La Gomera, één van de kleinere eilanden van de Canarias heeft werkelijk mijn hart gestolen. De schoonheid ervan is zo weergaloos. Mijn probleem is wel dat het zo verschrikkelijk steil is. Met mijn hoogtevrees valt het niet mee om wandelgelegenheden te vinden die voor mij acceptabel zijn. Maar de paradijselijke schoonheid trekt als een magneet. Het is een plek om oud te worden en voor een wandelaar een ongelooflijke uitdaging. Ik hoop er nog menigmaal te komen.
28 februari 2011
27 februari 2011
Moleculair koken
Wat hier nu precies onder verstaan wordt is mij als chemicus een raadsel. De term "moleculair koken" klinkt mij wat bizar in de oren. Maar de huidige koks kan het niet gek genoeg zijn om maar op te vallen en weer iets nieuws te presenteren. Vloeibare stikstof in de keuken is één van de hulpmiddelen van het moleculaire koken begreep ik.
Fusion koken is ook zoiets; het betekent gewoon dat je uit verschillende keukens dingen combineert. Of dat je een onwaarschijnlijke combinatie van smaken presenteert als heel bijzonder. Drop met stroop, haring met jam of noem maar op. Ach, je wordt soms in de Indische keuken ook verrast door een onverwachte combinatie van smaken.
We hebben een keer gegeten in een sterrenrestaurant in het Noorden van het land. We waren er expres voor op reis gegaan. Eén van de gangen bestond uit een combinatie van wel 10 verschillende smaken, apart geserveerd. En hier was de kok zich zodanig te buiten gegaan dat het gewoon niet lekker meer was. Hartig naast mint weet ik nog. Smaakte niet goed.
Maar wanneer onder moleculair koken ook de nieuwe, althans voor mij nieuwe wijze van lage temperatuur bereiding wordt verstaan, dan haak ik graag aan. Van Ronald Brugmans, Slow Food kok van nivo, hoorde ik over het lage temperatuur koken. Bij een tweetal gelegenheden heb ik van zijn kunsten kunnen proeven en daar was ik toch wel erg van onder de indruk. Je bakt een groot vlees, bijvoorbeeld een rosbief of een staartstuk, of, wat ik laatst heb gedaan, een hazenrug, stevig aan in de boter en vervolgens laat je het een nacht staan bij 80 graden in de oven. Ik doe dat gewoon in een braadpan, maar misschien kan het wel anders ook zonder uitdrogen. Dat weet Ronald ongetwijfeld beter dan ik.
Het resultaat is mals, rood, maar gaar vlees. Hazenrug was bij mij toch altijd een wat droog stuk wild. Maar nu leek het qua textuur wel op warm gerookte zalm. What's in the name? Maar dit mag voor mij moleculair koken worden genoemd.
Fusion koken is ook zoiets; het betekent gewoon dat je uit verschillende keukens dingen combineert. Of dat je een onwaarschijnlijke combinatie van smaken presenteert als heel bijzonder. Drop met stroop, haring met jam of noem maar op. Ach, je wordt soms in de Indische keuken ook verrast door een onverwachte combinatie van smaken.
We hebben een keer gegeten in een sterrenrestaurant in het Noorden van het land. We waren er expres voor op reis gegaan. Eén van de gangen bestond uit een combinatie van wel 10 verschillende smaken, apart geserveerd. En hier was de kok zich zodanig te buiten gegaan dat het gewoon niet lekker meer was. Hartig naast mint weet ik nog. Smaakte niet goed.
Maar wanneer onder moleculair koken ook de nieuwe, althans voor mij nieuwe wijze van lage temperatuur bereiding wordt verstaan, dan haak ik graag aan. Van Ronald Brugmans, Slow Food kok van nivo, hoorde ik over het lage temperatuur koken. Bij een tweetal gelegenheden heb ik van zijn kunsten kunnen proeven en daar was ik toch wel erg van onder de indruk. Je bakt een groot vlees, bijvoorbeeld een rosbief of een staartstuk, of, wat ik laatst heb gedaan, een hazenrug, stevig aan in de boter en vervolgens laat je het een nacht staan bij 80 graden in de oven. Ik doe dat gewoon in een braadpan, maar misschien kan het wel anders ook zonder uitdrogen. Dat weet Ronald ongetwijfeld beter dan ik.
Het resultaat is mals, rood, maar gaar vlees. Hazenrug was bij mij toch altijd een wat droog stuk wild. Maar nu leek het qua textuur wel op warm gerookte zalm. What's in the name? Maar dit mag voor mij moleculair koken worden genoemd.
26 februari 2011
De Rijp
De Rijp, een oud plaatsje van walvisvaarders, middenin het Noord Hollandse landschap, tussen de zeventiende eeuwse polders als de Purmer, Beemster en Wormer. Nu ligt het er wat misplaatst bij als vissersplaatsje misschien, maar vroeger was De Rijp omringd door water; al die polders waren grote meren. Noord Holland was een kwetsbaar, waterrijk gebied dat door de inpoldering van visserijgebied veranderde in landbouw gebied. In de zeventiende eeuw was de NLse bevolking de gezondste ter wereld vanwege de eiwitrijke voeding t.g.v. de veeteelt in Noord Holland. Visserij betekende toch vooral armoede en veeteelt rijkdom.
Maar goed, zo voor de kerst had ik geholpen in NH met riet ruimen. Na afloop reed ik op mijn verzoek met Alexandra mee naar De Rijp; ik had mij voorgenomen om daar na afloop eens een kijkje te gaan nemen en zij woonde daar. Zo'n 25 jaar eerder was ik er voor het laatst. Van mijn vader wist ik dat het vanouds een walvisvaarders plaatsje was. Bij dat laatste bezoek had ik ook nog op enkele plaatsen walviskaken opgesteld zien staan als tuinhekjes meen ik. Maar volgens Alexandra waren die er nu niet meer. Tja, het is natuurlijk wat vergankelijk materiaal.
Wat er nu wel was dat was een hele verrassing. Er was een grote plaatselijke verkleedpartij gaande. Een groot aantal mensen liep in zeventiende eeuwse kleding rond. Van een aantal heb ik foto's gemaakt die u hier in een videootje kunt zien. Ik vond het een hele belevenis in dat fraaie plaatsje. Viel me niks tegen na zoveel jaar. En een uitstekende busverbinding terug naar Amsterdam CS!
25 februari 2011
La Hormiga
Het leven der mieren was al vanaf mijn kinderjaren (ik zal een jaarof tien zijn geweest toen ik voor een gulden het prisma boekje onder die titel heb aangeschaft) een interesse van me. Die interesse bleef sluimerend tot ik, door een toevallige ontmoeting met een echte mierendeskundige, lid werd van de Mieren Werkgroep Nederland. Vanaf dat moment probeerde ik de verschillende mierensoorten te determineren. Ik kreeg dat helaas niet onder de knie. Bij mijn korte bezoeken aan Andalucia ging ik ook mieren verzamelen. Het determineren deed een bekende uit de mierenwerkgroep voor me. De diversiteit is daar groot; de grootste soorten zijn een stuk groter dan de bosmieren in NL en de kleinsten lijken wel stofjes. Leuk om daarvan de namen te leren kennen.
Bij Canelejas bevindt zich een wel heel bijzondere mier, in glas vorm gegeven bij de producent van heerlijke likeuren: La Hormiga, het spaanse woord voor mier. De vormgeving in glas en lood is schitterend en belangijker nog, de likeurtjes mogen er ook zijn. Vooral de eikeltjes likeur is van een bijzondere smaak.
24 februari 2011
Heerlijke wintertijd
Je kunt het amper meer voorstellen dat het zo'n witte winter was dit jaar. Maar deze schitterende foto doet daar getuigenis van. Mooie bontjas, gemaakt van schapenvacht, afkomstig van schapen die voor consumptiedoeleinden werden geslacht. Tja, die muts is wel van nerts gemaakt, kan helemaal niet meer, maar misschien wel honderd jaar oud, van Roos' oma. Het is raar in deze hypocriete wereld waarin kippen en varkens op onwaardige wijze worden gehouden dat men zo gevoelig is voor het houden van pelsdieren. Voor goedkope voeding is kennelijk alles gepermitteerd, maar gewoon voor de schoonheid en de behaaglijkheid mogen pelsdieren, die absoluut onder prima omstandigheden worden groot gebracht niet gehouden worden. Misschien ook een kwestie van klassenverschillen of zit daar iets anders achter? Hypocriet blijft het wel. Maar ook een muts van schapenbont is buitengewoon behaaglijk. Ik heb mij enkele jaren geleden een heerlijk warme muts aangeschaft bij Coby Dogger, bontcouturier in Texel die uitsluitend met schapenvachten werkt. Een aanradertje. Ook die prachtige jas van Roos komt daar vandaan.
23 februari 2011
Authenticiteit?
Zo loop ik er eigenlijk het liefste bij, niet echt een heer. Mijn oeroude jasje dat ik dertig jaar geleden kocht bij Sir John; ik vermoed mijn eerste aankoop aldaar. Zelfs de rits functioneert nog, topkwaliteit. Alleen is de rug inmiddels zo dun versleten dat er ongetwijfeld binnenkort een scheur in komt. Verder een trui die ik van de farmaceutische industrie kreeg bij één van de snoepreisjes naar Schladming; twee niet bij elkaar passende handschoenen die ik op straat heb gevonden en een muts van de jaarlijkse bazar bij WVT. Die combinatie zit me als gegoten; ik zal er niet mee naar de bridgeclub gaan, maar lekker bij het wandelen met vrienden dan voel ik me daarin zo prettig. Ik beschouw het na 62 jaar als een stukje authenticiteit dat hechten aan ouwe gebruikte spullen. Gelukkig hoef ik het niet uit zuinigheid te doen; dan zou het vast anders voelen, maar ik zal niet naar een outdoor winkel gaan om me daar in een wandel outfit te steken. Ouwe spullen, prima! Mijn goede vader had dat ook een beetje. Die kan ik nog uittekenen met een hele ouwe hoed op tijdens het schilderen zodat hij z'n kop niet kon stoten en geen verf in z'n haren kon krijgen. Hij was daar maanden mee bezig, schilderen, schuren, gronden, plamuren, en afglanzen. Heel precies en hij deed het met veel plezier in z'n ouwe kloffie.
Die zelfde merkwaardige neiging zie ik ook bij twee van mijn kinderen. Die kleden zich ook volstrekt zoals zij dat zelf willen. Joke met een oud vest van deze of gene waar de ellebogen uit weggesleten zijn. En armwarmers toen niemand die nog droeg; echt authentiek! Peter met een broek met veel te lange pijpen of veel te wijd en een lange leren cowboy jas. Een beetje raar, maar wel heel authentiek!
Qua karakter lijken die twee ook het meest op mij en op mijn vader.
22 februari 2011
Moos heb je gebeld?
Onlangs was Peter, mijn jongste zoon bij me op bezoek. Gezellig en het gesprek kabbelde zo van links naar rechts. Zo kregen we het ook over het zo sterk veranderde sexueel gedrag en de emancipatie van sexualiteit. In de zo vrijgevochten zestiger jaren was het nog volstrekt "not done" om ongehuwd samen te gaan wonen om maar eens een voorbeeld te noemen. Laat staan dat je in je ouderlijk huis bij elkaar mocht slapen; op vakantie in een tent met jongens en een tent met meisjes (als je toch minstens 18 jaar oud was!). De biologie van de jonge mensen was natuurlijk precies de zelfde als al die honderdduizenden jaren en zeker als tegenwoordig, dus "je wilde wel eens wat". En dus werd er heel jong getrouwd en voor de tijd van de pil had je het vervelende fenomeen van "het gedwongen huwelijk". Jonge mensen, het vlees is gewillig en daar kwamen kindjes van. En dan werd er getrouwd. Voor Peter allemaal leuk om te horen maar je kon het onbegrip bijna van z'n snuit schrapen.
Om e.e.a. te illustreren vertelde ik een ouwe mop over Saar die aan een vriendin zat op te snijden over haar sjieke huis. Moos en zij sliepen nu "chambre separée", d.w.z. in aparte slaapkamers. (Inderdaad, begin vorige eeuw was dat bij "de rijken" bon ton om zo de nacht door te brengen; dat lees ik uitgebreid in de Lanny Budd serie). De vriendin vroeg op samenzweerderige toon hoe dat dan wel ging met het sex-leven. "Nou", zei Saar, "Moos heeft een belletje en als hij lust des vlezes heeft, dan belt hij en ga ik naar hem toe". De vriendin vervolgde: "Maar Saar, en als jij nou eens zin hebt". "Ach", zei Saar, "dan ga ik naar hem toe en vraag ik gewoon: Moos, heb je gebeld?"
Destijds was dat een hilarische grap, maar Peter, exponent van de huidige tijd, snapte niet eens wat daar nou grappig aan was. Waarom kon ze niet zonder belletje naar hem toe gaan? Daar zit hem inderdaad de kneep.
Denk hier maar eens goed over na; dit ervaar ik als een zegen van de huidige tijd waarin ook de vrouwelijke lust de haar toekomende plek heeft gekregen! Daar werd vroeger toch behoorlijk besmuikt over gedaan zoals uit deze mop moge blijken.
Om e.e.a. te illustreren vertelde ik een ouwe mop over Saar die aan een vriendin zat op te snijden over haar sjieke huis. Moos en zij sliepen nu "chambre separée", d.w.z. in aparte slaapkamers. (Inderdaad, begin vorige eeuw was dat bij "de rijken" bon ton om zo de nacht door te brengen; dat lees ik uitgebreid in de Lanny Budd serie). De vriendin vroeg op samenzweerderige toon hoe dat dan wel ging met het sex-leven. "Nou", zei Saar, "Moos heeft een belletje en als hij lust des vlezes heeft, dan belt hij en ga ik naar hem toe". De vriendin vervolgde: "Maar Saar, en als jij nou eens zin hebt". "Ach", zei Saar, "dan ga ik naar hem toe en vraag ik gewoon: Moos, heb je gebeld?"
Destijds was dat een hilarische grap, maar Peter, exponent van de huidige tijd, snapte niet eens wat daar nou grappig aan was. Waarom kon ze niet zonder belletje naar hem toe gaan? Daar zit hem inderdaad de kneep.
Denk hier maar eens goed over na; dit ervaar ik als een zegen van de huidige tijd waarin ook de vrouwelijke lust de haar toekomende plek heeft gekregen! Daar werd vroeger toch behoorlijk besmuikt over gedaan zoals uit deze mop moge blijken.
20 februari 2011
Sientje Onrust
Dit is een door mij gescande foto van mijn grootmoeder Klaziena Onrust, afkomstig uit Oostzaan. Ik denk zo rond haar achttiende verjaardag of misschien 21 jaar. Er werden toen nog niet zo geregeld foto's gemaakt. Een echte statiefoto met grote hoed en paraplu of wandelstok. Ik mag zo ontzettend graag naar deze foto kijken en het geeft mij zo'n stuk herkenning over de vele decennia heen. De foto is ongeveer honderd jaar geleden genomen. Dat is nogal een tijd. Zij is de moeder van mijn vader. Ik heb haar gekend als een lieve oma. Mijn vader heeft een hele fijne jeugdherinnering verteld dat hij met zijn moeder midden in de nacht over het Weerpad van Oostzaan naar Zaandam liep en dat zij hem de sterrenbeelden aanwees. Ze was als oma erg netjes en toen we (de kleinzonen) nog klein waren liep ze voortdurend met een vaatdoekje achter ons aan om onze handen maar af te nemen opdat we geen vieze vingers konden maken op wat dan ook. Ik heb veel bij mijn opa en oma gelogeerd en weet nog die gezellige zaterdagavonden. Met de lamp boven de tafel. Zij aten nog warm tussen de middag zoals dat vroeger gewoonte was in NL. En dus 'savonds een broodmaaltijd met zo'n heerlijke Duivenkater. Een beetje zoet brood dat verschrikkelijk goed smaakt met dik roomboter erop gesmeerd.
Naar mijn mening heeft mijn oudste dochter Joke erg veel weg van deze jeugdfoto van mijn grootmoeder; ze vindt zelf van niet, maar ik vind de overeenkomst treffend. Leuk hoe die familietrekken doorzetten naar de volgende generaties!
19 februari 2011
Nationale voorleesdag
Het genoemde boek over de wortelkindertjes |
Diep onder de aarde, tussen de wortels van de bomen, sliepen de wortelkindertjes, de hele winter lang. Het antroposofisch getinte, maar daarom niet minder leuke boek over de wortelkindertjes. Vader slif-slaf-slibberslak. Ach ik zal wat hebben voorgelezen. En mijn echtgenote nog veel meer. Soms was ze zo moe van al het gedoe met die kinderen dat ze tijdens het voorlezen half in slaap viel en onzin begon te debiteren. Ongerust vroegen de kinderen dan wat er was.
Het liefst vertelde ik een kort verhaaltje voordat ze gingen slapen. Dan mochten ze drie beesten verzinnen en dan maakte ik er een consistent verhaaltje omheen. Wat een aandacht hadden ze altijd. Je kunt als opvoeders de waarde van het voorlezen niet onderschatten. Het is zo ontzettend belangrijk in de opvoeding van de kinderen. Het leren luisteren en begrijpen van hetgeen gezegd wordt. Daarom was 18 januari nationale voorleesdag. En hebt u de afgelopen maand voorgelezen?
Natuurlijk is voorlezen ook om het voorbeeld te geven van het genoegen van het lezen. Er wordt kennelijk niet zo veel meer gelezen door de jongere mensen, wellicht door het enorme aanbod van multimedia info; dat neem je makkelijker op. Dat genoegen ken ik maar al te goed nu ik de hele serie van "The Tudors" op m'n harde schijf heb staan. Heerlijk smullen van zo'n video, toch?
Maar vroeger, toen de kinderen klein waren en mijn ega met hen in de boekwinkel Jongerius was en ze trok een boek uit het schap gingen ze direct in een kring om haar heen zitten. "Nou u leest veel voor", stelde Piet Jongerius dan met genoegen vast. Maar voor mij waren toch de wortelkindertjes het ware genoegen. En pestkop die ik was ging ik wel eens regels omdraaien of woorden door elkaar gebruiken. Natuurlijk kenden ze het verhaal volledig uit hun hoofd en was het voorlezen volstrekt overbodig, maar dat plagen vonden ze niet leuk. Flauw eigenlijk vind ik achteraf?!
18 februari 2011
De Laanstraat in Baarn
en
Eerder vertelde ik al dat ik in mijn jonge jaren met mijn ouders in de Josephus Jittastraat in Amsterdam Slotermeer had gewoond. Dat was toen een leuk straatje met allemaal jonge gezinnen met kinderen. Er woonden vooral veel ambtenaren. Maar onze buren waren uitzonderingen. Zij was schrijfster en hij was pianist op de grote vaart. Een ontzettend leuk, artistiek stel waar mijn ouders ook lang nadat ze verhuisd waren mee bevriend zijn gebleven. Haar schrijfstersnaam was Annie Ferwerda van der Berg. Ze schreef vooral erg christelijke boeken. Of ze nou zelf zo "zwaar" was waag ik overigens te betwijfelen. Als kind las ik het boekje "Kees volgt de ster", een wel erg mooi en zielig verhaal geloof ik. Maar Annie schreef ook over ons straatje. Dat boek heette "zomaar een straatje" en daar speelden de buurtbewoners een rol in. Ik kom er zelf ook in voor, maar vooral ook mijn moeder en grootmoeder.
Later heb ik nog een boek van haar gelezen; ik vond het ergens op een rommelmarkt en heb het gekocht. Dat was een roman die speelde in Baarn in oorlogstijd. Ze schreef: Baarn was zo deftig dat het zelfs een Laanstraat had. Ik had mij destijds voorgenomen om die eens op te zoeken als ik in Baarn was. En dat was vandaag 9 februari het geval. Na de wandeltocht eindigde ik in Baarn en kwam bij toeval in de Laanstraat. Het had allemaal iets feestelijks. Mooie straat met een eenvoudige maar fraaie kerk. En daar speelde het carillon. Daar heb ik even van genoten. En die Laanstraat viel me niks tegen. Leuke winkelstraat om nog eens terug te komen.
Labels:
Annie Ferwerda van de Berg,
Baarn,
Laanstraat
17 februari 2011
In memoriam Greet Smorenburg
Greet Smorenburg |
Als het maar even kon kwam Greet naar de bridgeclub, behalve als het sneeuwde of glad was natuurlijk. Vorig jaar winter was haar erg zwaar gevallen; ze was weken lang het huis niet uit geweest. Ik kwam haar nadat de dooi was ingevallen tegen bij Dirk van der Broek, helemaal opgelucht dat ze er weer uit kon om boodschappen te doen. Maar na het zomerreces was ze er weer en bridgete dat het een lieve lust was. Ze klaagde er wel over dat ze zo moe was en ze zag er ook "minder" uit. Maar tot het laatst is ze gekomen. Fijn om dat te mogen herinneren.
Vooral zal mij bijblijven dat ze een keer 70% had gehaald met haar bridgepartner Jobje Verbart. Onverstoorbaar stond ze op en keek de zaal rond waarbij ze als een generaal na een triomf, het applaus in ontvangst nam. We zullen haar niet vergeten!
16 februari 2011
Mijnen oorlog
Met mijn vriend Peter C heb ik een aantal jaren achter elkaar de verschillende slagvelden van WO I bezocht. Ieperen, de Somme en als laatste Verdun. Je raakt er behoorlijk van onder de indruk; zeker bij het zien van al die oorlogsgraven van die jonge jongens. Honderdduizenden zijn gesneuveld, vaak meerdere duizenden op één dag. Kun je het je voorstellen?
Maar hier zie je de restanten van een griezelig bizarre vorm van oorlogvoering waarbij de loopgraven van twee kanten letterlijk ondermijnd werden. Als de mijnen tot ontploffing kwamen verdween de grond onder de voeten. Wat overbleef was een volkomen gespleten heuvel waarop voor de oorlog een dorp met kerk en kerkhof hadden gestaan. Verbijsterend wat we elkaar in Europa hebben aangedaan nog geen honderd jaar geleden. De littekens in het landschap zijn vooralsnog onuitwisbare getuigen van deze waanzin.
Maar hier zie je de restanten van een griezelig bizarre vorm van oorlogvoering waarbij de loopgraven van twee kanten letterlijk ondermijnd werden. Als de mijnen tot ontploffing kwamen verdween de grond onder de voeten. Wat overbleef was een volkomen gespleten heuvel waarop voor de oorlog een dorp met kerk en kerkhof hadden gestaan. Verbijsterend wat we elkaar in Europa hebben aangedaan nog geen honderd jaar geleden. De littekens in het landschap zijn vooralsnog onuitwisbare getuigen van deze waanzin.
15 februari 2011
Na Mahler komt Mozart
Lig je naar een mp3 spelertje vol met symfoniën te luisteren omdat je niet in slaap kunt komen. Eerst eindeloos veel Mahler. Ik vertelde al eerder dat ik de Mahler symfo's goed ken. Mooie muziek die je kent en waarvan je de stukken ook even snel kunt doorklicken met zo'n mp3. Oneerbiedig misschien, maar zo hoor je nog eens wat. En dan plotseling, alsof de wolken optrekken voor de zon, klinkt er muziek vrijwel rechtstreeks uit de hemel. Je herkent het maar kan het de eerste maten niet thuisbrengen. Dan is het helder: het Requiem van Mozart. Afgezien van de Mattheus Passion van JS Bach is er toch eigenlijk niets mooiers getoonzet? Maar snel werd ik gestraft voor deze gedachten: de kracht van de batterij was uitgeput en plop, de muziek was verdwenen.
14 februari 2011
Dat waren pas eieren!
Ach ja, hier zie je zo'n heel bled vol met eieren zoals ze uit ons kippenhok kwamen; smerig, groot, verschillende kleuren, maar vooral vers en erg lekker. Soms kwamen er buren langs die eieren van ons kochten en soms zaten we met een berg van wel vijftig eieren. Dan maakte ik er wel advocaat van. Een lastig proces dat een heerlijk resultaat op kon leveren.
Ook hebben we een keer een haantje gehad en broedse kippen met het gevolg een paar kloeken met een groot aantal kuikens. Dat was een geweldig vertier zo'n stel kuikens in het hok. De zorgzaamheid van de hen voor de kuikens is werkelijk roerend. Dat lijkt trouwens sprekend op de omgang van de haan met zijn hennen; ook hij maakt de hennen attent op een lekker hapje met klokkende geluiden net zoals de hen dat doet voor de kuikens.
Overigens is zo'n haan wel een bron van frustratie: hij naait de hennen zo regelmatig, zonder er eentje over te slaan en dat meerdere keren per dag, dat elke rechtgeaarde man er een minderwaardigheidscomplex van krijgt!
13 februari 2011
The red Baron
Het wekt toch wel mijn nieuwsgierigheid hoe dit café aan zijn naam is gekomen. De rode baron is van veel later datum dan dit kroegje in de oude binnenstad van Amsterdam. De legendarische oorlogsheld, van de eerste wereldoorlog, Manfred von Richthofen, die met veel militaire eer werd begraven door zijn vijanden is misschien nooit in zijn korte leven in Amsterdam geweest. Dus wellicht is er een andere Roode Baron geweest die zijn naam aan dit etablissement heeft verleend.
Bij ons bezoek aan de slagvelden van WO I hebben we ook de plek gezien waar von Richthofen eerst was begraven. Later werd hij in het familiegraf bijgezet. Imposant om op dergelijke historische grond te staan. Het geeft je zo'n akelig gevoel om te weten dat daar zo veel jonge mannen werden gedood.
12 februari 2011
Hoog vliegende zwanen
Gecopieerd van natuurkieker.blogspot.com |
11 februari 2011
Biedermeier
Hier ziet u op de foto twee schattige zgn. Biedermeiertjes, fraai opgemaakte, kleine ronde bloemstukjes, opgesteld op het kastje bij mij op de overloop (het Yogi Bear huisje voor intimi). Die zijn door mijn buurvrouw Karin gemaakt. Zij is daar een meester in.
Maar het merkwaardige is dat woord Biedermeier. In Oostenrijk waren Roos en ik een paar keer in het Biedermeierdal, de officiële naam van dit sfeervolle plekje. Harmonieus, gezellig, warm en plezierig. Er is ook een Biedermeier schilder daar, geheten Gauermann, met een eigen museum in Miesenbach. Van die romantische schilderijen met landschappen en veel wild als herten en zwijnen en niet te vergeten ook beren. Dat dal deed ons sterk denken aan de sfeer die Schubert oproept in zijn schitterende cycli "Schöne Müllerin" en "Die Winterreise". Wij zagen Schubert gewoon wandelen in dat Biedermeier dal.
En dan tot slot spelen wij het Biedermeier biedsysteem bij Bridge, de denksport die we met zo veel genoegen beoefenen. Biedermeier is het officiële biedsysteem van de Bridge Bond, maar het wordt maar door weinigen gespeeld. De meesten spelen Acol, dat al meer dan 50 jaar geleden werd geformuleerd. Maar wij blijven bij ons Biedermeier systeem, dat door Chris Niemeijer wordt beschreven als: "gekenmerkt door behaaglijkheid en huiselijke degelijkheid", daarbij de dikke van Dale aanhalend.
Tja, dat kenmerkt wel alles waaraan het etiket Biedermeier wordt gehangen.
10 februari 2011
Van Blaricum naar Baarn
Het was woensdag 9 februari prachtig weer en dus alle reden om een stuk Zuiderzeepad te gaan wandelen. Eigenlijk zou ik met broer Jan gaan wandelen in de buurt van "Het grote Bos" in Driebergen. Door problemen op zijn fabriek ging dat helaas niet door. Dus hup in m'n uppie naar Hilversum en met bus 108 naar Blaricum; daar was ik de vorige keer geëindigd. De aansluiting was snel gevonden.
Prachtig dorpje dat Blaricum. Allemaal hulsthagen langs de wegen; het heeft veel weg van Engeland, maar ook hier en daar een boerenbedrijf middenin het dorp. Erg fraai. Eenmaal buiten het dorp aangekomen, verder langs de Gooyersgracht richting Eemnes. Daar onder de snelweg en door Eemnes, een raar dorp met een schitterende kerk. Op het plein heb ik wat gerust en een paar mandarijntjes gepeld. Eemnes loop je uit en je belandt direct in het buitengebied. De polder is wijds en groen en wordt begrensd door de Eem. De sloten werden er uitgediept. Er staan wat bankjes langs de poldervaart maar die waren niet te gebruiken vanwege de prut die door de grote kraan was opgetast op de oever. Even verderop het pareltje van de Eem: Eemnessersluis. Lekker boterhammetje gegeten met hagelslag. Ik was het zo zat om altijd kaas op brood te eten, dus had ik hagelslag meegenomen en een gesmeerde boterham. Ik liep nog een dame tegen het lijf die mij vertelde dat er in de heg drie soorten mussen zaten: de huismus, ringmus en heggemus. Inderdaad zag ik de ringmus en de "gewone huismus". Ik mocht het woord "gewoon" niet van haar gebruiken. Vanaf Eemnessersluis over de Eemdijk richting Eembrugge. Natte oevers, verre uitzichten en vooroorlogse boerderijen waren mijn deel. Bij Eembrugge liep ik het industriegebied binnen met een grote opslagplaats voor poldermateriaal. Ik had het wel gezien, mijn enkel deed zeer van m'n nieuwe schoenen en nam het fietspad naar Baarn. Volgende keer maar vanuit Baarn de volgende étappe naar Spakenburg.
Prachtig dorpje dat Blaricum. Allemaal hulsthagen langs de wegen; het heeft veel weg van Engeland, maar ook hier en daar een boerenbedrijf middenin het dorp. Erg fraai. Eenmaal buiten het dorp aangekomen, verder langs de Gooyersgracht richting Eemnes. Daar onder de snelweg en door Eemnes, een raar dorp met een schitterende kerk. Op het plein heb ik wat gerust en een paar mandarijntjes gepeld. Eemnes loop je uit en je belandt direct in het buitengebied. De polder is wijds en groen en wordt begrensd door de Eem. De sloten werden er uitgediept. Er staan wat bankjes langs de poldervaart maar die waren niet te gebruiken vanwege de prut die door de grote kraan was opgetast op de oever. Even verderop het pareltje van de Eem: Eemnessersluis. Lekker boterhammetje gegeten met hagelslag. Ik was het zo zat om altijd kaas op brood te eten, dus had ik hagelslag meegenomen en een gesmeerde boterham. Ik liep nog een dame tegen het lijf die mij vertelde dat er in de heg drie soorten mussen zaten: de huismus, ringmus en heggemus. Inderdaad zag ik de ringmus en de "gewone huismus". Ik mocht het woord "gewoon" niet van haar gebruiken. Vanaf Eemnessersluis over de Eemdijk richting Eembrugge. Natte oevers, verre uitzichten en vooroorlogse boerderijen waren mijn deel. Bij Eembrugge liep ik het industriegebied binnen met een grote opslagplaats voor poldermateriaal. Ik had het wel gezien, mijn enkel deed zeer van m'n nieuwe schoenen en nam het fietspad naar Baarn. Volgende keer maar vanuit Baarn de volgende étappe naar Spakenburg.
09 februari 2011
Het Friese kustpad anno 1992
Das Wandern ist des Everts Lust mag ik wel parafraseren op Schuberts' liederencyclus "die schöne Müllerin". Daarom zit ik ook van tijd tot tijd in mijn wandelboekjes te bladeren. Het Friese kustpad had ik onlangs weer onder handen. Daar heb ik in de tijd dat ik nog maar net werkzaam was bij de LHV veel gelopen. En dan bij voorkeur op de zondagen. Ik had een eerste klas OV kaart van het werk en wandelde graag. En ik moest mezelf natuurlijk inwerken, of beter gezegd, inlezen. Op de zondagen zat ik dan pontificaal met rugzak en papieren in zo'n eerste klas werkcoupé, helemaal in m'n eentje te lezen (eerlijk gezegd louter op de heenweg hoor want op de terugweg zat ik te doezelen).
Maar bij het bladeren in het LAW wandelboekje vond ik een aantekening dat ik op 9 februari 1992 had gewandeld en erwtensoep had opgewarmd en gegeten ergens tussen Harlingen en Wijnaldum. En grappig genoeg weet ik me dat ook nog te herinneren. Het was een ijskoude dag en het waaide hard. Daar in het Noorden waait het altijd wat harder dan in het midden van het land. Dus je kon nergens je brandertje fatsoenlijk gebruiken en ik had brander en erwtensoep niet voor niks meegesleept nietwaar. Maar ergens bij een watertje kon ik achter een betonnen constructie wat tegen de wind schuilen en m'n soep opwarmen. De soep koelde helaas weer heel snel af. Ik ga dat plekkie deze zomer maar eens opzoeken. Maar vandaag is dat precies 19 jaar geleden; wat vliegt de tijd!
08 februari 2011
The Beatles
Terwijl ik dit Bloggie schrijf zit ik heerlijk naar ouwe Beatle songs te luisteren. Die heb ik in geen jaren beluisterd. En wat gaat er dan een doos met herinneringen open. Op de stoel voor mij in de klas zat Peter C., ja ja mijn goede vriend Peter C., ooit één van mijn klasgenoten op de HBS. Hij was heel goed op de hoogte van allerlei dingen waar ik geen idee van had; ik was een wat naïef scholiertje, goed in wiskunde maar onbekend met andere muziek dan die van Chopin. Peter was een jaartje ouder dan ik en ik keek nogal tegen hem op. Ik was volstrekt onwetend van dingen die niks met de natuur of met schoolwerk te maken hadden, zoals Pop-muziek. Je had toen zgn. piratenzenders, met radio Veronica voorop. De kreet weet ik nog: "één, negen, twee, goed idee, luister mee met Veronica". Daar had je het neusje van de zalm aan informatie over popmuziek. Ik was daarin volstrekt onwetend, maar op een avond had ik ook met veel moeite, maar wel op het juiste uur, zo wist ik van Peter, radio Veronica gevonden op het radiotoestel van m'n ouders. En ja, daar was binnengekomen op tachtig een in mijn oren wat schreeuwerig nummer, het klonk in mijn oren als yeah yeah yeah en was van een mij onbekende groep, de Beatles. De volgende dag was Peter in de klas uitgelaten omdat de hem al lang bekende Beatles ook in Nederland waren doorgedrongen. Want dat was hun nummer. Dus, ja, ik heb de Beatles kunnen volgen vanaf hun prille begin in de vaderlandse ether. En wat is het toch heerlijk om naar die muziek uit m'n jeugd te luisteren.
Peter heeft nog eens een schitterende lezing over de Beatles gegeven bij "Nederlands", met pruik op en Beatle jasje aan. Daar zitten we nu als jongere ouderen om te schuddebuiken.
Peter heeft nog eens een schitterende lezing over de Beatles gegeven bij "Nederlands", met pruik op en Beatle jasje aan. Daar zitten we nu als jongere ouderen om te schuddebuiken.
07 februari 2011
Johann Sebastian
Met z'n pik pront naar voren is de grootste componist aller tijden hier in brons vereeuwigd. Ik had een keer in de krant een afbeelding gezien van dit standbeeld van Bach in zijn jonge jaren. Maar desondanks was ik verbaasd toen het daar daadwerkelijk zag staan in Arnstadt, één van de plaatsen waar hij in zijn jongere jaren vertoefd had en zijn grootse muziek had gecomponeerd, maar ook een keer iemand met een stok een pak slaag had gegeven; hij was bepaald niet wereldvreemd deze virtuoos.
Oost Duitsland is toch een "place to be" voor lieden die van schoonheid houden. De door de geallieerden zo zinloos verwoeste stad Dresden is als een Phoenix uit de as opgestaan. Hoewel nog niet geheel in oude luister, dat is ook niet mogelijk vrees ik, maar kosten noch moeiten werden gespaard om Dresden te herstellen terwijl de Oost Duitse economie toch niet zo denderend was.
Ergens begin deze eeuw hebben we verschillende plaatsen bezocht met name degene waar mijn grote idool van de klassieke muziek had geleefd en gecomponeerd. Eisenach om te beginnen waarvan ik me vooral herinner dat we er gefrituurde asperges hebben gegeten en heerlijk bier gedronken. Maar vooral erg veel regen en ontzettend koud, maar ook heel mooi!
Uiteindelijk wilden we wandelen en kregen een enorme hagelbui op ons kop. Toen hebben we de trein naar huis genomen.
06 februari 2011
Riolering in de Bilt
Jaren geleden las ik dat het rioleringsstelsel in NL aan een stevige opknapbeurt toe was. Natuurlijk niet zo'n politiek interessant onderwerp; geen partij kan er op scoren, dus schoof iedereen de noodzakelijke investering van 30 miljard, weet ik nog (guldens of euro's, dat weet ik niet meer, maar veel blijft het!), voor zich uit. Maar nu in de Bilt is werkelijk de beer los; overal wordt de weg opgebroken en worden nieuwe rioolbuizen in de grond gelegd. En dat is natuurlijk heel verstandig in deze tijd van economische crisis. De aannemers hebben weinig te doen en dit publiek werk komt hen heel goed van pas. Beter dan dat je dit soort werk laat uitvoeren in tijd van een overspannen economie. Pet af voor de besluitvormers!
05 februari 2011
Bus 58
In de bus |
Op weg naar Hilversum, bus 58 van kwart voor negen uit de Bilt. Natuurlijk was ik weer veel te vroeg en liep wat rond bij de halte. Keurig op tijd kwam de bus aan. Behoorlijk gevuld, vooral met scholieren van het Groenhorst college in Maartensdijk. Volgens insiders vormen zij het belangrijkste bestaansrecht van lijn 58 tussen Zeist, Bilthoven en Hilversum. Op zondag gaat deze bus dan ook niet.
Achterin de bus zat een stel jonge meiden op hoge toon met elkaar te praten. Voorin de bus kon je hen nog duidelijk verstaan. Het "echt wel", en "echt niet", was niet van de lucht. Eén van de dames voerde de boventoon, keihard, ik zou zeggen wat onbeschaafd, maar wel zoals je dat veel ziet in het OV. Er stapten nog een paar jongens bij in. Eerst dacht ik nog dat ze de koptelefoon zo hard hadden staan, maar ze hadden gewoon de speakertjes van hun geluidsapparatuur in gebruik. In Italië gebruikelijk onder de schoolgaande jeugd, maar hier in NL had ik het nog niet meegemaakt in het OV.
Echter, voorin de bus zat een viertal jonge meiden gewoon gezellig en rustig met elkaar te praten; niemand voerde de boventoon. Ik zat vlakbij hen en verstond er niets van. Gewoon heel beschaafde jonge mensen vond ik. Maar eigenlijk wil ik ook geen waarde oordeel uitspreken.
Later in bus 106 zat een tweetal wat oudere mannen, duidelijk ook op weg naar een gezamenlijke wandeling. Op harde toon spraken zij met elkaar over juridische procedures van de gemeente, over wetenswaardigheden van de kleinkinderen. Tja, hun hele uitstraling was er eentje van ontwikkeling. Wat zijn wij mensen toch allemaal verschillend.
Ik moest erg denken aan het onderzoek van Gisilinde Kuipers naar het verschil der sociale klassen. Zij nam de humor als parameter om klasse differentiatie meetbaar te maken. Maar ik realiseerde mij dat er nog zo veel meer parameters denkbaar zijn als materiële situatie, innerlijke beschaving opgedaan tijdens de opvoeding (hoe te meten overigens?), karakter, omgeving waarin je bent groot gebracht, opleiding, soort werk. Gisilinde heeft mij behoorlijk aan het denken gezet!
04 februari 2011
De mennistenhemel
Niet alleen tegenwoordig leven we in een rijke maatschappij, maar dat was zeker ook het geval in de zeventiende eeuw. De prachtige buitenhuizen langs de Vecht die door de rijke Amsterdamse kooplieden werden gerealiseerd zijn daar de in steen vastgelegde getuigen van. Huib had weer een schitterende dag uitgezocht om te gaan wandelen; we vervolgden het waterliniepad vanaf de Halte van Bus 106 (van Weesp naar Hilversum) genaamd 't Hemeltje. Vlakbij de brug waar we de vorige keer verkeerd waren gelopen in de veronderstelling dat we in Vreeland terecht zouden komen.
Huib stond al op de halte te wachten en we vervolgden ons pad langs de Vecht. Na korte tijd kwamen we inderdaad in Vreeland aan alwaar we ons eerste kopje meegenomen koffie dronken en zelfgebakken appeltaart snoepten. Verder door naar de militaire gevangenis in Nieuwersluis. Een beruchte naam uit het verleden; vooral in de zestiger jaren waren er nogal wat dienstweigeraars die uiteindelijk hier terecht kwamen. Nieuwersluis had voor ons dan ook een sterk negatieve bijklank. Nu zaten er wat militairen aan wie ik vroeg of ik het militaire object mocht fotograferen. Ach, het is nog gesticht door Koning Willem III, dus voor potentiële spionnen was het niet meer zo interessant. Het is een schitterend gebouw en dus waard om te worden vastgelegd. Ik herinnerde mij dat ik er wel eens langs had gefietst.
Daarna kwamen de schitterende "Buitens". Volgens het boekje bij het Waterliniepad werden deze vooral door Mennisten, doopsgezinden gerealiseerd. Daarom heette het hier wel "de Mennistenhemel". Grappig, van Ben Brugge heb ik ook onlangs iets over de doopsgezinden gehoord. Die mochten absoluut geen medemens doden en wilden derhalve niet mee naar Indië met de VOC. Daarom zaten er veel op de walvisvaart. In Noord Holland woonden veel doopsgezinden; dat is de reden van de walvisvaart in De Rijp. Een waardevol deel van onze vaderlandse bevolking dus; heb ik mij nooit zo gerealiseerd.
Bij een eerdere gelegenheid hadden Huib en ik al een stuk van de ze route gedaan en ook nu waren we weer onder de indruk van Goudensteijn, een zeer fraai buitenhuis, met rode loper. In een bijgebouw is het nationaal drogisterij museum gevestigd. De verschillende gebouwen kunt u zien in het videootje dat ik heb samengesteld van de foto's.
03 februari 2011
Opa Evert
Zo, dit is dan mijn kleinzoon Gijs, bij mij op schoot. Ik was al langs geweest in het ziekenhuis toen hij nog maar enkele uren oud was. Hij is fors gegroeid, kijkt al helder uit zijn oogjes en is nog erg klein.
Zo'n vijf jaar geleden had ik een intense wens om grootvader te worden; met zo'n kleintje voorop de fiets; aan het handje door een museum. Zo'n geïnteresseerd jong mens dat van alles wil weten. Mijn eigen vader was een voorbeeldige opa en zat altijd met een boekje en van alles te vertellen. De kinderen vroegen dan wel: "Opa heb je je huiswerk bij je", en dan bedoelden ze zijn bloemenboek of het paddenstoelenboek. De liefde voor de natuur heb ik dus niet van een vreemd. Maar inmiddels voel ik mij niet meer zo zeker op de fiets en moet ik er niet aan denken om met een kind van een ander, ook al is het je eigen kleinkind door het verkeer te gaan of zelfs maar over een bospad. Dat hoofdstuk sluit ik dus af voordat het begonnen is. Misschien het voorlezen bij gelegenheid en wellicht af en toe eens door de natuur als ze bij me op bezoek zouden komen (ik ga er van uit dat er meerdere kleinkinderen zullen komen want al mijn eigen "nachwuchs" opteert voor een eigen kwartet. Of dat verstandig is, laat ik graag in het midden).
Inmiddels ben ik natuurlijk heerlijk aan de gang met de kinderen van Strabrecht en word ik een ervaringsdeskundige v.w.b. het kennis doen maken met de natuur van jonge kinderen. Maar eerlijk gezegd vind ik inmiddels toch dat dit vooral een taak van de ouders zou moeten zijn. Maar voorlezen op z'n tijd lijkt mij prima! Dan zal ik mijn "huiswerk" ook tevoorschijn halen zoals mijn goede vader dat deed. En musea? Nou dat laat ik ook in het midden omdat in deze Internet tijd interesse voor het in rust bekijken van dingen niet meer gangbaar is. Deed mijn vader trouwens ook niet met z'n kleinkinderen.
02 februari 2011
De positivo's van Robbert Dijkgraaf
Naarmate ik de NRC wat langer lees merk ik dat er toch wel heel veel belangwekkende zaken, meningen, kortom informatie in staat die dieper gaat dan het dagelijkse gekrakeel van het vaderland. Zo las ik een bijzonder goede column van Robbert Dijkgraaf over China. Kennelijk was hij daar onlangs in het kader van een wetenschappelijk bezoek, gecombineerd met een familievakantie. En wat hij daar beschrijft appelleert behoorlijk aan wat ik zelf zo vermoed over de ontwikkelingen in China. Het is een reusachtig land dat vanouds gericht is op vrede; welk land bouwde ooit een muur om duidelijk de te verdedigen grens te leggen tegen de buitenwereld. Welk land heeft zwaarder geleden onder WO II dan China (wie weet überhaupt over de ellende die China werd aangedaan door Japan in WO II?). Maar offensief heeft China zich altijd gedeisd gehouden. Zoals Robbert al opmerkt heeft het reusachtige land genoeg aan zichzelf. En wat hij verder zegt: "wat goed is voor China is wellicht ook goed voor de wereld". Nu weet ik niet of de Afrikanen dat met hem van mening zijn; de indruk wordt soms gewekt dat Afrika wordt opgekocht door de Chinezen, maar wellicht is economische ontwikkeling een wenselijke uitwerking daarvan. Het Westen heeft Afrika vooral als wingewest gebruikt vele decennia lang en er later vooral onrust gebracht.
Robbert noemt de één kind politiek die de onrustbarende bevolkingsgroei in de greep heeft doen krijgen. Dat zou voor de hele wereld een wenselijke ontwikkeling zijn.
Het politiek systeem van China, met "de partij"die uitmaakt hoe het gebeurt, wordt door Het Westen beschouwd als dictatoriaal en niet democratisch. Wat men niet ziet is dat er binnen de partij wel degelijk een democratische structuur aanwezig is. De oorspronkelijke democratie, de Griekse democratie van Pericles werkte precies zo: een elite van lieden die wisten waar ze het over hadden maakte uit wat er in de maatschappij zou gebeuren. De wenselijke ontwikkelingen als groene energie, normering van de gezinsgrootte, gefaseerde ontwikkeling, uitgebreide openbare verkeersinfrastructuur (China legt heden 20.000 km TGV spoor aan!) kunnen op die manier, met verstand en niet op basis van particulier winstbejag plaatsvinden. Volgens mij is dat niet zo slecht, integendeel: bij algemene democratie geldt helaas vaak het oude gezegde van mijn eerste chef en hoogleraar: "Inspraak zonder inzicht, leidt tot een uitspraak zonder uitzicht". De huidige politieke en economische ontwikkelingen in West Europa spreken dit niet tegen (kijk maar eens naar België). We zullen het zien de komende decennia. Robbert is er positief over in ieder geval en hij behoort tot de intelligentsia van NL en kan het dus weten.
Robbert noemt de één kind politiek die de onrustbarende bevolkingsgroei in de greep heeft doen krijgen. Dat zou voor de hele wereld een wenselijke ontwikkeling zijn.
Het politiek systeem van China, met "de partij"die uitmaakt hoe het gebeurt, wordt door Het Westen beschouwd als dictatoriaal en niet democratisch. Wat men niet ziet is dat er binnen de partij wel degelijk een democratische structuur aanwezig is. De oorspronkelijke democratie, de Griekse democratie van Pericles werkte precies zo: een elite van lieden die wisten waar ze het over hadden maakte uit wat er in de maatschappij zou gebeuren. De wenselijke ontwikkelingen als groene energie, normering van de gezinsgrootte, gefaseerde ontwikkeling, uitgebreide openbare verkeersinfrastructuur (China legt heden 20.000 km TGV spoor aan!) kunnen op die manier, met verstand en niet op basis van particulier winstbejag plaatsvinden. Volgens mij is dat niet zo slecht, integendeel: bij algemene democratie geldt helaas vaak het oude gezegde van mijn eerste chef en hoogleraar: "Inspraak zonder inzicht, leidt tot een uitspraak zonder uitzicht". De huidige politieke en economische ontwikkelingen in West Europa spreken dit niet tegen (kijk maar eens naar België). We zullen het zien de komende decennia. Robbert is er positief over in ieder geval en hij behoort tot de intelligentsia van NL en kan het dus weten.
01 februari 2011
De caque van Naarden
Naarden is toch vooral bekend van de Mattheus Passion op goede vrijdag. Jaren geleden had Roos tot mijn onuitsprekelijke verbazing kaartjes versierd van deze beroemde uitvoering en wij hup op de fiets (het was gelukkig prachtig weer) pakkie deftig naar Naarden. Ik vond het wat hoor, de super uitvoering van het door mij zo gewaardeerde stuk van Johann Sebastian.
Dat viel toch tegen. Beschamend op wat voor rare plek wij, inderdaad in die beroemde kerk van Naarden, werden geplaatst. Ergens in een gangetje; je kon orkest, koor, noch de solisten zien. Zelfs het uitgelezen publiek was voor ons onzichtbaar. Wat er gebeurde kon je zien op een TV schermpje en het geluid hoorde je via dat gangetje. Schaamteloos dus en voor veel geld. Schande!
Wat wel bleef was het aanschouwen van al die bekakte politici; de dames als op de derde dinsdag, met enorme hoeden. Haar naam ben ik vergeten, maar zo'n echte VVD minister van Verkeer en Waterstaat, type Rita Verdonk, liep daar pontificaal in het wild rond. We hebben het tweede deel aan ons voorbij laten gaan en zijn rustig terug gepeddeld.
Maar toen ik afgelopen zaterdag het Zuiderzeepad vervolgde pakte ik de wandeling weer op in de Vesting Naarden. De schitterende kerk doemde op evenals de vestingwerken. Maar er liep weer het zelfde caquineuze publiek rond als op Goede Vrijdag, alleen was het nu vanwege een Kunst & Antiek weekend.
Abonneren op:
Posts (Atom)