30 juni 2016

Euthanasie in vroeger tijden op Sardinië

Na de feestochtend gingen we op weg naar Luras
Door onze gastheer in Villa Miglio waren we attent gemaakt op het museumpje in Luras. Met groot respect voor Roos' beheersing van het Italiaans hoorde ik haar vertaling aan van hetgeen onze stotterende gastheer haar vertelde. In het museumpje lag een voorwerp dat in vroeger tijden werd gebruikt om mensen die stervende waren uit hun lijden te verlossen. Intrigerend hoe zo'n gebruik mogelijk was geweest in zo'n katholiek land als Italië; het intrigeerde ons beiden, de reden waarom wij al bij ons eerste bezoek aan Tempio probeerden om Luras te bereiken. Het bleek bij die eerste poging  - net als Omsk - "net iets te ver weg". Maar na het ochtendlijk bezoek aan de festiviteiten van het grote feest van Tempio leek dit ons een goede gelegenheid om het opnieuw te proberen. Bovendien waren we na "het grote zitten" van de geologiereis ontzettend aan een stevige wandeling toe. Ik hoopte dat er een einde zou komen aan mijn obstipatieve problemen door de meestal zo stimulerende werking van het wandelen.
En zo wandelden we via een andere route dan de eerste keer, naar Luras. Onderweg nog zo'n kerkje op een ongetwijfeld voormalig "heidens" heiligdom geplaatste kerk "in the middle of nowhere"; imposante rotsformaties die erom vroegen om bijeen te komen; je voelde gewoon de kracht die van die plek uitging.
Uiteindelijk bereikten we Luras; niemand te zien; geen idee waar het centrum was, maar gelukkig ontmoetten we een behulpzame jonge man die ons naar het museumpje bracht. Daar was een oppasser, die belde en toen kwam er een meneer die ons rondleidde door het eerste deel van het museum; vervolgens kwam de echte gids van het museum en kregen we de bekende buitengewoon uitvoerige uitleg die een museumbezoek met gids altijd tot een bezoeking maakt. We moesten de bus van een bepaalde tijd halen en daar hield de bijzonder spraakzame gids gelukkig rekening mee. Na een grote serie landbouwwerktuigen, katholieke parafernalia en dergelijke kwamen we eindelijk in de ruimte van "het hamertje", het pièce de résistance waar we voor gekomen waren. In een hoek stond een beeld opgesteld van de gesluierde dame.
Dit beeld van de "gesluierde
dame" stond opgesteld.
Het ritueel werd (gelukkig uitvoerig in dit geval!) besproken zodat de context ons duidelijker werd. Indien een ernstig zieke stervende was en er geen enkele kans meer was op herstel werd de dokter erbij gehaald om dat uiteindelijk vast te stellen; een soort SCEN procedure avant la lettre. Er werd dan een houten wichelroede onder het kussen van de stervende gelegd. Meestal stierf deze binnen de drie dagen die bij het ritueel behoorden. Was dat niet het geval dan werd de wichelroede gebroken. Ik weet helaas niet meer precies wat de rol was van deze handeling; misschien dat Roos het nog weet. Op dat moment werd degene die het hamertje zou gaan hanteren erbij geroepen; een zwart gesluierde vrouw; uit het verhaal maakte ik enigszins op dat deze vrouw ook de vroedvrouw was van de streek en zo de cruciale verbinding vormde in levensprocessen: zowel bij het begin als bij het einde indien nodig. De kunst werd van moeder op dochter overgebracht.
In het uiteindelijk euthanasieproces werd grote zorgvuldigheid betracht; de dierbare spullen van de stervende werden in een zwarte zak gedaan en buiten de stervensruimte gebracht; er werd meermaals gebeden en uiteindelijk werd met een forse rituele hamer de finale klap uitgedeeld tegen de slaap van de stervende en verliet deze het leven.
Ik sta er wat ongemakkelijk bij te lachen.
Had niet verwacht dat ik de hamer vast
had mogen houden eerlijk gezegd.
De gids haalde na dit verhaal te hebben verteld de hamer uit een andere zwarte zak en stelde die mij tot mijn grote verrassing ter hand; ik schrok daar eigenlijk een beetje van. Dit ervoer ik als een heel bijzonder moment; ik bevoelde het uiteinde van de hamer die ik weet niet hoe vaak iemand uit zijn/haar lijden had verlost. Ik had bewondering voor dit oude, ongetwijfeld ook pré-christelijk volksgebruik. Tot in de jaren vijftig was dit gebruikelijk op Sardinië volgens de gids. De hamer van Luras is de enige die is terug gevonden op de geheime plek waar deze werd bewaard; misschien is het wel de enige die er überhaupt nog is

29 juni 2016

Geen nonnetjes

De bok staat geduldig aan zijn touw te wachten,
stinkend en wel
Terwijl onze reisgenoten van de Sardiniëreis aan hun afscheidsontbijt zaten maakten wij ons op voor het laatste staartje van onze trip: de bus naar Tempio Pausana; we wilden daar nog twee dagen door gaan brengen. Precies om half negen vertrok de bus en zo tegen een uur of tien kwamen we aan op deze ons inmiddels enigszins bekende plek. We vielen met onze neus in de boter; er was een groot lokaal feest in het plaatsje. Op het beschaduwde plein bij het station stonden dieren in hokken. Vooral een grote bok maakte indruk.
We konden terecht bij de B&B in de hoofdstraat; mooi onderkomen en direct bij de gezellige drukte in het stadje. Na ons geïnstalleerd te hebben gingen we naar de boerenmarkt en kochten daar volgens plan drie enorme uien knoflook, kersen en verderop een stuk pecorino en een gedroogde worst voor thuis.
Jonge vrouwen in prachtige klederdracht.
Ik dacht vanuit de verte eerst dat het nonnetjes waren.
En toen het feestgedruis in.
Bij de kerk, op het grote stadsplein was het grote feest. Ik zag een stel jonge vrouwen en dacht heel even dat het nonnetjes waren, maar zij droegen een schitterende lokale klederdracht en waren graag bereid om even te poseren. Ook mannen in klederdracht.
De dames en heren gingen zelfs volksdansen en dat ontroerde me echt. Ik had zo'n gevoel dat we dat in NL allemaal een beetje kwijt waren. Mocht er al zoiets bestaan dan is het hooguit voor de toeristen maar hier is het nog echt onderdeel van een volksfeest.
In een hoek stonden een stel mannen te zingen met gitaarbegeleiding; ook een driedelige fluit werd bespeeld. Er werd door meerdere tenoren heel intensief gezongen. Het klonk allemaal zo "echt". Er werd ook een toneelspel opgevoerd, volgens Roos heette dat iets van Puchinelle of daaromtrent.
Volksdansen op het grote plein van Tempio
Een stoet ossekarren met daarop de belangrijkste dingen van het land: graan, wijn en nog een derde. Het was een heel bijzondere gebeurtenis.
Maar plotseling was het ook weer afgelopen en besloten we om de geplande wandeling te gaan maken. Daarover meer in een andere Blog.
Ossekarren met de producten van het land

28 juni 2016

Over discordanties, puddinggesteente en stromatolieten

De discordantie bij faglioni
Daar had ik naar uitgekeken: de stromatolieten, één van de allereerste levensverschijnselen. Het zijn organismen die overigens nog steeds op merkwaardige plaatsen in de wereld voorkomen. Het zijn een soort matten van microörganismen die fotosynthese kennen en ook slib vasthouden. Daardoor kennen zij een dag-nachtritme. Het is niet te geloven maar wetenschappers hebben daardoor kunnen vaststellen dat 540 miljoen jaar geleden de aarde een stuk sneller draaide; een jaar kende toen iets van 400 dagen, aldus de informatie uit de groei van die oeroude stromatolieten.
Maar eerst gingen we die dag op weg naar een discordantie, een geologische structuur waar twee lagen van verschillende leeftijd over elkaar heen zijn geschoven. Destijds is in Siccar point de eerste keer op overduidelijke manier een dergelijke geologische structuur ontdekt die de wetenschapper Hutton in verband bracht met de oeroude leeftijd van de aarde. Paul toonde ons nu in Nebida een duidelijke hoekdiscordantie; imposant hoor.
Puddinggesteente; gekke naam
In dit gebied heeft de aarde als een enorme betonmolen alle gesteenten vermorzeld en door elkaar heen gehusseld. Het resultaat lag ruim ontsloten als een dikke laag lossig gesteente langs de kustweg die hier werd aangelegd. De weg was niet zo erg druk en gaf ons de gelegenheid om aan het gesteente te vingeren en er een foto van te maken. Het heeft een merkwaardige naam: pudding gesteente omdat het zo'n mix van van alles is kennelijk.
Aangekomen in het plaatsje faglioni gingen we lekker aan de koffie. Op weg naar de koffie wees Paul mij op het gesteente bariet, bariumcarbonaat. Onder hoge druk en met water als "smeermiddel" gaan allerlei metaalionen in oplossing en concentreren zich. Met lekenwoorden is dat het proces dat tot verrijking van gesteenten tot ertsen leidt.
Paul toont mij een streep bariet tussen het
andere gesteente. Bariumcarbonaat.
Na de koffie gingen we naar de stromatolieten, naar die structuren waar ik zo naar had uitgekeken. Schitterend, als een uitgestrekte streepjescode lag daar het resterend gesteente, het restant van iets dat 540 miljoen jaar geleden had geleefd ergens op aarde en nu met de tectonische bewegingen op deze plaats op de aardbol was gestrand om wreed door een geologische hamer weer aan het daglicht te worden blootgesteld. Dat vind ik een merkwaardige gedachte die natuurlijk nergens op slaat.
Tot slot gingen we nog even heerlijk zwemmen. Paul had nog een quizvraag voor ons. Er was hier sprake van een dal en hij vroeg ons wat we hier misten. Hij hielp ons wat op weg door als Socrates te vragen hoe een dal gevormd wordt. Ja, door water, een beek of rivier en nu zag je geen bedding meer.
Als een geologische barcode zijn de stromatoliet
zichtbaar. Een fascinerend gezicht vind ik.
De beek liep kennelijk onder de grond. Paul had tijdens het zwemmen geproefd dat het zeewater minder zout was dan enkele dagen eerder elders waarop André in lachen uitbarstte omdat hij zojuist van de restauranthouder had gehoord dat de uitgang van het toilet hier het ongezuiverde rioolwater direct in zee loosde. Maar hij voegde daar met zelfspot aan toe dat hij wel eens een gekristalliseerd mineraal had willen determineren door te proeven; de inlandse gids had later verteld dat dit de plek was waar olifanten altijd urineerden. Het leven van een geoloog is niet altijd even smakelijk ha ha.
Roos zette Paul en mij voor de PROIRA-blog samen op de foto terwijl we in zee zwommen.
Daarna vertrokken we naar de agriturismo; een arcadisch plekje waar we opnieuw heerlijk zouden gaan eten.

Paul van Olm en Ferry van Elven in de zee bij Sardinië

27 juni 2016

Opnieuw onder de grond



Met het treintje wel 500 meter naar de mijningang. Vlnr André,
Carla en Roos.
Na het bezoek aan de grot Is Zuddas gingen we richting Rosas naar het voormalig mijnwerkersdorpje, nu ingericht voor het ontvangen van toeristen. Roos en ik werden ondergebracht in een ontzettend leuk appartementje. Verder bleek later dat er een meer dan uitstekende restaurantvoorziening aanwezig was. We hebben op deze afgelegen plek ook nog eens ontzettend lekker gegeten!
Maar na installatie eerst op weg naar de mijn. Dat ging niet lopend maar met zo'n "lullig" treintje, voortgetrokken door een tractor. Voordat we de mijn in gingen kregen we allemaal een plastic helm. Dat bleek niet zozeer tegen het mogelijk vallend gesteente maar tegen het stoten van het hoofd; de mijngangen waren vaak erg laag.
De gids vertelt in het Italiaans
Aangekomen bij de mijn kregen we eerst van de gids een bijzonder langdradig en in het Italiaans gesproken toelichting. Vertaling door Carla, want de gids sprak vanzelfsprekend geen woord Engels. Misschien niet zo toegespitst op het geologisch aspect van dit bezoek kregen we wel een goede indruk van het werken in de mijn in die negentiende eeuw, voorwaar voor de werkende klasse geen pretje. Tegen een hongerloontje moest er als paarden gewerkt worden en dat gold zowel voor de mannen als voor de vrouwen en voor de kinderen. De omstandigheden waren verschrikkelijk. Die negentiende eeuw krijgt steeds meer reliëf voor mij; na het lezen van de boeken van Auke van der Woud en nu weer dit verhaal; het heeft allemaal de zelfde teneur; uitbuiting van de arbeidende klasse. Dat 1848 het revolutiejaar wordt genoemd zo middenin deze eeuw mag bepaald geen verbazing oproepen.

Toelichting van hoe het er in de mijn in de
praktijk toeging.
Uiteindelijk gingen we toch de mijn in en na het uitlopen van een gang kregen we weer een hoop woorden over ons heen gestort. Kinderen moesten met hun kleine handen de dynamietstaven aanbrengen. Verbetering in de techniek maakte dat de mijnwerkers misschien niet meer zo hard hoefden te hakken en harder opschoten maar ook dat ze de hele dag met natte kleding moesten werken. De ellende hield niet op.
Uiteindelijk werd deze koper - en loodmijn gesloten.
We kregen nog een rondleiding door het museum en door de ertsverwerkingsfabriek. Was best interessant zo alles bij elkaar.

26 juni 2016

Polikoesjka

Tolstoj, schilderij
Ilja Repin
Weer zo'n weergaloos goed kort verhaal van Leon Tolstoj. Je krijgt door deze korte verhalen wel een steeds beter inzicht in wat er zoal speelde op het Russische platteland rond het midden van de 19e eeuw, de tijd van de tsaren. Het gaat hier om wie er van de mannen op zal moeten komen voor het leger. Kennelijk speelt daarin de landeigenaresse een beslissende rol. Polikoesjka komt aan alle kanten in aanmerking voor deze onaantrekkelijke rol; hij is eigenlijk een schurk, maar heeft zich op onwaarschijnlijke manier geliefd weten te maken bij "mevrouw". De neef van Doetlow is nu de pineut, ondanks de pogingen van de rentmeester om deze onrechtvaardigheid te voorkomen. Fantastisch is de wijze waarop Tolstoj het gesprek tussen de rentmeester de "mevrouw" beschrijft waarbij beiden nauwelijks geïnteresseerd zijn in wat de ander te berde brengt.
Wat mij erg opvalt in alle verhalen over het platteland tot dusver is het mateloze gebruik van alcohol. Het doet mij sterk denken aan wat ik gelezen heb over wat er op het platteland gebeurde toen de revolutie in oktober 1917 was uitgebroken; de drankkelders van de aristocratie werden door de boerenbevolking geplunderd en ze zopen zich helemaal aan de grond vast. De revolutionairen grepen in en lieten de drank wegstromen waarop de boerenbevolking zelfs de drank uit de goot en van de straat oplikten en dronken.
Het verhaal dat ik hier bespreek krijgt een verrassende ontknoping waaruit de religieuze houding van Tolstoj die hem later zo beving een beetje begint te schemeren; een rechtvaardigheid alsnog lijkt het wel. Neemt niet weg dat het weer een buitengewoon boeiend geschreven product van deze wereldschrijver betreft.

25 juni 2016

Aragoniet in de grot "Is Zuddas"

Dit was wel een heel spectaculaire grot. Enorme zalen met de meest uiteenlopende druipsteenformaties. De enigszins Engels sprekende gids liet het vertaalwerk over aan Carla. Het is merkwaardig hoe weinig de mensen van dit Europese land het Engels beheersen.
Misschien iets meer dan in Spanje, maar veel scheelt het niet. Maar uiterst merkwaardig blijft het toch dat zelfs de internationale gidsen vaak geen woord Engels spreken. Maar hier in Italië waren het Francien en Carla die vaak voor tolk moesten spelen.
De specialiteit van deze grot bestaat uit de aragonietformaties. Dit is een kristallisatievorm van het in water opgeloste calcier, net als de druipsteenformaties. Het verschil zit hem in de stroomsnelheid van het opgeloste calciet. Bij aragoniet is deze zo gering dat het de capillaire werking is die het water met het opgeloste calciet stuwt, een uiterst geringe stroomsnelheid dus (als ik het goed begrepen heb tenminste). Daarmee is dan onafhankelijkheid van de kristalvorming van de zwaartekracht met als resultaat dat het kristal alle kanten op gevorm wordt; een soort egelstructuur maar soms ook heen en weer "schietende" fijne buisjes van calciet.
In deze grot is bijzonder veel aragonietkristallisatie geweest; een grote wand zit er helemaal vol mee. De geologen onder ons gezelschap waren er behoorlijk van onder de indruk. Ik vond het wonderschoon; als een soort biologische laag ervoer ik het.
De trots van deze grot, de wand vol aragoniet kristallen,
Ik laat het verder in deze blog met een serie foto's van het interieur van deze grot die de lezer bij een eventueel bezoek aan Sardinië zeker niet mag overslaan. Waar deze zich bevindt is mij eerlijk gezegd ontgaan, maar er staat genoeg info over op internet.

24 juni 2016

Fossielendag

Prachtige fossielen in het museum
Na drie nachten Barumini vertrokken we voor een dag vol fossielen. Eerst naar het museum en de groeve van Genoni. We werden opgevangen door een zeer deskundige en zeer goed engels sprekende meneer. Allereerst een rondgang door het museum waar toelichting werd gegeven op de te bezoeken groeve maar ook op de verschillende archeologische bevindingen die hier in de omgeving zijn gedaan. Bij binnenkomst al direct een grote steen vol met vrij geprepareerde fossielen. Na afloop van de rondleiding mocht de groep zelf aan de gang met gesteenten waarin fossielen verwacht mochten worden. Dat was direct een actief gehamer en geklop. Ook Roos ging stevig aan de gang waarbij ik mij ertoe beperkte om haar te helpen door de steen zo veel mogelijk te fixeren. Verder heb ik hier en daar foto's gemaakt. Roos kreeg zelfs een mosselschelpje in beeld! Zowaar een heel bijzondere bevinding ha ha.
Samen op onderzoek
Daarna vertrokken we naar de groeve waar we nog meer informatie over ons uitgestrooid kregen. Wat ik vooral nog weet is dat er gewoon op de te betreden grond hele velden van fossielen zichtbaar waren. Dat is toch wel heel imposant.
Hierna kregen we een rondleiding met een niet-engels sprekende gids over de alhier gelegen hoogvlakte waar paarden vrij rond kunnen lopen en daarom "wilde paarden" worden genoemd. Zij zijn wel van een speciale postuur, wat klein en gedrongen en hebben harde hoeven waardoor zij hier in deze stenige omgeving goed kunnen leven.
Vervolgens trokken we door - of misschien was het een dag later, ik ben de tel een beetje kwijt en schrijf deze blog vooral adhv de foto's die ik gemaakt heb - naar de via dei graptoliti, een weg die genoemd is naar een destijds spectaculaire vondst van graptolieten, kleine fossiele afdrukken van zeer primitieve meercellige dieren.
Duidelijk zichtbaar zijn de graptolieten
Al direct vond Ad deze afdrukken door met zijn geologische hamer een stuk steen kapot te slaan. Op het breukvlak was een afdruk te zien. Op de oude vindplaats zelf sloeg Paul ook een stuk steen op deskundige wijze in tweeën en daar was een hele miriade van graptolieten zichtbaar. Ik was er behoorlijk van onder de indruk. Heeft daar miljoenen jaren in vergetelheid liggen wachten en wordt nu door ons zichtbaar gemaakt. Ik vind dat wat!
Tot slot nog even naar een strandje waar de meeste groepsleden lekker hebben gezwommen. Door naar Cagliari. Iedereen ging op eigen gelegenheid de stad bezoeken en een hapje eten. Was leuk om de stad weer te zien; waren we jaren geleden en ik kon me er niets van herinneren. Station bezocht, uiteraard. En heerlijk geslapen.
Tot slot nog even gezwommen


23 juni 2016

Wat een onweer

Hier doen we het toch wel voor.
Prachtige détailfoto van de rietorchis.
Foto Ab van Dorp
De dag begon nogal onstuimig; door een hevig onweer met veel bliksem en gepaard gaand met een tropische regenbui werd ik middenin de nacht, zo rond een uur of drie wakker. Ik had tot die tijd lekker geslapen mede omdat de akelige piep/zoem van de CV op het dak boven mijn flat plotseling weer verdwenen was.
Toen de enorme regenval was gestopt en zo rond half vijf de zon begon door te komen namen de merels weer het ochtendgeluid over; ik deed het raam van de slaapkamer open en genoot van hun gezang.
Weer vroeg op, op weg naar Edam en naar de Eilandspolder voor de jaarlijkse excursie. Weeronline belooft nog een paar fikse buien al dan niet met onweer gepaard gaande. Om half zes hier in het Biltse is het inmiddels droog; ben benieuwd hoe de excursie verder vandaag zal gaan verlopen.
Ik was ruim op tijd op het station, maar helaas was de trein van half zeven naar Utrecht defect. Dus via Amersfoort gereisd en daarom iets later in Edam.
Met Rob bij de bakker om de taart op te halen
Onderweg weer een ongelooflijk waterballet. Ab stond te wachten en de buschauffeuse was zo vriendelijk om voor mij een klein tussenstopje te maken vlakbij de auto van Ab zodat ik droog kon instappen. Naar Warder om Rob op te halen en door naar de Rijp voor de taart van Corinne. Fantastisch dat zij de werkgroep op deze culinaire wijze zo stimuleert. Een fraaie taart met daarop marsepein met een orchis erop.
Na koffie met taart gingen we in de boot en op weg naar in totaal 6 verschillende lokaties.
Brunel op een van de landjes
Ab hield op elk eilandje een kort verslag van het werk en het resultaat en we maakten telkens een kort rondje over deze kwetsbare terreintjes. Op het eiland van Willem Messchaert stond trilgras, dat was wel heel bijzonder. En op de andere stonden orchissen en/of veenmos en/of zonnedauw. Het was een lust voor het oog.
Gezellige afsluiting van het seizoen
De regen had zich helaas niet laten verdrijven door de zon. Ik was behoorlijk nat en koud geworden. We gingen het seizoen nog culinair afsluiten bij het "Genot van Grootschermer". Gezellige gewoonte hoor. Daarna weer met Tjeerd meegereden naar Maarssen en nog even bij Roos in de tuin een uurtje van de stilte genoten en even een tukje gedaan. Fijne dag.

22 juni 2016

Dochter alweer 30

Sjoerd op de verjaardag van Arja in
de dierentuin
Het was net zo'n warme juni dag als vandaag; misschien een beetje minder benauwd toen Arja werd geboren. Het klinkt wat oubollig, maar toch denk je bij zo'n gelegenheid: "wat vliegt de tijd". Ik had vandaag even langs willen gaan, maar ik had kunnen weten dat ze op deze dag altijd naar de dierentuin gaan. Ik had al twee keer de voice mail ingesproken en vanmorgen, terwijl ik aan het stofzuigen was - ja ja dat doe ik af en toe - belde ze terug en tussendoor probeerden we wat uit te wisselen, telkens onderbroken door de kinderen die terecht aandacht vroegen. Ze hadden het geweldig naar hun zin. Ik kreeg nog een leuke foto opgestuurd van de kleine Sjoerd die zich ook kostelijk vermaakte op deze heugelijke dag.
Gijs in de tropische tuin in Blijdorp

Ernstig kijkende Evi opgeschilderd als een vlindertje

21 juni 2016

De heilige bron van de Nuraghiërs


De opening van de afdaling naar de bron
Op de laatste excursiedag van onze geologiereis naar Sardinië gingen we naar een Nuraghische site die bij de aanleg van de grote weg was ontdekt. Deze oeroude magische plek was (gelukkig!) in het verleden dichtgegooid en verstopt. Het gevolg was dat deze vrijwel onbeschadigd de tand des tijds had doorstaan. Een vrij steile trap voerde door een perfect trapeziumvormige rand naar beneden, naar een stil water. Volgens de - uiteraard geen Engels sprekende - gids was het water de verbinding met moeder aarde. Boven de bron bevond zich een gat als een oog waarmee contact gemaakt werd met moeder aarde.
Ik vond het echt een magisch gevoel om van die trap af te dalen en met mijn handen in het water van de bron te gaan. Van beneden naar boven kijkend kon jet het oog boven goed zien.
Roos op de trap van de bron
Na de trap weer beklommen te hebben maakte ik buiten nog een foto van het oog. Het is magistrall dat dit oeroude monument zo goed behouden is gebleven. Architectonisch zit het fantastisch in elkaar en evenals de nuraghes zelf is dit weer een ongekend staaltje van bouwkunst van meer dan 3000 jaar geleden.
De bron maakte onderdeel uit van een Nuraghisch dorp met een voorraadschuur en ook een enorme nuraghe. Er is hier op Sardinië veel oudheidkundigs te beleven.
We reden vervolgens naar de volgende site, de Tombe dei Giganti, een vermeende begraafplaats uit de Nuraghische tijd.
Boven de grond het "oog" van de bron
Tombe dei giganti





20 juni 2016

Die malle blote knietjes

Deze foto heb ik heimelijk gemaakt en er
dit stukje "uitgeknipt", net zoals de
vierkantjes uit de knie van de broek.
Helemaal up to date: ielepieleapp
met blote knietjes.
Plotseling zag je het overal: spijkerbroeken waarvan de knieën waren bewerkt met een schaar zodat je meer ruimte had om de knieën te bewegen, althans dat dacht ik. Maar dat was nog niet genoeg; inmiddels zie je - vooral meisjes - met hele stukken uit de knieën geknipt. Ik moet er altijd een beetje om lachen; het volstrekt ontbreken van een eigen stijl vind ik zo opmerkelijk.
Je had ook zo'n tijd dat "iedereen" met een pakje Marlborough sigaretten in de hand liep, bij voorkeur samen met autosleutels. Daar is nu geen plek maar voor; de smartphone - het ielepieleapparaatje - heeft de rechterhand veroverd.
Vroeger was dat overigens niet anders hoor; in "mijn tijd" moest je je spijkerbroek absoluut ergens op de Zeedijk kopen en bij voorkeur een tikkeltje aan de krappe kant en dan in zee gaan liggen en door het zand schuren zodat de nieuwigheid eraf was. Dat spijkerbroekenwinkeltje op de Zeedijk deed idd zeer goede zaken, maar er waren er toch niet veel die ook met broek en al in zee gingen. En zoals heden "zeg maar" nog steeds hoogtij viert zo had je destijds dat rare woord "ontiegelijk"; hoor je echt nooit meer.
Ik zou zo graag een foto willen maken van iemand met van die blote knietjes in de spijkerbroek, maar vind het wat genant om te vragen. Wel heb ik ergens in Den Bosch in een winkel een broek zien hangen waarvan de open knieën, keurig afgewerkt al waren voorgemaakt. Ook heb ik in het modebeeld, ik dacht op Sardinië iemand zien lopen met beide pijpen van onder tot boven voorzien van gleetjes; dat was wel weer bijzonder.
Ik geef, ouderwets als ik ben toch de voorkeur aan een hele broek, zeker als het regent zoals de laatste dagen.

19 juni 2016

Wat een rot muziek!

Het bankje op de Visserssteeg bij het
bruggetje over de Biltsche Grift
Nog behoorlijk moe van gisteren - merk toch de jaartjes bij het wandelen - heb ik het vandaag rustig aan gedaan. Roos ging met een groepje moestuinieren en in het wild eetbare planten plukken. Het was een mooie dag in deze zo natte lente dus lekker op weg. Met de Swarovski naar de Visserssteeg, een van mijn favoriete vogelplekjes. Rustig opgelopen en vooral vogels gehoord maar niets bijzonders gezien naast merels, ganzen, meerkoeten en dergelijke. Toen ik op het bankje bij de Biltsche Grift ging zitten kijken zag ik wel een kraai die aangevallen werd door een kievit en even later zelfs een buizerd die fanatiek werd verjaagd door het paartje kieviten. Ik hoorde een braamsluiper - althans dat dacht ik - en ik genoot gewoon van de rust en de natuur om me heen.
Brandrode koeien op Landgoed Sandwijck
Daarna liep ik terug naar de fiets en ging ik naar Sandwijck vooral om eens foto's te maken van de schitterende brandrode runderen die daar in de natuurlijke weide mogen grazen. Maar eerst in het zonnetje
op een van de bankjes bij de ingang zitten genieten. Een merkwaardig gevoel van verlichting maakte zich meester van me; een volkomen tevredenheid, iets van een gevoel van afronding, net als Siddharta schoot door mijn hoofd. Een gevoel van begrijpen, terug kijken, dankbaarheid en tevredenheid.
Vervolgens op weg naar de koeien en daar kwam ik - hoe kan het anders - in gesprek met een van de vrijwilligers in dit gebied en we spraken uitgebreid over deze koeien en over het weiden van koeien in het algemeen. Bij het verder lopen toonde hij me de vaste plek van een grote ringslang die daar lag te zonnen.
Om 18.00 uur namen Roos en ik de trein naar Amsterdam; we gingen naar een concert van Yuja Wang, de vingervlugge, jonge Chinese pianiste; ik bewonder haar techniek, die ik ken van Youtube filmpjes en wilde haar wel eens "in het echt" horen. Eerst een biertje gedronken bij het café achter het concertgebouw want we waren ruim op tijd.
Zonnende ringslang op zijn/haar vaste plek
Ze is vingervlug, ze heeft een geniale techniek en toch viel het concert ons geweldig tegen. Dat kwam primair door de repertoire keuze. Eerst de Kreisleriana van Schumann, een ons beiden onbekende cyclus. Hier kon ze haar geniale techniek bij vlagen wel kwijt, maar veelal was het gewoon een wat  middle of the road stuk romantische muziek; Roos vond zelfs dat ze het zonder veel gevoel speelde; kon ik niet zeggen; ik was gewoon teleurgesteld en zeker niet onder de indruk. Ze speelde voor de pauze na de Kreisleriana nog een stuk moderne muziek dat niet geprogrammeerd stond en dat vond ik gewoon niet plezierig om naar te moeten luisteren.
Na de pauze was gewoon verschrikkelijk; een saai stuk muziek; van Beethoven notabene:  Sonate nr 29 in Bes. Nooit gehoord en terecht; we vonden het beiden gewoon rot muziek. Maar het NLse publiek gaf als gebruikelijk direct een staande ovatie; zelfs voor de pauze was een aantal mensen gaan staan voor een staande ovatie?! Daarna nam Yuja het publiek volgens mij vreselijk in de maling door wel tien toegiften te spelen; telkens ging het publiek razend enthousiast staan, joelen en klappen; ik vond het gewoon bespottelijk; Yuja ook waarschijnlijk. Wij verlieten intussen de zaal; we stonden zeker al een kwartier op de tramhalte te wachten toen het publiek naar buiten stroomde zo lang waren de toegiften doorgegaan.
Het is tegenwoordig de manier geworden waarop het publiek in NL, of het nou goed of slecht is geweest, een voorstelling afsluit; de staande ovatie betekent dus helemaal niets meer.
Wanneer we in het buitenland een uitvoering bezoeken dan wordt er na afloop gewoon geklapt en vaak met veel enthousiasme, maar een staande ovatie is daar iets heel uitzonderlijks.
En ik beluister de muziek in het vervolg wel via Youtube, kun je het wegklicken als het je niet bevalt; ben klaar met podiumkunst.

18 juni 2016

Door de Moerputten naar de Loonsche en Drunensche duinen

Brug van het halve zolenlijntje door het voormalig
moeras van de Moerputten. Mooi natuurgebied.
Om kwart voor acht hoorde ik door de open balkondeuren van m'n flatje een auto stoppen; ja hoor, dat was Ab; nooit te laat maar steeds te vroeg! We hadden een daggie wandelen gepland; was alweer een tijd geleden. Maar eerst een kop thee en daar gingen we richting Den Bosch. Het plan was om in de buurt van het Ziekenhuis, waar we een vorige keer waren geëindigd de auto neer te zetten en dan met een bus naar de Efteling te rijden en vervolgens terug lopen via de Loonsche en Drunensche duinen en het halve zolenlijntje door de Moerputten terug naar de auto. Het zou iets anders lopen.
Het was een heel probleem om een parkeerplaats te vinden in de buurt van het ziekenhuis; uiteindelijk kwamen we in de buurt van Vlijmen op een parkeerplaats in het natuurgebied, vlakbij het halve zolenlijntje. Terwijl Ab zijn schoenen verwisselde voor stevige wandelschoenen maakte ik - ouwehoer die ik ben -  kennis met een meneer die daar stond in vrijwilligerskleding van SBB. Ook kwamen er twee boswachters van SBB aanlopen en ik vertelde natuurlijk dat die meneer daar bij de auto een collega van hen was. En laat nou een van hen een goede bekende zijn van Ab, dus dat was direct gezellig daar op de parkeerplaats.
Roodborsttapuit gezien in de duinen
Zij wisten ook hoe we het beste konden lopen voor een bushalte. Dat was uiteindelijk in Vlijmen en er was idd een bus naar Kaatsheuvel, maar we moesten nog wel 20 minuten wachten. Idee van Ab om bij de slager vier heerlijk geurende gegrilde kippenpoten in te slaan, nog te heet om direct te nuttigen en met de bus op weg. Op een bankje bij een groot water de kippenpoten soldaat gemaakt en toen weg naar het prachtige natuurgebied.
Onderweg leerde ik van Ab weer het geluid van enkele vogels te herkennen en de namen van enkele wilde planten. De spotvogel was weer een nieuwe voor mij.
Uiteindelijk kwamen we bij de duinen aan; prachtig stuifzand met hier en daar natte plekken, veroorzaakt door een ondoordringbaar laagje in de bodem aldus Ab.
Met behulp van de GPS liepen we naar de wereldplaats Giersbergen waar we ons een uitsmijter lieten smaken. De meegenomen boterham en kippenvleugeltjes bleven wat triest achter in mijn rugzak.
Vanaf Giersbergen naar het afwateringskanaal en door de miezerregen die intussen op ons neerdaalde terug naar het halve zolenlijntje en naar de auto. Op weg naar huis kon ik mijn ogen slechts met moeite open houden. Maar thuis ging het wel weer. Als toetje voor de hele dag eten had ik nog yoghurt met van die heerlijke aardbeien van "die rooie" van de markt. Het is ongelooflijk hoe Ab en ik ook nooit uitgepraat raken; was weer een heel gezellige dag!

17 juni 2016

Obsidiaan en nog meer tekenen van vulkanisme

De oeroude obsidiaangroeve
Daar had ik echt naar uitgekeken; obsidiaan, vulkanisch glas; ik wist van het bestaan en van het gebruik ervan door de prehistorische mens maar had het nog nooit gezien. Ik hoopte een klein stukje te kunnen vinden en meenemen. Bij de parkeerplaats aangekomen lag de hele toegangsweg vol met stukjes zwart materiaal en dat was het obsidiaan. Geen enkel probleem dus om een stukje te vinden.
Na een eindje lopen bereikten we de obsidiaangroeve. Deze werd al door de prehistorische mens gebruikt. Obsidiaan is bijzonder geschikt als grondstof voor het maken van werktuigen als pijlpunten en dergelijke. Hier in de buurt schijnen dan ook smidsen te zijn waar destijds de werktuigen werden gemaakt. Wij hebben die helaas niet gezien. Maar daarom niet getreurd. Ook de romeinen hebben gebruik gemaakt van deze groeve en er zelfs een weg naartoe aangelegd. Deze weg was toevallig vorig jaar vrijwel geheel weggespoeld bij een enorme regenval. Er was nog maar heel weinig van te zien.
Paul vertelt hoe de roos van Masulas is ontstaan
We gingen nog meer vulkanische verschijnselen bekijken; de "roos van Masulas", een rest van een basaltpijp waardoorheen lava is gestroomd. Had een bijzondere vorm die inderdaad iets weg had van een roos. Leuk détail is dat Paul en Luigi, de lokale deskundige een verschil van mening hebben over de omstandigheden waaronder deze roos is ontstaan. Het is ook nogal wat om een reconstructie te maken van iets dat miljoenen jaren geleden heeft plaats gevonden.
Verder bekeken we nog een plek waar dunne lava was uitgestroomd en daarbij sporen had achtergelaten die om voor de hand liggende reden "touwlave" werd genoemd.
Roos moest even stoer doen voor de foto
Tot slot nog naar een rest van een vulkaanmond, een zogenaamde neck. Deze kon je lopend bereiken vanuit de plek waar we hem stonden te observeren en natuurlijk kon Roos het niet laten om er heen te lopen. Ik heb haar daar stoer op de foto gezet.

16 juni 2016

Su Nuraxi, de nuraghe van Barumeni

Een rij zwaluwnesten onder de dakgoot in Fonni
Het volgende dorp waar we neer zouden strijken voor drie overnachtingen was Barumini. De reis daar naar toe voerde ons langs een aantal bergdorpen waarvan er eentje, ik meen dat dat Fonni was een wat twijfelachtige bekendheid geniet. In dit dorp woedde tot niet zo lang geleden nog een bloedwraak tussen families en werd het instrument van de ontvoering met losgeld gebruikt om mensen af te persen. De rust en orde schijnt nu  na een krachtig ingrijpen door de overheid wel te zijn teruggekeerd. Wij hebben er koffie gedronken en ik heb er naar de af en aan vliegende zwaluwen staan kijken. Verder niet veel bijzonders te zien trouwens.
Het bezoek aan de nuraghe van Barumini was overigens fantastisch; hij staat niet voor niets op de lijst van werelderfgoed. We kregen er een rondleiding door een goed Engels sprekende gids. De functie van de nuraghe was in de loop van de honderden jaren gewijzigd; hij was uitkijktoren en verdedigingswerk tegelijk en werd later als bewoning door de hoofdman van het omliggend nuraghisch dorp gebruikt.
Op de binnenplaats van de nuraghe
Het was een bijzonder imposant bouwwerk, opgetrokken uit enorme granietstenen vaak meerdere tonnen zwaar. De gids vertelde dan ook dat het nog steeds een raadsel was hoe deze stenen destijds gehanteerd werden; het bouwwerk was vele meters hoog. De toegang was op 8 meter hoog; vroeger was er een optrekbare touwladder waarmee de bewoners naar binnen konden komen. Deze touwladder kon uiteraard ingetrokken worden.
Nu was er een veilige trap naar boven en al bukkend kon je er naar binnen en dan weer via een vrij steile trap naar beneden. In het "trappenhuis" was een handvat uitgehakt in één van de grote stenen. Ik vond het een roerende gedachte dat je via die steen hand in hand had gestaan met de nuraghische mens die hier duizenden jaren geleden heeft gewoond.
Op de binnenplaats was een waterput en verderop in het gebouw een zeer koele ruimte waarin een voedselvoorraad kon worden aangelegd voor als er sprake was van een belegering. Er was een aantal kleinere ruimten rondom de binnenplaats. Het is een geweldige ervaring om in zo'n oeroud maar behoorlijk gaaf gebleven bouwwerk rond te lopen.
Ons hotel lag werkelijk onder de rook van deze nuraghe. Zittend op het terras met een biertje kon je genieten van het uitzicht met nuraghe.

15 juni 2016

Zeus en de geologie

De Ilias en niet te vergeten de Odysseia van Homeros behoren alweer vele jaren tot mijn grote favorieten; regelmatig neem ik deze oer-klassiekers - zij het in vertaling - ter hand. Eén van de fascinerende dingen in het verhaal betreft toch wel de invloed van de godenwereld in deze verhalen. Zo treft mij het steeds dat de onderhuidse spanning tussen oppergod Zeus en zijn ega Hera zo'n beslissende rol kunnen spelen en daarnaast natuurlijk ook dat een eenmaal genomen beslissing van een godheid geen ommekeer kent.
In de Ilias wordt de Trojaanse oorlog beschreven waarbij Zeus min of meer op de hand van de Grieken lijkt te zijn en Hera toch meer op de hand van de Trojanen. Zij benadert Zeus en weet hem tijdens een dutje te verleiden tot een slaperige knik waarmee hij "ja" zegt tegen haar voorstel. Een dramatische wending in het gevecht van Grieken en Trojanen is daarvan het gevolg. Wanneer de slaperige Zeus ontwaakt uit zijn slaapje merkt hij deze wending op en toornig zorgt hij voor een nieuwe wending.
Wat ik hiermee wil illustreren is vooral dat "wij" mensen afhankelijk zijn van factoren die we misschien wel denken in de hand te hebben, maar dat dit feitelijk maar schijn is. Deze gedachten dringen zich sterk bij mij op na de geologische reis die Roos en ik hebben gemaakt de afgelopen weken; de geologische processen zijn van een grootsheid die geheel buiten de menselijke maat vallen.
Bij deze reis kreeg ik een leesadvies van een onzer reisgenoten, Betsie; zij adviseerde het boek "De vis in ons" van Neil Shubin; zij had het boek bij zich - toch wel een voordeel van veel bagage meenemen op vakantie?! - en gaf mij de gelegenheid om het een avond door te bladeren. Een bijzonder interessant boek. Mijn ondernemende Roos ging de dag van terugkomst direct naar de bieb en heeft het vertaalde boek kunnen lenen. Maar daarnaast had ze ook een boek over de "recente" geologische tijd - het holoceen - meegenomen: "IJstijd, het complete verhaal" onder redactie van Brian Fagan geschreven door menig deskundige over de ijstijd; ze heeft het mij doorgeleend en ik heb het direct uitgelezen.
Het boek beschrijft een veelheid aan facetten die samenhangen met de ijstijd, de enkele miljoenen jaren durende periode waarin glacialen en interglacialen elkaar afwisselden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij dit proces zo ontzettend veel factoren betrokken zijn waaronder de verschillende aspecten van de baan van de aarde om de zon maar vooral ook de geologische dynamiek van de aarde, de platentectoniek.
De huidige mensheid die als enige soort beschikt over het fenomeen verstand; het stemt mij trots als ik zie hoe ontzettend veel informatie is verzameld en wetenschappelijke conclusies zijn getrokken. Deze informatie geeft mij toch vooral ook het gevoel als hier boven beschreven dat het uiteindelijk buiten het vermogen van de mensheid ligt om het Lot adequaat te beïnvloeden; de gevolgen van menselijk handelen lijken toch vooral in het niet te vallen vergeleken bij de uiterst complexe werkelijkheid van moeder aarde.
Overigens een absolute aanrader voor mensen die wat meer over verleden en toekomst van de aarde willen weten.

14 juni 2016

De doline van Tiscali

Roos beklimt de berg op naar Tiscali
Toen ik nog een telefoonaansluiting had was de leverancier van het netwerk een Italiaanse firma met de naam Tiscali. Ik was dan ook verbaasd toen ik bij het doorlezen van de gids van de Sardiniëreis deze naam tegenkwam als naam van een doline, een karstverschijnsel waarbij het plafond van een onderaardse uitgesleten grot in de kalkrots instort. Hier hoog in het karstgebergte bevindt zich een enorme doline waarin een Nuragisch dorp was gevestigd dat zich adequaat tegen de Romeinen heeft verzet omdat de toegankelijkheid nogal gering was; de Romeinen werden bij de entrée door een spleet tussen twee rotsen onmiddellijk gedécapiteerd, oftewel onthoofd, een weinig luisterrijke gebeurtenis voor die arme soldaten die dat overkwam.
Het was een hele klim; tot mijn verbazing had ik helemaal geen last van hoogtevrees terwijl ik toch op stukken moest lopen die ik in vroeger tijden absoluut als "doodeng" beschouwd zou hebben. Vermoedelijk is dat nog een positief gevolg van die oversteek langs de klif vorig jaar aan de zuidkust van Kreta; dat was echt eng - zelfs Roos vond het doodeng - maar we hadden geen keus; we moesten die enge klif wel ronden. Daarbij vergeleken was deze klim en later ook de afdaling feitelijk maar kinderspel.
Boven gekomen kon ik niet anders constateren dat deze forse klim beslist de moeite waard was; een enorme doline, volop begroeid met bomen en struiken; aan de randen nog de onderkomens van de Nuragiërs van duizenden jaren geleden.
Het venster van Tiscali
In de wand van de doline een spleet als een soort venster met een fascinerend uitzicht op de buitenwereld. En toen weer naar beneden. Meestal is dat een stuk enger dan naar boven, maar ook nu had ik tot mijn genoegen geen enkele last van hoogtevrees, dit in tegenstelling tot een reisgenoot die er echt onder leed zoals zij me later bekende.
In het dorp was die avond een soort zangconcours waar we - gratis! - heen konden. Wij konden de spanning niet aan en hebben lekker met Paul en Els gebridged die avond; hadden we de kaarten iig niet voor niets meegenomen.

13 juni 2016

Een Nuragisch dorp

Badhuis
Na "de grot van Corbeddu" gingen we verder naar een Nuragisch dorpje, een woonplaats uit de bronstijd, dus van zo'n 2000 jaar voor de jaartelling. Op Sardinië is nog ontzettend veel cultuur bewaard gebleven uit die tijd; niet alleen de enorme uit joekels van stenen opgebouwde Nurages maar ook dorpjes en zoals we later nog zouden zien, magische bronnen.
Hier in dit eerste dorpje dat we bezochten was nog een prachtig nagenoeg intact badcomplex. De ramskoppen waar het water vroeger uit stroomde waren nog goed te herkennen. De huisjes waren ook nog behoorlijk intact of anders wel geconserveerd. Ik vond het wel heel wonderlijk dat je hier zo rond kon lopen door de huisjes van dit oude prehistorische volkje alsof ze hooguit honderd jaar geleden waren vertrokken.
Basaltpijpen
Het was echt een mengsel van cultuur, geologie maar ook natuur want het volgende uitstapje - letterlijk, want dan stapten we even uit de auto's - betrof het uitzicht op enorme brokken basalt. Dit zijn pijpen van relatief snel afgekoelde lava die vanuit spleten omhoog is komen borrelen en daarbij relatief snel afkoelde met kleine kristallen als gevolg met krimpscheuren die de bekende basaltvormen doen vormen. Fraai gezicht.
Tot slot een stukje natuur - of is dit eigenlijk ook geologie? - de grootste natuurlijke waterbron van Sardinië, de Su Gologno. Heerlijk helder water dat uit de rotsen kwam gestroomd, Ik had er zo in willen springen zo zwemzaam zag het eruit en het was ook behoorlijk warm op dat moment. Maar we moesten weer terug naar Hotel S'Adde in Dorgali.
Su Gologone, de grootste natuurlijke waterbron
Deze tweede avond in Dorgali werd afgesloten met een feestelijk diner met zang. Een groepje van vier zangers - door de leiding "de tenoren" genoemd - bracht tussen de gangen door een aantal authentieke Sardijnse liederen ten gehore. Dit klonk mij zo nieuw, zo vreemd in de oren dat ik na de inzet van het eerste lied met open mond heb zitten luisteren. Het is natuurlijk verbeelding, maar na het bezoek aan die Nuraghes kreeg ik echt zo'n gevoeld dat deze muziek haar wortels nog uit die tijd had overgenomen.
Om dit viertal "de tenoren" te noemen is een beetje benevens de waarheid; er was duidelijk een leider, een tenor inderdaad die een frase inzette waarop de andere drie, waaronder een zeer scherpe tenor, een bas en een contrabas inzetten en ritmisch in een soort vraag en antwoord met de leider verder zongen; fascinerend; die contrabas lijkt wel die laagste pijp, een drone van een doedelzak. Ik heb er helaas geen filmpje van en zou ook niet weten hoe ik dat op Youtube zou moeten plaatsen; lukt me niet meer. Maar ..... vriend Dick zond mij een link waarop de Sardijnse muziek zoals wij die hebben gehoord goed is weergegeven.
De vier zangers; fascinerend om naat te luisteren. De jongste achteraan op deze foto had een geweldig lage bas