Voor mijn hoofdvak Biochemie kwam ik - net als met bijvak microbiologie - op het lab te werken in de groep die werkte aan het enzym DNA-polymerase in gist, in de biergist Sacharomyces Carlsbergensis, ja ja, de gist die voor het onvervalste Carlsberg bier zorg draagt. Het enzym - zo leerde ik van de vorige studenten die in deze groep werkten - moest op een ingewikkelde manier worden geïsoleerd. Eerst een nacht de gist opkweken en dan de volgende ochtend afdraaien, de gistcellen zodanig bewerken dat het cytoplasma vrijkwam en daaruit werd dan het enzym geïsoleerd met kolom chromatografie. Middenin de nacht volgend op een drukke dag moesten er dan flesjes zoutoplossing worden gewisseld. Het eerste dat ik deed was de techniek vereenvoudigen.
Was een ontzettend leuke sfeer op dat laboratorium met tal van analystes en studenten en natuurlijk de wetenschappelijk medewerkers die leiding moesten geven aan het groepje dat bestond uit een analiste en wat studenten; alleen onze groep ontbeerde een analiste en ook de wetenschapper was zelden aanwezig en gaf in het geheel geen leiding. Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me ten volle dat het niet hebben van een leiding gevende gedurende een groot deel van mijn begin carrière kenmerkt.
Samen met een andere student heb ik een scriptie geschreven over translatie, het ingewikkelde biochemisch proces waarbij messenger RNA wordt afgelezen door het ribosoom en waarbij dan het gedoceerde eiwit wordt geproduceerd. Ik weet nog dat GTP en niet het algemeen gebruikte ATP de energie voor het proces leverde.
23 november 2020
Hoofdvak Biochemie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten