|
Tijdens het lopen kan ik het niet laten
om die hoog opstekende grashalmen
te stropen van hun zaden. Deed ik als
klein jongetje al. |
Nee, ik niet hoor, maar Roos wilde vandaag eerst naar Debbie. We hadden afgesproken dat we vandaag zouden gaan wandelen; het zou de mooiste dag van de week worden; voor de rest van de week en zeker voor morgen was er regenachtig weer voorspeld en aangezien ik niet graag in de regen wandel hadden we voor vandaag afgesproken. Ik wilde graag die etappe over het Polderpad wandelen die ik vorige week heb gedaan; vond die zo mooi dat ik hem ook Roos wilde laten beleven en zo zou geschieden.
Omdat ze eerst naar Debbie ging voor de rug-sterkende Pilates lessen konden we pas met de trein van 10.31 naar Bodegraven. Maar daar ging het dan ook wel "los". Echter, bij de enige uitspanning op deze etappe, maar nog wel binnen Bodegraven gingen we aan de koffie; was een gezellig tentje waar een achttal dames in vergadering bijeen was over de organisatie van hun zangkoor.
Maar toen gingen we echt wandelen; eerst langs de Oude Rijn, een onderdeel van de wandeling dat Roos sterk deed denken aan haar tijd in Leiden; leek sterk op de sfeer van Hazerswoude; kleine huizen in het groen langs het brede water van de Rijn.
Bij het fort Wiericke Schans - daar woonde een van de dames van het zojuist ontmoete koor - weer rechtsaf; Roos was zeer onder de indruk van de schoonheid van het landschap en ik moet bekennen dat je er met z'n tweetjes toch nog meer van geniet dan in je uppie; ik genoot ook ondanks dat ik er vrijdag nog was geweest; wat hebben we toch een mooi groen hart in ons overbevolkte landje.
|
Bij de lichte bocht van de Wiericke hebben
we geluncht en van de omgeving genoten |
Langs de Wiericke over de Prinsendijk en door de schapenstront. Bij de snelweg maakte ik Roos erop attent dat hier de Cetti's zanger van zich liet horen en ik had het nog niet gezegd of hij meldde zich weer. Overigens was het misschien niet regenachtig maar wel verrekte koud; we waren er gelukkig beiden goed op gekleed. Onder de snelweg door via het tunneltje en verder over de Prinsendijk. Bij de lichte kromming gingen we op de dijk zitten en genoten we van het uitzicht; een stuk land onder beheer van SBB zat redelijk vol met weidevogels; we zagen kieviten, grutto's en hoorden vanaf de andere kant vanuit het riet het gekwinkeleer van de kleine zangertjes. Het was wonderlijk stil afgezien van de vogelgeluiden; heerlijk sprookjesachtig plekje.
We liepen verder naar de brug en staken de Wiericke over richting Driebruggen; onderweg groepjes kinderen op de fiets die ons een prettige wandeling wensten; waar vind je dat nog?
Door Driebruggen tot de brug over de volgende Wiericke, de dubbele dit keer en door het nauwe straatje naar de dijk gelopen; mooi wonen hoor daar; bij het laatste huisje konden we - achteraf geconstateerd - kakelverse eitjes kopen. Gelukkig hadden we dit keer beschikking over muntgeld en konden we alle handel voor 2 euro meenemen. Volgende keer hoop ik eraan te denken om de doosjes terug te brengen en hopelijk nieuwe eitjes in te slaan: wisselgeld meenemen!!
Verder over de brede dijk tot we bij de "grote verrassing" kwamen; het polderpad, grenspad tussen de provincies Utrecht en Zuid Holland. Roos had - net als ik vorige week - het gevoel dat ze hier voor het eerst kwam. Ik moet toch eens met Huib uitzoeken of we hier echt niet eerder zijn geweest; ik heb met hem zo vaak in het Groene Hart gewandeld en de betonnen stoelen verderop kwamen me zonder twijfel bekend voor, dus moet ik hier wel geweest zijn?!
Maar voor Roos was het puur genieten en dat was wat ik hoopte maar ook wel verwachtte; dit pad is zo in oorspronkelijke staat; geen verharding en het loopt van niks naar nergens. Overigens hebben we deze dag, afgezien van een enkele hondelaar, niemand ontmoet. We genoten van de schoonheid en van de vogeltjes hier en daar; een half aangevreten jong eendje lag op de kade; een polletje van het driekleurig viooltje fleurde het pad. Zeer afwisselend en enkele kilometers schoonheid.
Zelfs aan het einde van het pad, bij de picknicktafel en het hek herkende Roos het geheel nog niet.
|
Knooppunt 49 tussen niks en nergens! |
Ik stelde voor dat we zouden proberen om de buurtbus aan te houden; ik had weinig hoop want het was wat aan de late kant; toch maar proberen en nog geen minuut later kwam de bus aangereden! Mijn OV-engel had me weer eens bijgestaan, waarvoor dank!
We konden zelfs nog voor vierenop station Woerden inchecken; het was 15.57, dus maar net op tijd.
Ik had weer eens te veel gekookt en ontdooid, maar Roos was graag bereid om me van de linzen en de groene kool af te helpen; ze kwam gezellig eten. Daarna ging ze huiswaarts om nog wat aan haar computer te werken voordat deze morgen naar Huib gaat voor een update.
's-Avonds hebben we nog lekker gebridged waarbij we om en om blunders maakte met spelen en ik een enormiteit uithaalde met bieden (schaam me er gewoon voor?!) waardoor we een opgelegde 7 SA misten. Desondanks mocht ik nog een biertje komen drinken bij Roos en met haar de sponde delen. Middenin de nacht, bij de tweede sanitaire stop schoot het door mij heen dat er nog spekblokjes heel zacht opstonden op mijn fornuis; ik schrok me rot en kleedde me razendsnel aan en ging - zonder bril en horloge - de straat op; hoorde de kerkklok 4 keer slaan. Thuis gekomen bleek er weinig aan de hand; het fornuis stond zo laag dat het spek nog niet eens geheel was uitgebakken. Opgelucht ging ik nog even wat slapen. Wat een dag?!