30 april 2013

Koning Willem-Alexander

Het koninklijk paar. Foto van Internet
Vandaag definitief de laatste koninginnedag; koningin Beatrix is afgetreden en voor het eerst sinds 1890 wordt de kroon weer door een manlijke "Oranje" gedragen: koning Willem-Alexander.
Nog zeer goed herinner ik mij de troonswisseling van koningin Juliana en prinses Beatrix; een jonge mooie koningin stond daar trots in de koningsmantel en een witte Japon; haar moeder was moe van de taak die zij had vervuld. En vandaag verliet zij de troon voor de opvolging door haar zoon Willem-Alexander. Opnieuw was ik sterk onder de indruk van het moment, net als 33 jaar geleden. En daar waar koningin Beatrix in die 33 jaar het koningshuis haar waardigheid heeft terug gegeven, daarin bijgestaan door de onvergetelijke prins Claus, heb ik in het nieuwe koningspaar ook alle vertrouwen.
Wat mij overigens bijzonder frappeerde was de koninklijke houding van prinses Amalia, prinses van Oranje en beoogd troonopvolger. Zoals zij haar twee zusjes letterlijk bij de hand nam en tevens, trots kijkend, naar de omstanders groette vond ik werkelijk koninklijk. Ik zal het ongetwijfeld niet meemaken dat zij haar vader op zal volgen; dan doen mijn kiezen geen pijn meer, maar ik heb zo het gevoel dat het koninklijk huis definitief haar waardige plek heeft hervonden binnen de Nederlandse samenleving. Daaraan hebben prins Claus en prinses Maxima, inmiddels koningin Maxima duidelijk hun aandeel geleverd!

PS
Die dertigste april had voor mij als kind al betekenis. Met mijn vriend Fred van Manen had ik een wandelclub, de Julianaclub die als doel had om op koninginnedag van Slotermeer, waar wij beiden woonden, naar Zaandam te wandelen en weer terug. Ik wil dat nog één keer doen, in m'n uppie denk ik en dan terug denken aan al die koninginnedagen die inmiddels gepasseerd zijn, totaal 64 of 65 denk ik want koningin Juliana trad aan in het jaar dat ik werd geboren en ik word volgende week 65. Koning Willem Alexander is inmiddels de vierde monarch die ik meemaak.

29 april 2013

Telepathie; echt meegemaakt

Het betreft een verschijnsel dat kennelijk (nog steeds?) niet wetenschappelijk werd aangetoond: telepathie. Ik weet niet hoe ik er bij kom maar deze week bedacht ik mij dat ik er eens een bloggie aan moest wijden. Want tot zeker twee maal toe heb ik een frappante ervaring gehad waarbij mijns inziens sprake was van telepathie en wel tussen ouder(s) en kind.
Mijn oudste dochter, Joke was ongeveer een jaar oud en stond in de box in de tuin. Anneke en ik waren elders in de tuin aan het werk. Op een bepaald moment kwamen Anneke en ik aangehold naar de box en wat bleek? Joke had een wesp in haar mond. Ik geloof niet dat ze al was gestoken, maar mijn vermoeden is toch dat ze  in paniek was en dat wij die paniek op de één of andere, onverklaarbare manier voelden.
Een tweede keer dat dit mij overkwam betrof mijn jongste dochter, Arja, destijds een jaar of drie, misschien vier. We waren met twee gezinnen, in totaal zes kinderen bij het Henschoter meertje, ergens in de buurt van Woudenberg op de Utrechtse heuvelrug. De kinderen van het andere gezin hadden een luchtbed; daar had ik het niet zo op eerlijk gezegd. Arja was daarop geklommen en er kennelijk weer afgestapt in een deel dat te diep voor haar was. Ik had dat niet gemerkt maar voelde plotseling een enorme paniek in mijzelf opwellen en draaide me razendsnel om. En daar stond Arja, met haar mondje nog net boven water; allemachtig wat schrok ik toen. Maar weer dat telepathische gevoel van dat er iets ernstigs aan de hand was.
En dan had ik ook wel met Lien dat ik de telefoon opnam om haar te bellen en dan had ik haar al aan de lijn zonder dat de telefoon ook maar was overgegaan; dat gebeurde meer dan eens; of dat telepathie of toeval was laat ik graag in het midden. Voor mij zijn het toch een soort oer-communicatie-signalen die je niet maar mag afdoen als "niet-wetenschappelijk aantoonbaar". Maar een proefopstelling om het bestaan van dit soort signalen "wetenschappelijk" aan te tonen zou ik ook zo één twee drie niet weten aan te dragen.

28 april 2013

De "voyager" verlaat het zonnestelsel

De rode vlek op Jupiter. Foto van nabij genomen door de Voyager.
Al sinds 1977 op ontdekkingsreis door ons zonnestelsel is de voyager nu aangeland aan de grens van dit geheel. Wonderlijk en ontzettend knap dat het apparaat het nog doet na zo'n lange tijd. Ik kan me die lancering nog herinneren en vooral ook die prachtige beelden. Dochter Joke was daar ook gek op; ik zie haar nog bladeren door de exemplaren van "Natuur en Wetenschap" met die schitterende foto's van de planeten erop. Meer dan een hele generatie geleden dus dat deze ruimtesonde werd gelanceerd en daar in die vijandige ruimte verder gaat. Aan boord een plaquette weet ik nog met schematische informatie over onze menselijke soort en waar zij kan worden gevonden. En dan nu op weg naar de eeuwigheid. En nog steeds stuurt ze ons informatie die we nog kunnen begrijpen ook. 

27 april 2013

Het eerste stoplicht

Berlijn met het eerste
stoplicht
Het werd ons gepresenteerd als "het eerste stoplicht", misschien in Berlijn, misschien in Duitsland, maar in ieder geval niet "ter wereld", althans dat beweert een publicatie op Internet. Het staat nog steeds in Berlijn, niet meer in gebruik en kennelijk heeft het de tand van de aldaar toch wel erg rumoerige tijd doorstaan.
Bij het naspeuren van "het eerste stoplicht" kwam ik een aandoenlijk plaatje tegen van de gebeurtenis dat dit fenomeen zich in Eindhoven afspeelde; een grote groep fietsers en een auto staan als athleten voor de race klaar om op commando van het stoplicht er vandoor te gaan.
Klaar voor de start
Kom daar nu nog maar eens om; een stoplicht wordt toch vooral als hinderlijk ervaren, net als de belastingdienst, maar je kunt als samenleving niet zonder functioneren. Overigens zie je bij ons in het dorp steeds meer stoplichten verdwijnen en in plaats daarvan zelf regulerende voorrangs circuits komen. De regulatie van het verkeer gebeurt als vanzelf; had vroeger een van rechts komend voertuig voorrang, daar stond bij het drukker worden van het verkeer de hele boel stil bij drukte. Dat gebeurt niet meer nu het verkeer op de rotonde zelf voorrang heeft; de doorstroming is gegarandeerd: daar is bij nagedacht!!

26 april 2013

Berlijn en het ijzeren gordijn

Deze foto stond ergens in de buurt van voormalig checkpoint Charlie in Berlijn; een Amerikaanse soldaat, een jonge vent natuurlijk, die angtstig kijkt of hij het kind dat zo graag naar de "andere kant" wil over het prikkeldraad kan tillen zonder dat er geschoten zal worden. Althans zo interpreteerde ik dit schrijnende plaatje.
Het lijkt alweer zo lang geleden dat de Berllijnse muur viel, Van het optrekken van de muur kan ik me niet zo gek veel herinneren; eerlijk gezegd helemaal niets. Als een dief in de nacht trok het communistische regime een betonnen muur op om te voorkomen dat haar inwoners naar "het westen" zouden vertrekken. Een regime dat haar inwoners met geweld binnen moet houden doet het niet goed. Het buiten houden van ongewenste lieden door een muur op te trekken is een gewoonte die al bekend is uit de klassieke oudheid; Athene had een dubbele muur die liep van de stad tot de haven, Piraeus. Daar is vrijwel niets meer van over begreep ik van Fik Meijer, de classicus die zo boeiend kan verhalen over de klassieke tijd. Dit speelde in de tijd van Perikles, de grote man achter de fundamenten van de democratie, een periode die overigens slechts zo'n 40 jaar heeft mogen duren. Ooit waren we in Lesbos met een gezelschap. Iemand vertelde ons dat hij van de gids had vernomen dat Griekenland pas sinds kort de democratie kende, waarop Roos en ik in lachen uitbarstten. "Ja dat had de gids toch verteld", hoe dom en onwetend kun je zijn. Democratie is zelfs een van het Grieks afgeleid woord. En dat was toch wel waar deze Amerikaanse soldaat voor stond.

25 april 2013

Tot slot naar Peschici

De toren op de rotsige uitloper. Een vuurtoren? 
Na twee (koude!) overnachtingen, maar prachtig weer overdag, ging de SNP orchideeënreis weer verder van Matinata naar de laatste overnachtingsplek: Peschici. Op weg daarheen een wandeling die eindigde bij de zee alwaar we werden opgepikt door de bus met onze vriendelijke chauffeur Mateo. Het waaide stevig en het leek wel of er een weersverandering in de lucht zat; de wind was behoorlijk fris, een frisheid die ruimschoots werd gecompenseerd door de heerlijk warme zon. Je moet erg uitkijken daar in die zuidelijke streken; verschillende dagen heb ik mijn armen wat al te zwaar aan de zon blootgesteld en zat ik met een rooie kop 'savonds aan tafel. Echt verbrand ben ik gelukkig niet; een kwestie van petje op en hemd slechts af en toe uitdoen om van de zon te genieten. Dat is mijn manier van zonnebrand. 10 minuten per uur zonnen betekent factor 6 van zonnebrand nietwaar?
Overal aan de kust zie je stenen torens waarvan niet helemaal duidelijk is waartoe die dienen of gediend hebben. De toren op de foto was oud, misschien wel uit klassieke tijden, met hele dikke, slordig gemetselde natuurstenen; inmiddels behoorlijk vervallen allemaal. Maar elders stonden nieuw opgetrokken exemplaren.
We kwamen aan in Peschici; Dick, Ab en ik hebben direct het stadje verkend en genoten van het Italiaanse ijs; dat is toch wel van bijzondere kwaliteit. We namen ons voor om een kwaliteitstest te doen van alle gelateria's van Peschici. Dat bleek echter niet mogelijk vanwege het grote aantal daarvan.
Het is een heel aardig bergstadje met een grappige binnenstad en een meer dan duizend jaar oud voormalig kasteel. Maar het meeste indruk maakte wel het hotel Elisa op mij en dan vooral de kwaliteit van de drie diners die we daar hebben mogen genieten. Ik heb me aan de grond vast gegeten!

24 april 2013

Het fotograferen van bloemen


Wolzweverorchis
Wolzwever
Wanneer er tijdens de orchideeënreis weer een "nieuwe" soort orchidee werd "ontdekt", of een bijzonder fraai exemplaar van een reeds eerder ontwaarde soort, dan stonden de fotografen van het gezelschap elkaar bijna te verdringen rond het floristisch kleinood. Sommige van deze individuele bloemen zijn tientallen keren vastgelegd. Klaas liep voortdurend met zijn toestel op z'n buik; ik noemde het dan ook gekscherend zijn "prothese". In de bus liet hij graag de resultaten zien die hij op deskundige wijze vastlegde en kon manipuleren; leuke hobby. Ik vond het vooral ook een genoegen om de fotografen aan het werk te zien. Gerard maakte een keer een geestige opmerking: "was jij al aan de beurt?", vraag aan een mede-fotograaf.
Daarentegen bekeek ik de bloemen met behulp van mijn verrekijker en moest altijd grinniken wanneer het hoofd van één van de fotografen mijn beeld weer eens volledig innam. Ach, er stonden er genoeg; ik kwam ruimschoots aan mijn trekken qua beleving van de schoonheid van de flora en fauna.
"Ik pluk de plaatjes voor m'n Blogs wel van Internet", dacht ik; het resultaat ziet u in de weblog van vandaag.
De fotografen, wachtend op hun beurt om deze orchis
vast te leggen
Een hele fraaie orchis, met een hele mooie naam is de Wolzwever-orchis (zie foto, geplukt van Internet), genoemd naar het insect waar de bloemen wat van weg hebben (foto eveneens van Internet geplukt). Daar in de buurt zag je ook het insect waar de bloem naar genoemd was, met zijn puntsnuit honing opzuigend uit de talrijk aanwezige bloemen; rusteloos vloog hij van bloem tot bloem terwijl hij voor elke bloem zwevend bleef hangen. Volgens Ab heet hij de wolzwever vanwege het harige lijf.

23 april 2013

De tempel van Jupiter op de Monte Dodoni

Silhouet van een adelaar
Na een verblijf van twee dagen in Monte San Angelo vertrokken we naar een bijzonder onderkomen in de gemeente Matinata; een agritouristica genaamd Monte Sacro naar de berg even verderop. Op weg daarnaar toe deden we een wandeling door een bos in voorjaarstooi; heerlijk stil en natuurlijk weer een aantal nieuwe soorten orchideeën, althans nieuw gevonden door de groep. Ik hield het meer op wandelen. Geluncht met een lunchpakket van het hotel; ja ja de verzorging was uitstekend.
De agritouristica was heel bijzonder en vooral het diner en ontbijt vielen bij de groep in bijzonder goede aarde. En natuurlijk weer de vindplaatsen. Voor het diner nog even een weitje bezocht en opnieuw een aantal nieuw gevonden soorten. Het resultaat van de eerste groep was al ruimschoots gepasseerd; uiteindelijk zouden we met 31 soorten het record van de vorige groep "verpulveren".
De gastheer van het verblijf zwaaide de pollepel in de keuken op voorbeeldige wijze; we voelden ons verwend. De dag erop gingen we de Monte Sacro bestijgen, een hoogte van ongeveer 250 meter over een rotsig wandelpad. Boven gekomen was een oude kapel, vrijwel geheel in elkaar gestort. Daarachter bevond zich een gerestaureerd bouwwerk; het pad dat erheen leidde herkende ik direct als uit de tijd van de Romeinen; grote stenen die een degelijk pad vormden als in Duitsland en Spanje. In het bouwwerk zag ik een uitgehouwen silhouet van een adelaar. Ik riep Klaas, de meest fanatieke fotograaf van het gezelschap erbij met de vraag of hij dit al had ontdekt. Hij maakte mij attent op een informatiebord. Ondanks mijn slechts geringe kennis van het Spaans kon ik uit de tekst opmaken dat het hier een antieke tempel, gewijd aan Jupiter betrof en dat de Monte Sacro in antieke tijden de Monte Dodoni werd genoemd. Geen toeval, want het antieke Griekse Dodona, de plek waar de reusachtige eik stond, waar uit het ruisen van de bladeren de stem van Zeus (Jupiter voor de Romeinen) klonk, bevond zich hier aan de overkant van de (Adriatische) zee.

22 april 2013

Orchideeënreis in de Garganostreek

Italië kent aan de oostelijke kust, een schiereiland, enkele honderden kilometers boven de hak van de laars: de Gargano. Het heeft relatief weinig landbouw en dus veel ongestoorde gebied; het bestaat uit kalkrotsen en kent derhalve een fraaie natuur. Er groeien veel van de voor verstoring gevoelige planten zoals met name orchideeën. En daarvoor waren we hier met het gezelschap dat deelnam aan de orchideeënreis van de SNP. Het was de tweede orchideeënreis van dit jaar; de week tevoren was de eerste groep geweest. Zij hadden bij elkaar 17 verschillende soorten gevonden en nu was het de kunst om dat aantal in deze tweede reis te overtreffen. De orchideeën kennen een vrij beperkte periode van bloei die afhangt van de weeromstandigheden. Dat heb ik overigens in de Dordogne, een vergelijkbaar gebied met kalk als grondsoort ook ervaren. Mijn ouders gingen daar altijd vroeg in het voorjaar heen en dan waren er talloze orchideeënsoorten terwijl ik die enkele weken later daar eigenlijk nauwelijks meer aantrof.
Bij deze reis had ik ook steeds het gevoel dat m'n ouwe vader op m'n schouder mee zat te kijken naar de bloemenpracht; het waren niet alleen de orchideeën, orchissen voor de deskundigen en ook ophrissen, soorten die slechts rond de middellandse zee voorkomen; ik genoot ook van de andere bloemen, zoals de kuifhyacint, hier op de foto en van de prachtige uitzichten in dit natuurlijk landschap.
De eerste dag kwamen we aan in Monte San Angelo, ter hoogte van Manfredonia en dan hoog de berg op. Daarachter was een weitje dat we voor het diner nog gingen onderzoeken en waar direct al 7 verschillende soorten werden aangetroffen. Het begon al goed dus. De volgende morgen op weg naar een andere plek bij een dal; en weer een aantal "nieuwe" soorten. Ik kreeg de kriebels in m'n benen en heb een stuk gewandeld. Helaas liep het weggetje dood. Je kunt hier in Italië wel wandelen maar dan ben je toch vooral aangewezen op de geasfalteerde wegen waar overigens nauwelijk auto's rijden, maar bloemenpracht alom!

21 april 2013

Op weg naar Gargano

Gargano, fraai natuurgebied in
Italië
Ben zojuist terug gekeerd van een SNP orchideeënreis naar Gargano, een fraai natuurgebied in Italië. Een week geleden vertrokken vanuit Schiphol. De reisorganisatie had aangegeven dat het wenselijk was om 2.30 uur tevoren op het vliegveld aanwezig te zijn; het vliegtuig zou om 9.30 vertrekken. Dat betekende dat ik de boemel van 5.50 moest nemen (op zondagmorgen dus) vanuit station Utrecht CS. Als wandelaar nam ik natuurlijk graag dat stukje naar Utrecht voor m'n rekening, dus om 3.30 uur de deur uit, bepakt met rugzak en verrekijker en via de Utrechtseweg naar het station. Lekker rustig op straat; enkele fietsers reden me tegemoet; een Engels sprekende jongedame voroeg me zelfs de weg naar Bilthoven. En dan in Utrecht stad zelf aangekomen; allemaal dronken en uiterst vermoeid ogende jongelui, waarschijnlijk voor een groot deel studenten. Er waren nog eetzaakjes geopend zo middenin de nacht; het was natuurlijk de uitloop van de zaterdagavond. Aangekomen op CS stond er inderdaad een boemel naar Schiphol; het OV in NL is toch wel verdraaid goed georganiseerd. Ruim een uur later kwam ik aan op Schiphol; Ab en Dick hadden net ingecheckt aan de verder vrijwel verlaten incheckbalie van Transavia.
Het verschil met de uiterst efficiënte organisatie van Ryanair was overigens duidelijk; had ik niet zo prominent verwacht eerlijk gezegd. Iedereen had een instapkaart dus een geweldig getut bij het instappen; het vliegtuig stond al lang gereed maar vanwege wel toegelichte, maar verder niet te begrijpen redenen vertrokken we ruim een half uur te laat. Michael O'Leary (directeur van Ryanair) zou z'n schoenen van frustratie hebben opgevroten als het op één van "zijn" vliegvelden zo zou verlopen. En op de terugweg vanuit Napels overigens het zelfde laken een pak. Maar beide reizen verliepen verder soepel, afgezien dat de bagage van Ab, waar mijn verrekijker en wat Italiaanse lekkernijen bij in zaten, niet op de band stond. 

20 april 2013

De hitte van Sevilla

Hoewel ik niet gelovig ben, laat staan katholiek, groet ik toch altijd dit beeldje wanneer ik in Sevilla ben en wanneer ik weer vertrek. Het staat in een nisje van de Giralda, de toren van de moskee van Sevilla in de moorse tijd toen het zuiden van Spanje werd geregeerd door de arabieren. Andalucia, maar nog veel meer plaatsen en rivieren hebben hun naam nog aan die arabische tijd te danken; de rivier de Guadalquivir die door Sevilla loopt bijvoorbeeld. Andalucia betekent in het Arabisch Paradijs en dat is het ook. Daar ga ik dan ook altijd heen vanuit Sevilla. Al is het soms maar voor een paar dagen, maar ik moet gewoon regelmatig naar Sevilla en naar Andalucia; Parco de Aracena is mijn reisdoel. De atmosfeer moet ik regelmatig insnuiven. Sevilla wordt ook wel de braadpan van Spanje genoemd en het kan er heet zijn. Ik kwam wel eens met de bus vanuit Aracena aan in Sevilla en dan was het 42 graden celsius met een stevig windje. Dat deed dan gewoon pijn aan m'n blote benen.
Roos in het vliegtuig van Ryanair
Maar we hebben er ook wel eens zitten kleumen in de tijd dat je nog niet met Ryanair kon landen in Sevilla. Dan gingen we eerst naar Madrid en dan met de nachtbus naar Sevilla. Eén keer waren we zo stom om een te vroege bus te nemen zodat we om 4.00 uur in de nacht in Sevilla aankwamen; heel koud en nergens iets open natuurlijk. En de bus naar Aracena gaat pas om 9.00 uur. Later namen we de bus die om 6.00 uur in Sevilla aankomt en gingen we bij "de mannetjes" koffie drinken met een eerste bocadillo con jamon. Maar dat hoeft niet meer. Nadat we eerst vanuit Weeze naar Sevilla konden met Ryanair gaat dat nu al enkele jaren via Eindhoven. Ryanair maakt Sevilla zo heerlijk bereikbaar.

19 april 2013

De crisis in Spanje

Huizen "in aanbouw?!"  Restant van de hebzucht.
Al sinds tien jaar kom ik zeer geregeld in het Parco de Aracena. Na de landing in Sevilla en een overnachting aldaar met de ochtendbus naar Aracena, kopje koffie in het busstation, wandeling door het dorpje en terugzien van het centrale plein op weg naar Fuenteheridos; een fijne wandeling die we jaren geleden al hebben geëxploreerd en nu jaarlijks maken. Waar je vroeger direct vanuit de dorpsgrens het boerenland in liep, daar heb ik langzaam maar zeker de Spaanse ellende haar beslag zien krijgen. Met grote machines werd de grond afgegraven tot op de rotsen; direct op de rotsen werden betonnen constructies geplaatst; een afzichtelijke wijk van allemaal gelijkvormige huizen werd erop gebouwd, zo te zien van bedenkelijke kwaliteit. En toen plotseling stond alles stil. En zo staat het er inmiddels al jaren bij; roest, zwervers en onkruid nemen hand over hand bezit van de ruimte vol van betonnen skeletten, huizen in aanbouw; de bouwkranen staan nog overeind.
De gekte is over, de ellende kwam daarvoor in de plaats. Ik hoor nog een zaken-relatie uit die booming bouwperiode zeggen: "je moet nu een huis kopen in Andalusië", de prijzen stijgen de pan uit. "Het zal wel", dacht ik destijds al bij mezelf. Allemaal neo-liberale hebzucht, aangewakkerd door onverantwoordelijke bank directies. Ik word er droef van. En ondertussen begint m'n wandelpad een stuk verder en moet ik me iedere keer weer door die steeds rottiger wordende bouwellende worstelen.

18 april 2013

Ephese in Berlijn

Romeinse resten in het Pergamom museum (Berlijn)
In 1978 was ik met Lien op Samos met vakantie. We hebben bij die gelegenheid een excursie gemaakt naar Turkije, naar de uit de bijbel bekende Romeins/Helleense plaats Ephese, via de haven van Kusadassi in Turkije; heden een toeristische trekpleister met miljoenen bezoekers per jaar; destijds eigenlijk heel rustig en we konden alles op ons gemak aanschouwen. Grote gebouwen van meerdere verdiepingen stonden nog steeds rechtop ondanks al die vergane eeuwen; in de straat gekraste bordspelen stonden daar onversleten in het plaveisel alsof er de dag tevoren nog op gespeeld was. Een schitterend schouwspel dus.
Na afloop hebben we nog door Kusadassi gezworven en lekker gegeten; kostte "geen drol" zoals dat tegenwoordig heet. Tot onze verbazing werden we als Hollanders herkend door een Turkse jongeman:  "ik zie het aan jullie ogen", zei hij in het Nederlands. Had in NL gewoond vertelde hij.
Aan dat bezoek moest ik sterk denken afgelopen december bij onze kerstbridgereis annex bezoek aan Berlijn. We waren naar het Pergamom museum aldaar en daar stond in een enorme zaal een herbouwde gevel, ooit gegapt uit een antieke Romeinse stad. Fijn dat het zo bewaard is gebleven en zo goed toegankelijk, beschermd voor weer, wind en vandalisme. De geallieerden hebben de beschaving getoond om het fantastisch mooie museum in ieder geval niet te bombarderen. Hulde!

17 april 2013

Bits en bytes over 1000 jaar

Bericht in spijkerschrift op een
gebakken kleitablet
Deze steen met ingebeitelde informatie is bewaard gebleven over een tijdsperiode van tientallen eeuwen; dat is een voor normale mensen niet voor te stellen tijdsperiode. En door deskundigen kan de inhoud van deze tekst ook nog begrepen worden, althans de uitleg stond erbij in het Pergamom museum te Berlijn waar wij vorig jaar december verbleven. Daar kan ik dan in gepeins bij stil staan. Hoe zou het onze informatie vergaan? In beginsel kun je natuurlijk al die bits en bytes die wij met z'n allen produceren eindeloos copiëren en bewaren. Maar mijn ervaring is toch wel dat je zelfs binnen mijn eigen generatie al zoveel verschillende media hebt met de bijbehorende apparatuur dat je de oude informatiedragers niet eens meer kunt aflezen. Voor iets heel bijzonders zal dan wellicht alles in het werk gesteld worden. Maar kom je een oude floppy disk tegen, wat dan?! De ouderen onder de lezers zullen zich misschien nog de in stevig papier ronddraaiende magnetische dunne floppy's herinneren. Je hoorde ze gewoon schuren en ronddraaien terwijl ze werden uitgelezen. Mocht je er eentje vinden op zolder met die ouwe teksten die je nog zo graag eens zou willen lezen, nou vergeet het maar.
Maar deze kleitablet, misschien wel door een brand in de bibliotheek voor de eeuwigheid gebakken, of tekst in steen uitgebeiteld, onverwoestbaar. Slechts kwaadwilligen zouden er met een voorhamer op in moeten gaan om hem te vernielen zoals destijds met die oude Boeddha beelden in Afghanistan. Na meerdere duizenden jaren nog opgesteld voor publieke bezichtiging staat hij daar. Zijn informatie is natuurlijk weinig relevant meer maar geeft inzicht in het dagelijks leven van die tijd, meerdere millennia geleden.

16 april 2013

Twintigers hoeven niet zo nodig een eigen auto

Artikel over het verminerd gebruik van de auto door jongeren
Auto rijden was nooit zo "mijn ding". Dat is niet van de laatste jaren maar eigenlijk al veel langer, al van toen ik "nog jong" was.
Toen mijn broer en schoonzus nog maar kort in Bovenkarspel woonden stelde ik Lien voor om maar eens met de trein te gaan. Gewoon, omdat ik dat leuker vond dan met de 2CV die we in die tijd hadden. Nou heeft Bovenkarspel twee stations en we waren in het verkeerde uitgestapt. En die arme Lien had van die laarzen aan die voor visite waren en eigenlijk ongeschikt om mee te wandelen. Wat was ze boos op me, en terecht. Dat was onze eerste treinrit. Later gingen we wel naar kennissen van ons in Maastricht met de trein; lekker luxe eerste klas weet ik nog wel. Dus ja, die trein zat er altijd wel in. Gemakzucht eigenlijk, want dan hoef je niet zelf te rijden. Vanaf het moment dat ik vanwege het forenzen een NS-kaart en later een OV-kaart kreeg heb ik nauwelijks meer auto gereden; heb er als gezegd niks mee. Viel ook in slaap als ik moest rijden zo saai vond ik het.
Maar nu las ik dat jonge mensen, niet alleen in Europa maar zelfs in het auto-verslaafde Amerika minder auto gaan rijden tot grote schrik van de auto industrie. Grappig fenomeen waar ik me alles bij voor kan stellen. Zo'n auto kost veel en staat 90% van de tijd stil voor de deur. Zo'n green wheels wagen gebruik je als je hem nodig hebt, maar ik weet uit ervaring dat je met het OV ook overal komt en dat is een stuk goedkoper en makkelijker. Je hoeft dan niet zelf aan het stuur te trekken. En dat hebben de jonge mensen kennelijk ontdekt. Hulde!

15 april 2013

De nieuwe NS plee

De nieuwe plee, fraai maar kwetsbaar
NS heeft een aantal van de oude dubbeldeks stoptreinen, u weet wel met die locomotief ervoor, omgebouwd tot chique "sprinters". Meer beenruimte, mooie blauwe bekleding, zelfs een bank waar je op kunt hangen/liggen. Fraaie deurknoppen en ook nieuwe toiletten. Die laatste wekken een beetje mijn lachlust op. Volgens mij zijn ze zo ontzettend storings-gevoelig geworden en lastig in het gebruik, althans de eerste keer.
Bij mijn eerste kennismaking was ik aangenaam verrast door de aanblik van de nieuwe trein. De conducteur liet mij trots zien hoe het toilet werkte. Nou dat was maar goed ook, want je moet de deur niet alleen elektronisch open laten gaan maar ook dicht en apart sluiten. Allemaal elektrisch en met een ronde schuifdeur. De tweede keer dat ik een dergelijk toilet wilde gebruiken drukte ik op de knop en tot m'n lachlust klonk een stem:  "dit toilet is buiten gebruik", de deur ging niet meer dicht. Maar ik wilde ook een keer het toilet open maken en toen zat er niets vermoedend nog iemand op die ook niet wist dat je hem nog moest sluiten.
Het ziet er allemaal gelikt uit, met zo'n pot waarin de vuiligheid wordt weggezogen, maar die ouwe trouwe plees, gewoon met een draaisluiting aan de deur en een gat voor de vuiligheid op de rails waren een stuk bedrijfs zekerder. Het enige ongerief was dat ze vaak nogal stonken, maar dat mag geen verbazing wekken.

14 april 2013

Noord Gronings gedicht


Ergens in de buurt van Usquert zag ik een treffend gedicht aan een schutting getimmerd. In het Gronings natuurlijk want je zit daar in Noord Groningen, meer Gronings kan het nauwelijks worden (misschien Noordpolderzijl?). Ik kom daar al vanouds; dat verre land trok mij al vanaf dat ik een NS abonnement had. Dick niet, die vond het niks daar, dus ging ik altijd in m'n uppie. Mijn vroegere buren waren echte Groningers en die verlatenheid heeft mijn nieuwsgierigheid gewekt. Het is ook fascinerend om daar langs die eindeloze streken te lopen. Vlakten met graan; enorme kwelders met rode, paarse of groene kleuren; vogels. Akkers met uien, aardappels; verten zonder flats, hoogspanningsmasten of andere horizonverstoorders. Ik mag dat land wel. Mensen, als je ze al tegen komt zijn altijd in voor een praatje. Dat vind je wel terug in dit gedicht hoewel ik betwijfel of ik het helemaal versta.

13 april 2013

Culinaria in Zeist

Het voorgerecht, een fantasie met aubergine en granaatappel
Gisteravond waren we bij vrienden uitgenodigd om te komen eten. Melle ken ik vanuit Slowfood en van de organisatie van kooklessen en smaakbelevingsbijeenkomsten op hoog niveau. Op culinair gebied stelde hij ons dan ook niet teleur.
Ik had best een spannende dag achter de rug met het tekenen van het contract voor het gevel-onderhoud namens de Vereniging van Eigenaren nadat de begroting door de Algemene Leden Vergadering was goedgekeurd. Had ik deze vergadering al voorgezeten merkte ik dat ik dit soort akkefietjes helemaal niet meer gewend ben; ik ervoer het toch wel als enigszins spannend terwijl ik in mijn werkend bestaan toch wel voor heel wat heter vuren heb gestaan. Maar die spanning was weggezakt toen we bij Melle en ega arriveerden. Met een glaasje wijn met bijlage, geroosterde pitjes, radijsjes en kalamata olijven werden we ontvangen. Vervolgens zette Melle zich aan zijn grote hobby en in de open keuken, die garant stond voor een doorlopende conversatie zette hij een verrukkelijk maal in elkaar.
Zeebaars op een bedje van spinazie, Alkmaarse gort,
gestoofd met venkel, gestoofde anijschampignons,
overgoten met sauce Hollandaise
En wat hij ons voorzette loog er niet om; zorgvuldig bewerkte aubergine met kwark, kruiden en granaatappel uit de oven, prachtig opgediend op een schotel met een fantasierijke bietensoort met niet te onthouden naam. Vervolgens een stukje zeebaarsfilet, subtiel gekruid uit de oven opgediend op spinazie en als bijlage Alkmaarse gort, gestoofd met venkel en gesmoorde anijschampignons, besprenkeld met sauce Hollandaise was het een verrassende combinatie. Tot slot een door Ria enkele dagen tevoren toebereide Tiramisu.
En tussendoor een onderhoudende conversatie; natuurlijk over voedsel en voedselbereiding. Ik merkte dat ik prateriger was dan ik van mezelf gewend ben; het is natuurlijk ook wel één van m'n belangrijkste stokpaardjes: gezond en vooral lekker eten. En dat laatste hebben we gedaan. Nog dank daarvoor Melle en Ria, ook namens Roos.

12 april 2013

Twee maanden oud

Evi Ruijters, foto van Arja's facebook
pagina gepikt
Ze kijkt je bijna schalks aan op deze foto, Evi, mijn kleindochter van inmiddels alweer ruim 2 maanden oud. Als ik naar die foto kijk begin ik van binnen gewoon zelf ook te glimlachen. Misschien de reactie van een trotse grootvader maar ik vind haar zo "wijs" voor zo'n jonge baby.
Bij haar geboorte merkte ik al op dat de naam Evi in onze familie voorkomt. Tante Evie Onrust-Onrust, een zuster van mijn grootmoeder van vaders kant heette zo. Zij was de lievelingstante van mijn vader, had een groot aantal kinderen ik meen acht of tien; ze is heel oud geworden, ergens in de negentig. Evie was in het dorp Oostzaan, waar die hele familielijn vandaan komt zoals ik heb kunnen constateren blijven wonen en met haar ook de meesten van haar kinderen. Mijn vader ging graag naar zijn neven en nichten in Oostzaan; hij voelde grote affiniteit voor dit plaatsje, een affiniteit die ik later met hem heb gedeeld toen we daar samen gingen vissen. Ik vond het dan ook frappant dat dochter Arja haar dochter deze naam heeft gegeven en hoop een keer met de kleine Evi, als zij grote Evi is geworden naar Oostzaan te gaan en haar de dingen te laten zien waar haar overgrootvader Henk zo gek op was.
In mijn kast staat al sinds een eeuwigheid een foto met daarop vier dames op middelbare leeftijd. Dat is een foto van mijn grootmoeder met haar twee zussen, Evie en Immie en een zekere tante Dirkje, waarschijnlijk een zuster van hun moeder Jansje Swart, de bet-betovergrootmoeder van de kleine Evi.

11 april 2013

En daarmee sluit ik de vergadering

Dat was lang geleden dat ik een vergadering had voorgezeten, maar gisteravond was dat weer eens het geval. Het voelde heel vertrouwd om te openen, agenda, notulen en dan de financiële aangelegenheden waar ik geen verstand van heb, toegelicht door penningmeester en bureau. De discussies over de op handen zijnde onderhoudswerkzaamheden aan de flat, want het betrof de ALV van onze Vereniging van Eigenaren (VvE) van de flat. Binnen het bestuur ben ik secretaris, maar bij afwezigheid van de voorzitter had ik de "eer" om deze vergadering in ieder geval technisch voor te zitten.
Nu heb ik mijn steentje bijgedragen bij de voorbereiding van het werk voor het komend jaar.  Aannemers selecteren; ontvangen, spreken en rondleiden; offertes aanvragen; offertes beoordelen; nabespreking en dat alles in overleg met mede-bestuursleden en binnen de bouwcommissie van de VvE. De start van de werkzaamheden hangt natuurlijk samen met de goedkeuring van de daarmee samenhangende begroting en dat was derhalve één van de vergaderpunten van de ALV.
Het deed me veel plezier om weer eens middenin het "gerammel", zoals mijn vriend Dick dat noemt, te staan en zo'n beslissingsproces in goede banen te geleiden. Het meest plezierige vond ik het compliment van één van de bewoners dat zij aan het bestuur als geheel gaf voor de inspanningen die zij voor het algemeen belang doet.

10 april 2013

12 mei 2013


Het is een dag waar ik al heel lang naar toe heb geleefd. Het is de dag waarop ik 65 hoop te worden. Een zondag en steeds als ik op een zondag jarig ben dan is het tevens moederdag; dus ook dit jaar.
Zojuist heb ik alle voorbereidende gesprekken met de kinderen afgerond om tot overeenstemming te komen over de viering van dit voor mij toch wel heuglijke feit; tja heuglijk?! Het is natuurlijk de feitelijke markering van de ouderdom; in de tijd dat het kabinet van de Willem Drees de Wettelijke ouderdomspensioenen formuleerde werd er van uit gegaan dat je na je vijfenzestigste levensjaar nog een jaartje te gaan had. En dat uitvaren van dat jaar kon dan dankzij de AOW in financieel betrekkelijk rustig vaarwater. Door de rijkeren werd er schamper over gedaan; ik hoor nog mijn oudoom Jan Onrust zeggen: "benzinegeld"; voor hem was het niet nodig; een aannemer in ruste. Ook voor mijn grootvader, borstelfabrikant, was het niet echt nodig; in die tijd spaarde men voor de oude dag; een goed principe.
Tegenwoordig hebben de meesten een pensioen opgebouwd in hun werkzaam leven maar de AOW is het blijvend fundament gebleken. Een maand later dan 12 mei vanwege de veranderde wetgeving, zal ik vanaf juni dus ook "van Drees gaan trekken" zoals het verkrijgen van het ouderdomspensioen in de beginjaren werd genoemd.
Het lijkt wel of het verkrijgen van het pensioen de reden was dat ik naar deze dag heb uitgekeken; dat is niet zo; vooral het verkrijgen van de vrijheid om je dagen zo in te vullen als me wenselijk voorkwam dat was de grond van dit verlangen. Nu kan ik dat door de omstandigheden inmiddels al een behoorlijk aantal jaren en dat bevalt me uitstekend. Neemt niet weg dat deze datum een levensmijlpaal voor me is die ik nu heel fijn kan markeren temidden van mijn dierbaren in de Biltsche hoek hier in mijn dorp.

09 april 2013

Athene Palace Boekarest

Een intrigerend boek van de hand van een intrigerende vrouw: R.G. Waldeck. Zij leefde van de negentiger aren van de negentiende eeuw tot 1982.
Het verhaal begint in 1940 op de dag dat Parijs viel tijdens WO II; ze was journaliste met een Amerikaans paspoort. Ze beschrijft het verloop van de oorlogshandelingen vanuit het Grand Hotel Athenée Palace in het centrum van Boekarest alwaar alle betrokken nationaliteiten op de één of andere wijze vertegenwoordigd zijn, de Nazi's in het bijzonder. Ze geeft daarbij een verrassende inkijk in de gebeurtenissen op elk niveau; vanuit Europees perspectief, lokaal perspectief en ook vanuit het perspectief van de betrokken personages met al hun sterktes en zwaktes. Door haar persoonlijke charme en journalistieke vakbekwaamheid komt ze met vrijwel iedere speler in aanraking; net als Lanny Budd tijdens WO I en II, maar dan in het echt.
Het ging om nogal bijzondere gebeurtenissen in dat voor-oorlogse, exotische oord Roemenië, een land bevolkt door de nakomelingen van Romeinse soldaten en Dacische vrouwen; de Dacische mannen werden destijds systematisch uitgemoord, daaraan heeft Roemenië  dan ook zijn naam te danken en haar romaanse taal temidden van de Slavische talen; volgens zeggen ligt de roemeense taal dichter bij het vulgair Latijn dan de huidige Italiaanse taal.
Rond 1940 was Roemenië  een stuk groter dan heden; dat had zij te danken aan de herverdelings-politiek van het Oostenrijks-Hongaarse rijk dat na WO I, in 1918 in stukken gescheurd werd. Het gebied met de geheimzinnige naam  "Transsylvanië" (land van Dracula) werd speelbal van de krachten die in dat stuk van de Balkan werden uitgeoefend; Rusland (lees Stalin), Hongarije en Bulgarije roken hun kans om het zwakke Roemenië te grazen te nemen; Hitler speelt een dubieuze rol. De operettekoning Carol II en zijn minnares doen me sterk denken aan het echtpaar Ceaucescu dat het land na WO II op onnavolgbare wijze hebben geteisterd.  Op het cruciale moment heeft de "koning" geen idee wat hij moet doen in de zelf veroorzaakte ellende. Ik zag toen ik dat las de televisie beelden weer voor me van Ceaucescu in vertwijfeling stamelend aan het duidelijke einde van hun macht.
Maar vooral Waldecks' beschrijving van de persoonlijke drijfveren van politici waaronder Hitler en zijn Roemeense consorten, de willekeur van veel belangrijke politieke beslissingen; ze analyseert het genadeloos en scherp. Het griezelige gevoel dringt zich bij mij op dat dit gekonkel van alle tijden is en daarbij dan ook dat het heden waarschijnlijk niet veel anders is. Ik zoek parallellen in het heden.
Maar dit boek is in ieder geval een aanradertje.

PS Voor mijzelf moet ik een citaat uit dit bijzondere boek (waarvoor dank Roos!) vastleggen. Het betreft een interview dat Waldeck zelf ook van groot belang acht want ze heeft er veel aandacht aan gegeven. Zij ontmoet in de lobby een generaal, een heer met grote eruditie en een objectiviteit die je misschien niet zou verwachten van een Duitse leger officier op veldtocht. Zij noemt hem "das Hohe Tier", de hoge ome. Hier de dialoog tussen de twee (pagina 262):

Ik vernam dat de Hohe Tier zeer belezen was op het gebied van Duitse en Franse literatuur .....
"Weet u wat het met u en mij is," zei hij, "wij zijn allebei van die verdomde liberalen. Wij hebben altijd begrip voor het standpunt van de ander en haten niemand. Dat is heel slecht." Vervolgens zei hij op samenzweerderige toon: "Weet u, ik begrijp zelfs Nazi's. Ik bedoel dan de echte nazi's, zij die niet begrijpen maar geloven." En hij vertelde me over een van zijn adjudanten die in Vlaanderen aan zijn verwondingen was bezweken. Tijdens zijn laatste momenten was de Hohe Tier bij hem gebleven en had de adjudant het over zijn nazi-overtuigingen gehad. De Hohe Tier zei, nog steeds verbijsterd: "Hij had het over de Völkische Beobachter en over Alfred Rosenberg. Het klonk mij allemaal als gewauwel in de oren. Maar hij geloofde erin, leefde en stierf voor zijn geloof. Hij was een groot soldaat."

Alfred Rosenberg, de figuur die zo prominent wordt beschreven in het boek van Irving Yalom, "Het Spinoza probleem". 

08 april 2013

Reekalfjes ruiken nergens naar

Reekalfje. Foto van Internet geplukt
Over hazen had ik gehoord dat moeder haas haar jongen ergens werpt op een verdekte plek en de jongen vervolgens alleen laat. Ze komt slechts 1 keer per dag/nacht langs om hen te voeden en smeert hem dan weer. Dat zou, aldus de deskundigen zijn omdat de jongen dan haar geur niet kunnen overnemen.
Vanmorgen was ik bij boerderij Boom en Bosch, mijn vaste zuivelboerderij, ditmaal om te helpen met vlees inpakken. Zo 1 tot 2 keer per jaar wordt er een vaars geslacht voor eigen gebruik; vaste klanten kunnen eventueel ook een portie kopen; MRY koeien, het lekkerste vlees dat je je maar kunt voorstellen en zo vers als mogelijk. De slager stond met een koelwagen voor om het vlees klein te snijden zoals dat heet. Ondertussen zat ik wat met boer Dirk te praten en het gesprek kwam over het hooien. Dat deed hij om verschillende redenen het liefst 'savonds of 'snachts. Eén van de redenen was dat dan de reekalfjes door de hindes worden beschermd. Dirk heeft vaak tussen het gras de jonge reekalfjes opgemerkt en vertelde zo terloops dat deze niet worden geroken: "een hond ruikt ze niet". Kennelijk het zelfde beschermingsmechanisme als bij de jonge haasjes. Wat is de evolutie toch een wonderlijk proces. Realiseer je dat bij runderen en schapen juist de specifieke geur van moeder en kind noodzakelijk is voor de wederzijdse herkenning; ook mensen babies herkennen de geur van de moeder en de moeder ook die van het kind. En die nestvlieders zijn juist geurloos voor de broodnodige bescherming.

07 april 2013

Wat een fijne dag!

Uitzicht in de Kennemer duinen. Foto van Internet
Zaterdag hebben we weer eens van onze vrij reizen mogelijkheid en van het zonnige weer genoten. Vroeg met de trein naar station Santpoort Noord en van daaruit naar station Overveen via het nationaal park Kennemerland. Het is een NS wandeling die ik eenieder kan aanraden. Het was nog behoorlijk koud maar af en toe ook lekker zonnig en dan kon er toch wel een laagje worden uitgetrokken. Hier en daar uitzichten als schilderijen van Ruijsdaal. We hebben ontzettend genoten van het landschap; de duinen behoren toch wel tot de mooiste delen van het land. Behoorlijk moe kwamen we aan in Overveen. Ik was rond half zes thuis; Roos zou bij mij komen eten; ik had e.e.a. uit de vriezer gehaald; we hadden afgesproken om met vrienden te gaan bridgen dus moesten we om uiterlijk kwart over zeven de deur weer uit. En toen ging de telefoon: Hugo, of hij kon komen eten; hij wilde zelf wel koken: z'n bekende pastaschotel net als de vorige keer. Welja; ik was wel moe, maar dat moest toch kunnen. Verder zag ik op m'n GSM dat zoon Peter ook had gebeld, dus ik belde hem even terug: "Ja pap, ik zag dat je straks met vakantie gaat en ik wilde nog even bij je langs komen met Tamara". Dus kort gezegd, een half uur later zaten we met z'n vijven te eten. Hugo kookte de pasta; ik warmde de bruine bonensoep, de erwtensoep en de gulyas die ik had ontdooid op en we schoven het successievelijk naar binnen. Gezellig zo'n volle tafel. De kids bleven nog terwijl Roos en ik ons naar de bridge afspraak spoedden.
Heel gezellig gebridged met Joke en Richard, bekenden van de bridgeclub. Zij spelen aanzienlijk beter dan wij, maar dat mocht de pret niet drukken. We hebben ons, met onze rooie koppen van de buitenlucht goed geweerd. Richard had fijne jaren zestig muziek bij elkaar gezet. Ik hoorde nummers die ik vanaf m'n achttiende niet meer gehoord had en kon ze nog woordelijk meezingen; wat een heerlijke ervaring. En lekker geborreld tussendoor en gesnackt; hele fijne avond.
We kwamen even over twaalven schat ik weer bij mij in de flat. En de kids hadden de afwas gedaan en ook m'n hele kamer verbouwd. Alles van plaats veranderd; m'n opossumvellen aan de muur gehangen, bank en tafel verplaatst. Nou ja, ik laat het voorlopig maar zo staan.
Ik had zo'n heerlijke dag gehad en die eindigde zo verrassend met zo'n opgeruimde keuken! En vanmorgen zag ik dat m'n theepotje zo schoon was geworden als ik het nog nooit had gezien; blinkend wit van binnen. M'n gootsteen loopt een stuk beter door. Dankjewel kids!

PS Ik slaag er niet meer in om zelf genomen foto's op te nemen in m'n Bloggies, vandaar dat ze wat kaal zijn.

06 april 2013

Het rijks gaat weer open!

Het melkmeisje van Vermeer. Weer te zien!
In de NRC stond een uitgebreide artikelen serie over de heropening van het Rijksmuseum in Amsterdam. Het presenteert zich vanaf heden als Nederlands Historisch museum. Ik weet niet of die naam ook officieel zal worden doorgevoerd; zal toch wel een paar generaties duren voordat zo'n nieuwe naam algemeen gebruikt zou gaan worden. Neemt niet weg dat ik mij ontzettend verheug op het weerzien van al die stukken die ik voor een deel al vanaf mijn prille jeugd ken. En dan heb ik het niet alleen over de Nachtwacht, het ultieme schilderij van Rembrandt waar in vroeger tijden een stuk van afgezaagd werd omdat het niet paste.
Mijn vader nam me regelmatig mee naar de Amsterdamse musea; dat heb ik ook gedaan met mijn kinderen, althans met de oudste twee. Ik herinner me nog dat ik die twee op een doordeweekse middag, nadat ze op school waren geweest, meenam naar een TT over de overwintering op Nova Zembla. Bij relatief recente naspeuring van deze historische plek had men graven bestudeerd en de aldaar aanwezige hoofddeksels, c.q. mutsen meegenomen. Die werden tentoon gesteld. En die zijn nu weer te zien begreep ik. Maar naast al die prachtige zeventiende eeuwse schilderijen zijn ook de voorwerpen tentoon gesteld. Het zwaard waarmee van Oldenbarnevelt werd onthoofd, het stokske van Oldenbarnevelt waarover Vondel zo'n treffend gedicht schreef. De boekenkist van Hugo de Groot en noem maar op. Ik sta gewoonweg te popelen om er weer naar terug te gaan.
Het museum is gelukkig ook terug gebracht in de authentieke staat; weg met al die onzinnige modernisering. Nog een weekje wachten.

05 april 2013

Aracena

Kasteel en kerk van Aracena
Hoog boven de stad torent het kasteel van Aracena, de naamgever van het Parco de Aracena, het gebied waar we zo graag komen. Wanneer ik met de bus de hoek omga en in de hoogte het kasteel zie liggen dan heb ik het gevoel weer thuis te komen. Het begint al met het kopje koffie of beter nog met de chocolate con churros, de armeluiskost die net zo bij Andalucia hoort zoals de zon en de hitte en de mensen 'savonds laat op straat. Het centrale plein waar ik altijd even ga zitten en aan die eerste keer hier moet denken, met Anneke toen ik voor het eerst al die spelende kinderen van alle leeftijden, vergezeld van hun ouders en hun abuelos aanschouwde; alle generaties door elkaar; pratend, snaaiend, wat voor zich heen kijkend en al die krioelende kinderen; hele kleintjes die nog maar net kunnen lopen, drie-jarigen aan het voetballen met de sinaasappels die van de bomen waren gevallen of achter elkaar aan hollend. Goed voor hun lichaamsbeheersing en sociale vaardigheden; past meer bij jonge kinderen dan de hele tijd achter de PC of TV denk ik.
Ook in Cortegana heb ik dat veel meegemaakt; een plaats nog veel verder in het achterland. Ik ben daar heel vaak in m'n uppie geweest. Sprak nauwelijks spaans en aldaar spreekt letterlijk niemand een woord engels. Je voelt je dan wel eenzaam hoor. Alleen in het ontbijt café nam Angelita zich de moeite om mijn moeizame spaans te begrijpen. Overdag ging ik altijd aan de wandel in de omgeving. Maar 'savonds op het plein bij de kerk bekeek ik altijd met genoegen het spel van jong en oud; een stuk kleinschaliger dan in Aracena maar wel heel authentiek. En dat is toch voor mij het echte Spanje, het land waar ik van houd.

04 april 2013

Mieren in de kou

Op deze foto ziet u een voormalig mierennest. In het kader van natuurbeheer werd in dit stukje van het Heintjeskamp open ruimte gemaakt door bomen te verwijderen. Het betreft hier een oude, verrotte berk, met daarin een mierennest. De natuurbeheerders hebben zich dat wellicht niet gerealiseerd. Het is ook niet zo'n drama als een mierennest verdwijnt maar ik vind het wel jammer. Ik ken het nest al zo'n jaar of zeven; "ons bankje" staat er vlakbij. We hebben daar mierenleeuwen gezien; die zullen het bij het verdwijnen van het nest ook moeilijk krijgen en verdwijnen vrees ik.
Maar nu met deze koude dagen zag ik dat er op de restanten van het nest een krioelende verzameling van individuele mieren ontstond zoals je dat ook bij de eerste warme dagen ziet; de mieren zetten hun klokjes gelijk om gezamenlijk de taak op te pakken. Sommigen denken dat ze warmte verzamelen maar dat betwijfel ik en met mij Peter Boer., mierendeskundige bij uitstek.
Zo'n mierenvolk beschouw ik als één organisme, een multi-corpusculair organisme, zoals "hogere" dieren multi-cellulaire organismen zijn. Amerikaanse myrmicologen spreken met hun gevoel voor grote woorden liever over een "super-organisme". Wanneer je hun prestaties ziet is dat misschien ook nog wel een adequate term.

03 april 2013

Code 39

Hè, eindelijk weer eens iets ontspannends gelezen; doe ik de laatste tijd vrijwel nooit; altijd van die serieuze, zwaarwichtige boeken, met als hoogtepunt (of dieptepunt, 't is maar hoe je het bekijkt) de biografie van Nietzsche. Die heb ik gisteren, met 1984 terug gebracht naar de bieb.
Vorige week had ik Huib gehoord over een spannend boek op de e-reader, inderdaad, Code 39 van de hand van Charles den Tex (nooit van gehoord). Net zo'n spannend jongensboek met allerlei onwaarschijnlijke toevalligheden en dat doorspekt met informatieve doorkijkjes in allerlei exotische oorden als Dubai, Hongkong en de voormalige volksrepubliek China, inclusief het gedrag van de mensen aldaar.
Het is dat ik gisteravond moest bridgen (weer hoog geëindigd; misschien volgende ronde weer terug naar de A-lijn!) anders had ik het "boek" (kun je op een e-reader nog van een boek spreken?) in één ruk uitgelezen.
Huib mailde me dat hij de laatste 30 pagina's van het verhaal even had laten liggen om nog wat na te smullen; doe ik ook wel eens met een bijzonder goed boek. Die laatste pagina's heb ik zojuist in het zonnetje genoten en daarna snel dit Bloggie geschreven. Nog dank voor het advies Huib! Ik ben dol op leesadviezen, dus als iemand een idee heeft; ik hoor het graag.

02 april 2013

Culinaire coïncidentie

Bosje raapsteeltjes
Terwijl ik dit schrijf zweeft de fluwelige smaak nog over m'n tong en gehemelte; wat heb ik lekker geluncht. Zondag besloot ik om een lekker rozijnennotenbrood te bakken; dus m'n laatste liter biest ontdooid, dat is toch het lekkerste voor gistbrood. De biest was gistermorgen voldoende ontdooid om de eerste rijs aan te zetten; volkorenmeel, gist, zout, honing, boter, kaneel (helaas geen citroen in huis), mengen en laten staan. Intussen aan een weblog schrijven totdat Roos ongeduldig belde: "kom je nog?". We zouden een drietje gaan lopen. En dus liet ik alles vallen en ging naar beneden, fiets pakken, maar Roos was er nog niet. Dus naar haar huis; semi-bozig. Ik wilde al wat gespeeld mopperen dat ze nooit klaar stond; ze deed mijn woorden verstommen; ze had een paar bosjes raapsteeltjes voor me; het lekkerste van het vroege voorjaar! Toevallig had ik gezien dat de Plusmarkt open was op tweede paasdag, dus na afloop van de wandeling blokjes vetspek gekocht; een duo-pak. En heerlijk raapsteeltjes gegeten met eigenheimers van John, uitgebakken spekvet, spekjes en een klein scheutje azijn en wat melk. Nog dank daarvoor Roos. Maar ik hield nog flink wat spekvet over. En toen ik mijn koelkast gisteravond open deed bedacht ik mij dat ik alles in huis had voor een fantastische lunch voor vandaag! Spekpannenkoek; boekweitmeel, roggebloem (nog voor de taai-taai!), biestemelk (over van het rozijnenbrood), een ei, nog een kontje ontbijtspek en gist. Dus vanmorgen het beslag gemaakt en laten rijzen in de oven bij 30 graden. Spek gesneden en gebakken in het spekvet en de pannenkoek zachtjes laten bruinen. Godenspijs! met stroop erover. Ik zit nog steeds na te genieten!

01 april 2013

De Mattheus Passion

Wanneer iemand het over de Mattheus Passion heeft dan bedoelt hij vrijwel altijd de versie van Johann Sebastian Bach en dat ondanks het feit dat vele componisten "een Mattheus" hebben gecomponeerd. Van Bachs' Matthäus Passion, wat het door muziek-kenners  als "mooiste muziek ooit gecomponeerd" wordt beschouwd, heeft de partituur geruime tijd stof liggen verzamelen. Het was door toedoen van Felix Mendelssohn Bartholdy dat deze hemelse muziek weer ten uitvoer werd gebracht. Dat kun je je nauwelijks voorstellen wanneer je ziet hoe vaak de Mattheus rond Pasen wordt uitgevoerd. Daarbij spant Pieter Jan Leusink dit jaar wel de kroon met 21 uitvoeringen binnen een tijdsbestek van drie weken?! Je kon het slechts merken aan de evangelist; bij de 21e uitvoering, waarvan wij gisteravond getuige mochten zijn, was hij een beetje hees. Wat een huzarenstukje!
Zoals Mendelssohn de Mattheus onder het stof vandaan heeft gehaald, zo heeft mijn goede vriend Dick dit meesterwerk aan mij onthuld. Mijn moeder had mij het stuk zo tegen gemaakt: "kind", zo sprak zij mij meestal aan als ze iets nadrukkelijk wilde vertellen: "er komt geen eind aan. Denk je dat een aria is afgelopen, maar nee dan begint het opnieuw". Ze had de Mattheus één keer aan moeten horen en daar zo volledig haar bekomst van gekregen dat ze die tour de force nooit meer had geambieerd. Maar Dick bracht daar verandering in. Had hij mijn muzikale smaak sowieso al met enkele eeuwen opgerekt, daar heeft hij mij ergens begin tachtiger jaren meegenomen naar een uitvoering van de Mattheus in Vredenburg, het concertgebouw van Utrecht.
Het concert zou beginnen, stilte van het publiek en daar begon het. Ik wist niet wat me overkwam; die fabelachtige klanken, die bassen met hun rythmiek als de slagen van het hart, de oplopende baslijn en dan de inzet van het koor, de twee koren die tegen elkaar in zingen, de kinderstemmen die als engelen een bovenmelodie voeren. En het ging maar door, die prachtige aria's, het verhaal, gezongen door de evangelist, de rollen van Jezus, Pilatus, Judas, Petrus; het zeer aandoenlijke moment dat de haan drie keer kraait; het stervensmoment, de constatering dat hij toch werkelijk de zoon Gods moet zijn geweest en dan het imposante slotkoor. Het duurde inderdaad  lang maar had voor mij nog wel twee keer zo lang mogen duren zo sterk was ik er van onder de indruk. Na zoveel jaren ben ik mijn vriend Dick daar nog dankbaar voor. Ik kreeg van hem ook een tape-je met de Mattheus, uitgevoerd olv Richter van 1971. Dat tape-je heb ik eindeloos beluisterd op m'n walkman terwijl ik langs 'sheren wegen wandelde met koptelefoon op. Als ik tegenwoordig naar de Mattheus luister weet ik nog precies bij welke maten ik het tape-je om moest draaien.
Zo'n tien jaar geleden heb ik meegezongen in het koor bij een uitvoering van de Mattheus en enkele jaren geleden nog een keer. Vanuit je eigen stemgroep luisteren is een heel andere beleving dan vanuit de zaal. En nu achteraf moet ik constateren dat je voor je eigen beleving het stuk een beetje kapot maakt; hoe mooi het ook is, door die eindeloze repetities sluipt helaas de verveling binnen. Dat merkte ik gisteravond enigszins bij de uitvoering olv Leusink.
Pieter Jan Leusink is wel de grote ontsluiter van Bach geworden voor het grote publiek. Dankzij hem werden in het jaar 2000 alle geestelijke cantates van Bach opgenomen met het mannenkoor van Elburg en verder ongelooflijk goeie solisten, waaronder Bas Ramselaar en Sytse Buwalda. Zijn actus tragicus beschouw ik eigenlijk als de beste opname die ik van deze cantate ken en dat zijn er inmiddels vele. Maar feitelijk zijn alle cantates van hoge kwaliteit voor zo ver als ik het kan beoordelen. En dankzij de lage prijs toegankelijk voor iedereen die dat maar wilde.
De Mattheus van gisteravond kon mij echter niet zo bekoren. Ik miste een aantal elementen zoals de schwung van de bassen in de eerste maten, het kinderkoor, de viola da gamba in het rechter orkest, vond het tempo te hoog; de samenstelling van het koor verbaasde me, nogal weinig sopranen. Overigens voortreffelijke solisten, koor en orkest. Sytse Buwalda, de altus maakte grote indruk op me.
Maar de manier van dirigeren van Leusink stond me tegen; als een eenarmige kobold (hij dirigeerde vrijwel louter met z'n rechterarm) sprong hij voor het koor en orkest heen en weer af en toe bijna komieke gebaren makend. Ik kon er op het laatst gewoon niet meer naar kijken.
Ik was blij dat het was afgelopen en moest daarbij aan de opmerkingen van m'n moeder denken. En dat terwijl de Mattheus voor mij de mooiste muziek betekent die ik "ooit gehoord heef".