|
Foto van een chimpansee, geplukt van Internet |
Destijds was ik zo jong afgestudeerd, dat ik niet direct in militaire dienst hoefde. Daarom kon ik van 1971 tot 1974 rustig in m'n eerste baan aan de Vrije Universiteit het vak leren; virologie, parasitologie, Electronen Microscopie en vele immunologische technieken.
Het was in die tijd dat vooruitgang werd geboekt op het gebied van de veiligheid van de bloedtransfusie. HIV en AIDS bestonden nog niet (althans waren nog niet duidelijk manifest in de Westerse wereld), de belangrijkste complicatie van de bloedtransfusie was de Post Transfusie Hepatitis (PTH).
Net in die tijd werd een bloedcomponent aangetoond in het serum van een Australische inboorling, het Australië-antigeen, afgekort au-antigeen. Al snel bleek dat dit een indicator was voor PTH, dat direct werd omgedoopt tot Hepatitis-B, u allen bekend.
Bij het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (CLB, mijn latere werkgever) was uiteraard bekendheid met de serologie van Hepatitis-B en mijn collega Jan V. en ik gingen we naar het CLB om over preventiemaatregelen op het lab. te praten met de eerste verantwoordelijke aldaar. Alras bleek dat op het Hepatitis-B lab. een plek vacant was voor een gedétacheerd militair om hoofd van het lab. te worden. En zo ben ik het CLB binnen gerold. In die eerste maanden kreeg ik een spoedcursus van m'n voorganger Pim D. en van de hoofdanaliste. Leuke job in m'n militaire diensttijd; naast het leiden van een fors routine lab. kreeg ik ook een research en ontwikkelingstaak. Overmoedig liet ik weten dat ik in die anderhalf jaar dat mijn diensttijd duurde wel een vaccin zou ontwikkelen. En verdraaid, dat is nog gelukt ook. Onderdeel van het proces was het aantonen van zowel de non-infectieusiteit als de werkzaamheid. Er was eigenlijk geen bekend proefdiermodel om dit te bepalen, maar in onze wijsheid besloten we bij het primatencentrum in Rijswijk te rade te gaan. De chimp lijkt toch wel verrekte veel op de mens nietwaar.
Samen met Henk R. op naar Rijswijk. We kregen een rondleiding door het primatencentrum. Tot verbazing en hilariteit hadden de chimpanzees die daar in hokken opgesloten waren wel zo'n hekel aan mijn collega dat ze collectief naar hem spogen. En dat konden ze verdraaid precies; ze mikten op z'n kleren, z'n gezicht. Die rondleiding was dus van heel korte duur.
Maar we hebben het uiteindelijk vaccin getest op 1 chimp; ik was getuige van de uitvoering en dat vond ik toch wel een hele gebeurtenis. Zo'n enorm beest; ongelooflijk menselijk zoals het daar op de onderzoekstafel lag, uiteraard in een volledige narcose; ik had echt zo'n gevoel dat dit niet kon. Eerlijk gezegd vond ik het vanaf dat moment ongepast om mensapen als proefdieren te gebruiken voor medisch ingrijpende doeleinden. Begrijp me goed, de dierpsychologische experimenten als gedaan door van Hooff en de Waal sluit ik daarvan uit; daar ondervinden de apen geen negatieve effecten van, in tegendeel, ze vinden het waarschijnlijk heel leuk om deel te nemen nieuwsgierig als ze zijn.
Overigens was er zoveel vertrouwen in de veiligheid van het vaccin dat de directieleden van het CLB zich hebben laten vaccineren toen de proef met de chimp geen lever pathologie bleek te veroorzaken en wel de gewenste positieve serologische reactie ontwikkelde. Het vaccin was o.i. veilig en werkzaam, het bleek later zelfs bijzonder werkzaam te zijn bij oudere personen wat niet van veel andere vaccins gezegd kon worden.
Het vaccin is nooit volop in productie genomen door het CLB; de methode was erg omslachtig en voor vaccin productie heb je specifieke expertise nodig. De farmaceutische industrie is in het gat gesprongen en heeft prima inherent veilige vaccins gemaakt m.b.v. recombinant techniek: antigeen, geproduceerd door gemodificeerde bacteriën en weefselkweek. Maar ik blijf er toch trots op dat ik het eerste Hepatitis-B vaccin in NL heb doen produceren, met dank aan al degenen die daaraan hebben meegewerkt, waaronder het primatencentrum Rijswijk.