnose met zijn behandelaar sprak en deze de mogelijkheid van een operatie ter sprake bracht vroeg mijn vader: "wat zou u mij adviseren als ik uw vader was?". Een wijze vraag waarop hij een wijs antwoord kreeg. Er werd van verder ingrijpen afgezien; hij kreeg een zware dosis corticosteroïden om de ontstekingsreactie rond de tumor te doen stoppen en hij heeft nog enkele weken bij vol verstand met ons door kunnen brengen. Voor hem geen "dor hout" discussie; sterven hoort erbij net als geboren worden. In de Trouw van gisteren stond een artikel over Corona in de sloppenwijken van Delhi. Het blijkt dat vrijwel geen mens zich daar aan de verplichte mondkapjes houdt, noch aan de verplichte afstand tot elkaar. Men handelt net als altijd en tot verbazing van de gezondheidszorgwereld zijn er ook geen corona patiënten. Wèl is 57% van de mensen inmiddels immuun door antistoffen; kortom zij zijn door het virus besmet geweest en hebben er verder geen ernstige klinische verschijnselen bij getoond. Men probeert dit verschijnsel te verklaren en natuurlijk wordt gesuggereerd dat er sprake is van onder-rapportage. Echter, er is ook geen oversterfte geconstateerd, in tegendeel zelfs er zijn tussen april en heden minder mensen gestorven. Men staat voor een raadsel. Een wanhopige gezondheidsmedewerkster, belast met het opsporen van Corona patiënten, rondrijdend in een gezondheisbusje waar mensen kunnen worden getest op het virus of op antistoffen heeft feitelijk niets te doen; er is niets aan de hand zou ik consluderen, maar zo zit de wereld kennelijk niet in elkaar. Zij ziet slechts één oplossing dat iedereen moet worden getest?! Ik moest eerlijk gezegd nogal lachen om dit artikel. Als wetenschapper kijk je kennelijk toch anders tegen de feiten aan. Neem nu het "experiment of nature" dat hier plaatsvindt. In New York leven de mensen ook dicht op elkaar, zeker vergelijkbaar met de sloppenwijken van Delhi. Daar is het sterftecijfer veel en veel hoger dan in Delhi. Hoe zou dat nog meer kunnen komen? Zou het niet meer kunnen liggen aan de fysieke toestand van de mensen in die twee gebieden. En dan heb ik het niet alleen over het grote aantal obese mensen in de VS en dus ook in New York; zul je in Delhi niet veel tegen komen. Maar neem ook de natuurlijke selectie van de mensen in India versus de VS; er zullen veel meer chronische patiënten zijn, de zogeheten "kwetsbaren". Daar zou de quintessens wel eens kunnen zitten vermoed ik. Natuurlijk loop ik al wandelend veel over Corona na te denken en de relatie tot onze "gezondheids"zorg die je natuurlijk beter ziekenzorg zou kunnen noemen. Gezondheidszorg is de aanleg van riool en schoon drinkwater geweest en heb je als persoon zelf in de hand door verstandig te leven: niet roken, veel bewegen, matig eten en je niet te veel opwinden. In de rijke landen wordt er alles aan gedaan om mensen zo lang mogelijk te laten leven; het hele medisch industrieel complex is daar op gericht; kost de maatschappij veel geld en inspanning en dat hebben we er collectief voor over zelfs nu - aldus de berichten - de economie eronder begint te lijden; het wordt een te grote belasting op financiën en personele inzet voor de maatschappij. En het resultaat is duidelijk; ik noemde het al eerder dat "mijn fysiotherapeut" en "mijn cardioloog" voor in de mond ligt bestorven vooral van de wat ouderen onder ons. Sterven wordt als een medische fout beschouwd. En nu zien we dat het fenomeen "kwetsbaren", zelfs oneerbiedig "dor hout" genoemd wordt; een cohort van mensen die in reservetijd leven en bovengemiddeld gevoelig zijn voor het Covid 19 virus; vooral bij die groep vallen de doden. Ik vermoed zo dat door de natuurlijke selectie van de bevolking en de minder overvloedige medische ingrepen in de Indiase sloppenwijken aanzienlijk minder "kwetsbaren" rondlopen en dat daarmee de ondersterfte en het niet klinisch manifest worden van het Corona virus verklaard zou kunnen worden. Hier ontstaat de gewenste groepsimmuniteit die in de eerste toespraak van onze premier werd genoemd. Tot op zekere hoogte gebeurt dat ook in ons land. Ik hetinner me de constatering dat tot menigs verbazing een veel groter aantal van de Limburgse bloeddonoren antistoffen tegen Covid had en dat kennelijk zonder de klinische manifestatie. Ik vind het allemaal zo interessant maar moet het van de schaarse echte informatie hebben uit de kranten; het meeste is toch vooral druktemakerij.

12 augustus 2020

Glycanen en DNA

Tijdens een practicum Biochemie dat ik ergens tijdens mijn doctoraal opleiding was er een experiment waarbij DNA werd geïsoleerd uit een bacteriecultuur, Escherichia Coli weet ik nog. Dus eerst een kweek maken gedurende een overnacht incubatie, centrifugeren, wassen van de cellen en daarna werd de celwand van de bacteriën gelyseerd, opgelost. Tot mijn verbazing ontstond bij dat laatste onderdeel een gel in het reactievaatje, voor leken dus gewoon een buisje met een soort slijm, snot. Dat had ik niet verwacht; wat ik wel had verwacht weet ik niet meer hoor. Met een pincet kon je het DNA "oppakken" en vervolgens oprollen op een glasstaafje. Als je het liet drogen bleef er iets flinterduns over. DNA is dus goed in staat om water te binden. Dat kun je ook wel zien aan de chemische structuur met al die fosfaatgroepen; hydrofiel. En nu zat ik in de hitte van vandaag een bakje tuti fruti leeg te lepelen; daarbij bleef de wat visceuze kookvloeistof achter toen ik alle fruit had weg gelepeld. Ik dronk het bakje leeg en zag daarbij ook van die wervelingen die duiden op lange moleculen: "glycanen" bedacht ik mij, ook van die uiterst belangrijke biopolymeren waarvan ik alleen weet dat zij vaak onderdeel waren van wat antigene determinanten werd genoemd. Eigenlijk zou ik wel eens willen weten hoe de stand van kennis omtrent deze bijzondere moleculen in het kader van de immunologie staat. Maar daarkan ik toch niet de energie voor opbrengen om dat uit te gaan zoeken.

11 augustus 2020

Mijn studiekeuze

Dit schrijfsel is het vervolg op de eerdere twee die ik produceerde naar aanleiding van het bekijken van de serie "Kijken in de ziel" waarbij een aantal prominente NLse wetenschappers aan een gestructureerd interview deelnamen en tal van aspecten van het wetenschapper zijn aan de orde kwamen. Wat is er nu bepalend geweest voor mijn studiekeuze? Was het toch mijn vader die ooit "iets" met scheikunde had gedaan? Was het mijn affiniteit met het vak scheikunde op de HBS?Was het wel mijn ware liefde dit vak? Ik weet het niet. Achteraf ben ik van mening dat ik in de wieg was gelegd als medicus, minder misschien als behandelaar maar meer als laboratoriumarts, experimentele pathologie, of een niet bestaande richting als diagnosticus, tweede graads verwijzer. Nou ja, ik begin maar ergens. Op de lagere school ontstond de gedachte om advocaat te worden; een beroep waar ik kennelijk in die tijd enige notie van had en die een bijzondere klank voor mij had. Maar de grootste invloed op mij zijn toch wel een tweetal boeken: "leerboek der dierkunde", een middelbare school boek dat ik zo rond mijn 8e verjaardag verkreeg van mijn tante, Alda, de 10 jaar jongere zuster van mijn vader. Dat boek heb ik verslonden; ging over gewervelden; de bloedsomloop van koudbloedige dieren en van de warmbloedige; de overeenkomsten tussen de skeletten van de meest uiteenlopende zoogdieren van walvissen tot vleermuizen; die variatie op het zelfde thema. Het tweede boek was het boek: het leven der mieren van Raignier. Fascinerend hoe een diersoort zich in allerlei richting had geëvolueerd; onderlinge afhankelijkheid; parasitisme; broedroof. Vooral het zelf ooit hebben van een mierenkolonie in een gipsnest was een jeugdwens die ik overigens zo'n 10 jaar geleden ook daadwerkelijk in vervulling heb gekregen. Mijn enorme interesse in biologie, in de natuur was gewekt; hoorde echt bij mij. Zie ik grappig genoeg ook terug in enkele van mijn (klein)kinderen. Ik mocht als kind ook graag zwerven in de natuur; 'smorgens vroeg veren van vogels zoeken en verzamelen in een doos totdat de inhoud begon te bewegen van de mottenlarven. Met een door mijn moeder gemaakt visnetje vissen. Later eendeneieren zoeken en nestjes van andere vogels. De natuur is voor mij altijd een fascinatie gebleven. Van grote invloed was het oude laboratoriumpje van mijn vader. Ergens voor de oorlog had de hoofdonderwijzer van de MULO hem een plaats bezorgd in een laboratorium bij de Hemweg in Zaandam. Hij zou chemisch analist worden. Mijn grootvader was borstelfabrikant, een éénpitter met een grote werkschuur met opslagruimte. Ergens achter was een klein duister, inmiddels door spinnenwebben en dode vliegen overwoekerd hoekje met geheimzinnige potjes, reageerbuisjes. Daar mocht ik beslist niet aankomen. Maar toen ik een jaar of 9 was heeft mijn vader die hele zooi meegenomen naar Amsterdam waar wij toen woonden. Hij liet dingen zien; kleurveranderingen. Hij had ook een boek: "Jongens en scheikunde", - ja ja sexisme was bon ton in die tijd?! - dat boek heb ik verslonden. De spulletjes werden aan mij overgedragen denk ik, dat weet ik niet meer zo precies, maar in ieder geval begon ik "proefjes te doen". Met mijn toenmalige vriend Fred van Manen vonden we een knalblauwe kleurstof uit: "Pruisisch blauw", met ijzersulfaat meen ik. Wij noemden het GAM, Gerardus Antonius Merardus was de geboortenaam van Fred dus werd het GAM. Later is hij naar Australië geëmigreerd; ben hem helaas helemaal uit het oog verloren. Vader had het over fenolftaleïne,een indicator die een kleuromslag gaf wanneer iets van zuur naar basisch werd getitreerd; fascinerend. Met het boek "Jongens en scheikunde" in de hand kocht ik bij de drogist op de Slotermeerlaan chemicaliën; de allervriendelijkste man was bereid om voor zo'n jongetje voor 15 cent ijzersulfaat, kopersulfaat, ijzerchloride, magnesiumsulfaat, mangaansulfaat, kaliumpermanganaat af te wegen. En daarmee ging ik dan thuis experimenteren. Oplossen, mengen en kijken wat er gebeurde. Ik vond het geweldig. Na afloop van het experimenteren gooide ik de restanten door het dakraam zodat het in de goot terecht kwam?! Milieu gedachten had je toen nog niet; nu verbaas ik me daar over inderdaad. Het resultaat was vooral dat ik toen zeker wist dat ik scheikunde zou gaan studeren. Er kwam een einde aan het laboratorium toen ik een keer natriumhydroxide, caustic soda had gemorst. Niet alleen de verf op de trap loste erin op, maar op de vinger van mijn moeder die dacht "wat is dat nou?" bij het zien van de druppels die ontstonden met het hygroscopisch, sterk bijtende spul, ontstond een blaar. Ik had toen ook nog een klein broertje dat rondkropp. Dat betekende het einde; mijn moeder flikkerde alles in een kist met andere ouwe zooi van mijn vader en zette het bij de vuilnis. Maar mijn wens om ooit scheikunde te gaan studeren bleef rechtop. Met mijn latere vriend Bram ging ik eropuit in de natuur; we gingen samen naar het lyceum en waren beiden goed in de exacte vakken. Pas in de derde klas kwam scheikunde op het lesrooster. Ik was er best goed in maar vond het helemaal geen leuk vak eigenlijk; de wiskunde en de natuurkunde spraken me veel meer aan. Maar mijn besluit stond vast. Bij het eindexamen HBS-B was er ook weinig waarom ik mijn keuze zou betreuren; een 10 voor scheikunde. Maar dat viel me tegen op de Universiteit. Het eerste jaar kregen we vooral een soort wiskunde waar ik de vinger niet achter kon krijgen. En iedere middag practicum wat ik wel ontzettend leuk vond en waar ik ook redelijk goed in was. Ik ploeterde door het kandidaats en had uiteindelijk een half jaar vertraging opgelopen; ik was bepaald geen briljante student. Er waren ook vakgebieden waar ik eigenlijk niets van begreep; thermodynamica, delen van de organische chemie, fysische chemie.Wat mij wel heel erg aansprak waren de vakken biologie; fysiologie en natuurlijk de biochemie. Het doctoraal gedeelte deed ik dan ook met biochemie als hoofdvak. En daarin ben ik dan ook afgestudeerd met microbiologie als eerste bijvak en chemische fysiologie als tweede bijvak. Die laatste keuze heeft verder mijn loopbaan in gang gezet.

10 augustus 2020

Naar Breda

Schoondochter Margot gaat zaterdag weer terug naar Surabaya. In haar afscheidstour had ze vandaag ruimte ingeschikt voor ons tegenbezoek, ze had immers de enorme reis van Breda naar Wijhe in haar eentje met de auto afgelegd. Het was toen een stuk koeler dan vandaag. Roos was gistermiddag al naar de Bilt gekomen, zwaar bepakt met allerlei voedsel voor mij en een potje jam voor de ouders van Margot waar zij heden verblijft tot zaterdag.Ik had haar gisteravond van het station gehaald en verbaasde me al over het gewicht van de rugzak die ik uiteraard van haar overnam voor de wandeling terug naar de flat. De reis naar Breda verliep voorspoedig; met de bus naar station Utrecht CS en via den Bosch naar Breda. Op de "Kiss & Ride" stond ze al te zwaaien en we begroetten elkaar weer hartelijk. Ze had een leuk programmaatje voor vandaag bedacht; eerst gezamenlijk wandelen in het - mij althans - onbekende Liesbos en aansluitend een lunch in het aanpalende restaurant "De Peer". Mocht dat dicht zijn dan zouden we - geheel met mijn instemming, ik ben namelijk gek op goede frietjes - bij de buren van "De Peer", een naastgelegen frietkot gaan binnen vallen waar de beste frietjes van Breda geserveerd worden, aldus schoondochter. Op geleide van Komoot liepen we door het bijzonder vriendelijk ogend Liesbos; allemaal loofhout en ergens aan de rand ook een gezellige eetgelegenheid, die vanwege de maandag gesloten was. En we koutten wat af; was weer zo gezellig. Als gezegd streken we neer bij "De Peer" en genoten van een smakelijk lunch die Margot ons aanbood. Gezellig terras met tafels op Corona beleid, lekker ruim opgezet zal ik maar zeggen, maar echt gezellig. Het terras zat eigenlijk gewoon vol met diverse gezelschapjes. Het was er ook wel weer voor hoor; prachtig zonnetje en toch redelijk koel onder de parasol en bij de bomen van het Liesbos; fijne plek om zo samen te zitten. Na afloop gingen we een kopje thee drinken in het huis of beter gezegd in de schitterende tuin van haar ouders; een tuin met uitzicht op een grote plas waar talloze zwemmers verkoeling vonden. Mooi plekje waar wij onze bewondering over uitspraken. En ja, daarna namen we toch weer afscheid; ze zal overigens wel weer relatief snel terug komen, vergezeld van Martijn; ook hij was even virtueel aanwezig via WhatsApp video. Het blijft toch fantastisch dat je zo makkelijk contact kunt hebben over zo'n enorme afstand, maar het "echte" contact missen we toch wel allemaal. Nog nagenietend zaten we in de trein, waarbij we telkens overstapten om maar van de koelte in de Intercities te kunnen genieten. Eerst van Breda naar Tilburg, toen van Tilburg naar den Bosch, vervolgens den Bosch - Utrecht en tot slot naar Bilthoven. Daar natuurlijk een ijsje voor Roos en via het bos naar de flat gewandeld. Ik heb lekker gekookt en we hebben nog lang op het noord balk gezeten en van de koele avondlucht genoten. Binnen in de flat is het inmiddels 30 graden en smiddags zelfs een graad warmer. Maar gek genoeg raak je er wel enigszins aan gewend. Sinds enige tijd moet ik helaas gebruik maken van een nieuwe editor van blogger en daar kan ik absoluut niet mee uit de voeten. Zo krijg ik de foto's niet meer in de tekst. Daarmee verlies ik een groot deel van mijn plezier in het bloggen. Maar misschien komt dat wel weer. Zo te zien is het de bedoeling dat je blogs vanuit de smartphone moet gaan maken. Zo'n lullig schermpje leent zich daar met mijn uitgebreide tekstblogs niet voor. We zien wel.

09 augustus 2020

Nee, vandaag niet

 Terwijl ik de titel voor deze blog invoer - nee, vandaag niet - moet ik denken aan mijn kleine dochter (nee, niet kleindochter) Joke, ergens tussen 2 en 3 jaar in tijden van onweer. Dat vond ze wat hoor: "bom in lug", zo noemde ze dat. En de volgende dag: "bom in lug, daag niet". Dat soort kindertaal houd ik mijn hele leven vast. Zelfs van mijn broer Jan die in die zelfde leeftijd een spijkertje had ingeslikt: "pijketie inlikt". Kwam enkele dagen later weer tevoorschijn gelukkig: "au au, pijketie", zei hij, terwijl hij op het potje zat; en ja hoor, parmantig sierde het spijkertje rechtop staand de drol die hij eruit geperst had.
Maar goed, daar ging het mij niet om vandaag. U ziet lezer dat mijn gedachten van hot naar haar vliegen, maar dat zal iedereen hebben alleen niet iedereen schrijft dat al bloggend op.
Vanmorgen werd ik wakker na een redelijk goede nachtrust maar wel enigszins ongerust over wat de dag van vandaag zou brengen. En dat viel in het ochtendgloren bijzonder positief uit. Mijn noordbalkon was heerlijk afgekoeld; het nakend zonnetje verschool zich achter wolken en er kwamen zelfs heel kleine druppeltjes uit de bewolking gevallen. Kortom, het zag er niet al te heet uit. Ik ging dan ook niet aan de wandel maar heerlijk van een potje thee op het balkonnetje genieten. Een aarzelend windje blies zelfs de warme lucht de flat uit. Mocht ook wel; gisteravond wees de thermometer 28-29 graden aan. Als ik stil zit kan ik dat zelfs hebben, merkwaardig genoeg. Uit de nalatenschap van Roos' vader heb ik een kwalitatief goede thermometer en die consulteer ik op dit soort dagen regelmatig.
Maar goed, al met al vandaag dus geen vroege ochtendwandeling. Wil ik er toch wel in gaan houden; is me gisteren goed bevallen. 

Griesmeelpap met aalbessen. Wie maakt dat nog?!
Gisteren heb ik bij groente- en fruithandel "De Koopman" een doosje aalbessen gekocht. Bij het afrekenen bij de dame die ik inmiddels goed ken zei ik: "ik verheug me er nu al op, lekker met warme griesmeelpap". Zij, maar ook de volgende klant beaamde dat. En nu, na een piepklein ontbijtje van wat kersen dacht ik om mijn prandium maar eens uit genoemde lekkernij te laten bestaan. Dus eerst de bessen geritst en gewassen en vervolgens een klein beetje griesmeelpap gemaakt van 250 ml melk. En het was toch lekker!

Ik zal er ook eens een bloggie aan wagen van hoe je griesmeelpap kunt maken zonder een al te vieze, aangebrande pan te verkrijgen; is best lastig maar ik heb inmiddels uitgebreide ervaring net als met het zelf maken van vanillevla en chocoladevla, uitgaande van melk, boter, suiker, maizena en eierdooiers. Nog veel lastiger dan griesmeelpap, zeker om je pannetje schoon te houden; maar dat kan!

08 augustus 2020

Vroeg aan de wandel

Mooi gelegen in het vroege ochtendlicht
Voor vandaag is een extreem warme dag voorspeld. Hisso had me afgelopen dagen al gewaarschuwd; dat zou toch wat worden. Ik had goed geslapen en werd al vroeg, geheel uitgeslapen wakker. Waarom niet direct aan de wandel, bedacht ik mij. Vriend Dick - die veel slechter tegen de warmte kan dan ik - doet dat altijd als het warm is. Dus vort met de geit en al voordat de klok 7 slagen maken zou liep ik al in het bos. Een vol "drietje" was de bedoeling en dat heb ik ook wel zo'n beetje gelopen dacht ik. Natuurlijk liet ik het onvolprezen Komoot meelopen zodat ik ook foto's kon vastleggen in de route. Ook appte ik met Dick die ongetwijfeld ook aan het wandelen was, en ja hoor, ik kreeg direct een eppie terug met foto van het nog in duisternis gehulde Limburgse landschap. We grapten en epten nog wat met elkaar en ik zette mijn wandeling voort. Dankzij de stimulerende werking van het wandelen kon ik nog wat hurkend werk verrichten onderweg en opgelucht weer op de fiets naar de flat, waar het inmiddels begon op te warmen zodat ik snel alle deuren en ramen sloot.
De warmte zette inderdaad door, maar als gezegd trek ik me daar niet zo gek veel van aan en ik ging nog even naar de zuivelboerderij "Boom en Bosch" voor melk, karnemelk, yoghurt en natuurlijk vooral voor een ferm stuk boerenboter. Ook daar de Corona regel die ik niet zo snel doorhad. Ik merk dat het me zo tegen begint te staan "dat gedoe" dat ik winkels mijd; zo ga ik absoluut niet meer naar slager van Loo, maar koop ik mijn vlees op de markt. Hoewel de markt behoorlijk schijnt te lijden onder "het gedoe" van de anderhalve meter en zo krijgt het voor mij meer en meer de voorkeur; ik houd dan ook de vrijdag echt voor marktbezoek hier in de Bilt; aardappels, uien, kaas en meel zijn basis behoeften en daarnaast mijn groenten bij Theo natuurlijk. Groente- en fruitwinkel De Koopman en natuurlijk AH en daar blijft het wel bij.
Verdermoest ik nog de nieuwe fiets voor Roos ophalen bij "René", onze vaste fietsenwinkel. 
En tussendoor heb ik eindeloos naar de serie "In Europa" gekeken die op de Drive van vriend Dick staat. Natuurlijk heb ik het bekende boek van Geert Mak minstens 1 keer gelezen; ik weet nog dat ik bij de eerste keer ook alle boeken, o.a. van Joseph Roth heb gelezen die Geert aanhaalde in zijn fantastisch schrijfsel. Maar nu zag je ook het gaatje in het uniform van Franz Ferdinand dat de fysieke "aanleiding" voor WO I zou moeten zijn. De rest van de serie deed ons anders geloven; heel Europa wilde gewoon oorlog. 
En de dag heb ik afgesloten met nog eens een kleine avondwandeling. De flat koelde niet af en desondanks heb ik kunnen slapen met alle ramen en deuren open om de wat koelere avondlucht binnen te laten.

07 augustus 2020

Onverwacht thuis gebleven

 Na de wereldreis van gisteren naar Papendrecht besloot Roos om vandaag lekker bij mij op de flat te verblijven, d.w.z. een daggie de Bilt. En dat betekent voor de vrijdag hupsakee naar de markt. Veel had ik niet nodig, maar ja, we moesten wel lopend naar de markt omdat Roos hier (nog) geen fiets voorhanden heeft. Maar daar zou verandering in komen. Ze heeft al maanden geleden voor mij in Wijhe een fiets gekocht zodat ik niet iedere keer heen en weer hoef te lopen van en naar het station dus stelde ik voor op mijn beurt om voor haar hier in de Bilt ook een tweede fiets aan te schaffen.
Maar eerst naar de markt voor uien bij John en vlees bij slager Ultee; een jonge slager met een zeer goed voorziene kraam met vlees waar mij het water in de mond verschijnt; lekker vet doorregen, maar ook een mager biefstukje hoor; ik kocht van beide soorten omdat Roos van rood gebakken biefstuk of daaromtrent houdt en ik de voorkeur geef aan goed gebakken en vooral langdurig gesudderd vet rundvlees. We liepen terug naar de flat en gingen daarna naar de fietsenmaker op de Hessenweg; het was volle bak daar; de fietsenzaken doen het goed in Coronatijd! Gelukkig had "René" een goede tweedehandsfiets voor Roos; zadel en stuur moesten wat afgesteld worden en er moest nog iets aan gedaan worden in de reparatie. Voldaan liepen we terug naar huis. Ik heb hem de volgende dag opgehaald, maar zo hadden we het eigenlijk niet gepland. Roos ging in de loop van de middag terug naar Wijhe en ik zou 'savonds na het eten ook haar richting op komen. 
Maar het zou anders verlopen dan we hadden gepland. Iets na 19.00 uur ging ik van huis en liep lekker door het bos naar het station. Echter, de trein naar Utrecht reed niet vanwege een aanrijding tussen Amersfoort en Den Dolder. "Dan maar met de bus naar Utrecht", dacht ik en liep naar de bus die dankzij een vriendelijke medereiziger even voor mij, ouwe vent, wachtte. Onderweg bedacht ik mij dat dit "gekkenwerk" was; ik zou waarschijnlijk pas rond twaalf uur in Wijhe zijn en besloot om gewoon op mijn thuishalte uit te stappen. En zo geschiedde en zat ik om half tien lekker met Roos te steppen, te bridgen op de computer van de Bridgebond.

06 augustus 2020

Kleinkinddag bij Peter en Jessica

Oma Roos met de kleine Joris
Een hele onderneming, met name voor Roos om naar Papendrecht te gaan per OV, maar we wilden zo langzamerhand onze kleine Joris wel weer eens zien. Jessica is zo lief om ons regelmatig foto's van het menneke te sturen, maar dat maakt alleen maar nieuwsgierig. Roos moest al met al ruim een uur eerder van huis dan ik. We ontmoetten elkaar op Utrecht CS bij de bushalte waarvandaan bus 388 ons via het Zuid Hollands Veengebied naar Papendrecht bracht. Vanaf de halte Kennedylaan wist Roos een leuke aanlooproute; we waren keurig op tijd. 

Helemaal niet eenkennig en vooral heel vrolijk en aandachtig was onze Joris. Natuurlijk bij Roos en mij op de arm. Helaas hadden we nogal naar nieuws gehoord over de ontwikkeling van Marjorie en daar spraken we natuurlijk ook uitgebreid over. Maar zo'n klein baasje geeft zo veel reuring dat we ook daar veel aandacht aan gaven en later ook aan de werkzaamheden, de moestuinactiviteiten en dergelijke. Op zeker moment moest Peter zich echt terugtrekken voor een internationaal telefoontje voor zijn werk. In die tussentijd kreeg Joris de borst; schattig gezicht schoondochter met baby.

Daarna gingen we er weer vandoor, nu met bus 4 naar station Dordrecht en dan verder met de trein. Op station Bilthoven stond mijn fiets. Ik fietste naar de IJsbaan en stalde daar mijn fiets en liep Roos weer tegemoet. Ontmoetten we elkaaar vandaag voor de tweede keer. 'sAvonds lekker op het balkonnetje gezeten met een glaasje wijn.


05 augustus 2020

Mijn schooltijd

Door de serie "Kijken in de Ziel", waarin een aantal vooraanstaande wetenschappers werd geïnterviewd over wat wetenschap nou eigenlijk is, wat er zoal speelt in de wetenschap en waarbij ook persoonlijke wederwaardigheden aan de orde komen heb ik besloten om mijn eigen levensverhaal dienaangaande te beschrijven. Dit is de tweede blog in dit kader. 
Zo rond mijn tweede verjaardag verhuisden we van de Kinkerstraat in Amsterdam, waar ik was geboren in de alkoof en waar mijn ouders inwoonden bij mijn lieve oma Mien ten Brink, door mij "kleine Mimi" genoemd?! Het verhaal gaat dat ik 's-morgens voor haar slaapkamer stond te roepen: "kleine Mimi, komdejuit", de "r" kostte kennelijk wat moeite. Overigens kon ik heel snel heel goed praten en kletste iedereen de oren van het hoofd.
We gingen naar Zaandam; daar ben ik niet naar school geweest maar speelde wel op straat met de andere kinderen die daar woonden. Vervolgens verhuisden we rond mijn 4e jaar naar den Haag en daar werd ik naar de kleuterschool gebracht. Maar dat ging mij kennelijk niet goed af;ik vermagerde en werd lusteloos. Mijn moeder heeft me toen van school gehaald en verder thuis gehouden. Het enige dat ik mij weet te herinneren van die school betreft mijn buurmeisje, Marleen de Vogel. Ook zij werd naar school gebracht toen ik al in die klas zat, maar zij maakte zo'n spektakel omdat ze niet wilde dat ze er naar ik mij kan herinneren ook niet meer naar toe hoefde. Dat spektakel staat me nog goed bij.
En toen werd het Amsterdam-Slotermeer, een tuinstad. Daar ging ik naar de Burgemeester de Vlugtschool als 6-jarige. Ging prima, alleen snapte ik niet wat onderwijs nou precies was. Ik was een intelligent kind en begreep direct wat de juf - "juffrouw Vis" weet ik nog - uitlegde. En als zij dan vroeg naar het antwoord van een som dacht ik dat ze dat niet wist en riep het antwoord. Dat werd mij hardhandig afgeleerd. Het was maar een eenvoudige, nieuwe school in die tijd; het was de babyboom en overal noodgebouwen om die enorme kinderschare te huisvesten voor onderwijs. Na 6 jaar onderwijs deed ik toelatingsexamen voor het Lyceum, het Hervormd Lyceum West. Met lage, maar wel voldoende cijfers werd ik toegelaten. Ik vond het heerlijk op die school; eindelijk echte stof en binnen enkele maanden was ik de bolleboos van de klas; niet omdat ik zo hard werkte maar gewoon omdat het me gewoon aanvloog. Heerlijk, vooral die wiskunde en later de natuurkunde en scheikunde. De andere vakken als talen had ik niet zo veel mee.
Na de 2e of 3e klas, dat weet ik niet meer precies, moest/kon je kiezen tussen HBS of Gymnasium en - helaas - moet ik eerlijk zeggen -  heb ik voor HBS gekozen. Heeft mij tot op hoge leeftijd dwars gezeten.
Maar goed de HBS ging mij ook verder makkelijk af en met hoge cijfers voor de exacte vakken deed ik mijn eindexamen.

04 augustus 2020

Kleinkinderdag bij Arja

Morris
Roos kwam vanuit Wijhe en ik vanuit de Bilt, op weg naar den Haag CS. Onderweg kreeg ik een WhatsApp bericht van Joke; een fotootje van kleindochter Ronja met als tekst: goeiemorgen opa. Direct een glimlach op m'n gezicht; ook nu bij het schrijven van deze blog verschijnt als vanzelf een glimlach. 
Intussen epte ik wat met Joke en daarna met Roos: "ben je al voorbij Lelystad?". Vrijwel op tijd ontmoetten we elkaar op den Haag CS en met de tram naar Arja. Daar werden we vol spanning opgewacht door haar drie jongste kinderen: Sjoerd, Morris en baby Sam. Ach ja en direct willen ze allemaal tegelijk praten en aandacht. Ik haalde mijn zelf gebakken appeltaartje tevoorschijn en een zwijnentand voor in het schatkistje van Sjoerd; mijn oeroude geldkistje dat ik ooit van mijn oma had gekregen. Toepasselijk om dat door te geven.
Roos met de kleine Sam
Roos maakte een nieuwe profielfoto voor mijn WhatsApp account; Arja naast me en rondom de drie jongste zonen van haar. Leuke foto geworden.
Lekker in de tuin met koffie en met de kleine Sam op schoot terwijl Sjoerd babbelde en Morris lekker om ons heen scharrelde en steeds bij Roos op schoot wilde. Heerlijk stel. En zo schoot de ochtend en de vroege middag snel op. We namen weer afscheid na wat een heerlijke ochtend/middag was geweest. Zo fijn altijd met die kleintjes om je heen; Arja zag er uitstekend uit- had een kleurtje opgesmeerd moest ze zo nodig vertellen - ondanks alle drukte van zo'n groot gezin. 
We liepen nog wat richting station en namen uiteindelijk de tram. De trein van Roos stond op punt van vertrek dus namen we snel afscheid. Mijn trein richting Utrecht gaat 4 keer per uur, dus dat is nooit een lange wachttijd. En ook nu was ik in de bekende poep en scheet weer in de Bilt.
En hier mijn nieuwe WhatsApp profielfoto


03 augustus 2020

Wetenschapper in de dop?

Hebben dan niet alle kinderen die nieuwsgierigheid van hoe de natuur in elkaar zit? Mijn geheugen, zeker het oude geheugen is nog verbazingwekkend goed en één van mijn eerste herinneringen waar het "de natuur" betreft zijn toch wel de miertjes die op het drie hoog balkon bij mijn grootmoeder in de Kinkerstraat rondliepen. Later, toen we in den Haag woonden maakte mijn jonge moeder van een stukje vitrage (denk ik) en een bamboestok een visnetje voor me en gewapend daarmee en een emmertje ging ik in de sloot voor huis vissen. Dat heb ik altijd fascinerend gevonden en later toen we in Amsterdam gingen wonen heb ik wat afgevist. De geel gerande watertor was toch wel het summum van de vangsten; een relatief groot waterbewonend insect dat van zich af kon bijten. Daarnaast natuurlijk stekelbaarsjes en larven van libelles. Intussen had ik van mijn tante een "leerboek der dierkunde" voor middelbare scholieren gekregen en dat heb ik helemaal stuk gelezen; bloedsomloop van warmbloedigen en koudbloedigen, ach wat vond ik dat allemaal interessant. De anatomie van verschillende zoogdieren van walvis en vleermuis tot de mens. Al heel jong was ik daardoor gefascineerd; ik wilde ook skeletjes verzamelen en al snel vond ik botjes van konijnen die in het opgespoten terrein lagen, kaakjes met tanden erin; heb er nog steeds enkele van in mijn rariteiten kabinet. Ik wilde wel een skelet van een kikker, had er eentje gevangen en wist niet goed hoe ik die kon afmaken anders dan hem te laten verzuipen. Maar hoe lang ik hem ook onder water hield, hij bleef in leven. Wat niet in mijn leerboek stond was dat amfibieën ook zuurstof door hun huid kunnen opnemen; vandaar dat kikkers en salamanders 's-winters onder het ijs kunnen overleven denk ik. Maar een kikkerskelet is er nooit van gekomen.
Ik had een prismaboekje gekocht over mieren, het bekende boekje "Het leven der mieren", van Raignier. Fascinerend boekje dat ik zelfs als 10 jarige prima wist te begrijpen. Ik las van alles; mijn vader had me de weg naar de openbare bibliotheek geleerd en daar ging het los. Mijn moeder zei altijd; "met een boekje in een hoekje", en dat was aan mij wel besteed. Vooral boekjes uit de studiehoek interesseerden mij, maar ook avonturen romans zoals een serie over "captain Hornblower".

02 augustus 2020

Niet goed eetbare snijbonen

Afgelopen vrijdag was het zo ontzettend warm; desondanks was ik naar de markt gegaan om van die overheerlijke geitenkaas in te slaan bij Barto, voorheen "de sik" genoemd door ons. Al sinds jaar en dag kopen we bij hem geitenkaas; eens in de 14 dagen staat hij bij ons op de markt. Als hij niets te doen heeft loopt hij rond bij collega marktkramen om een praatje te maken; ik moest hem dan ook zoeken en pas tegenover de slager stond hij te ouwenelen. Hij had me niet eens in de gaten dus zei: "je maakt het nu wel heel erg bont!". Hij begreep wat ik bedoelde, maar ik ging eerst maar naar de slager en liet hem zijn kletspraatje rustig afmaken. Bij de slager lag het bestelde lamsruggetje al klaar; dat ga ik in de Römertopf gaar maken; ben benieuwd naar het resultaat. 
Vervolgens heb ik bij Theo in de tuin de laatste bonen geplukt; hadden er kennelijk al veel eerder af gemoeten zag ik. Theo wilde ze dan ook niet verkopen; ze moesten eerst geselecteerd worden en daar had hij gelijk in. Ik zei dat ik ze toch wel wilde hebben en ondanks zijn protest heb ik ze meegenomen en inderdaad moest ik constateren dat veel van de snijbonen wel erg draderig waren geworden. Maar ik kan Theo niet de schuld geven want hij had mij stevig gewaarschuwd! Ik ga nu de goede er maar eens uitzoeken.

01 augustus 2020

Marjorie aan de telefoon

Foto ook per whatsapp
aan Marjorie gestuurd
Altijd weer een bijzondere dag: 1 augustus; niet alleen omdat Anneke dan haar verjaardag viert - ik appte haar uiteraard ter ere van dit feit - maar omdat er vaak iets bijzonders lijkt te gebeuren op 1 augustus in mijn leven.
Schoondochter Marjorie ligt alweer geruime tijd op de Intensive Care afdeling van het LUMC met ernstige hartproblematiek, bijwerking van de chemo die ze heeft moeten ondergaan. Roos was er vandaag; ik stond in de keuken iets aan het eten voor te bereiden toen mijn telefoon overging. Ik vroeg Roos om even op te nemen en kennelijk was het het telefoontoestel van Marjorie aan de andere kant want ik hoorde Roos opgewonden bijna gillend uitroepen: "Marjorie!"; dat was een hele verrassing. En ja hoor, moeizaam uit haar woorden komend hadden wij haar even aan de lijn waarbij Hugo af en toe verduidelijkte wat ze ons wilde mededelen. 
Dit was wel heel bijzonder voor deze eerste augustus en ik was er enigszins door van streek. Later belde Hugo nog. Hij vroeg of Roos nog boerenkool in de tuin had staan; daar is Marjorie zo gek op en of ik die dan klaar kon maken voor haar zodat ze "iets lekkers" kon eten in plaats van ziekenhuis voedsel. "Niet zo veel en niet zo vet, pap", zo drukte hij mij op het hart. En natuurlijk hebben Roos en ik zo spoedig mogelijk aan het verzoek voldaan. Ik heb daar ook nog foto's van naar Marjorie gestuurd en met haar ge-appt. Zij heeft altijd veel voor ons betekend en we zijn blij dat we wat voor haar kunnen doen. Je voelt je zo ontzettend machteloos als je aan de zijlijn staat.