Vandaag zou Roos weer naar huis gaan, maar na een gezonde nachtrust nog even ontbijt, thee en koffie op bed als gewoonlijk. Lekker boterham met prosciuto van de Hanos, en dan de tas inpakken met de vruchten des volkstuins zoals we die gisteren uitbundig hebben geoogst, appels, biet, sperziebonen, al met al een heel gewicht. Ik bracht haar naar de bushalte. Beneden gekomen zag ik 2 mannen voor de deur staan en ik vroeg hun naar de reden; ze kwamen voor de flat van m'n overleden buurvrouw en kwamen namens de erfgenamen; de inboedel gaat geveild worden. Ze gingen vast naar boven waar ze iemand van de notaris-executeur zouden ontmoeten. Die zag ik even later voor de deur staan en deed haar open, we herkenden elkaar van een eerdere ontmoeting hier bij de flat.
Ik bracht Roos naar de bushalte en ging terug en even kijken in de flat van buurvrouw. Was in die paar minuten al enigszins onttakeld, zo gaat dat als je dood bent. Ik maakte duidelijk dat ik graag haar fiets als aandenken had willen hebben; zal met de erfgenamen worden besproken.
Tja, zo gaat dat. Al peinzend aan dat lied van Bach dat we hedenmorgen in bed nog hadden gezongen schreef ik dit bloggie: "Ach, daß nicht die letzte Stunde", verder gaand met: "meines Lebens heute schlägt!".
Hoe toepasselijk achteraf.
Ik kwam afgelopen week bij het opruimen een kleine bundel, "Geistliche Lieder und Arien" tegen tussen m'n spullen en heb dat eerste lied voor me uit gezongen met m'n bibberende ouwemannenstem. Deed me best veel en ook vanmorgen in bed kreeg ik tranen in m'n ogen en moest ik van emotie stoppen. Bij tweede poging kwam het er overigens goed uit hoor. Hoe toepasselijk allemaal?!