31 maart 2012

Recept cassoulet

Er is gelukkig nog wat voor vanavond
als m'n zoon komt eten
Dit recept komt uit het boek "In de Franse keuken" ooit uitgegeven in het kader van de Time/Life/Parool samenwerking en geadviseerd vanuit de DikkeVanDam, de kook encyclopedie bij uitstek.

De ingrediënten noem ik in de beschrijving van de receptuur.
Begin met de kippenbouillon. 1 kilo vleugeltjes, 2 ongeschilde uien en een koffielepel zout breng je aan de kook met 2 liter water en laat je een uur heel zacht koken of tegen de kook aan. Uien vis je eruit en gooi je weg. De vleugeltjes houd je apart en zijn verder voor de cassoulet niet nodig. (Dus, vel en botten verwijderen en lekker een ragout maken van het vlees met peterselie en wat Worchestersaus.) De bouillon zeef je en zet je, na afkoelen in de koelkast of je gaat er direct mee verder.

Neem 2 liter van de kippenbouillon en breng dat aan de kook. Voeg daar 500 gram witte bonen aan toe en laat 2 minuten doorkoken. Vuur uit en een uur laten weken. Daarna breng je de bonen en bouillon opnieuw aan de kook en voeg een stuk ontbijtspek van 250 gram en twee saucijzen toe en laat die meekoken.
Voeg na een kwartier 2 geschilde uien 2 uitgeperste teentjes knoflook, paar takken tijm, flink wat peterselie en selderij toe. Laat het geheel nog 45 minuten lekker doorkoken. Totale kooktijd voor de bonen is dus 1 uur (proeven of ze dan gaar zijn, eventueel nog een kwartiertje langer koken). Alle groenten en uien vis je er met schuimspaan uit en gooi je weg. De bonen, spek en worst apart houden en het bonennat zeven. Apart bewaren voor de eindbereiding.

Gebruik een middelgrote Creusotpan voor de bereiding. Werk het prettigste is mijn ervaring.
Bak 100 gram vetspek uit of gebruik een paar lepels eendenvet uit blik.
Bak in dit vet de eendenbout aan alle kanten stevig door tot goed bruin. Verwijder vel, vet en botten. Het vlees snijd je in stukken.
In het overgebleven vet bak je vervolgens 250 gram  in blokjes gesneden varkensvlees. Houd het varkensvlees even apart.
Bak vervolgens 250 lamsvlees op de zelfde manier. Houd alle vlees even apart.
Bak in het resterende vet  2 gesnipperde uien; zodra deze glazig zijn doe je er flink wat fijngehakte selderij bij en 2 uitgeperste knoflook tenen en laat je het geheel nog 2 minuten zacht braden. Voeg 250 ml droge witte wijn toe en zet op stevig vuur; kook al roerende tot ongeveer de helft in. Voeg vervolgens 2 blikjes gepelde tomaten toe (of beter nog, anderhalf pond ontvelde, verse tomaten, maar dat vind zelfs ik te veel gedoe) en roer deze voorzichtig door het geheel. Haal de pepermolen er even krachtig overheen. Ook wat zout toevoegen, maar doe dat niet te veel; cassoulet heeft al erg veel smaak en heeft het zout niet zo nodig; kan ook nog op het bord worden toegevoegd. Voeg alle vlees hieraan toe en meng goed.
Breng de inhoud op het vuur aan de kook en zet de creusot in de oven bij 160 gradenmet gesloten deksel (haal de kunststof knop eraf!) gedurende een uur. Haal het vlees uit het mengsel en houd het apart. Het resterende groentenmengsel haal je door een zeef en je perst er zo veel mogelijk vloeistof uit. Groenten gooi je weg; vloeistof wordt toegevoegd aan het bonennat.

Nu zijn de voorbereidingen getroffen en de cassoulet kan in elkaar worden gezet. Ik doe dat verder in de Creusotpan, maar een vuurvaste aardenwerken schotel (minstens 12 cm hoog!) is natuurlijk veel leuker. Zet de oven vast op 170 graden.
Leg op de bodem 2,5 cm van de witte bonen. Leg hierop het in stukken gesneden ontbijtspek, in plakken gesneden worst, eendenvlees, lamsvlees en varkensvlees. Hierop weer een laag bonen en opnieuw een laag vlees. Tot slot een laag witte bonen met als afsluiting een paar plakjes van de worst. Nu verwarm je al roerend het mengsel van bonennat en groentennat zodat het een homogeen mengsel is. Dat giet je over de inhoud van de pan totdat de bonen juist onder staan. Daarover een stevige laat paneermeel en daarover een paar lepels gesmolten eendenvet. Hè, hè, het is nu wel zo'n beetje klaar!
Tevreden zet je de pan op het vuur, tot het geheel aan de kook is en plaats je de casserole, zonder deksel, in de oven bij 170 graden. Laat dit 5 kwartier doorbakken totdat de bovenkant mooi donker en knapperig is. Dien op met een flinke laag fijn gehakte peterselie.

De geuren die inmiddels in je huis hangen zijn veel belovend; maar als je het eet denk je, althans denk ik aan Frankrijk. Delicieux!
Erg lekker met sperziebonen erbij.

10 april 2021
Toch maar een ingrediëntenlijstje voor de boodschappen
Slager
1 kg kippenvlees, nekjes, maagjes of vleugeltjes
250 gerookt spek (ontbijtspek)
verse worst, 2 saucijzen
ganzen/eenden of varkensvet
250 gram lamsvlees
250 gram varkensvlees, b.v. procureur
2 eendenbouten
Groenten en kruiden
uien, knoflook(pers)
500 gram witte bonen
tijm, peterselie, selderij
peper(molen)
AH
Pak gezeefde tomaat (0,5 liter), of gepelde Tomaten in blik of 2 blikjes tomatenpuree 
Verder
Zout, goeie Creusot pan, oven, geduld en handigheid


30 maart 2012

Cassoulet en paasbroden

Roos en ik zijn sinds enkele jaren lid van de Bridgeclub Groenekan; reden voor de "feestcommissie" om ons te vragen voor de organisatie van de Paasdrive aanstaande dinsdag. We, althans ik, schrok me een hoedje; we zijn niet van die feestnummers. Maar bij even nadenken bedacht ik mij dat Roos best een goede organisator is, met creatieve ideeën en dat ik dan mijn culinaire kunsten zou kunnen delen. Voor 80 man een snee zelfgebakken paasbrood. Ik sloeg even aan het rekenen en realiseerde me toen wel dat ik heel wat broden zou moeten bakken. Ach, vooruit met de geit dus ben ik maar begonnen. Inmiddels liggen er vier klaar met noten, rozijnen en amandelspijs en nu nog twee met alleen rozijnen en amandelspijs. Leuk werk eigenlijk dat ik combineerde met het bereiden van de inmiddels al veel besproken cassoulet. Die laatste was zo verrukkelijk dat ik m'n vingers na moest tellen. Via Twitter gaf ik al aan dat ik het recept in m'n Blog zou opnemen. Nou vooruit, morgen zal ik het plaatsen.
En de laatste twee met vier krentenbollen voor morgen bij het wandelen.


29 maart 2012

Zingen als ambachtelijk proces


Charlotte Margiono


Deze week was er op de HKU een masterclass van Rudolf Jansen en Charlotte Margiono voor zangeressen met liederen van Richard Strauss. Tussen mijn bridge- en wandelwerkzaamheden door was ik in de gelegenheid om één van de repetitie avonden bij te wonen alsmede het concert waarmee de masterclass werd afgesloten. Als ik begin bij het laatste dan kan ik slechts constateren dat het goed gaat met de zang in Nederland; het niveau van uitvoering vond ik heel hoog; niet alleen de zangeressen maar ook de piano-begeleiders waren van grote klasse. En dat kwam niet in de laatste plaats door de kwaliteit van de twee prominenten. Charlotte Margiono is één van de grote zangeressen van vaderlandse bodem en Rudolf Jansen mag beschouwd worden als een icoon op het terrein van het lied. Bij de masterclass heb ik met zoveel plezier gekeken hoe hij de jonge mensen op vaak ludieke en ontspannen manier aanwijzingen gaf; je hoorde het resultaat ook steeds verbeteren onder de "handen" van deze zeer ervaren ambachtslieden; dat was het gevoel dat ik overhield. Hier wordt een ambacht overgedragen.
Je ziet ook vaak in het CV van een toonkunstenaar bij wie hij/zij gestudeerd heeft en vanuit welke school die docent komt, net als bij ballet. Daarmee kan het ambacht dan soms worden teruggevoerd naar de eeuwen van grootsheid zoals de 19e eeuw voor de zang (mijn oordeel, maar wie ben ik).
Roos en ik hebben ook jaren lang gezongen; vooral Schubert, Schumann en Mozart. Aan Strauss heb ik mij nooit gewaagd; was onspeelbaar voor mij; met diep respect nam ik dan ook mijn pet af voor de begeleiders en heb ik met veel emotie zitten luisteren naar de sopranen. Jammer dat er niet veel meer publiek was. Het is het waard; kijkt u maar eens op de agenda van de HKU.

28 maart 2012

Hella Haasse en cassoulet



Hier zit ik te smullen van mijn eerste poging
om cassoulet te maken. Was al heel lekker!
M'n tas stond al ingepakt en klaar voor een nieuwe étappe van het Pieterpad. Echter, het bridgen van gisteravond en vermoeidheid vroegen hun tol; lekker tot acht uur blijven liggen en me voorgenomen om het vandaag eens heel rustig aan te doen. Bij Roos langs gegaan voor een kop koffie, maar ze was al op weg naar Utrecht voor haar opera programma bij de Konsert Zender Utrecht (KZU). Een krante-artikel dat bij haar lag verhaalde over een Tentoonstelling in het Haags Gemeente Museum van Willem Maris; daar wil ik beslist naar toe. Niet alleen vanwege het talent van deze derde broer van het beroemde schildersgeslacht Maris, maar vanwege de oude landschappen die hij in deze pré-fotografische tijd heeft vastgelegd. Bij museum bezoek gaat het mij niet louter om de genialiteit van de schilder (zoals Vermeer en Rembrandt) maar vooral ook om de inhoud van wat zij laten zien: een verloren landschap waar ik mij geweldig in kan verlustigen en dat ik eigenlijk ook zoek bij mijn wandelingen in de periferie van NL en in wat minder "ontwikkelde" gebieden als het platteland van Spanje. Dus, op naar Den Haag (kan ik mooi combineren met een bezoek aan dochter en kleinzoon). De TT duurt nog tot 12 april, voortmaken dus!
En natuurlijk ga ik vandaag aan de slag met het recept van de cassoulet. De basis wordt gevormd door kippenbouillon; die heb ik al getrokken van een kilo kippenvleugeltjes met wat zout en een ongeschilde ui; heerlijk geurige bouillon. Het recept heb ik uit het boek: "In de Franse keuken" van de oude Parool/Life serie. Dit kookboek wordt in de beroemde Dikke van Damme aangeraden voor de bereiding van Paté; moet ik ook nog eens maken. (Moeilijk om nog aan te komen, maar er zijn nog enkele exemplaren te koop zag ik heden 28 maart.) In dit boek vond ik ook een lang gezocht recept voor "Coquille St Jacques à la Parisienne" in; daar eet je je vingers bij op. Maar het recept voor de cassoulet is zo ingewikkeld, dat ik er pas langzaam maar zeker achter kwam hoe ik dat aan moest gaan pakken (en ik ben chemicus en toch wel gewend om van protocol af een reeks handelingen te verrichten).
En dan tussendoor koffie en wat door de Elsevier bladeren die ik altijd van mijn buurvrouw doorgeschoven krijg; en daar kom ik een "In memoriam" van onze onvolprezen Hella Haasse tegen; een teken! Want ik zocht naar een inspirerende schrijver; was een beetje klaar met het hap snap lezen dus straks ook maar eens even naar de bieb. En zo kom ik deze heerlijke zomerdag wel door met wat pielen en lekker zonnen op het balkon. En vanavond naar de Masterclass op het conservatorium Utrecht waar Rudolf Jansen en Charlotte Margiono jonge zangers hun kennis overdragen omtrent liederen van Strauss.

27 maart 2012

Van Ommen naar Hardenberg

Moerassig gebied
In mijn boekje stond dat ik deze étappe zowel in 2002 als in 2005 had gelopen. Lekker een stuk tussen twee stations, geen gedoe met bussen. Om 8.14, precies volgens dienstregeling kwam ik aan op station Ommen. Ik had nog getweet of er misschien iemand mee zou lopen, maar er was uiteraard niemand; wie kan er op zo'n korte termijn nou een dag inruimen. Het was nog verrekte koud; in de Bilt ging het nog wel, maar aangekomen in Ommen zag ik dat de rijp nog op het gras lag. Het is een afwisselende étappe wist ik nog; met broekbossen, halfopen landschap, veel vogelgekwetter en helaas ook voortdurend geluid van auto's. Maar ja, dat heb je vrijwel overal in NL.

Vistrap bij een stuw in de Vecht
Dit deel van het Pieterpad, want daar is deze étappe een onderdeel van, loopt door het Vechtdal, de Overijsselse vecht wel te verstaan. Daar heb ik met Dick wel gewandeld in het voorjaar; imposante hoeveelheden witte bloesem van Sleedoorn, meidoorn e.a. Daar was het nu nog een beetje te vroeg voor hoewel ik wel hier en daar een boom in bloei zag. De vogels hadden duidelijk het voorjaar in gedachten; gekwetter en gehamer van spechten, gekras van kraai-achtigen. Bij een stuw in de Vecht was keurig, de natuur ter wille, in een vistrap voorzien om te voorkomen dat de stuw een barrière vormt voor de vissen.
Onderweg kwam ik nog een aantal wandelaars van het Pieterpad tegen. Eén van hen was al een week onderweg en had er vanwege het schitterende weer nog een weekje aan vast geknoopt ondanks licht protest van zijn wederhelft. Hij was met de auto en moest dit voertuig iedere dag verplaatsen; hij beschouwde zijn auto als een handicap en gebruikte hem eigenlijk alleen maar voor z'n schone spullen. Tja, dat probleem ken ik als niet-auto bezitter natuurlijk niet; ik besef de grote voordelen van OV bij het wandelen al jaren.
Met dit mooie weer ben ik gewoon niet te houden. Ik moet er gewoon uit om te wandelen of anderszins. Vanavond bridgen; ik hoop maar dat ik m'n ogen open kan houden; vorige week ging het goed. Maar m'n tas staat alweer ingepakt klaar voor morgen; in beginsel de volgende étappe van Hardenberg naar Coevorden. 

26 maart 2012

Al wandelend ontmoet je leuke mensen

Kasteel Ruurlo
Vorige week heb ik niet alleen op Texel gelopen en gewerkt maar ook nog een étappe van het Trekvogelpad en van het Zuiderzeepad gelopen. Zo liep ik maandag van Vorden naar Ruurlo; ik was nog nauwelijks op weg toen ik werd aangesproken door een vriendelijke meneer. Of ik misschien het Pieterpad aan het lopen was. Nou was dat niet het geval, maar we raakten uitvoerig aan de praat; hij had het Pieterpad met z'n broer en twee vrienden van Noord naar Zuid afgelopen en was nu verder op weg naar Nice over de GR 5. We wisselden wat wandelervaringen en andere zaken uit en gingen ons weegs; een heel plezierige ontmoeting.
Donderdag was het gewoonweg zomers weer en Roos en ik besloten om naar het Hulshorsterzand te gaan om lekker te wandelen en te zonnen (is een étappe van het Zuiderzeepad). Halverwege kwamen we een jonge man tegen, gewapend met verrekijker. We raakten vrijwel automatisch met elkaar in gesprek; dat krijg je kennelijk als het een zeldzaamheid is dat je iemand tegen komt. Er ontspon zich een buitengewoon interessant gesprek. Erik, zo heette deze meneer had een veelheid aan hobbies en interessante werkzaamheden. Onze gezamenlijke interesse in de chaos theorie en in het proces waarbij "leven"zou kunnen zijn ontstaan was ruimschoots voldoende om de afspraak te maken om via Internet met elkaar in contact te treden.
En gisteren, op Texel, op weg naar de Zandkuil zagen we een landman met zijn vrouw, druk doende met een kudde zwarte schapen. We gingen nieuwsgierig kijken en werden zeer uitgebreid vergast op allerlei wetenswaardigheden omtrent schapenrassen, het onderbrengen van schapen bij een ander moederschaap en wat dies meer zij.
Al wandelend ben je dicht bij de grond en dicht bij je omgeving; het is de menselijke maat en dat vind je terug in de vanzelfsprekendheid waarmee je een praatje maakt c.q. gesprek voert.

25 maart 2012

Weer aan de slag op Texel

Lekker in het zonnetje bij de stayokay met
een skuumkoppe van Texelse bodem
Op dit moment zit ik nog na te knorren van genoegen vanwege het werkweekend op Texel met de Natuurwerkgroep Kwadijkse Vlot. Natuurlijk werkte het weer geweldig mee; het was vanmiddag zo warm dat ik in m'n korte broek en bloot bovenlijf heb staan zagen en graven. Het is wel eens anders geweest hoorde ik. Een heel weekend met regen of dat het zo koud was dat besloten werd om er maar mee te stoppen. Maar gisteren en vandaag hebben we hard gewerkt met heerlijk weer.
Roos en ik gingen vrijdag eerst nog even naar de markt in Bilthoven en vervolgens met trein en boot naar Texel. Vanaf de veerhaven liepen we ruim 15 kilometer naar de Stayokay; bij aankomst zat daar al een deel van het gezelschap achter een skuumkoppe, het bier van de Texelse bierbrouwerij dat door de Stayokay uit de pomp wordt getapt. Het heeft de kwaliteit van Beiers bier. Dat lieten we ons dan ook goed smaken. Daarna aan tafel en prima gegeten. Roos en ik waren behoorlijk moe van het wandelen en besloten om even gestrekt te gaan. Helaas vielen we in slaap; de rest van het gezelschap heeft nog met de telescopen (voor het kijken naar vogels) naar de sterren en planeten gekeken. Daar op Texel is een donkere hemel met minder strooilicht dan in de meeste delen van NL dus was er goed zicht bij heldere hemel. De volgende morgen had ik daar toch wel een beetje de ju over in; ik had de manen van Jupiter ook wel eens willen zien. Maar wel lekker uitgerust gingen we zaterdag aan de slag met het herstel van een enorm stuk tuunwal.
Eerst wordt de oude tuunwal deels afgegraven
Het herstellen vraagt een andere aanpak dan het helemaal nieuw bouwen. De sterk vervallen stukken worden vrijwel geheel verwijderd en vanaf de grond weer opgebouwd; de minder vervallen stukken worden aan de bovenkant afgevlakt en vanaf de helft ongeveer opnieuw opgebouwd. Dit jaar hadden we een tuunwal onder handen die behoorlijk veel herstel nodig had. We probeerden wel om de lamsoortjes die op de oude deklaag groeiden te behouden en in de nieuwe deklaag op te nemen. Tenslotte doen we dit werk vooral uit ecologische motieven en lamsoor is waardplant voor tal van insecten. Uiteindelijk waren we pas om half vijf klaar met het werk. Maar de tuunwal stond er weer prima bij. Bij aankomst bij de Stayokay hebben we ons de skuumkoppe weer goed laten smaken, lekker gegeten en een gezellige avond genoten met z'n allen. Het sociale aspect van "het weekend Texel" waarmee de activiteiten van het seizoen worden afgesloten is bepaald niet het onbelangrijkste. Samen werken in de natuur schept een ontzettend leuke onderlinge band. De klok ging dit weekend om naar zomertijd dus de volgende morgen een uurtje eerder opstaan. Dat viel niet iedereen even gemakkelijk.
Hier ziet u een deel van de vrijwilligers aan de gang in de Zandkuil
op de Hoge Berg op Texel
Zondag gingen we weer aan de slag in de Zandkuil, het eerste (en tot voor kort enige) insectenreservaat van NL. Dankzij de inspanningen van de werkgroep Kwadijkse Vlot is de Zandkuil nog steeds daadwerkelijk een insectenreservaat; het is niet vergrast en dichtgegroeid met bomen. Er is veel kennis en zweetdruppeltjes nodig om de habitat voor insecten optimaal te houden. De kennis van Ben Brugge en de inspanningen van de leden van de werkgroep staan hiervoor garant.
Zie ook het verslag van Erik van der Spek, boswachter Staatsbosbeheer Texel.



24 maart 2012

Zelf vanillevla maken

Ongelooflijk lekker: zelfgemaakte vanillevla
Het oorspronkelijke recept had ik uit het onvolprezen boek van Pellaprat maar na de eerste keer heb ik daar nogal grondig in gewijzigd; het werd veel te zoet en veel te dik. Daarom de helft van de maizena en de helft van de suiker. Maar dan is het resultaat ook werkelijk fantastisch en niet te vergelijken met wat je in de supermarkt koopt. Dus, als je je huisgenoten wilt verrassen met een fantastisch lekker nagerechtje, maak dan eens vanillevla. 

Hier mijn recept, lichte variatie van Pellaprat.
Verwarm een halve liter volle melk zachtjes met 30 gram boter en een vanillestokje (of een half zakje vanillesuiker). Meng in een aparte kom 50 gram suiker met 20 gram maizena en doe er dan voorzichtig wat van de warme melk bij. Goed roeren zodat er geen klontjes ontstaan. Doe hier vervolgens 4 eierdooiers bij en klop het goed. Doe er nog meer van de warme melk bij en roer. Passeer het eiermengsel nu door een groffe zeef en doe het in de rest van de warme melk. Dit is om de eierstrengen en eventuele klontjes te verwijderen. Zorg dat er geen suiker achterblijft. En dan nu op laag vuur, onder voortdurend roeren het geheel voorzichtig aan de kook brengen; het brandt snel aan, dus blijf er bij en roer voortdurend stevig. Je ziet vanzelf wanneer het gaat binden en dan zet je het vuur nog iets lager. Een minuutje laten doorkoken al roerende en dan overdoen in schaaltjes. Geniet er van. Ik heb er altijd veel succes mee!

Posted by Picasa

23 maart 2012

Hendrik de kozak

 
Ten tijde van de grote veldslagen van Napoleon Bonaparte, de zelfbenoemde keizer van Frankrijk, behoorde Nederland tot de Franse Republiek en diende ook haar portie kanonnenvlees te leveren. Zo waren er bij de beruchte veldtocht naar Rusland Nederlandse soldaten betrokken, waaronder een voorvader van mij.
In de familie ging een verhaal over deze soldaat bij Napoleon, dat wil zeggen, zijn bijnaam was nog bekend. Hij werd in zijn omgeving, Nijkerk, Hendrik de Kozak genoemd omdat hij in Rusland, het land van de Kozakken was geweest. Heel vaak heb ik op Internet gezocht of ik informatie kon vinden over deze Hollandse soldaten en of de naam van Elven daarbij voorkwam. Tot nu toe tevergeefs. En dan heb ik nu via mijn aangetrouwde achterneef Karel deV een onvoorstelbare lijst van voorouders verkregen in alle lijnen en daarin komt Hendrik de Kozak voor, inclusief zelfs een afbeelding van zijn handgeschreven geboortebewijs. Dit alles heeft Karel op voor mij onnavolgbare wijze op Internet gevonden.
Hendrik van Elven is geboren op zondag 21-10-1787 in Nijkerk, zoon van Kornelis Willemsen van Elven en Aartje Arissen. Hendrik is overleden op donderdag 15-10-1829 in Nijkerk, 41 jaar oud. Uit dit huwelijk werd op vrijdag 23-08-1816 Cornelis van Elven geboren. 
Deze voorvader Hendrik is ongetwijfeld Hendrik de Kozak, hij trouwde op 03-04-1816, 28 jaar oud, voor die tijd behoorlijk "op leeftijd" natuurlijk omdat hij langdurig in dienst was geweest. De veldtocht naar Rusland was in 1812; ik hoop dat ik er nog eens in zal slagen om bevestiging te vinden van mijn verhaal in een lijst met overlevenden onder de Hollandse soldaten van de veldtocht; slechts 20.000 van de 700.000 overleefden deze tocht?! en daaronder waren naar ik dacht slechts 100 Nederlanders. Een lijst van deze mannen moet toch ergens bekend zijn dunkt mij.
En zo ben ik dus:
Evert Hendrik van Elven, geboren 12 mei 1948, te Amsterdam. zoon van
Hendrik van Elven, geboren 13 augustus 1922, te Amsterdam, zoon van
Evert van Elven, geboren 31 december 1896, te Nijkerk, zoon van
Hendrik van Elven, geboren 27 april 1876, te Nijkerk, zoon van
Evert van Elven, geboren 11 januari 1851, te Nijkerk, zoon van
Cornelis van Elven, geboren 23 augustus 1816, te Nijkerk, zoon van
Hendrik (Kornelissen) van Elven, geboren 21 oktober 1787 te Nijkerk, later bekend als Hendrik de Kozak, zoon van
Kornelis Willemsen van Elven, geboren omstreeks 1760, waarschijnlijk te Nijkerk, zoon van
Willem van Elven, geboren omstreeks 1720

Er zitten 160 jaar, 6 generaties tussen Hendrik de Kozak en mij en mijn twee broers; 7 generaties met mijn twee zoons en twee dochters; ik vind het het bijzonder om deze rij te hebben kunnen opstellen dankzij het werk van Karel. Dank daarvoor.
En ..... als al mijn voormoeders zich keurig hebben gedragen dan heb ik nog het zelfde Y-chromosoom als Hendrik de Kozak. Leuke gedachte.

PS van mijn goede vriend Peter C. kreeg ik een foto van de Berezina, de rivier die zo'n dramatische rol speelde bij de terugtocht van de grande armée van Napoleon.

Wat stroomt ze daar onschuldig, de Berezina, 


22 maart 2012

Glaskabel in Bilthoven

Allerlei folders vanwege de glaskabel
Bilthoven gaat mee in de vaart der volkeren; we krijgen glaskabel. Ik dacht eerlijk gezegd dat we dat al lang hadden. Internet gaat zo verrekte snel dat ik me niet kon voorstellen dat de glaskabel nog niet was gerealiseerd. Maar dat gaat dus gebeuren; "games", downloaden, video on demand, ik kan niet wachten (har har). Allemaal niks voor mij. Maar nu begrijp ik wel waarom mijn "provider", Alice mij vorig jaar onverwacht een korting aanbood als ik maar voor een jaar zou tekenen. Er is kennelijk een gevecht losgebarsten samenhangend met die glaskabel. Bovengetoonde foto toont een aantal van de folders die ik de laatste week binnen kreeg. Ook zijn er twee winkels en een paar stands geopend waar je informatie kunt halen; het is aan mij niet besteed.
Als jongere oudere ontgaat het mij geheel; ik ben volstrekt tevreden met wat ik heb en zal zeker niet meedoen. De tijd van "gamen" en TV laat ik graag aan me voorbijgaan. Rust in de tent!

21 maart 2012

Implantaten: dat is niet niks



Van Betty J ontving ik een link naar een TV uitzending over implantaten: kunstmiddelen die in het lichaam van een patiënt worden geïmplanteerd met als doel dat functies van het lichaam worden overgenomen of bij falen worden gecorrigeerd. Dat is natuurlijk nogal wat dat een vreemd voorwerp in je lichaam wordt gebracht; daar moet je niet te licht over denken. Aan die transplantaten moeten dan ook de allerhoogste eisen worden gesteld v.w.b. levensduur, veiligheid en met betrekking tot mogelijke bijwerkingen. En daar mankeert het aldus de reportage van Zembla nogal eens aan.
Een casus waarin om financiële reden een loopje is genomen met de kwaliteit van het gebruikte materiaal: industriële siliconen i.p.v. medisch zuivere siliconen in mamma-implantaten spreekt voor zich; dat is crimineel gedrag. Al heel wat minder duidelijk is de casus rond de levensduur van technisch buitengewoon gecompliceerde implantaten; een implantaat dat hartfalen kan detecteren en vervolgens een electroshock geeft om het hart weer in het juiste rithme te doen overgaan. Allemachtig, dat dit kan worden gemaakt vind ik niet te geloven. Helaas zijn er dan ook casus dat een dergelijk apparaat manco's vertoont met bijzonder akelige gevolgen, c.q. "bijwerkingen" voor de patiënt. Een behandelaar staat in dergelijke gevallen natuurlijk wel voor een duivels dilemma; moet je een dergelijk gecompliceerde therapie inzetten. De betrouwbaarheid is vaak of eigenlijk meestal onvoldoende gevalideerd; daarvoor ontbreekt de tijd. Maar het vertrouwen in de techniek is toch zodanig dat je het je patiënt niet wilt onthouden. Ga er maar eens aan staan als behandelaar!
Beetje slap vind ik de opmerkingen dat de overheid de kwaliteit en betrouwbaarheid moet vast stellen. Zou je het gekrakeel moeten horen als de overheid een stokje zou steken voor een behandeling die potentieel "levens kan redden".
Het medisch handelen gaat steeds verder; de techniek maakt steeds meer mogelijk; risico's blijven. Het is dus een kwestie van afwegen en verantwoordelijkheid durven nemen. En informeer de patiënt vooral over de mogelijkheden en risico's. Dat was het gevoel dat ik overhield na het zien van deze reportage.

20 maart 2012

"In Patagonië" van Bruce Chatwin


Landschap in Patagonië, geplukt van Internet

Een weergaloos landschap schijnt het; mijn vriend Peter C is er onlangs geweest op één van zijn befaamde verre reizen. Toevallig had ik op het moment van zijn reis een boek onder handen van Cees Nooteboom waarin o.a. een reis naar Vuurland werd beschreven; grappig om dan uit de eerste hand (via e-mail) over die nauwe doorvaart, de straat van Magelhaens te lezen tegen de achtergrond van de historie, als beschreven door Nooteboom en de hedendaagse ervaring van Peter op zo'n cruiseschip. Om me beter te kunnen verplaatsen had ik uitvoerig studie gemaakt van de foto's die via Google Earth beschikbaar waren. Een onwerkelijk deel van de wereld, toegankelijk gemaakt met de moderne techniek. Dat was in de tijd van Magelhaens c.s. wel anders; wat moeten die gasten hebben geleden daar in dat verre kille land met haar onvriendelijk klimaat.
Peter had via zijn erudiete broer Jaap de titel van een boek van de hand van Bruce Chatwin: In Patagonië. Gisteren lag het voor mij klaar bij ons in de Bibliotheek Bilthoven. Naar blijkt is dit een cultboek van de jong overleden schrijver. Met mijn biologische en geologische interesse had ik verwacht dat het boek vooral over het landschap en de daar voorkomende planten en dieren zou verhalen; niets is minder waar; het boek staat bol van de interessante verhalen, opgetekend uit de mond van mensen die de schrijver al zwervend tegen komt.

Daarenboven een uitgebreide historische kennis over de figuren, die deze Finisterra van vorige eeuwen onveilig maakten. Butch Cassidy, the Sundance Kid om maar eens een paar uit de cowboyfilmtijd bekende types te noemen; die liepen hier destijds rond, nog niet eens zo gek lang geleden. Het is een boek dat de aandacht zodanig vasthoudt dat ik gestopt ben; ik ga het verder in de trein lezen; echt een boek voor een lange treinrit. Dus morgen maar eens wandelen in Limburg of aan de rand van Groningen. Ik zie wel.

19 maart 2012

Kruispunt van Pieterpad en Trekvogelpad

Gerestaureerd pand in Bronkhorst
De weerverwachting was goed; de dag zou met mist beginnen maar in de loop van de ochtend zou de zon doorkomen. En dus reed ik om 6.10 van huis; de rijp stond op het gras; ijs bedekte de auto's, maar het was al licht. Via Utrecht en Arnhem naar station Brummen, aan de IJssel. Met het pontje over naar Bronkhorst, een bekend fraai plaatsje met tal van kunstzinnige winkeltjes en gerestaureerde panden. Verder over de IJsseldijk richting Vorden over het Trekvogelpad. Het moet gezegd worden dat dit pad heel goed is gemarkeerd, waarvoor dank aan de medewerkers van de SLAW en ongetwijfeld een stoet vrijwilligers. of je het pad volgt in Noord Holland, Utrecht, Gelderland of Overijssel, het is overal zodanig gemarkeerd dat je in beginsel zonder boekje zou kunnen lopen. Moet je niet doen, want het blijft toch handig om te anticiperen op een route en vooral op een afslag; zelfs met boekje heb ik vandaag een afslag gemist en zeker 100 meter te ver gelopen (har har).

Monotoon landschap langs gekanaliseerde beek.
Niks natuurlijks aan.
De route liep door het boerenland en het moet me toch wel van het hart dat dit feitelijk erg monotoon en bepaald niet natuurlijk is. Zo liep ik langs een beek die was gekanaliseerd met een weiland waarin niet één bloemetje te zien was. Daarentegen lieten de weidevogels goed van zich horen. Maar verder richting Vorden kwam ik door een natuurgebiedje van Natuurmonumenten: Hackfort, met een watermolen. Natuurmonumenten was daar onder andere actief met het herstellen van de tuin door het plaatsen van zgn. Stinsenplanten, dat zijn planten die vanouds slechts voorkomen op oude landgoederen.
Watermolen van Hackfort
Daarna werd de route in grote mate bepaald door halfopen landschap met veel oude bomen. Na 20 km bereikte ik kasteel Vorden. Van een eerder bezoek, zo'n 25 jaar geleden wist ik dat daar een richtingbord stond op de kruising van het Pieterpad en het Trekvogelpad. Er kwamen op het moment dat ik het bord in het vizier kreeg twee wandelaars aan die bereid waren om mij op de prent te zetten. Zij woonden hier en hadden al veel vaker wandelaars bij dit "wandel monument" gefotografeerd. Verder gewandeld naar het station; ik had het ook wel gehad met 20 km; onderweg nog een grasschaar voor Roos gekocht; in de verschillende treinen zitten dutten; moe maar zeer voldaan thuis gekomen.

Auteur van dit Blog met wandelgids voor het
"wandelmonument" bij het kasteel Vorden

18 maart 2012

Head of the river 2012


Overzicht van de roeiers vanaf de brug
over de Amstel 
Volgens het weerbericht zou het droog blijven. Eigenlijk had ik geen zin om voor de zoveelste keer achter in het bos te gaan wandelen. Ach, waarom niet lekker even door de stad en dus met de trein naar Amsterdam. Uitgestapt op het Amstel station en via de achter uitgang, langs de Amstel. En daar was toch een spektakel; hoop lawaai en allemaal roeiboten. "Dat zal de head of the river zijn", dacht ik. Mijn vriend Dick had het daar vaak over gehad; zowel Roos als Dick hebben deze uitputtingsslag, 8 kilometer roeien tegen de wind in, ook zelf verricht! Petje af. Prachtig gezicht die 8 roeiers die alles geven om een goed resultaat neer te zetten. 
In mijn studententijd heb ik ook geroeid; wij hadden van ons dispuut PROIRA "een vier met stuurman" samen kunnen stellen, maar we konden er niet veel van. Eén keer per jaar hadden we een wedstrijd op de bosbaan en voor m'n gevoel hijgde ik dan werkelijk m'n longen uit m'n lijf. Maar het was een leuke teamsport. En dat kon je hier goed zien. Het team op het filmpje, ik ken hen uiteraard niet, roeide heel gedisciplineerd en op hoge snelheid. 


Helemaal uit Groningen gekomen om hier op deze koude
middag te komen roeien en naar roeien te kijken.
De juiste roei-mentaliteit!
Op de Berlagebrug heb ik nog een poosje met plezier naar het spektakel staan kijken. Naast mij stond een jonge vader met klein kind in de fiets-achterbak. Ik vroeg hem of deze wedstrijd de head of the river was. Hij kon dat beamen  en vertelde dat dit toch wel het grootste roeispektakel van NL was. Waarschijnlijk zijn alle, althans de overgrote meerderheid van de "achten" van NL hier aanwezig. Hij was zelf met vrouw en kind uit Groningen gekomen en stond nu te wachten tot het moment dat zij met haar ploeg onder de brug zou doorkomen om haar toe te juichen. Leuk hoor.

17 maart 2012

De geschiedenis van Akoumbéng

Een opmerking over de betrekkelijkheid van vooruitgang toen "de mens" overging van jager-verzamelaar naar sedentair leven heeft mijn nieuwsgierigheid gewekt; deze overgang zou niet onverdeeld positief zijn; de gezondheidstoestand en voedingstoestand van de sedentair levende mens was vaak minder goed dan die van jager-verzamelaar.
Deze waarneming verbaasde mij nogal en daarom heb ik in de bibliotheek het hier getoonde boek ter lezing meegenomen; de pygmeeën vormen een vanouds als jager-verzamelaar levend volk; nooit hebben zij uit zichzelf de landbouw bedreven.
De foto's die in het boek worden getoond alsmede de verhalen laten zien dat de pygmeeën die in het boek worden opgevoerd behoorlijk gezond zijn; de op de foto's getoonde kinderen en volwassenen zien er weldoorvoed uit; van voedselgebrek lijkt geen sprake. Maar mij had een lichtje moeten op gaan; als er meer dan genoeg voedsel is, dan zou de bevolking toe moeten nemen en dat is bij de Pygmeeën niet het geval. De oorzaak is de volgende: het leven in het oerwoud is vol van gevaren, waaronder infectieziekten; vooral de kindersterfte blijkt ongelooflijk hoog te zijn. Heel treffend is het verhaal van de pygmeeënvrouw Akoumbéng. Zij heeft tijdens haar leven al haar tien kinderen en haar echtgenoot verloren; slechts één van haar kinderen, een zoon, had de volwassen leeftijd bereikt. Uiteindelijk kwam hij jammerlijk om bij de olifantenjacht. Van de andere negen kinderen van Akoumbéng hebben de meesten nauwelijks de babytijd overleefd. Een smartelijk bestaan waar wij ons als westerse mens absoluut geen voorstelling van kunnen maken. Het leven in het oerwoud blijkt buitengewoon gevaarlijk. De jacht, kinderziekten, vallende bomen bij onweer, het is geen lolletje. Desondanks konden deze mensen geweldig genieten van gezamenlijke feesten en waren zij bijzonder begaafd in het dansen. Dit alles wordt op boeiende wijze beschreven door Dr Paul Julien die in de jaren dertig vele reizen heeft gemaakt in equatoriaal Afrika om deze kleine bewoners van de tropische, ondoordringbare bossen te bezoeken. Met de boeken die hij over deze reizen schreef bekostigde hij de reizen die hij maakte. Hij deed bloedonderzoek waarvan hij recentelijk zelf al schreef (hij is honderd jaar oud geworden!) dat dit onderzoek in de hedendaagse tijd zoveel meer had op kunnen leveren.
De zwart wit foto's in het boek zijn bijzonder imposant en authentiek en staan voor een belangrijk deel ook op Internet. 

Op titel pagina van het boek van Dr Paul Julien over zijn reizen in Afrika staat een  mooie foto van een jonge Pymeeënmoeder. Deze foto sierde tot voor kort deze blog maar is verwijderd. 

16 maart 2012

Johannes ten Brink en Pietertje Veenstra

Statieportret van mijn overgrootouders
Johannes ten Brink en Pietertje Veenstra
Weer zo'n schitterend, ouderwets statieportret zoals dat in het begin van de fotografietijd werd gemaakt. Foto's waren nog bijzonder; in de rijke bovenklasse werden portretten geschilderd en voor de niet al te armen stond nu de fotografie open om bij gelegenheden foto's te maken. Je kunt je dat amper meer voorstellen nu we maar raak fotograferen en de vakantiefoto's nooit meer terug kijken omdat het er gewoon te veel zijn.
Op het hier getoonde portret staan de ouders van Jan ten Brink, mijn grootvader van moeders kant; Johannes (Jurjens) ten Brink en Pietertje Veenstra.
Johannes werd geboren op 9 september 1851 in Balk (Friesland) en is gestorven op 9 februari 1929 in Amsterdam. Uit de overlevering weet ik eigenlijk alleen dat hij heel erg precies was en alles altijd nauwgezet controleerde. Daarom was men zo verbaasd dat hij uiteindelijk is overleden door slordigheid; het slangetje van het gastoestel was zodanig versleten dat het was los geschoten. In die tijd bevatte het (kolen)gas koolmonoxide en dat heeft hem vergiftigd tijdens zijn slaap.
Van Pietertje Veenstra weet ik behalve haar geboortedatum (15 april 1855) eigenlijk helemaal niets. Mijn moeder is naar haar vernoemd maar men vond in die tijd al dat de naam "Pietertje" echt niet kon en daarom werd het Petronella. Mijn moeders roepnaam werd Nel; lijkt in niets meer op Pietertje dus. Gekke gedachte dat het ons uiteindelijk vrijwel allen zo zal vergaan; we verworden tot een administratieve aantekening en hooguit tot een regeltje in een genealogisch overzicht, maar niemand die meer iets bijzonders over je weet; zet wel aan tot relativering. Daarom schrijf ik nu ook die paar dingen die over mijn voorgeslacht bekend zijn op. En dan is het nog maar de vraag of het iemand ook maar iets interesseert.
Het gezin had 4 kinderen, mijn grootvader Jan en zijn broer Jurrie en twee dochters, Anna en Jo, voor mij tante Anna uit Amerika en tante Jo uit Amerika; de toevoeging was nodig omdat de uitgebreide familie van mijn grootmoeder nogal wat Anna's en Jo's kende.
Het portret toont twee markante gezichten; vooral Pietertje ziet er heel zelfverzekerd uit en Johannes met de zware baard ziet er ook heel imposant uit. Ik herken in geen van de 8 kleinkinderen van mijn ouders, noch in de gezichten van mijn twee broers of mijn moeder iets van hen, laat staan in het gezicht van de kleine Gijs, die toch ook nog altijd nog meer dan 1 chromosoom equivalent met deze zesde graads bet-over-overgrootouders bezit?!

15 maart 2012

Quatsch over de oudheid?!

Afbeelding over de oudheid

Rare titel voor een artikel: "Over de oudheid wordt veel quatsch verteld". Dat zou door Marcel Hulspas zijn opgetekend uit de mond van Jona Lendering, schrijver van boeken over de oudheid. En verder dat de universiteiten de "gewone burger" in de kou laat staan waar het informatie over de geesteswetenschappen gaat, waar de oudheidkunde kennelijk ook onder valt. Dat laatste schoot bij mij in het verkeerde keelgat; de universiteiten laten niemand in de kou staan. Studium Generale is voor iedereen toegankelijk en biedt in dit Internet tijdperk een bron van informatie over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Dat er, zoals in het artikel van 24 februari in "De Pers" door de steeds verder gaande studieduur verkorting wat te zeggen valt over de inhoudelijke kant van de studies is een andere zaak. Neemt niet weg dat iedere student of andere geïnteresseerde altijd een boek kan pakken over het betreffende onderwerp; ook daarin voorziet de universiteit(sbibliotheek). Een kwestie van prioriteit en interesse, meer dan van het zgn. tekort schieten van de universiteit denk ik. Zo, dat moest er even uit!

14 maart 2012

Insecten: het vlees van de toekomst


Een bordje meelwormen; hebben niet veel smaak
weet ik inmiddels uit ervaring
Onder deze titel werd een lezing gehouden tijdens het symposium ter ere van het 75-jarig lustrum van de Uyttenboogaart-Eliasen stichting. Arnold van Huis hield op begeesterde wijze het gehoor voor hoe noodzakelijk en hoe belangrijk het was dat de mensheid, althans de westerse mens, over zou gaan op het nuttigen van insecten in plaats van vlees. De omzetting van plantaardig materiaal in insecten proteïnen verloopt veel efficiënter dan in warmbloedige vleesdieren als kippen, koeien en varkens.

Bah, insecten zult u lezer denken, maar dat valt wel mee. Inmiddels heb ik reeds drie maal insecten-hapjes gegeten; ik heb daar geen enkele moeite mee, maar smakelijk is anders. Het smaakt eigenlijk nergens naar. Dat is mijn probleem met insecten voor menselijke consumptie; er zal een hele fabrieksmatige slag gemaakt moeten worden alvorens van dit basismateriaal een smakelijk product wordt. De reden die wordt opgevoerd voor de noodzaak van consumptie van insecten betreft vooral de overbevolking die eraan schijnt te komen. Wellicht zouden we die beter kunnen inperken; de Chinezen zijn daar toch ook in geslaagd?!
In het boek van Dr Paul Julien lees ik overigens dat de pygmeeën zich veel moeite getroostten om de vliegende termieten te vangen. Dit zijn de geslachtsdieren van de termietenkolonie en die zullen ongetwijfeld heel voedzaam zijn. Julien heeft het hem aangeboden, voor de Pygmeeën kostbare geschenk van een mandje toebereidde termieten, met tegenzin aanvaard en er met walging iets van gegeten. Dat verbaast me, want het is toch vooral cultureel bepaald wat men eet en de pygmeeën deden dit al duizenden jaren, dus eetbaar was het zeker en dat wist Julien. Heel veel volkeren in de tropische zone eten overigens insecten. Maar geef mij maar een stukje vlees, dat is toch echt een stuk smakelijker is mijn ervaring.

13 maart 2012

Eindelijk geleerd hoe je moet roken

Cor bij het aansteken en controleren
van de rookoven
Enkele jaren geleden kreeg ik van Roos ter gelegenheid van mijn verjaardag een rookoven. Ik had zoiets van: "verdomd interessant, maar gaat u verder". Ik had geen idee hoe dat proces verliep; er zat een zakje zaagsel bij; moest je dat aansteken? Ik had geen flauw idee. Maar mijn goede vriend en oud-collega Cor is inmiddels een zeer ervaren zalmroker geworden en hij wilde het mij graag uitleggen; alzo gebeurde afgelopen vrijdag. Hij had twee methoden die hij beide zou laten zien. De ene was vooral geschikt voor het roken van moten zalm; de ander, die met deze fraaie rookoven werd gedemonstreerd betreft het roken van paling. Ik had afgelopen zomer al wat palingen ingeslagen; die had ik op aanwijzing van Cor ontdooid en gezouten meegenomen. Dat bleek achteraf een veel te lange zoutingstijd te zijn. De palingen waren dermate zout geworden dat zij nog slechts geschikt waren voor de soep. Jammer, volgende keer veel korter zouten dus.
Het zouten is absoluut noodzakelijk en even belangrijk als het rookproces zelf. Doe je het te intensief dan is het product te zout en dus niet lekker meer; doe je het onvoldoende, te kort dus of met te weinig zout, dan droogt het product helemaal uit tijdens het rookproces en wordt het hard. Cor had een moot zalm ingesmeerd met droog zout en tevoren klaargemaakt. Het roken ging heel anders dan ik had verwacht.
Moot zalm in de rookopstelling met spiritusbrandertjes
Dat zaagsel wordt helemaal niet aangestoken maar verhit, waarbij rook vrij komt; een ander proces dan in de rookoven waarbij de rook wordt afgeleid van een gesmoord, maar brandend vuur. Een zeer kleine hoeveelheid van het zaagsel, op de bodem van een metalen bak en afgedekt met geperforeerd aluminiumfolie wordt van buitenaf verhit met spiritusbrandertjes; niet te heet, want het moet vooral niet te warm worden; het gaat om de rookproductie. Tussendoor bet je af en toe het vocht van de moot zalm en in een dik uur heb je een overheerlijke gerookte zalm. Cor maakte er een delicaat sausje bij met dille, honing, zure room en mayonaise en smullen maar!
Gerookte zalm met dillesaus au collegue Cornelius
De structuur van de zalm is heel bijzonder geworden door de lichte verwarming tijdens het roken. En de smaak is verrekte goed. Terwijl ik naar dit onderste plaatje kijk loopt het water me gewoon weer in de mond. Ik ga met het zaagsel van de rookoven, in een grote pan die ik toch niet gebruik, op het inductiefornuis eerst eens deze opstelling proberen. Zodra ik dat onder de knie heb waag ik me aan de rookoven; dat is toch wel een stuk ingewikkelder. Dat zal ik zeker niet meteen met paling doen; daarvoor is die te kostbaar. Dat zal ik aan de vakman over laten.

12 maart 2012

Genealogie in Zuid Laren

Onderdeel van het monument ter ere van de paardenmarkt
in Zuid Laren
Vandaag op bezoek geweest bij mijn achternicht en haar echtgenoot, Karel deV, die ik al eerder noemde vanwege zijn genealogische expertise. Eerder maakte hij voor mij een stamboom van mijn afkomst tot in de zevende graad; 128 voorouders in alle lijnen. Zij wonen in Zuid Laren, het Drentse plaatsje dat bekend is vanwege zijn meer dan 800 jaar oude paardenmarkt. Een groot monument, geplaatst ter ere van het 800-jarig bestaan van deze markt staat prominent bij de Brink.
Het was een weerzien na bijna vijftig jaar. Door toedoen van deze hobby van Karel hebben we elkaar weer in het vizier gekregen. Mijn broer had een deel van de gezamenlijke stamboom verkregen via een andere achternicht. Met het onvolprezen internet heb je dan zo contact met elkaar. En Karel heeft toen de bovengenoemde stamboom voor mij gemaakt. Hij wilde mij ook laten zien hoe dat ging. Maar natuurlijk begonnen we met oude herinneringen op te halen. Onze oma's waren zusters; een Amsterdamse, muzikale familie die geweldig gezellige familiefeesten kon houden. Mijn achternicht en haar tweelingzuster zongen; hun vader speelde accordeon.
V.l.n.r. de drie zusters, Tante Anna,
tante Riek en mijn oma Mien
Ik weet nog van een feest op drie hoog in de Kinkerstraat waar mijn oma woonde dat de vloer gewoon op en neer ging van de feestvreugde. Maar er waren natuurlijk nog veel meer anekdotes, ook familie gebeurtenissen van wat geheimzinnige aard die we met elkaar uitwisselden.
Karel toonde mij de verschillende databases waaruit hij de informatie putte; dat gaat tegenwoordig vrijwel geheel met Internet; veel informatie is ontsloten. Met die informatie heeft hij een enorm bestand van personen opgebouwd. Heel imposant.
Ik kreeg nog een uitdraai van de persoonskaart van mijn overgrootvader mee en twee fraai ingebonden boekjes van de stamboom van mijn familie nu in zeer overzichtelijk formaat.
Zij beschikten over een foto van de drie zussen; drie struise oudere dames met een "Margareth Thatcher handtasje", heel karakteristiek. Die plaats ik hier ter afsluiting. Ik heb een heerlijke dag gehad.



11 maart 2012

Op pad met een bos ecoloog

Jan opent de schors van een dode den om een indruk te
krijgen over de entomologische fauna aldaar.
We zijn beiden lid van de sectie Thijsse van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Binnen het bestuur heb ik graag plaats gemaakt voor Jan ten Hoopen; hij is veel en veel deskundiger dan ik op het terrein van natuur en natuurbeheer; Jan is bos-ecoloog en met name geïnteresseerd in de entomologische aspecten en dood hout beheer in bossen. Inmiddels heb ik door de wandelingen met Ab ervaren dat het ontzettend leerzaam en aangenaam is om met een echte deskundige door natuurterreinen te banjeren; daarom had ik Jan ook gevraagd of wij onze hobbies, wandelen en natuur niet eens konden combineren. En zo waren wij aan de wandel in "de achtertuin" van Jan, de Veluwe zoom; een schitterend natuurgebied aan de rand van de Veluwe, zo tegen de IJssel aan.
Met m'n Dal Vrij abonnement vroeg op stap en om 8.30 ontmoetten we elkaar bij station Dieren; met Jans' auto langs de Posbank en een parkeerterreintje en toen stevig aan de wandel. Eerder hadden we afgesproken dat we zo'n 15 à 20 km zouden gaan doen; ik moest die avond nog bridgen en wilde nog wat energie over hebben; Roos en ik waren niet voor niks van de C-lijn naar de B-lijn van de club gepromoveerd. Het werden er uiteindelijk ruim 21 en dat was ook wel genoeg.

Sporen van moedergang met zijgangetjes
van de larven
Onderweg kwamen we langs een stuk met omgewaaide dode bomen; het onderzoeksgebied van Jan. Met een stevig mes peuterde hij de bast open op zoek naar insectensporen. Hij toonde mij met veel kennis wat de insecten aan vraatsporen onder de bast hadden achtergelaten. Fascinerend hoe hij aan de loop van de sporen de geschiedenis kon aflezen: een relatief brede moedergang van een insect (een dennenscheerder als ik het goed heb onthouden), waar zij aan het eind eitjes had gelegd en van daar uit een waaier van smalle gangetjes van de jonge larven. Deze larvensporen kwamen abrupt tot een eind omdat daar de larven door een predator-insectenlarve waren opgepeuzeld. En vast geen toeval, even verderop in de bast peuterde Jan een larve tevoorschijn met vervaarlijke kaken: een kortschildkeverlarve. Ook liet hij mij het karakteristieke uitvlieggat van een timmerboktor zien, een insect dat ik vermoedelijk vorig jaar een keer heb gezien bij mij achter in het bos.
Ik heb genoten van de schoonheid van het landschap en de deskundige entomologische en landschappelijke begeleiding. Hiervan zouden meer mensen moeten kunnen genieten; wie weet vormen dit soort (georganiseerde) rondleidingen een interessant (braakliggend?) terrein om zowel het wandelen, de interesse in het landschap en haar insecten te stimuleren? Wellicht iets voor de natuurorganisaties; ik ken in ieder geval een zeer deskundige gids met een uitstekende wandelconditie!