31 augustus 2012

Het Wad en Wierdenpad

Route van het Wad en Wierdenpad

Onlangs ontmoette ik een mede-wandelaar op het station van Uithuizen; hij maakte mij attent op het Wad en Wierdenpad, een langeafstands wandeling in het noorden van Groningen. In mijn boekenkast ligt een stapel van die wandelboekjes, waaronder het Wad en Wierdenpad. Ik heb het eens doorgebladerd en daarbij gezien dat het dwars door het gebied van "de Graanrepubliek" loopt; onder deze naam heeft Frank Westerman een boeiend boek geschreven over de geschiedenis van de landbouw in het Oldambt, Noord-Oost Groningen.
Het is al zeker twee jaar geleden dat ik dat boek had gelezen en mij stellig had voorgenomen om  het Oldambt eens te gaan bezoeken. Het handigste is natuurlijk om dat in een weekend te doen omdat dan het Dalvrij abonnement handiger inzetbaar is in gebieden waar meerdere maatschappijen werkzaam zijn.
Zo heb ik mij voorgenomen om zaterdag het pad te gaan lopen, te beginnen in Nieuweschans, dwars door het Oldambt.
Het dieseltreintje naar Nieuweschans
Terwijl Roos en ik over het boek van Westerman aan de praat waren vroegen we ons af waarom deze schrijver niet de zelfde populariteit kent als Geert Mak. Ook zijn boeken zijn bijzonder onderhoudend en geven op toegankelijke manier inzicht in het verloop van de historie, doorspekt met verhalen uit de eerste en tweede hand. We hadden geen echt antwoord op die vraag.

30 augustus 2012

Nederland in twaalf moorden

De drie Blokkers, schrijvers van het boek

Bij het teruglezen van mijn Weblog viel het mij op dat ik zo veel boeken heb gelezen de afgelopen tijd. Eigenlijk vroeg ik mij af waar ik daar de tijd voor had gevonden want ik maak me zo druk als een klein baasje; ik reis van hot naar haar en wandel me suf. En daar zit hem natuurlijk de kneep. Beladen met mp3-spelertje en boeken breng ik mijn treintijd door. Dus al met al zit ik gemiddeld per dag heel wat te lezen. Ook nu weer een bijzonder boek dat gaat over de volksmentaliteit van "de Nederlander" door de eeuwen heen. De drie schrijvers Blokker, vader Jan en twee zonen hebben op bijzondere maar ook bijzonder kritische wijze een aantal episodes aan de hand van moorden en een zelfmoord (van Speijk) geanalyseerd. De overeenkomst tussen de Hoekse en Kabeljauwse twisten en de merkwaardige Velser veldslag tussen Ajax en Feijenoord aanhangers wordt geanalyseerd. De "heldenverering" van van Speijk, Jan Pieterszoon Coen en Colijn wordt op vileine wijze gefileerd. En natuurlijk de grote nationale schande van de moorden op de gebroeders de Witt en Oldenbarnevelt en de dubieuze rol van "de Oranjes" bij deze moordenc.q. terechtstellingen. Heel interessant om te lezen en echt een aanradertje. Tevens een fraaie illustratie van hoe de kijk op de geschiedenis in de tijd verandert. 

29 augustus 2012

Net als Averell Dalton

De laatste weken wordt mijn pad onverwacht gekruist door een aantal oud-leden van PROIRA, mijn voormalig dispuut waar ik met zoveel genoegen deel van heb uitgemaakt. Vorige week, na 35 jaar met Chris S urenlang zitten praten waarbij al die jaren als vanzelf wegvallen. Zo'n dispuut schept een heel bijzondere band. En sinds een paar dagen opnieuw een stem uit het verleden, via LinkedIn, één van die moderne sociale media. Anneke deR, ook in geen 35 jaar gezien of gesproken.
Dat deed mij direct denken aan een stomme culinaire zet mijnerzijds. Lien, mijn toenmalige ega en ik waren ergens begin jaren tachtig uitgenodigd bij een stel dispuutsgenoten, Anneke deR en Arend D om te komen eten. Het voorgerecht was avocado, een mij toen nog onbekende vrucht, geserveerd met bijbehorend lepeltje om het vruchtvlees uit te lepelen. Zo niet ik; gulzig als ik was en nog steeds ben (naar ik vrees) nam ik de avocado in de hand en at hem met schil en al op; beetje taai dacht ik wel, maar ja een kniesoor die daar op let. Echter, de disgenoten hadden het vruchtvlees uitgelepeld zoals het hoort. Arend, belezen zoals het een Proiraat betaamt begon vreselijk te lachen toen hij zag dat ik de schil had opgegeten en haalde direct uit zijn welgevulde boekenkast een klassieker tevoorschijn: een strip van Lucky Luke waarin Averel, de domste van de vier Daltons, een pastei met aardewerk en al zat op te peuzelen. "Een erg krokant korstje", bracht hij nog uit met zijn domste grijns op z'n snuit.
Ik vond dat zo spits van Arend dat ik deze anekdote nooit heb vergeten en er altijd aan moet denken als ik een "pastei en croute" zie. Nu ik via LinkedIn weer contact heb met Anneke deR moest ik deze grap toch even in de Blog verwerken.

28 augustus 2012

Het einde van eeuwigheid

Dit boek van de hand van science fiction schrijver en biochemicus Isaac Asimov las ik voor het eerst toen ik studeerde; ik was toen een jaar of negentien; het boek maakte onderdeel uit van de Science fiction omnibus. Al bij eerste lezing maakte het diepe indruk op me. Het thema betreft tijdreizen, iets waarvan ik eerlijk gezegd denk dat het een onmogelijkheid is en zal blijven, maar wie ben ik. Hier is een groep lieden, de zogenaamde "eeuwigers" die door kleine manipulaties de wereld, althans de mensheid behoeden voor ernstig onheil. Zo wordt een oorlog enkele eeuwen later voorkomen door een doos ergens in een afgelegen schuur te verplaatsen van de tweede naar de derde plank. Het was die kleine verandering met die grote gevolgen die mij blijvend aan het denken heeft gezet. Voorwaar, die Asimov gaf hier een inzicht in iets dat later het vlindereffect in de chaostheorie werd genoemd nadat het was "ontdekt" door een meteoroloog met een computerprogramma voor niet-lineaire wiskundige vergelijkingen.
Bij tweede lezing vond ik het vooral een licht teleurstellend feest van herkenning; zo'n flauwekul science fiction verhaal en vond ik het eind erg gezocht met handelingen van lieden uit een nog veel verder liggende toekomst. Maar deze week las ik het voor de derde keer en was ik eigenlijk het meest verrast door m'n eigen reactie; ik was sterk onder de indruk van de filosofische gedachten die Asimov feitelijk in het boek aan de orde stelt. Natuurlijk blijft het gegeven het zelfde. Maar nu was ik juist gefascineerd door het einde van het boek. In het verhaal zijn het de voorbij-eeuwigers van de verborgen eeuwen die het protectief handelen van de eeuwigers willen doorbreken; zij willen een einde van eeuwigheid.
De gedachte en wellicht filosofie van de schrijver komen hier mijns inziens aan het oppervlak. Hij geeft aan dat de mensheid pas tot volle ontplooing kan komen als hij de gelegenheid krijgt om ook fouten te maken hoe ingrijpend die ook mogen zijn. Hij voorziet, als echte science fiction schrijver een toekomst voor de mens in verre galactische stelsels die niet bereikt kan worden als de mensheid ploetert in voortdurende vredige saaie geschiedenis. Die laatste conclusie voert mijns inziens wat ver maar filosofisch is het een aardig item wanneer je nadenkt hoe loutering uitwerkt op een maatschappij, een soort, kortom wellicht ook op de mensheid. Een proces waar we al zo'n miljoen jaar in evolueren zowel fysiek als cultuur-filosofisch.

27 augustus 2012

De kosten van de gezondheidszorg

Simone de Beauvoir
"Een zachte dood"
Simone de Beauvoir heeft het boek "Een zachte dood, Une mort très douce" geschreven; het relaas over het sterven van haar bejaarde moeder; een autobiografisch verhaal dus. Het is werkelijk om te huilen hoe deze oude vrouw na een val, met een collum fractuur zich naar de telefoon heeft weten te slepen en in het ziekenhuis terecht komt. Daar wordt geconstateerd dat haar fractuur niet gecompliceerd is en dat zij zonder operatie, met bedrust zal herstellen. Edoch, tevens wordt geconstateerd dat zij darmproblemen heeft; ze heeft moeite met de ontlasting en dan komt er een lijdensweg op gang die zijn weerga niet heeft. Geheel tegen de wil van de patiënt en de twee dochters komt een keten van onderzoek en operaties op gang, doorligwonden waarvan alleen al de beschrijving van de pijn bij de verzorging ik de neiging om bladzijden over te slaan niet kon weerstaan. En natuurlijk sterft zij zonder enig uitzicht op herstel gedurende de hele behandeling. Een afgrijselijk levenseinde voor deze vrouw dus en bijzonder veel volstrekt overbodig medisch handelen met ongetwijfeld de nodige volstrekt overbodige kosten.
Direct daar achteraan las ik om een beetje bij te komen de Elsevier van 25 augustus j.l. die ik van Ab had gekregen bij onze wandeling over het Hulshorsterzand. Daarin een artikel dat ik natuurlijk niet kon overslaan; het ging over de kosten in de zorg. En dan zie je zo'n bijdehante, zeer goed verdienende directeur van Achmea zijn onvermogen demonstreren om ook maar enige greep te krijgen op de kosten van de zorg. Ja, overeenkomsten met koepelorganisaties, dat lukt wel, die staan net zo ver van de dagelijkse praktijk als zo'n directeur van een "Zorgverzekeraar". Het zijn de medici die de grote kostendrivers zijn, zo geeft hij aan; een bijzonder groot deel van de zorgkosten die een gemiddelde burger in zijn leven maakt hebben betrekking op de laatste levensmaanden. En dan is de vraag: Moet je alles uit de kast halen wanneer het toch maar vechten tegen de bierkaai is; wanneer je de patiënt hooguit enkele extra (zeer) zieke weken of maanden kunt bezorgen; "een ethische discussie waarin de verzekeraar bescheidenheid past", aldus onze veelverdiener zonder daadwerkelijke invloed op het primair proces.
Nu ken ik uit mijn werkzaam leven oude studies waarin allerlei parameters uit de zorg in veel verschillende economieën werden onderzocht op relevante relaties. En wat bleek? de kosten in de zorg hangen slechts samen met twee parameters namelijk het aantal medisch specialisten èn met de hoogte van het BNP.
Het sluiten van één of meer medische faculteiten en een restrictief toelatingsbeleid van medisch specialisten tot de zorg zou wellicht meer bijdragen dan al dat gedoe van "concurrentie in de zorg" waarbij "verzekeraars" de "regie" moeten voeren. Het zijn helemaal geen verzekeraars zolang ze iedereen moeten accepteren als "cliënt", ze zijn verworden tot betaalkantoren die gewichtig doen.

26 augustus 2012

Twee spoordeel eersteklas kaartjes

Zwarte ooievaar. Plaatje van Internet geplukt
Van vriend Dick had ik twee spoordeelkaartjes gekregen voor 2e klas naar 1e klas. Die konden slechts op weekend dagen worden gebruikt en wel t/m 31 augustus. Vandaag was dus echt de laatste dag. En toevallig had ik vandaag afgesproken met Ab vD om te gaan wandelen. Hij had een kaartje van Blokker: een Dalvrij dagkaart. Om daar optimaal gebruik van te maken wilde ik met hem naar het Haaksbergerveen. Maar bij nader inzien heb ik voorgesteld om maar naar het Hulshorsterzand te gaan; Ab was daar in geen decennia geweest en vond het een prima idee. Buienradar beloofde een vrij natte dag met krachtige buien. Nou, dat hebben we geweten. Natuurlijk eerst een puntje appeltaart met slagroom bij restaurant "De Stroopstok" in Nunspeet en toen het bekende stuifzand op. We zaten op een bankje de obligate kippenpootjes te eten toen Ab een buizerd zag. Hij zat net te kluiven, maar ik nam m'n kijker en zag een vogel met wel erg grote vleugels en een lange hals; niet echt een buizerd zo te zien. "Ach", zei Ab, "misschien is het wel een ooievaar". Ondertussen pakte hij zijn kijker en bevestigde dat het hier zijn eerste observatie van een zwarte ooievaar in Nederland betrof. Voorwaar een mijlpaal die hij wilde bekronen met een traktatie. Die hebben we uitgesteld tot een volgende keer. De traktatie kwam van boven; door tropisch aandoende stortbuien liepen wij terug naar Nunspeet en gingen weer lekker pontificaal eerste klas zitten. We moesten er zelf om lachen. Met dank aan Dick.

25 augustus 2012

Mechanisatie in de landbouw

Aardappelrooimachine pakt 50 meter per minuut
Toen ik afgelopen week met Roos door het Limburgse landschap wandelde zag ik een landbouwwerktuig dat zo gecompliceerd was dat ik er langdurig naar heb staan kijken. De "operator" reed met het voertuig over het land waarop bijeen verzameld hooi lag in een lange strook; het verzamelde het hooi gedurende pakweg 100 meter, dan stopte het geheel, het ging open als een schelp en de inhoud werd omwikkeld met landbouwplastic, afgesneden en van het apparaat gerold. En dat zo achter elkaar door. Ongelooflijk. Er komt geen hand meer aan te pas.
En toen ik later door het Groningse landschap liep in de buurt van Uithuizermeeden, zag ik een gigantische machine die de grond ontdeed van aardappels en die via een Jacobsladder in een meerijdende aanhanger dumpte. Wat een verschil met vroeger dat de mensen op de knieën met de handen de aardappels moesten rooien. Het deed me denken aan het boek "De graanrepubliek" van de hand van Frank Westerman. Dat speelt overigens in deze uithoek van het land,het Oldamt in Oost Groningen.
Op het station van Uithuizen sprak ik een medewandelaar, die mij attent maakte op het bestaan van het "Wad en wierdenpad" hier in Noord Groningen. Dat loopt ook zo'n beetje door die streek van Frank Westerman. Ik had mij al voorgenomen om daar eens te gaan kijken om de sfeer te voelen die zo voortreffelijk wordt beschreven. Moet ik maar eens snel oppakken; het boekje heb ik zelfs hier liggen. De mechanisatie heeft inmiddels doorgepakt op een schaal dat de mensen uit de tijd die Westerman beschrijft zich dat absoluut niet konden voorstellen. Ik was erdoor gefascineerd ondanks dat ik kleinschaligheid voorsta.

24 augustus 2012

Nijkerkerveen 55 jaar later

De achter-achter nichten bekijken de oude foto's in
het fotoboek van mijn grootouders
Mijn broer en ik zijn afgelopen weekend op de heetste dag van het jaar terug geweest op de boerderij in Nijkerkerveen. De jongste zoon van oom Aart had een familiebijeenkomst georganiseerd alwaar we elkaar zouden ontmoeten. Inmiddels was ik al een aantal keren bij de boerderij geweest om eieren te halen, maar broer Jan na ons eerste bezoek nog niet. We waren heel benieuwd; vooral ook via welke familiebanden we aan elkaar gelieerd waren. Ik had het oude fotoboek van mijn grootouders meegenomen; daarin stond een aantal foto's uit de dertiger jaren van hun bezoeken aan de boerderij met daarop ook familie. Onder andere mijn vader en oom Aart als jongens van een jaar of 14. Maar ook de ouders van oom Aart en, wat later bleek de verlovingsfoto van oom Aart en tante Alie.
Jan en ik waren de eersten. Daarna druppelden de verschillende achter-achter-achternichten en - neef binnen. Het werd een heel ontspannen en leuke middag. En dankzij het genealogisch overzicht dat ik van aangetrouwde neef Karel deV heb gekregen was het een peuleschil om uit te zoeken hoe de familierelatie was. Dat was via de moeder van mijn overgrootmoeder, genaamd Jannetje van der Bor (1845-1907). Diny wist precies uit te leggen hoe het zat. Daarmee was voor mij een puzzel opgelost.
Verder hadden Hennie en Maartje hun poëzie albums meegenomen; daarin hadden mijn grootouders, maar ook ikzelf een gedichtje geschreven. Dat was toch wel heel ontroerend. Ze hadden van deze bladzijden ook fotocopiën voor me gemaakt. Ik heb nog lang met genoegen nagesudderd van deze gedenkwaardige middag.
De stichters van de boerderij in 1933

23 augustus 2012

Het lijntje naar Roodeschool

De Toren van het kerkje aan de Torenstraat waar
boekhandel Anker is gevestigd
In de provincie Groningen lopen veel spoorlijntjes; je hebt het lijntje naar Roodeschool, één naar Delfzijl en een internationale lijn naar Nieuwschans en verder Duitsland in. Voor wandelaars is dat een ideale situatie. In vroeger jaren heb ik dan ook best veel gewandeld in Groningen. En nu met mijn DalVrij abonnement wil ik dat weer gaan doen. Het is echter geen sinecure want die lijntjes zijn niet van NS maar van Arriva; dat is lastig met een DalVrij kaart want de voorwaarden zijn per maatschappij de zelfde. Dat betekent dat je vóór half zeven of na 9 uur 'smorgens moet inchecken. Je bent precies om 9.00 uur in Groningen dus je kunt dan eenvoudig weer inchecken op Arriva. Maar voor de terugweg moet je vóór 16.00 uur of na 18.30 inchecken. En dat is vaak net te vroeg met wandelen want je moet dan om 15.00 uur bij een station stoppen; kun je op tijd inchecken bij Arriva en ben je nog voor 16.00 uur in Groningen. Het kan wel, maar het is lastig. Dus kun je die etappes het beste op zaterdag doen.
De Menkemaborg in Uithuizen temidden van de
schitterend aangelegde tuin
Zo niet deze week. Ik had "De Heimans", de flora die Heimans, Heinsius en Thijsse honderd jaar geleden deden verschijnen besteld. Overigens had ik de editie van 1920. De "Boekhandel Anker", die dit boek aanbood zat in Uithuizermeeden, een klein plaatsje vlakbij Roodeschool, maar ook vlakbij Uithuizen alwaar een fraaie cultuurschat, de Menkemaborg bezocht kan worden. Verder heb je de wereldplaats Usquert, ook aan het lijntje naar Roodeschool en daar staat een beroemd bouwwerk van Berlage. Alle reden om de tocht naar het Noorden te ondernemen.
Om 9.45 arriveerde ik in Uithuizermeeden en heb ik het boek opgehaald. Ik werd door dhr Anker uitgenodigd om een kopje koffie te drinken en zag daarbij een klein deel van zijn enorme boekensortering. Bocuse lag daarbij en die heb ik ook direct gekocht. Vervolgens zwaarbeladen via een fietspaadje naar de Menkemaborg in Uithuizen; het was niet mijn eerste keer dat ik de borg zag maar ik was wel zwaar onder de indruk; de tuin en de borg zelf zijn prachtig onderhouden en ingericht. Echt een bezoekje waard!
Een bekende schepping van Berlage:
het raadhuis van Usquert met haar karakteristieke toren
Tot slot door naar Usquert. Echt Amsterdamse school, zonder tierelantijnen en erg functioneel. Volgens mij is het heden helaas buiten gebruik, zal wel met herindeling samenhangen.

22 augustus 2012

Vakanties lopen ten einde

De mediterrane zon brandt de cosmetica in.
Foto geplukt van Internet
Je merkt het op straat; het wordt weer drukker op de weg; je ziet veel onnatuurlijk bruine benen en ruggen, veroorzaakt door de inbrandende werking van mediterrane zon op cosmetica gesmeerd vel. Men is weer terug! En natuurlijk is de school aan de overkant weer begonnen. Gezellig die kindergeluiden.
Het is ons uitstekend bevallen om dit jaar juist in die vakantiemaanden in NL te blijven. Al met al was het deze Hollandse zomer goed toeven in deze dreven. Natuurlijk af en toe regen; we hebben gewandeld dat onze schoenen smeekten om rust; van de adresjes van vrienden op de fiets hebben we veel meer gebruik gemaakt dan in andere jaren. En het belangrijkste was wel dat we opnieuw konden constateren dat ons eigen land één van de fijnste wandellanden van Europa is. Natuurlijk geen bergen, maar wel heide, venen, duinen, bossen, mooie oude steden, heuvelland, kortom afwisseling. We hebben het grensgebied verkend via het Noaberpad en hebben al met al een  fantastische vakantie gehad.
Het werkt aanstekelijk want we hebben nog steeds niet de neiging om het vliegtuig weer op te zoeken; zal wel komen als de herfst overgaat in de winter. Dan lokken de Canarias en Andalucia ons weer.

21 augustus 2012

Juwelier in Vorden

Eerder schreef ik een Bloggie over een leuke ontmoeting met een mede-wandelaar in Vorden. Dat was Henk Eggersman; hij heeft een kleinschalig juweliers atelier in Vorden, met winkel. Bij die ontmoeting in maart heb ik zijn atelier ook mogen zien. Dus niet toevallig ging ik na een telefonische afspraak naar Vorden om wat te overleggen op juweliersgebied. Het parelsnoer dat ik altijd voor "echt" had versleten en dat ik had willen laten repareren bleek zo vals als een kunstgebit; gewoon industrieel, machinaal gemaakt. Heel voorzichtig bracht Henk dat, maar ik bleek niet erg gevoelig en heb het snoer direct afgeserveerd. Henk vond het ook wel erg gedateerd; een parelsnoer wordt gewoon niet meer gedragen. Nou, dat was dus gauw bekeken. Lekker koffie gedronken en gezellig nog wat gepraat over een en ander en voort ging ie weer.
Mooie beekloop met vistrap
Met de trein door naar Ruurlo en vanaf Ruurlo gewandeld naar Eibergen. Weer een nieuwe etappe van het Trekvogelpad; daar lijkt wel geen eind aan te komen. Telkens weer zie ik stukken die ik nog niet heb gelopen.
Maar het was wel weer de moeite waard. Het Twentse/Achterhoekse/Graafschapse landschap is mooi, rustig, redelijk kleinschalig landschap. Weinig autoverkeer en veel zandpaden: krek wa'k zocht eigenlijk.
Dat waren toch weer zo'n 25 kilometer in totaal; ik begrijp steeds minder goed hoe ik met Ab die 37 kilometer heb gerooid; ik had het helemaal gehad en zat uitgevloerd in het bushokje in Eibergen. Gelukkig gaat de bus daar heel frequent en ik zat even nar half zeven in de intercity naar Amersfoort. Met het e-readertje ging het snel.
Aangekomen in Bilthoven ben ik nog even langs geweest bij ons ouwe huis in de Hoflaan; de James Grieve appels aan mijn appelboompje hangen er prachtig bij. En net als eerdere jaren wilde ik er graag weer een paar verschalken. Er was niemand thuis maar ik heb er toch maar twee meegenomen of beter gezegd, gered van de wespen want er was al veel afgevallen en aangevroten. Heerlijk knagend naar huis gefietst. Een gebraden Hanos kippetje lag op me te wachten; dat is toch wel andere kwaliteit dan zo'n plofkip. Het leven van een pensionado is niet uitgesproken slecht!

20 augustus 2012

Het Gerendal bij Schin

Het miljoenenlijntje bij Schin op Geul
De primaire reden van ons bezoek aan Limburg op vrijwel de heetste dag van het jaar was een ziekenhuisbezoek. Maar uiteindelijk werd het toch vooral twee dagen wandelen door één van de mooiste delen van het land. Vrijdag stond toch vooral in het teken van het ziekenhuisbezoek en liepen we vanuit Cadier via een wit/rood gemarkeerde route (Pieterpad of Pelgrimspad, dat weet ik niet meer) via het Savelsbos naar Gronsveld. We hadden twee dagkaarten gekocht bij aankomst in Maastricht zodat we zonder verdere kosten gebruik konden maken van de bus. Eerst nog even door de Maastrichtse binnenstad; dat was een mêlée van touristen. Maastricht is natuurlijk ook wel een heel leuke stad, maar het verschil in aantallen wandelaars in het Savelsbos en slenteraars in de binnenstad was wel erg groot; men kent de schoonheid van het landschap wellicht niet voldoende. Na een vergeefse tocht naar het ziekenhuis (de operatie was nogal uitgelopen) met de bus naar Valkenburg en na een koffie met vlaai doorgelopen naar Schin. Daar op een terras gedineerd met een Limburgse troubadour op de achtergrond en even met het hospitaal gebeld; 't ging goed met onze vriend. Na een overnachting in Schin op Geul hebben we de Andalusisch hete zaterdag wandelend doorgebracht. Ik had vergeten om een zonnehoedje mee te nemen; de zon brandde op m'n vrijwel kale kop, maar die kan het wel hebben na al dat gewandel van de afgelopen maanden. Roos had op het laatst een paraplu als parasol opgezet. Na een prachtige cirkelwandeling die o.a. via Sibbe met haar onvolprezen koffie met vlaai liep, leidde Roos ons met behulp van de topografische kaart terug naar Schin; als een fata morgana doemde daar het terras van hotel Bemelmans op. Er zat alleen een oudere dame op het terras; wij schoven gezellig bij haar en zo ontspon zich een heel plezierig gesprek. Later schoof haar 90-jarige vriendin ook bij ons aan. Zij gaf ons desgevraagd een aantal levenslessen.
Met de trein naar Maastricht en het AZM alwaar onze patiënt er ondanks de hitte en de behandeling monter bij zat.
Een paar fijne dagen door een fantastisch landschap en een uitmuntend "vrienden op de fiets" adresje. We zullen hier wel vaker gaan komen, net als vroeger met m'n vader en de kinderen!

19 augustus 2012

De boommarter en de NYT

Boommarter, foto geplukt van Internet
Eerder in deze Weblog had ik het al over het verontrustend artikel in de NYT omtrent de directe gevolgen van de grove aantasting van ecosystemen op het menselijk welzijn. De conclusies uit dat artikel zijn eerlijk gezegd niet de mijne: daar waar je een kwetsbaar ecosysteem dreigt te vernielen moet je van meet af aan deskundigen inzetten om te bestuderen welke ziekteverwekkers daardoor de mens zullen bedreigen. Mijn conclusie zou toch veel meer zijn dat je dergelijke ecosystemen met rust gaat laten en je wat bescheidener op gaat stellen als mensheid ten bate van die zelfde mensheid. Maar dat landt vast niet bij lieden die geloven in ultieme "economische ontwikkeling".
Naar aanleiding van dat zelfde artikel ben ik nog eens gaan nadenken over mogelijke fenomenen die je in NL ziet en hoe die wellicht veroorzaakt zouden kunnen worden. Daarbij kwam ik op de in aantal toenemende teek; ik noemde die al eerder.
Doodgereden egel. Foto Roos vdB
In analogie van de situatie in Amerika vermoed ik dat volwassen teken vooral door (heden bedreigde), carnivore kleinere zoogdieren worden gegeten als de egel en de boommarter. En nu weet ik dat de egel door zijn oprolgedrag erg kwetsbaar is voor autoverkeer; je ziet ze toch vooral in platgereden toestand gekleefd aan  het wegdek of met hun darmen uithun lijf in de goot liggen, terwijl je ze vroeger in grote getale tegenkwam in de avondschemer. En op de WIKI staat dat de boommarter medogenloos is vervolgd in vroeger jaren.
Wellicht zou een beschermingsmaatregel voor egel en boommarter, als werd ingesteld voor de das (die overigens vooral regenwormen eet en weilanden van biologisch werkende boeren systematisch omwoelt) tot vermindering van Lyme kunnen leiden. Ik noem maar wat. Een optimaal functionerend ecosysteem is niet alleen een hobby van natuurliefhebbers; verdere afbraak van ons ecosysteem is niet zonder gevaren.

18 augustus 2012

A dirty mind

Foto genomen in Naturalis door Roos vdB
Onze taal is de laatste decennia danig verruwd en versexualiseerd. Daarbij hebben ook volstrekt nieuwe woorden hun entrée gemaakt waar die voorheen in keurig (medisch) Latijn werden geformuleerd. Via de jeugd stroomden die dan ook wel de taal der volwassenen binnen.
Daar ben ik helaas ook niet helemaal vreemd van zo bleek onlangs tijdens één van mijn wandelingen met vogeldeskundige Ab.
Ergens in het voorjaar bekeken we met onze kijkers de vogels die zich in de Veluwse dreven ophielden. Wat ik voorheen niet wist is dat je nogal wat soorten lijsters hebt. De grote lijster en de zanglijster had ik al eens gezien. Maar toen had Ab het over de beflijster, een zeldzame vogel die op doortrek in het voorjaar ons land kort bezoekt. En tot mijn schande moet ik erkennen dat ik toch in de lach schoot en me werkelijk afvroeg of die naam nog wel kon. Ab keek mij terecht nogal verbaasd aan.
Het is een prachtige vogel met een witte vlek op z'n borst, net als de waterspreeuw, een vogel die zijn voedsel op de bodem van ondiep stromend water zoekt.
Overigens ben ik benieuwd hoe de advocatuur, en andere togadragers tegenwoordig hun witte keelbedekking noemen. Gelukkig merk ik dat ik me behoorlijk geneer om deze Weblog te formuleren terwijl ik wel onderdrukt moet grinniken.

17 augustus 2012

"Ik vertrouw je"

Francesco Abate
De titel van de Weblog van vandaag is de titel van een boek van Francesco Abate, een Italiaanse schrijver zoals de naam al doet vermoeden. Het intrigeerde mij omdat het vooral over eten zou gaan, aldus de flaptekst. En aangezien lekker eten en Italië voor mij vrijwel synoniem zijn, heb ik het boek ter hand genomen; van Abate had ik niet eerder gehoord.
Het is een merkwaardig boek dat zich afspeelt in het criminele milieu van Sardinië. De hoofdpersoon raakt door zijn crimineel handelen en zijn wat opdringerige ego in grote moeilijkheden. Er komt een lijk aan te pas en een verdwijning van dat zelfde lijk en vervolgens een mysterieuze intrige waarmee de hoofdpersoon op miraculeuze wijze ontsnapt.
Intussen geeft de schrijver blijk van een enorme warenkennis zeker op het gebied van culinaria, terwijl hij zijn brood verdient met de inkoop en verkoop van zodanige troep dat heel Sardinië er ziek van rondloopt. Op zich een grappige achtergrond van dit vlot lezende boekje.
De vorm van dit soort crimi's is kennelijk "bon ton" want ik vond het onlangs op zeer vergelijkbare wijze terug bij Ian McEwan. Daarvan heb ik inmiddels naast Solar ook nog "Een brief uit Berlijn" gelezen. Steeds geeft de schrijver blijk van een zeer gedegen feitenkennis en gaat dan vervolgens met een lijk aan de gang en ontsnapt op miraculeuze wijze. Een beetje gemaniereerd vind ik; om het maar eens in modernojargon te zeggen: "niet mijn ding".

16 augustus 2012

Formica en St Jacobskruiskruid

Bladluizen, vee van F. Polyctena
op St Jacobskruiskruid
Tijdens één van onze wandelingen van de afgelopen weken zag ik iets wonderlijks. Op een plant van het St Jacobskruiskruid zat een "kudde" bladluizen die werd bewaakt en ongetwijfeld ook "gemolken" door bosmieren. Welke soort bosmier precies dat weet ik niet maar wellicht de Formica Polyctena, tenslotte houdt die soort veel vee. Eerder heb ik al eens betoogd dat het St Jacobskruiskruid een beschermings-mechanisme kent in de vorm van een stof die giftig is voor vraat-insecten. Maar nu zie je dat er op dat zelfde St Jacobskruiskruid niet alleen bladluizen zich voeden, zij het met het sap van de plant en niet met de bladeren zoals de St Jacobsrupsen, maar tevens dat de bosmieren, zich op hun beurt weer laven aan het afscheidingsvocht van de luizen.
Ik moet dit verschijnsel maar eens voorleggen aan deskundigen. 

15 augustus 2012

Een "overlevingsbak"

Overlevingsbak laat ondermaatse vis
weer zwemmen.
Met stijgende verontwaardiging heb ik een artikel gelezen over de beroepsvisserij. Iedereen weet zo langzamerhand wel dat de zeeën worden leeggevist. Merkwaardig genoeg heb ik daarnaast het gevoel dat er steeds meer vis wordt gegeten. Dat moet natuurlijk ergens spaak gaan lopen. En nu lees ik hoe het er in de visserij aan toe gaat; vissers gaat het helemaal niet om de visstand op de langere termijn maar puur om winst op korte termijn; er wordt vis gevangen totdat het quotum aan "maatse vis" is bereikt. De term "bijvangst" heb ik altijd vertaald als gevangen vis van niet te consumeren soorten. Maar dat is helemaal niet waar. Het bestaat voor een belangrijk deel uit "ondermaatse" vis, d.w.z. vis van consumptiesoorten (bv de bedreigde soort, kabeljauw) die na vangst, dood wordt terug gestort in zee. Dus de jonge vis, die in beginsel uit kan groeien tot "maatse vis", wordt voor een deel uit de levenscyclus verwijderd; dat moet je toch niet willen, ook niet als visser.
Nu eindelijk is er iemand opgestaan die "een slimme uitvinding" heeft gedaan; de overlevingsbak, een soort aquarium met een soorteermechanisme waarmee de kleinere, ondermaatse vis levend weer terug gaat in het viswater.
Over innovatie gesproken; dit is in mijn ogen een zo ontzettend voor de hand liggende techniek dat ik het een schande vind dat die niet veel eerder werd ontwikkeld en dwingend toegepast. Overigens met alle respect voor Patrick Schilder die de uitvinding heeft gedaan en verder ontwikkeld! Hiermee krijgt duurzame visserij ook meer inhoud.

14 augustus 2012

Terugblikken

Foto uit 1999 van onze ouders in het
ouderlijk huis JJ straat 50 in A'dam
"Naarmate je dichterbij de vijftig komt verandert vooruitkijken ongemerkt in terugblikken. Plannen worden herinneringen en melancholie wordt een steeds belangrijkere inspiratiebron." Dit citaat is van Marco Kraal, hoofdredacteur van Visionair, Het vakblad van Sportvisserij Nederland.
De trouwe lezers van dit Weblog zullen zich afvragen of ik mij plotseling bekend zou hebben tot de hengelsport. Hoewel ik dat met veel plezier heb gedaan in mijn twintiger jaren is dat heden niet het geval. Onlangs heb ik van Dick vD, mijn vriend boswachter een hele stapel bijzonder interessante natuurtijdschriften gekregen en daar was de Visionair van juni 2012 bij. Het hier genoemde citaat spreekt mij bijzonder aan. Afgelopen tijd had ik dat ook opgemerkt; je lijkt meer terug te kijken dan vooruit. Mijn tien jaar jongere broer Henk noemde mij dan ook graag een "nostalgische ouwe zak"; in die terminologie voelde ik mij eigenlijk helemaal niet zo thuis. Met veel genoegen kijk ik terug naar fijne dingen die ik heb beleefd; ga ik ook graag terug naar plekken die mij dierbaar zijn geworden, maar in de term nostalgisch voel ik mij niet echt thuis, die term heeft iets verdrietigs, iets dat nooit meer terug zal komen; dat past helemaal niet in mijn karakter.
Gisteren heb ik met broer Henk een heerlijke dag doorgemaakt (inderdaad, niet helemaal toevallig op de verjaardag van vader Henk). En ook dan praten wij vooral over "vroeger", over de tijd bij onze ouders, het ouderlijk gezin, hoe we als broers met elkaar omgingen, wat we allemaal gedaan hebben.
Intussen heeft ook Henk, "mijn broertje", (voor de duidelijkheid, hij steekt ruim een kop boven mij uit!) de leeftijd van 50 ruimschoots gepasseerd. Daar zal het wel aan liggen dat hij me geen "ouwe zak", laat staan "nostalgische ouwe zak" meer noemt. Hij heeft nu ook de fase van "terugblikken" bereikt.

13 augustus 2012

Kamperen bij de Helle

Beekje op de Hoge Venen
Het is vandaag 13 augustus; mijn vader zou 90 jaar zijn geworden op deze dag, ware het niet dat hij al 9 jaar geleden heen ging. Het was op die dag in het jaar 1993, tijdens net zo'n fraai weekend als het afgelopen weekend, dat ik, tot grote ergernis van mijn moeder met Hugo eropuit trok. We zouden gaan wandelen en kamperen bij de Helle. Moeder vond dat ik eigenlijk naar de verjaardag van m'n vader moest komen. Daar was ik nogal verbaasd over eerlijk gezegd, want ik ging helemaal nooit naar verjaardagen; dat verplicht bij elkaar zitten en  praten over niks daar was ik niet zo van gecharmeerd en dat deed ik dus ook niet.
Het werd een fantastisch weekend met m'n 9-jarige zoon en we gingen wild kamperen bij de Helle. In die tijd mocht je in België gewoon wild kamperen. Wat ik toen niet wist was dat het gebied van de Hoge Venen verboden was voor wild kamperen; daar stond een boete op van 20.000 Belgische francs, oftewel 1000 gulden, een fors bedrag dus, maar dat wist ik toen niet.
We waren met mijn grote rugzak; we zetten het piepkleine tentje op vlakbij het veenriviertje de Helle en gingen tegen de schemering slapen. Het was een maanloze nacht en dus pikdonker op het veen;  om een uur of tien maakte ik Hugo wakker: "moet je niet plassen", vroeg ik hem. Hij was diep in slaap en begreep absoluut niet waar hij was. "Waar ben ik?", vroeg hij. "Op de Hoge Venen Huug", en ik liet hem plassen met z'n blote voeten op de mijne zodat hij het niet koud zou krijgen.
Daarna gingen we weer in onze slaapzakken; hij stortte zich in mijn armen en zei: "Je bent de liefste vader in de hele wereld"; dat was één van mijn fijnste momenten, zeker als vader!
Later hoorde ik nog een zwijn rond de tent snuffelen. Het holde gillend weg toen het ons rook vermoed ik. Later vertelde Hugo trots over dit avontuur, dat hem overigens volstrekt was ontgaan want hij lag als een roos te slapen.

12 augustus 2012

Pâté de foie gras

Pâté de foie gras
Deze lekkernij leerde ik kennen bij mijn eerste vakanties in de Dordogne, ergens halverwege de jaren 70. In Le Bugue was een wekelijkse markt en daar stonden allerlei lieden met hun zelfgemaakte waren. Ik kocht wat blikjes met conserven van gans en was direct onder de indruk van de smaak. Pâté de foie gras spande de kroon. In die tijd nog met een stevige hoeveelheid truffel erin. Dat is nu over; truffel is duurder dan edelmetaal heb ik begrepen en dus slechts weggelegd voor de rijkeren onder ons.
Ganzenlever kocht ik wel eens bij de Hanos en op advies van een professionele kok bewaarde ik het ingevroren in stukjes en at ik het rauw; met wat fijn zout smaakte dat prima overigens. Maar ..... afgelopen 1 augustus waren Roos en ik in hotel restaurant "Het Boschhuis" in Ter Apel en daar zag ik, bij het ontbijt, een enorme boekenkast met kookboeken, waaronder "Het groot pâté boek" van de hand van Friedrich Ehlert et.al. met daarin een recept van Pâté de foie gras. Mijn enthousiasme was groot en we waren nog niet thuis en ik had een exemplaar besteld via www.boekwinkeltjes.com de onvolprezen leverancier van tweedehands boeken. En nu is het er van gekomen en heb ik met de ingrediënten die ik in huis had en een foie gras van eend bij de Hanos vandaan, een pâté de foie gras gemaakt. En hij smaakt fantastisch.

11 augustus 2012

De teek rukt op

Een teek in het laatste stadium (foto Jap Smits)
Mijn eerste tekenbeet liep ik op in 1966; ik schrok me rot; had dat nog nooit meegemaakt en dacht dat er van alles aan de hand zou zijn. Maar dat viel nogal mee. Gewoon eruit peuteren en dat was dat. Pas heel veel jaren later overkwam  het mij voor een tweede keer. Maar de laatste 10-15 jaar is het aantal tekenbeten dat ik per jaar opliep niet meer bij te houden en het lijkt wel toe te nemen. Desgevraagd aan mijn vriend Dick, ook zo'n buitenmens, bevestigde hij dat het aantal teken(beten) behoorlijk toe lijkt te nemen. En daar komt dan bij dat zo'n tekenbeet niet ongevaarlijk is. De teken kunnen besmet zijn met een bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Het is mijn oudste dochter overkomen; zij kreeg een geweldig opgezet kniegewricht waaruit veel vocht werd gezogen door onze huisarts. Toen ze werd doorgestuurd naar de orthopedisch specialist bleek het dat ze "Lyme" had. En inmiddels ken ik wel drie mensen die Lyme hebben of hebben gehad. Een tekenbeet is dus niet zo onschuldig als ik vroeger altijd heb gedacht. Inmiddels ben ik zo ontzettend vaak door een teek gebeten dat ik er voor mezelf niet meer zo vreesachtig bij ben. En natuurlijk, dat eeuwige gewandel van mij door bos en heide is natuurlijk vragen om tekenbeten; ik ben er dan ook altijd op verdacht en heb ze snel in de gaten. Wanneer iets jeukt en bij krabben lijkt het of er een korstje op zit, dan zit er strijk en zet een teek. Snel verwijderen is de remedie.
Eigenlijk word je (vrijwel) altijd gebeten door een nymfe van een teek: een eerste stadium teekje, een minimaal klein achtpotig beestje dat met z'n steeksnuit door je vel heen gaat, daar iets inspuit zodat je bloed niet stolt (en dat gaat jeuken) en dan zuigt hij zich vol. Een mens zal het voelen en kan hem verwijderen. Een dier zonder vingers kan dat natuurlijk niet en daar groeit zo'n nymfe uit tot een 2e fase teek; die is al een stuk groter. Deze zoekt een volgende gastheer en zuigt zich opnieuw vol. Dat kan bijvoorbeeld bij een wild zwijn, een edelhert, maar ook bij een koe, of een ander (wild) zoogdier. De teek is dan inmiddels zo groot als een rijpe kers (zie de foto) en in beginsel een lekker hapje voor een roofdiertje. Maar helaas bestaan die niet zo veel meer en dus overleven de grote teken meer dan vroeger, aldus een artikel in de NYT. Deze grote teken leggen eitjes en daaruit ontstaan weer een enorm aantal van die verrekte nymfen (What's in the name) en de cyclus kan opnieuw beginnen.

10 augustus 2012

Memento mori

Grafsteen in Loenen op de Veluwe
Waarschijnlijk vooral vanwege de tekst stond deze eenzame grafsteen naast de kerk van Loenen, vlakbij de weg. De tekst die op de steen staat, afgezien van de naam van de overledene, P.I. Schut, die leefde van 1830 tot 1873 is nogal relativerend en leidde althans bij mij tot instemmend gegrinnik.

"Wat gij nu zijt was ik voor dezen,
Wat ik nu ben zult gij ras wezen".

Zo is het maar net. Het leven krijg je en je raakt het ook weer kwijt. Tegenwoordig leeft men toch wel vaak alsof het eeuwig gaat duren; de medische zorg lost je life-style problemen en je ouderdomskwalen wel op. Maar dat is toch echt niet zo; magere Hein weet je altijd weer te vinden, net als de tuinman in Ispahaan.
.
Deze relativerende tekst wijst de passant daar op.

09 augustus 2012

DIck Knook

Wijlen Prof. Dick Knook
Vorige week zaterdag, 28 juli was ik in de bibliotheek; ik was op zoek naar het "Marskramerpad" om de etappes in Twenthe te gaan lopen en om een ander boek terug te brengen. Ook las ik de NRC en de Volkskrant; gewoontegetrouw las ik de overlijdens advertenties. Het gebeurt me toch relatief vaak dat ik iemand heb gekend wiens overlijden wordt aangekondigd. En ook nu, Dick Knook, iemand die ik kende vanuit mijn studententijd. Hij was destijds één van de promovendi van hoogleraar Planta aan de VU. Ik herinner mij Dick als een goedlachse vent die al heel vroeg in zijn carrière wist wat hij wilde gaan doen: onderzoek aan veroudering. Dat vond ik destijds heel bijzonder: dat je al direct wist welke richting je op wilde gaan.
Thuis gekomen heb ik zijn naam "gegoogled". Op internet vond ik zijn portret; nog steeds de zelfde altijd lachende ogen die hem zo kenmerkten. Natuurlijk heb ik gekeken hoe zijn loopbaan was verlopen en hij is inderdaad uiteindelijk hoogleraar gerontologie geworden, de weg die hij al jong had ingeslagen. Op Internet staat een interview met prof. Knook over langer werken. Hij zegt daarin dat vroegtijdige pensionering op den duur tot verveling leidt: "altijd maar fietsen en bridgen gaat vervelen". Het zal degenen die mij kennen niet verbazen dat ik het met die stelling niet erg eens ben; ik verveel me werkelijk nooit! Maar ik besef ook dat magere Hein begint huis te houden onder mijn generatie. "Carpe diem" blijft dan ook mijn motto. Ik denk met genoegen terug aan deze doelgerichte academicus met zijn opgeruimde karakter.

08 augustus 2012

Mieren houden vee

Lasius Niger verzorgt haar "vee", bladluizen
op boerenwormkruid.
Al veel langer dan wij mensen, houden mieren hun eigen huisdieren. Hier ziet u een voorbeeld van het bekende wegmiertje, Lasius Niger op een stengel van het boerenwormkruid, met een groot aantal bladluizen. De luizen varen er wel bij en de mieren ook. Bladluizen hebben een steeksnuit waarmee ze, dwars door de huid van de plant het sap van opzuigen. Uit dat sap halen ze vervolgens vooral de eiwitten en ook een deel van de suikers. Maar het grootste deel van het sap, de vloeistof, scheiden ze weer uit. En in die afgescheiden vloeistof zit nog veel suiker en dat likken de mieren op en gebruiken zij als energiebron: de zogenaamde honingdauw.
De luizen worden gestreeld en laten dan hun drupje honingdauw los voor de mier; de mieren verdedigen de luizen tegen andere insecten. Wat je dan ziet is een stevige hoeveelheid op elkaar zittende luizen met een aantal werkster mieren er om heen die "de wacht houden" en de luizen "melken".
Er zijn ook mierensoorten die van de afscheiding van wortelluizen leven; Lasius Flavus, een sloom geel miertje dat alleen maar onder de grond leeft; je komt het wel tegen als je in de tuin gaat spitten. Slechts de geslachtsdieren vinden in de paartijd hun weg naar buiten om de broodnodige genetische variatie te kunnen waarborgen, maar de werksters blijven altijd ondergronds en leven vooral van de afgescheiden vloeistof van wortelluizen.
Lasius Fuliginosus, de glanzende houtmier leeft weer van schorsluizen. Kijk maar eens goed als je op een eik van die wat grotere, mooi glanzende zwarte mieren op en neer ziet lopen; neem een werkster voorzichtig tussen je vingers en wrijf een beetje; je ruikt dan een heel specifieke lucht. En zit er dan een heel stel bij elkaar tussen de schors, dan vind je daar strijk en zet zo'n uit de kluiten gewassen schorsluis die deze mieren voorziet van suikerrijke afscheidingsvloeistof.
Kleine veeboertjes dus die ijverige insectensoort, de mier. Er is zelfs een soort die het houden van vee in zijn naam draagt: de Formica Polyctena, dat betekent "de mier die veel vee houdt", dat is overigens de kale rode bosmier.

07 augustus 2012

Met zoon Peter honingwijn maken

Een fles met waterslot en
lekker gistende honing
Al maanden geleden had Peter mij gevraagd of ik hem wilde leren hoe je zelf wijn kon maken. Hij vond het altijd zo bijzonder dat er bij ons in de Hoflaan altijd flessen met voor hem onbekende mengsels stonden te pruttelen. De kinderen hadden me ook vaak geholpen met de voorbereidingen van wijn maken. Zo hebben we wel eens met z'n allen een grote kist appels van klokhuizen ontdaan en in stukken in een wijnfles gepropt, en natuurlijk pruimen en sleebessen. Maar natuurlijk begrepen de kinderen absoluut niet wat er allemaal in die flessen gebeurde. En daarna destilleerde ik de wijn altijd; die vruchtenwijn is helemaal niet lekker. Alleen van sleebessen en van honing kun je een goede wijn maken, maar van pruimen krijg je een slap-smakende wijn. Ga je pruimenwijn destilleren dan krijg je trouwens overheerlijke Slivovitch. Heel merkwaardig; dan wordt die slappe smaak plotseling heel krachtig. Maar goed, daar ging het Peter in eerste instantie niet om; hij wilde leren hoe je honingwijn kon maken. En honingwijn is heerlijk!
En zo gezegd zo gedaan. Ik heb eens in mijn schuur gekeken en zag dat ik eigenlijk alles voor de bereiding van honingwijn in huis had. Vergistingsflessen 2 stuks nog wel, een paar zakjes gedroogde wijngist en gistvoeding. Bovendien had ik op aandringen van Roos, die ook zo graag wilde dat ik weer eens zo'n gezellige pruttelfles in huis zou maken, een emmer met 4,5 kilogram lindebloesemhoning gekocht op de markt. En dankzij het enthousiasme van Peter ben ik er inderdaad weer mee begonnen. Peter had een goede site waarop veel informatie stond; dat heb ik gecombineerd met mijn ervaring.
Eerst heb ik een zgn. ent gemaakt. Een restje honing dat ik nog in een glazen pot had staan heb ik opgelost met een mespunt gistvoeding (di-ammoniumfosfaat) in kokend water en nog even stevig naverwarmd in de magnetron. Ik wilde deze "ent" zoveel mogelijk kiemvrij houden. Na afkoeling deed ik er het zakje gedroogde gist in. Daarna deksel los op het potje. Hoewel de gist al zeker 10 jaar oud was deed hij het nog voortreffelijk; 'savonds stond het potje al stevig te gisten. Dat kun je zien aan de gasbelletjes die ontstaan. De gist zet de suiker in de honing om tot CO2 en dat is gasvormig.
De volgende dag heb ik gezellig samen met Peter 1,5 kilogram van m'n honing opgelost met 2 theelepels gistvoeding, gewoon in lauw water en in de gistingsfles gedaan. De ent erin, goed mengen en het waterslot erop. Daarmee voorkom je dat er lucht, met name zuurstof bij het mengsel komt. Als dat gebeurt ontstaat er geen alcohol, maar "verbrandt" de gist de suiker volledig tot CO2. Als je het proces zonder zuurstof laat verlopen (dat het anaëroob, zonder lucht) dan ontstaat ethanol, de alcohol. De volgende dag stond de fles vrolijk te pruttelen!
En natuurlijk heb ik Peter geleerd hoe je een kiemarme ent kunt maken. Hij heeft het proces verder zelf gedaan en ook zijn wijnfles staat nu gezellig te pruttelen. Ik vind het ontzettend leuk om dit ambachtelijk proces, dat ik zelf ooit leerde van mijn vriend en collega Jacques A. over te dragen aan mijn zoon.

06 augustus 2012

Wat is waarheid

De deur van de Sagrada Familia Barcelona
De deur van de Sagrada familia, de bekende kathedraal in aanbouw van architect Gaudi, staat vol met (Catalaanse!) teksten. Sommige zijn zodanig opgepoetst/opgewreven, dat ze opvallen. Toen ik daar jaren geleden voor het laatst was heb ik deze foto genomen: que es la veritat, wat is waarheid? In de Mattheus passion van JS Bach ook zo'n aangrijpend moment wanneer de evangelist vraagt: Was ist Wahrheit?
En dat vraag ik me in het dagelijks leven ook vaak af. Wat is nu de objectieve waarheid? Bestaat die eigenlijk wel?
Wanneer het om eenvoudige gebeurtenissen of om interacties tussen mensen gaat dan is de interpretatie van de gebeurtenis aanleiding voor heel verschillende waarheden; de individuele waarheid. Slechts harde waarnemingen, gedaan met wetenschappelijke instrumenten, zouden "de waarheid" bloot leggen. Maar ook dan zie je dat de tijd "de waarheid" zo vaak achterhaalt. Isaac Newton, de reus van de  17e eeuw op het gebied van de natuurkunde werd ingehaald door Albert Einstein. En vele voorbeelden zijn bekend; en zo hoort het ook in de wetenschap!
We kunnen dus nog steeds vooruit met deze tekst uit de bronstijd met haar relativerende toon; mij spreekt hij in ieder geval heel sterk aan.

05 augustus 2012

Een nieuwe lente

Herman Gorter
Wie kent die regel niet: "een nieuwe lente en een nieuw geluid": de aanhef van "de Mei van Gorter", een enorm gedicht van epische omvang dat heel in de verte iets heeft van de klassieken als Ovidius (vergeef mij classici). Gorter was zelf classicus en dat verloochent zich niet. Mei wordt vrijwel als persoon opgevoerd, maar het is kennelijk een ode aan een dame op wie hij verliefd was. Heb ik er niet uitgehaald, maar ik heb het ook niet in zijn totaal gelezen.
Het was een verrassing voor mij toen ik onlangs dit standbeeld van Herman Gorter zag staan middenin de natuur, langs de zeeweg van Bergen naar Bergen aan Zee. Ik was daar vanwege een door Peter Boer bijeengeroepen mini-excursie voor een drietal mieren-belangstellenden. En Gorter is duidelijk ook een man van de natuur. Eerlijk gezegd kende ik van hem ook niet meer dan "De mei van Gorter", en wist zelfs niet dat de hier eerst genoemde regel een citaat van dit gedicht was. Overigens heel roerend om het te lezen. Ik heb het niet volgehouden omdat het wel erg gedragen, om niet te zeggen hoogdravend is, daar waar ik overigens de gedichten van Homerus en Ovidius graag en regelmatig ter hand neem. Maar voor ons koude kikkerland is dit toch wel een staaltje van verfijnde dichtkunst, althans voor natuurliefhebbers. En daarom ook deze terechte plek voor Neerlands natuurdichter Gorter. Op de sokkel stond nog een bekende regel van hem:

De dagen zijn lichtreuzen,
daar wandel ik laag tusschen.

04 augustus 2012

Piratenfeestje

Je wordt er bang van!
Bloody Mary en Captain Hook
 Ter ere van haar dertigste verjaardag organiseerde mijn dochter een piraten-feestje. Hoe moet je dat nou voor elkaar krijgen. Maar een dag tevoren bedacht ik mij dat een feestwinkel wel eens uitsluitsel kon geven. En zo geschiedde; keuze genoeg. Dus met oorbellen, plastic zwaard, piratenhoed en de onvermijdelijke ooglap heb ik mij verkleed en natuurlijk een paar foto's genomen. Ook Roos had zich met een bandana en met verder nog wat bestaande attributen zoals een banaan als pistool goed uitgerust voor het piratenbestaan. Een paar leuke poseerfoto's in mijn flatje gemaakt.