Door dat artikel van Xander Tielens in ABG over de eerste levensvormen en met name het ontbreken van een hypothese over het allereerste begin, a.h.w. de "ontsteking" van het leven, heeft mijn ouwe brein weer helemaal in de war gebracht. Met mijn zoon Peter heb ik afgesproken dat ik de hypothese die ik al zo'n vijftien jaar geleden heb afgeleid omtrent dit onderwerp ga formuleren en vertalen in het Engels. Peter is in opleiding voor chemicus en spreekt voortreffelijk Engels. Zijn fiancée Solvej studeert Engels, dus die vertaling is wellicht het minste probleem.
In 1977 werd ik door een kennis van een collega/vriendin van Lien, een beeldend kunstenaar Harry van Kruiningen, gevraagd of ik hem als chemicus kon adviseren bij een serie etsen die hij had gemaakt over het ontstaan van het leven. Dat was nog in de tijd van experimenten met een nagebootste aardatmosfeer waar bliksems doorheen werden geleid in de vorm van hoogspanningsvonken: de beroemde experimenten van Urey en Miller. Als je die experimentele omstandigheden maar lang genoeg volhield ontstond er een mengsel van aminozuren en naar ik meen ook kernbasen, de bestanddelen van resp. eiwitten en DNA/RNA.
Hoewel ik dan wel biochemicus was, had ik eerlijk gezegd nog nooit over het onderwerp "Ontstaan van het leven" serieus nagedacht. Voor mij was het een mysterie, maar dat het ontstaan zou zijn op een steriele aarde, na afkoeling tot temperaturen die voor het hedendaags leven geschikt zouden zijn was voor mij toch wel een uitgangspunt.
Tegen die achtergrond heb ik Harry geadviseerd bij de tekst voor de brochure bij de tentoonstelling en denk nog met plezier terug aan de twee of drie besprekingen die wij voerden. Hij had het ontstaan van het leven tegen de hem bekende kennis in zijn artistieke vrijheid vorm gegeven; ik moest helpen met de verbindende tekst en oordelen of het enigszins waarheidsgetrouw was. Nou ja, vooruit dan maar.
Hij had de etsen al klaar. Daarvan herinner ik me nog een enorme regenbui die duizenden jaren geduurd zou hebben; de conceptie van eiwit en DNA; aminozuren die aan elkaar gekoppeld waren als washandjes aan een waslijn. Als tegenprestatie kreeg ik van Harry een aantal van zijn producten waaronder een exemplaar van een ets; ik koos voor het samengaan van eiwit en DNA, een ets die vanaf die tijd onze woonkamer heeft gesierd. Nu hangt hij bij Anneke.
Vanaf dat moment met Harry van Kruiningen ben ik overigens niet aflatend bezig geweest met de gedachten over het onderwerp "ontstaan van het leven". Al snel kwam ik tot de conclusie dat het veel te simplistisch moest zijn om te veronderstellen dat een willekeurig mengsel van aminozuren en kernbasen tot een biochemisch proces kon leiden; daarvoor is zelfs het simpelste biochemisch proces te complex. In die gedachte werd ik later ook gesterkt door de door deskundigen geformuleerde metafoor van de storm die over een berg met vliegtuigonderdelen woedt en waar uiteindelijk als resultaat een werkende Boeing 747 zou staan. Maar hoe dan wel? Daarover meer in volgende Blogs die als basis zullen dienen voor de tekst die ik samen met zoon Peter in het Engels ga formuleren.