Ab (rechts) en Jap, mijn twee boswachtervrienden bij de landelijke dag van SOVON in gesprek |
Na een welkomstwoord van de directeur van SOVON sprak één der oprichters over het gedrag van de gierzwaluw in de periode van zonsondergang tot zonsopgang. Terwijl de vogels weinig kunnen zien vanwege de duisternis vertonen ze heel duidelijk zwermgedrag waarbij ze niet op elkaar botsen en naar het lijkt de beweging van de muggen volgen; bij zonsondergang omhoog en langzaam omlaag en bij zonsopgang langzaam omhoog en dan pijlsnel weer omlaag. Het karakteristieke gekrijs van de gierzwaluw zou hypothetisch het signaal vormen om enerzijds bij elkaar te blijven in de voedsel (lees muggen) rijke plekken boven het IJsselmeer waar dit verschijnsel d.m.v. radar detectie werd waargenomen. Leuk eerste verhaal.
Daarna ben ik naar Studio 2 gegaan waar onder voorzitterschap van Prof. Dr. Henk Siepel een meer ecologisch getint aantal verhalen werd gehouden. Daarvan trof een enkele mij bijzonder en wel degene die de lotgevallen van de tapuit beschreef, een vogel van open landschappen die heden een enorme teruggang ondergaat. Het onderzoek betrof de achtergrond van deze achteruitgang en de resultaten stemden mij niet vrolijk.
Het was niet vanwege het ontbreken van konijnen(holen) die voor het broedgedrag van de tapuit noodzakelijk werden geacht. Er was geen relatie met de aantallen konijnen in een aantal gebieden en het aldaar voorkomend aantal tapuiten. Predatie bleek evenmin een belangrijke factor te zijn. Wat eigenlijk het meest in het oog viel was toch wel het broedsucces; erg veel eieren kwamen gewoon niet uit. Daar is verder onderzoek naar gedaan waarbij twee resultaten werden getoond: een misvormde ei-inhoud, waaruit onderzoeker de conclusie trok dat het vrouwtje in onvoldoende conditie verkeerde, kortom ziek was. Maar wat ik werkelijk een vreselijke waarneming vond betrof het plaatje van een embryonaal vogeltje dat misvormd was; op het amnionvlies was sprake van een soort huidontwikkeling met zelfs veertjes; die horen daar helemaal niet; het leek wel een teratoom. De aanwezigheid van gif werd als oorzaak aangenomen en kon ook in de eieren worden aangetoond. Een relatie met het voorkomen van gif in de prooidieren van de tapuit is aannemelijk. En het betrof hier tapuiten in natuurgebieden; zelfs in die gebieden is dus een voor deze vogels bedreigende hoeveelheid gif in de biosfeer; dàt stemde mij niet vrolijk en niet alleen vanwege de vogels maar zeker ook vanwege onze eigen soort, de homo sapiens sapiens.
Na afloop stonden Ab en ik nog wat te praten en ook Jap, mijn ouwe maat, voorzitter van de sectie Thijsse sloot zich bij ons aan. Leuk om m'n twee boswachtervrienden bij elkaar te fotograferen en deze Blog daarmee op te luisteren.