|
Woonhuis en praktijk van tandarts Croese |
Vanaf 1954 woonde mijn ouderlijk gezin in Slotermeer, Amsterdam nieuw-West. We hadden daar ook een tandarts; zijn naam was Ree. Mijn blijvend gebit was een wanhoop; tanden schots en scheef. Tandarts Ree stuurde ons door naar een orthodontist in de Johannes Vermeerstraat in Amsterdam Zuid. Ik herinner me nog goed hoe moeder en ik na afloop van het eerste en enige consult aldaar op de tramhalte stonden. Moeder in zak en as: "duizend gulden, daar kun je een wasmachine voor kopen"; kortom dat kon bruin niet trekken. Buren kenden een aanzienlijk voordeliger mogelijkheid: tandarts Croese in de Vening Meineszlaan en vervolgens werden we daar met het hele gezin patiënt.
|
De kolenkit |
Vandaag ben ik in navolging van het boek "Ondanks de zwaartekracht" dat gaat over Slotermeer weer eens terug gegaan naar de omgeving waar ik als kind ben opgegroeid; een nostalgisch gebeuren, dat kan ik u lezer verzekeren!
Met de trein naar Amsterdam Sloterdijk. Eigenlijk had ik direct naar het oude Sloterdijk willen lopen, maar ik had geen idee hoe ik daar door alle enorme gebouwen had moeten komen. Dus maar op goed geluk de richting van Bos en Lommer/Slotermeer gelopen.
|
Balletschool Steffa Wine, nu een winkel |
Na enige tijd kwam ik een oude bekende tegen: de Haarlemmer Trekvaart, de oude infrastructuur waarover ik in vroeger jaren heb geschaatst en waar ik als klein kind ook met een netje visjes heb gevangen en zelfs een keer een dooie otter heb opgevist. Maar afgezien van die oude trekvaart herkende ik niets. Dus maar doorgelopen tot ik de Wiltzanghlaan ontmoette. Die eerst maar eens richting oude stad uitgelopen tot de Admiraal de Ruijterweg en weer rechtsaf afgeslagen; restaurant Betawi gepasseerd; heb ik een keer heerlijk Indisch gegeten met Roos op advies van Lien.
|
Café Zomerlust |
Door naar de Bos en Lommerweg; en daar weer rechtsaf richting Slotermeer. Maar eerst door de wijk Bos en Lommer. Eindelijk iets bekends; het witte kerkje waar ooit een afgestudeerde dispuutsgenoot van me in een huisartsenpraktijk dienst had. Er begonnen nu associatieve gedachten te exploderen in mijn hoofd; hier had ik Jaap J., eveneens een dispuutsgenoot aan zijn ziekbed bezocht; hij was met de fiets tegen iets aangereden en had een hersenschudding opgelopen. Richting Bos en Lommerplein was de stad ingrijpend veranderd; niets te herkennen totdat de Opstandingskerk als een baken opdoemde; de Kolenkit genoemd vanwege zijn vorm. Daar hoorde ik voor het eerst die prachtige melodie uit BWV 147 die ook Maarten 't Hart zo goddelijk vond.
|
Invloed van "Does", kleurenrijkdom van
de Stijl. |
Vervolgens passeerde ik de oude spoordijk met daarop het spoor naar Schiphol; vanaf dat punt was ik in mijn oude Slotermeer. Hier en daar was natuurlijk wel het een en ander veranderd, maar de herinneringen sprongen naar voren; De Fockstraat waar boekhandelaar Haverman op de hoek zat en waar mijn schoolboeken werden besteld. Ik ging die straat in omdat ik wilde proberen de oude balletschool van Steffa Wine te vinden. Maar eerst kwam ik langs het pand waar tandarts Croese woonde en zijn praktijk voerde; daar tegenover was het oude kantoor van Peter C., mijn architectenvriend die mij op het boek "Ondanks de zwaartekracht" attent heeft gemaakt.
Ik liep de hele Vening Meineszlaan af; kwam daarbij inderdaad langs de oude balletschool waar mijn moeder ook op ballet heeft gezeten, vandaar dat ik die naam ken. Ik kreeg pianoles van de pianiste bij de balletschool van Steffa Wine, student aan het conservatorium, juffrouw Dolly voor mij.
|
De sloot vlakbij mijn school. Ging ik
eendenveren zoeken. |
Ik liep de Vening Meineszlaan verder af en passeerde daarbij het pand waar in mijn jeugdjaren de openbare bibliotheek was gevestigd; daar leende ik de boeken van captain Hornblower weet ik nog. En zo ging het maar door; de Vlugtlaan waar nog steeds Zomerlust is gevestigd, heden café Zomerlust. De praktijk van onze huisarts Weddepohl, de van Tienhovengracht waar ik watervlooien heb gevangen met een fijnmazig schepnetje en het resultaat uit probeerde te wringen waarbij tot mijn schrik op zeker moment rood water uitkwam. Het haventje, carillon, politiebureau in de Lodewijk van Deysselstraat.
Tot slot ben ik naar het oude ouderlijk huis gegaan en heb ik bij de buren aangebeld; ik werd eerst niet eens meer herkend, maar we hebben gezellig een uur zitten praten over "vroegig".
Zij maakten mij attent op het bestaan van een museum rond de stadsarchitect Cor van Eesteren die de tuinsteden heeft bedacht en heeft mogen realiseren. In genoemd boek gaat het zowel over Steffa Wine als over Cor van Eesteren.
De stijl deed mij denken aan Frank Westerman en dat kon wel eens kloppen; hij wordt als laatste bedankt door auteur Suzanne Jansen.