31 oktober 2013

Ree schouder

Gisteren heerlijk wild ingeslagen. Riet B. wist een goed adresje en daar zijn we met z'n drieën langs gefietst. Het was mooi weer en door een prachtig rivierenlandschap bereikten we onze bestemming. Het meeste wat we insloegen was ingevroren alleen een prachtige reeschouder kregen we vers geslacht mee. Daarna nog heerlijk bij Riet geluncht en allerlei lekkers gegeten waaronder gerookte wilde ganzenborst. Ik moest m'n vingers natellen zo lekker.
Met al het wild en natuurlijk de reeschouder naar huis met de trein. En over die reeschouder heb ik geen gras laten groeien.
Bij thuiskomst direct aan de gang; eerst gezouten en stevig aangebraden en vervolgens geblust, heel subtiel met kraanwater van de heuvelrug, naar men zegt het beste water van NL har har. En dan het geheim van de moderne kok; 18 uur bij 80 graden in de oven gezet. Toen ik de vanmiddag het deksel van de pan deed trof mij een bijzonder smakelijke blik met een verrukkelijke geur. Ik kon het niet laten en heb me direct tot barstenstoe vol gepropt met dit lekkers.
Er gaat qua smaak toch maar weinig boven wild en biologischer kan het niet!

30 oktober 2013

Gastvrije buren

Het wordt weer eens tijd om te melden wat ik allemaal aan het lezen ben geweest de afgelopen tijd. Nadat ik vergeefse poging had gedaan om wat van die oude Russische schrijvers als Tolstoj en Dostojevski op te pikken (is niet doorheen te komen) heb ik mij weer geworpen op zo'n pil van Ian Kershaw en wel zijn bekendste werk: de biografie van Adolf Hitler. Het is mij zo langzamerhand wel bekend wat Hitler in de aanloop van  - en tijdens de oorlog voor vreselijks heeft uitgehaald in eigen land en in de rest van Europa, maar hoe het zo ver heeft kunnen komen was voor mij toch wel in nevelen gehuld. En Ian Kershaw heeft een buitengewoon grondig werk geschreven dat begint met Hitlers voorouders, zijn grootouders, zijn jonge jaren, adolescentie, zijn jaren in het leger van Duitsland tijdens WO I en verder. Inmiddels ben ik aangekomen bij 1933/1934, de cruciale omslag waarbij deze opportunist met demagogisch talent de macht kon grijpen.
Vorige week heb ik samen met Roos de film "The pawnbroker" gezien; een film waarin een indringend beeld wordt geschetst van de gevolgen van wat Hitler in Europa teweeg heeft gebracht voor wat betreft de Joden. De hoofdpersoon die een vernietigingskamp heeft overleefd ziet telkens flashbacks die de kijker sterk betrekt bij wat dit voor het individuele slachtoffer heeft betekend. We waren er allebei sterk van onder de indruk. Deze film had ik in mijn twintiger jaren gezien en later nooit meer, maar de indruk die hij had achter gelaten was sterk. Ik herkende weer veel van zo lang geleden. We verbaasden ons erover dat deze film zo weinig bekendheid geniet. Vriend Dick zei hierover: een film die is vergeten omdat ze alleen maar hijgend naar de nieuwste oppervlakkige blockbuster toe rennen. Als het maar flink piept en knort en knalt, maar dit ter zijde.
Verder ben ik deze week begonnen aan een boek van Patrick Leigh Fermor, "A time of gifts", waarin hij het eerste deel van zijn voetreis beschrijft die hij in 1933/1934 maakte van Hoek van Holland naar Constantinopel. Eerst het gezapige en vooral zeer vlakke Nederland; pas bij Nijmegen komt hij voor het eerst een natuurlijke helling tegen. Wij NL'ers weten niet beter en we houden er ook wel van, toch? En dan naar Duitsland. Natuurlijk de SA troepen die luidruchtige demonstraties houden op straat, maar binnen in de kroeg langzaam ontdooien tot jonge mannen die zingen over de schoonheid van het buitenleven, de bossen en de liefde; weg fanatisme?! Tijdens zijn voettocht wordt hij overal gastvrij ontvangen; niets vijandschap tegen de vreemde Engelsman. Erg ontroerend vind ik Fermors verhaal waarin hij beschrijft hoe hij op een avond in een sneeuwbui een licht ziet en een erf op gaat waar de blaffende hond wordt gemaand; doodarme boeren met handen als kolenschoppen; hij mag direct mee eten; er is geen slaapruimte in het huis maar hij krijgt spullen om in de stal te overnachten. De volgende ochtend wordt met nadruk iedere betaling geweigerd. Kan het nog gastvrijer?
De houding jegens Hitler is bij de meeste Duitsers die hij ontmoet nogal terughoudend; men moet niet veel van deze praatjesmaker hebben. Uit de biografie van de hand van Kershaw maak ik op dat het de economische ellende was die mensen op hem deed stemmen, maar vooral de intensieve propaganda van de partij en zijn onwaarschijnlijk demagogisch talent. Dat er zo'n duivel achter zat werd overigens wel degelijk tevoren gezien en gerapporteerd; Ludendorff voorspelde aan president von Hindenburg exact wat er zou gaan gebeuren toen hij Hitler tot kanselier had benoemd, iets wat von Hindenburg overigens met de grootste weerzin heeft gedaan.
Volgens Kershaw is het raadselachtig hoe door stommiteit van enkelen Hitler het kanselierschap heeft weten te verwerven in januari 1933. Hij was toen feitelijk al op zijn retour v.w.b. zijn populariteit; slechts met heel intensieve propaganda wist hij de schijn van een grote aanhang op te houden.
Je kunt je er geen voorstelling bij maken hoe dit volk zich in de luren heeft laten leggen door zo'n maligne figuur en daarbij zo'n verwoesting heeft aangericht en onbeschrijflijk menselijk leed veroorzaakt. De aanloop van WO II blijft me fascineren; hoe heeft dit zo kunnen komen?

29 oktober 2013

Alweer tien jaar geleden

De nieuwe generaties
Het was vandaag, 29 oktober 2013 precies tien jaar geleden dat mijn goede vader stierf. Te midden van zijn gezin nam hij afscheid van het leven; een warm mens ging heen. Niet alleen wanneer ik met m'n broers over hem spreek gaat dat altijd over de positieve uitstraling die hij voor iedereen had, maar vrijwel iedereen die hem heeft gekend dacht zo over hem: "hij had echt belangstelling voor je", hoor ik dan meestal.
Ik heb deze dag doorgebracht bij m'n jongste dochter met haar twee kinderen en nog een drietal kleintjes vanwege haar gastouderschap; jong leven op zo'n dag als deze. Arja memoreerde dat de kleine Evi deze dag precies 9 maanden oud was; zij vond het ook wel symbolisch. Zo gaat het leven voort.
Ik noemde het al vaker in deze Blog: de generaties gaan en komen als de bladeren aan de bomen.
Toen mijn vader stierf realiseerde ik me mijn eigen sterfelijkheid sterker dan ooit; doe wat met je resterende jaren nam ik mij voor; pak vooral de eerste tien jaar actief beet! Dat heb ik gedaan; er is veel gebeurd in die tien jaar en daar kijk ik met veel genoegen op terug. En vrijdag met broer Henk hebben we dat op de rand van het graf van onze ouders zitten gedenken.

28 oktober 2013

Over het onderwijs

Het dagblad Trouw van vrijdag 25 oktober j.l. kopt: "Berisping vijftig opleidingen omdat ze onvoldoendes scoren". "Scripties hbo en wo zijn matig, studenten krijgen genadezesjes en weten geen onderzoek te doen", zo subkopt het artikel verder. Toen ik het artikel (in de trein natuurlijk, want daar vond ik deze krant) las schoot het vooral door mij heen dat dit vast niet alleen maar aan de opleidingen ligt maar ook aan het peil van de studenten. En dat is volgens mij ook geen wonder.
"Vroeger"(daar heb je hem weer) gingen alleen de bollebozen studeren aan universiteit, TH of HTS; naar mijn gevoel "studeert" tegenwoordig vrijwel iedereen die kan lezen en schrijven (ik overdrijf natuurlijk). Je moet het peil van de studies dan wel steeds verder laten zakken om nog een redelijke score aan geslaagden te krijgen. Een oud spreekwoord zegt: "de kruik gaat zo lang te water tot hij barst"; kennelijk begint dat moment nu aan te breken.
Het gaat mij echt te ver om alleen de onderwijs instellingen de schuld te geven; het is volgens mij veel meer de politiek die in de jaren zeventig/tachtig heeft besloten dat "iedereen" moest kunnen "studeren" (ook dat woord is aan vervlakking onderhevig want studeren betekende vroeger dat je aan een universiteit studeerde en niet aan een lagere instelling van onderwijs); je kunt dat wel vinden als politiek, maar dat wil nog niet zeggen dat iedereen daar ook toe in staat is. Devaluatie van de opleidingen is kennelijk het gevolg van die houding. Jammer!

27 oktober 2013

Charpentier in de Czaar Peter straat

Vanmiddag waren Roos en ik in het Amsterdams Historisch Museum; interessant en soms confronterend. De beelden van de oorlog en het lot van de joden; de video waarin de snelle uitbreiding van de stad zichtbaar wordt gemaakt: een exponentieel proces net als invloed van de mens op de aarde in het algemeen. Wat mij vooral trof, maar dat is een puur persoonlijke aangelegenheid, was het herbouwde keukentje van op een Amsterdams bovenhuis; een zeer herkenbare plek want precies gelijkend op mijn geboortehuis in de Kinkerstraat, drie hoog in Amsterdam, het huis van mijn grootmoeder van moeders kant waar ik de eerste twee jaar van mijn leven heb gewoond en waar ik later als kind vaak kwam met mijn moeder. Piepklein keukentje met een pleetje in een hoekje waarvan de deur half open moest blijven staan wanneer je "zittend werk" ging verrichten. Het was het gootsteentje waar ik van mijn lieve grootmoeder met de palingkoppies mocht spelen. Die paling kochten wij op de Ten Kate markt even verderop aan de Kinkerstraat.
Terwijl ik dit schrijf beluister ik het Te Deum van Charpentier met het thema dat zo bekend is van de Eurovisie uitzendingen die ik al vanaf mijn jonge jaren ken.

Mijn grootouders van vaders kant zaten er behoorlijk ruim bij; zij hadden als eerste een auto in hun straat, de Czaar Peterstraat in Zaandam; ze hadden al vanaf het begin een Televisie. Daar waar in Amsterdam Slotermeer, waar ik vanaf 1954 woonde, slechts een doodenkeling over TV beschikte; mijn ouders hadden er geen en verder ook niemand bij ons op het rijtje. Op de woensdagmiddagen hadden de zeldzame TV-bezitters daar hun huiskamers vol met kinderen die meestal een dubbeltje moesten betalen voor het bijwonen van "Tante Hannie" of "professor Plano".
Daarentegen had ik bij logeerpartijen bij mijn opa en oma in Zaandam (waar ik mij overigens het lazarus verveelde) het rijk voor mij alleen, met zo'n TV in m'n uppie. Daar moest ik ook aan denken toen het thema van Charpentier werd ingezet; dat was steeds de opmaat voor een uitzending vanuit het buitenland.
Wat een verschil dat piepkleine keukentje met navenant klein huis en die TV voor mij alleen. En wat een verschil met tegenwoordig waarin iedereen over alles beschikt. Overigens vraag ik me kritisch af of dat laatste nu zoveel beter is?!

26 oktober 2013

Met z'n drieën naar Moresnet la Chapelle

Gezellig met m'n vrienden Dick en Huib aan de mosselen
De trouwe lezers van dit Blog zullen inmiddels wel weten dat ik mij verheug in een aantal goede vriendschappen; Huib en Dick zijn daar twee van en die kennen elkaar inmiddels ook via e-mail. Het werd dan ook tijd dat die twee elkaar eens zouden ontmoeten in de vorm van een gezamenlijke wandeling. En zo liepen we van Vaals naar Moresnet la Chapelle en weer terug. Het oponthoud in la Chapelle hebben we gevuld met het genieten van een echt Belgische lunch: Moules frites, oftewel frietjes met een pannetje gekookte mosselen. Tijdens de wandeling luisterde ik met genoegen hoe de twee ICT-kenners over "vroeger" spraken. In de tijd dat Stephen Jobs en Wozniak in hun Californische garages aan het klooien waren, hielden mijn twee makkers zich eveneens onledig met hun kilobytjes. Daar was nog geen sprake van toen ik Huib in 1968 ontmoette in ons dispuut PROIRA, maar Dick leerde ik in 1980 kennen vanwege de automatisering van de SAL, het huisartsenlaboratorium in Utrecht waar ik was aangenomen als hoofd lab. Die SAL liep behoorlijk voorop op het gebied van ICT in vergelijking met andere gezondheidszorg instellingen.
Gezellig zitten eten; die Belgen kunnen er wat van. Dreigende wolken deden het natste vermoeden voor de terugtocht naar Vaals maar dat viel erg mee; geen spatje regen. Huib en ik misten bus 50 op een halve minuut en daardoor de aansluiting met de Intercity op 3 minuten; volgende keer beter opletten en bus 50 van heel of half nemen vanaf de halte in Vaals.
In Eindhoven namen Huib en ik afscheid; afsluiting van een fijne dag. Behoorlijk vermoeid rolde ik in m'n nest.

25 oktober 2013

Met een omweg naar Nunspeet

Vandaag heb ik de hele dag opgetrokken met mijn jongste broer Henk. We hadden in Hoorn afgesproken; zouden paling gaan halen in Enkhuizen en dan ergens in een herfstachtig bos gaan wandelen. Van te voren had ik mij bedacht dat onze "natuurlijke" wandelplek, de duinen van Schoorl misschien minder geschikt zouden zijn vanwege de dennen die het bos aldaar nogal domineren. Mijn voorstel aan Henk was dan ook om via de dijk van Enkhuizen, via Lelystad, Emmeloord en de overgang bij Elburg naar Nunspeet te gaan, of toch naar de duinen bij Schoorl.
Broer Henk bij de auto
Bij het station zag ik zijn grote groene wagen al staan en zijn karakteristieke ingehouden groet; fijn om broers te zijn! Henk memoreerde dat het binnenkort de tiende sterfdag van onze vader zou zijn; had ik nooit meer aan gedacht. Ik stelde dan ook voor om even langs het graf bij het oude kerkje van Westwoud te gaan. We zetten ons neer op de twee inmiddels afgedekte graven van de "buren" van onze ouders en zaten zo wat in gepeins bij elkaar en spraken over onze ouders terwijl we ondertussen wat dode bladeren van het graf verwijderden. Helaas heb ik geen foto van dat gebeuren; wel intiem zo als broers. En toen door naar Nunspeet; de paling hadden we beiden vergeten; volgende keer beter. Eerst bij restaurant "De Stroopstok" appeltaart met de superieure slagroom genuttigd en Henk een pannenkoek en vervolgens op pad. Het bekende stuk richting stuifzand gelopen; niet zo ver; Henk is niet zo'n langeafstandswandelaar, in tegendeel. Dus nog maar even op een bankje zitten praten; doen we altijd graag.
Als afsluiting nog een broodje Döner gegeten. Dat was vroeger een elite gerecht van de Turkse keuken en nu kun je het overal kopen vertelde ik Henk. We namen afscheid; fijne dag zo samen.

24 oktober 2013

NTKC

Roos bij het NTKC pleetje
Deze afkorting had voor mij jarenlang een magische klank. Mijn oude school kameraad Bram G. had het over deze organisatie van natuurliefhebbers die aan de hoogste eisen moesten voldoen alvorens gebruik te mogen maken van de kampeerfaciliteiten die deze organisatie biedt. NTKC staat voor: Nederlandse Toeristen Kampeer Club, honderd jaar geleden opgericht door Carl Denig. De natuur staat centraal en het genieten daarvan door een eenvoudige kampeeruitrusting; denk hierbij aan tenten, zon-verwarmde warmwaterzakken als stortbad, water uit de pomp en een eenvoudig pleetje. Nu had ik in al die jaren wandelen nog nooit zo'n NTKC terrein gezien; ik vermoedde dat zij diep in de wouden van ons land waren verstopt. En nu wil het toeval dat ik de afgelopen dagen, maandag toen we uit Wageningen terug keerden en gisteren bij mijn tocht over de Veluwe tot twee keer toe zo'n terrein zag. Het pleetje was maandag het eerste dat opviel.
Eenvoudige kampeermiddelen heb ik overigens niet mogen aanschouwen; grote fourwheel drives en caravans domineerden het terrein dat druk bezocht werd vanwege de herfstvakantie denk ik. Carl Denig zou zich vast in zijn graf omdraaien, maar ja, de nieuwe tijd, net wat u zegt. Die warmwaterzakken zullen ook wel niet meer gebruikt worden. Alleen het pleetje is gebleven!

23 oktober 2013

Eindelijk van Hoenderloo naar Stroe

Hotel restaurant de Boer'nkinkel te Hoenderloo; passeerde
ik in de ochtendschemer.
Deze étappe van het Marskramerpad wilde ik graag lopen eigenlijk vanaf het moment dat ik het boekje had aangeschaft in december vorig jaar. Door de drukte in de zomer vanwege de moestuin was het er niet van gekomen en nu begon de tijd te dringen. Het is een etappe van bijna 30 kilometer (ik dacht eigenlijk dat hij 32 kilometer was) en daar heb je een hele dag licht nodig dus graag nog in zomertijd.
Vanmorgen om 5 uur op en om 5.50 uur naar het station. Daar wordt heden een tweede tunnel onder het spoor aangelegd; het spoor is opgebroken en er wordt nu dag en nacht gewerkt. Een enorme hoeveelheid zwaar materiaal was volop bezig in kunstlicht. Met bewondering heb ik het schouwspel bekeken. Keurig volgens de dienstregeling van 9292OV.nl kwam de NS bus van de firma Besseling om 6.22 uur om me naar Den Dolder te brengen; de stoptrein stond klaar; aansluiting met de intercity naar Apeldoorn en toen bus 108 naar Hoenderloo. Toen ik daar aankwam was de zon nog maar nauwelijks manifest. Maar dankzij de GPS, het wandelboekje en de straatlantaarn was ik direct op weg.
Een prachtige etappe zo over de Veluwe; onderweg het geluid van vuurwerk op oudejaarsavond vanwege het artillerie oefenterrein in de buurt. Bladeren die geluidloos van de bomen op de grond vielen; overal herfstkleuren in het bos. Paddenstoelen waarvan ik een stel boleten heb meegenomen.
Over het stuifzand en de hei naar Kootwijk; klein plaatsje met een karakteristieke bakstenen kerk met toren. Daar m'n water aangevuld en weer door. De vermoeidheid deed mij verkeerd lopen, maar dankzij de GPS en het boekje kon ik de route weer terug vinden. Overigens was de markering niet altijd duidelijk; weinig tekens en soms onduidelijke afslagen. Je moet echt GPS en boekje bij je hebben en goed opletten anders wordt het verdwalen.

22 oktober 2013

Hotel "De Wereld" in Wageningen

Roos stelde voor om koffie te gaan drinken in Hotel De Wereld, bekend van de jaarlijkse viering van de capitulatie van de Duitsers na afloop van WO II. We zaten in de zaal waar in mei 1945 de afgevaardigden van de Duitsers, generaals naar ik meen, kwamen voor de ondertekening. Onze eerwaarde "Prins" had de onbeschaamdheid om hen geen hand te willen geven, als enige van de NLse afvaardiging naar ik begreep uit het boek "Bernard" van de hand van Annejet van der Zijl.
Vooral aan onze nationale "held" moest ik denken toen ik daar zat. In de hoek was een kleine vitrine met daarin een médaille, een erepenning vanwege de tien jaar oude traditie in 1955 om de viering van de bovengenoemde gebeurtenis alhier te doen plaats vinden.
Nog zie ik "de prins" de parade van oud-strijders afnemen; de steeds ouder wordende garde van oud-strijders die daadwerkelijk de kooltjes uit het vuur hadden gehaald. Ik moest ook denken aan Pim Boelaard die een heel bijzonder zware tijd heeft meegemaakt als politiek gevangene en de bevrijding ternauwernood had beleefd; hij achtte de prins heel hoog en kreeg tot zijn dood op zijn verjaardag een telefoontje uit Soestdijk.
Tja, hoe oud was Bernard nou helemaal tijdens die gebeurtenis en wat een positie had hij dankzij zijn schoonmoeder. Er hangt een schilderij in de gang van het hotel waar je een jongeman, met karakteristieke uilenbril ziet met een lullige houtje-touwtje jas. Dat beeld paste wel bij mijn voorstelling omtrent destijds.

21 oktober 2013

Culinair Wageningen

Molen de Vlijt te Wageningen
Coby van de bridge-organisatie had ons verteld dat je in Wageningen zo'n goed kaaswinkeltje had; al tien jaar lang was deze specialiteitenzaak NL's kampioen. Nou, dat is niet mis en dat was niet aan dovemansoren gezegd. Dus Roos en ik op naar Wageningen; het winkeltje zou naast hotel "De Wereld" liggen, dus dat kon niet missen. Inderdaad zo'n winkeltje met de geuren die ik mij herinner van die "fromageries" die je in Parijs kon vinden, decennia geleden (en naar ik hoop nog steeds, maar ik kom zo weinig in Parijs en weet het dus niet). En een uitstalling die er mocht zijn. Niet te vergelijken met de zojuist genoemde fromageries, maar toch.
Wij gingen natuurlijk naar binnen en keken wat rond. Er hingen ook gedroogde worsten, zo te zien uit Italië en dat spreekt me net zo aan als kaas. De baas van de winkel had het zo eens aangekeken hoe die "vreemdelingen" in zijn zaak aan het rondkijken waren en maar aan die worsten zaten en kwam op ons af: "Wat mag het zijn". Hij gaf wat toelichting over de worsten en natuurlijk kocht ik er eentje voor de pasta; lekker met de kaas die ik nog van de Gargano reis heb liggen. En ik vroeg hem om een rauwmelkse kaas met een volle smaak. En toen adviseerde hij me de aanbieding van de week; een bergkaasje van drie jaar oud. Toen we terug liepen hebben we er van geproefd en hij smaakte inderdaad fantastisch.
Dit kaasboertje en de eerder genoemde molen "De Vlijt" vormen voor ons de reden om vanwege culinaria terug te keren naar Wageningen. We hebben helaas geen foto van het kaaswinkeltje gemaakt; nog meer reden om terug te gaan.

20 oktober 2013

Bridgen en wandelen bij Wageningen

Hotel Nol in 't Bos
Afgelopen weekend hebben we doorgebracht bij Nol in  Bos, een hotel aan de periferie van Wageningen. Het hotel organiseert zo'n veertig keer per jaar een bridgeweekend. Voor ons was het de tweede keer dat we hier waren; werden we de vorige keer slotkampioen, daar eindigden we nu op de vierde plaats met iets van 54 %; het was een sterk veld vonden we. Maar het was weer reuze gezellig. Juist met zo'n kleine groep van wat oudere mensen ontstaat een gemoedelijke sfeer waarin het bridgen wel de hoofdmoot is, maar voor het onderlinge uitwisselen ook alle gelegenheid wordt genomen. En dan hoor je levensverhalen die ik hier niet ga opnoemen vanwege het duidelijke privé karakter, maar waarvan je toch als "jongere oudere" veel van opsteekt en waardoor je ook nog beter leert te relativeren en het motto "Carpe diem" nog hoger in het vaandel plaatst.
Maar natuurlijk namen wij ook weer alle tijd voor het wandelen; vrijdag, de aankomstdag vanuit station Ede-Wageningen langs het spoor en langs de Bosbeek (schitterende waterloop) naar het hotel; het Maarten van Rossem pad loopt langs het hotel Nol in 't Bos. Laat ik nou altijd gedacht hebben dat het woord "Nol" een open plek in het bos betekende, maar nee hoor, het was de naam van degene die het hotel ooit heeft gesticht; het is nog steeds in bezit van de familie van Nol.
Deze keer wandelden we tot twee keer toe naar Wageningen; daar staat ook een wind gedreven graanmolen en daar werkt op de zaterdagen een neef van Huib. Daar hebben we inkopen gedaan en zullen dat in de toekomst vaker gaan doen.

19 oktober 2013

Sopa de pesce a la Jose

Roos had me al vaak verteld over hoe Jose, uitgaande van stokvis zo'n lekkere vissoep kon maken. Jose is een voormalige vriend van Roos uit haar jonge jaren. Ze is hem al decennia lang uit het oog verloren, maar zijn kookkunst komt nog vaak aan de orde en dan met name de vissoep en zijn legendarisch gebruik van knoflook. Zeker in die tijd was het gebruik van knof in ons vaderland niet zo gebruikelijk en Roos kreeg van collegae dan ook vaak commentaar over de knoflook walm die zij verspreidde dankzij de kookkunst van Jose waar ze toen mee samenwoonde.
Hoe hij de vissoep bereidde wist Roos ook niet zo precies meer, maar dat er stokvis, aardappelen, tomaten, (veel) knoflook en prei aan te pas kwamen wist ze nog wel en dat hij een grote gamel gebruikte. Daar ben ik eens over gaan nadenken en zo leek mij het volgende, voor een deel ook zelf bedachte recept geschikt.
Allereerst in wat water de stokvis (uit de Azoren meegenomen) in water opwarmen en het water een keer verversen vanwege het zout. Daar aan toevoegen twee gesnipperde uien, twee gesnipperde preien, 4 stevige aardappelen (stukkokers) in stukjes, een gesnipperde venkel, voorgekookte witte bonen (uit Macedonië meegenomen) en 5 gepelde tomaten. Na een uurtje een hele ui knoflook (meegenomen uit Madeira) gepeld en in plakjes gesneden teentjes ook een uurtje meekoken. Tot slot een stevige scheut olijfolie en flink roeren om de stokvis en de aardappelen een beetje kapot te maken. Zout hoeft natuurlijk niet want de stokvis is zout van zichzelf. We vonden het allebei heerlijk smaken. Voor nu en nog eens. Moeten we maar weer naar Portugal, het land van de stokvis. Roos opperde al de Kaap Verdische eilanden; schijnt ook Portugees te zijn.

18 oktober 2013

Lof voor de eerlijke vinder

Begin van de gele route, het "drietje"
Rekje voor in het bos gevonden voorwerpen.
Wanneer ik geen zin of tijd heb om ver met de trein te gaan reizen en ik wil mezelf toch uitlaten dan loop ik altijd "een drietje", de oude benaming van de gele route hier achter in het Houdringhe bos. Afgezien van het begin kom je er eigenlijk weinig anderen tegen en is het heerlijk rustig afgezien van het gebrom van de processor die heden licht schept in het bos, daarbij mierenhopen en apart gemarkeerde bomen sparend. Het knapt er daadwerkelijk van op; de houtstapels zijn enorm en af en toe komt er zo'n grote vrachtwagen die het hout afvoert. Tussen de houtstapels ruikt het heerlijk naar dat pas gezaagde hout;  eigenlijk de stervenslucht van deze bomen, maar ja wij mensen vinden dat toch echt lekker fris ruiken, zeker die dennenstammen. Als je dan de jaarringen probeert te tellen zie je pas hoe lang ze er al gestaan hebben. Niet zo lang als de eiken die 25 jaar geleden werden omgezaagd, maar toch wel 50 jaar.
Al wandelend vind je soms voorwerpen van andere wandelaars; jaren geleden vond ik eens een portemonnee met een studentenkaart van een studente die bij ons ergens verderop in de straat woonde; onlangs ontmoette ik haar nog bij de fitness, inmiddels al lang afgestudeerd en moeder van een aantal kids en zij herinnerde het zich ook nog dat ik die portemonnee had teruggebracht.
Tegenwoordig hangt er bij de ingang van het terrein heel professioneel een rekje waar gevonden voorwerpen kunnen worden opgehangen. Onlangs hing er een bedankbriefje van iemand die op die manier dankzij een eerlijke vinder zijn/haar autosleutels had terug gevonden.
Nu hing er een bril aan het rekje; zeker een leesbril die door iemand verloren is; hangt er al enkele dagen inmiddels.

17 oktober 2013

De marathon van Amsterdam

Een deel van de groep Denen die zondag de marathon
 van Amsterdam gaan lopen. Good luck!
Gisteren nam ik de trein van Amersfoort naar Amsterdam CS; het bleek zo'n reusachtige internationale trein te zijn; Berlijn - Amsterdam CS. In de trein zat een groot contingent luidruchtige scandinaviërs zo te horen. Ze hadden het geweldig naar hun zin en klonken opgewonden. Bij het uitstappen vroeg ik waar ze vandaan kwamen; het waren Denen en ze kwamen voor de marathon van Amsterdam. Allemachtig, 42 kilometer hard lopen en daar maak je zo'n reis voor bedacht ik mij. Een aantal van hen was echt broodmager, vooral de mannen; de vrouwen zeker minder, maar allemaal goed getraind kennelijk want ze gingen zonder uitzondering zondag aan de slag!
En 'savonds bij het diner in de Kon. IGC bleek dat één van de dames ook mee zou gaan doen; ze was al helemaal opgewonden en vertelde tot in détail hoe ze zich hier qua voeding  en training op voorbereidde; dat is een wetenschap op zich. Onderweg vulde ze de energiereserves aan met "powergel"; terwijl ik dit schrijf trek ik als vanzelf een vies gezicht; ik zou gewoon tabletjes glucose opsabbelen, maar ja dat zal wel minuten schelen en dan moet je misschien meer drinken.
Neemt niet weg dat ik mijn petje afneem voor al degenen die zondag 42 kilometer en nog wat gaan afleggen. Ik hoop maar dat het droog weer zal zijn.

16 oktober 2013

Op bezoek bij de Koninklijke IGC

Nagerecht met een verrassend smakenpalet.
Zo te proeven ijs met dragon
Bij een inmiddels drietal gelegenheden heb ik de Industrieele Groote Club (IGC), op de dam in Amsterdam mogen bezoeken; niet zomaar een club, maar slechts toegankelijk voor leden en hun introducés.
Het convivium Amsterdam Centrum van Slowfood organiseert twee tot drie maal per jaar in de IGC een grandioos diner. Dat laat ik niet graag aan mij voorbijgaan en zo maakte ik tot drie maal toe kennis met deze ambiance. Het maakte mij wat nostalgisch en een mogelijkheid van een lidmaatschap"crossed my mind". Dat had ik verder zonder gevolg doen zijn totdat ik na het laatste bezoek van enkele weken geleden een enquête van de IGC kreeg met o.a. de vraag of ik meer informatie wenste omtrent een mogelijk lidmaatschap. En zo was ik deze woensdagavond bij een kennismakingsborrel en diner voor en van geïnteresseerden. En de sfeer trof mij weer als bij de vorige bezoeken. Een goede presentatie en rondleiding door alle zalen van de club, gevolgd door een diner waar de kennismaking kon worden voortgezet.
Na de eerste bezoeken noemde ik de club de Ollie B. Bommel sociëteit en voor kenners van de series van Marten Toonder is het interieur van de kleine club in Rommeldam duidelijk. De grote leren fauteuils, de gebeeldhouwde schouw; ik vermoed zo dat Marten in die jaren wel eens in de Groote Club in Amsterdam is geweest gezien de overeenkomst. En die sfeer is verdraaid genoeglijk zoals ik heb ervaren.

15 oktober 2013

De koeien van Chillingham

Van Chris Upson Images heb ik deze prachtige foto gebruikt voor mijn Bloggie over de "Wild White Cattle" van Chillingham. Sinds enkele jaren ben ik donateur van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen en in het blad van deze stichting van februari 2009 kwam ik een artikel tegen over de kudde van dit ras. Deze kudde wordt al bijna 700 jaar gehouden op de enorme landerijen van dit Engelse landgoed in Northumberland. De kudde is vorige eeuw tot twee keer toe bedreigd geweest door een Mond en Klauwzeer epidemie, maar door uitgebreide hygiënische maatregelen is besmetting gelukkig voorkomen. Het is een klein ras met een stevige hoornpartij; vooral de stieren zien er imposant uit met die grote hoorns. Ze vertonen als kudde nog eigenschappen uit de oude doos; 'snachts liggen ze in een kring met de jonge dieren in het midden, de koeien daar omheen en de stieren aan de buitenkant. Dat gebruik dateert nog uit de tijd dat wolven een bedreiging vormden. In naam zijn het natuurlijk huisdieren, maar ze worden niet meer als producent voor de voeding gebruikt. Voor het laatst werd er in 1901 eentje afgeschoten door de heldhaftige latere koning Edward VII; die wilde de aanvoerder van de kudde, de king bull schieten. De beheerder liet hem een oude stier schieten (wist die Edward veel) en die werd 'savonds opgenuttigd.

14 oktober 2013

Processor in het bos

Hier de geavanceerder machinerie
van de processor
In het Houdringhebos wordt de afgelopen weken stevig huis gehouden; bomen worden geruimd en in stukken gezaagd; stapels hout verrijzen. Onlangs sprak ik met Jan tH over hoe dat hout oogsten in een bos nu precies ging. Jan werkt voor een belangrijk deel van zijn tijd als bosecoloog in Zweden dus hij kent de ins en outs van bosbeheer. Van hem had ik het eerst over "processor" in het bosbeheer gehoord, maar ik had zo'n gevaarte nooit eerder gezien. Ik had hem gevraagd hoe snel dat ging en dacht aan zo'n 5 - 10 minuten per boom. "Nou", had Jan gezegd, "dan doet hij het niet snel genoeg". Nee, slechts enkele minuten per boom dat is de productie.
En nu was ik met Roos in het bos en hoorde het gegrom van een machine en regelmatig het gebonk van een omvallende boom. Natuurlijk gingen we even kijken en daar stond het machien. Eigenlijk viel het mij nogal mee hoe groot hij was. Maar misschien niet groot maar wel bijzonder vernuftig. Het apparaat klemt zich om een stam, zaagt deze door zodat de boom omvalt, haalt er in één moeite door de zijtakken af, zaagt hem in stukken en daar ligt dan in opgestapelde stukken de 50 jaar oude spar.
Het bos knapt er enorm van op; overal weer licht voor de overgebleven bomen en planten en niet te vergeten de insecten.
Van mijn boswachter vriend Ab kreeg ik nog toelichting over de processor n.a.v. deze Blog. Dat voeg ik hier toe, met dank aan Ab.
Weet je waar ik aan denk als ik zo’n gigant aan het werk zie … aan een reuzen insect dat bomen op eet. Als je daarbij nog even bedenkt dat hij iedere boom opmeet terwijl hij de takken eraf jast, de segmenten die erin zitten berekent. Die per segment afzaagt en apart opstapelt en terwijl de segmenten doorgeeft en op GPS aangeeft waar hij ze neergelegd heeft voor de combinatie die het hout op komt halen. Als boswachter geven wij de coördinaten door van mierenhopen, roofvogelnesten of zeldzame planten etc. en dat gaat ook in zijn computer en dan weet hij waar hij wel en niet moet rijden. Werkelijk een zeer geavanceerd insect! Onderstaande processor kan ook in moeilijk begaanbaar terrein. Heeft’ie wat weg van een insect of niet?

Melle schreef: Ik vond deze apparaten nogal eng en verwoestend, ik ben blij om te horen dat het allemaal best wel meevalt en dat het zelfs extra nuttige toepassingen heeft.

13 oktober 2013

Instoppen en ingestopt worden

Hugo ligt lekker te slapen
Zaterdag kwam ik bij slager van Loo om worst en spek te kopen. EN stiekem hoopte ik dat ik Hugo tegen zou komen; hij werkt daar altijd op de zaterdagen. Ik wilde hem vragen om vanavond te komen eten; had hem al enkele weken niet gezien. Was niet nodig; joviaal begroette hij z'n oude vader en vroeg: "is het goed als ik vanavond kom eten?". Gezellig, we hebben de hele avond zitten kletsen over van alles, behalve over de sportschool en spieren (meestal favoriet onderwerp). Buiten regende het pijpenstelen. Zo tegen een uur of elf had ik het wel gezien; volgens weerradar zou het tegen twaalven ophouden met regenen. "Nou dan ga ik wel even op de bank liggen, pap". Hugo installeerde zich op de bank en ik vleide een dekbed over hem heen; de winter is duidelijk in aantocht en de CV heb ik nog niet aan; is ook nog niet nodig in de warme flat. Ik kon het niet laten om, net als vroeger, een hand over z'n gezicht te halen en ik voelde de stoppels van zijn baard. "Dat is lang geleden", zei m'n oudste zoon, inmiddels bijna dertig.
Het deed mij denken aan nog niet zo lang geleden dat ik bij m'n ouders ging logeren nadat ze in Bovenkarspel waren neergestreken. Ik ging dan na het werk bij hen langs, ging lekker (altijd heerlijke verse snijbonen!) bij hen eten en bleef meestal logeren. Ook mijn bejaarde moeder kon het niet laten om me in m'n wang te knijpen als ik in bed lag. Ouderschap is blijvend, hoe oud je kinderen ook worden.
Natuurlijk moest ik er tegen twaalven even uit om de thee te lozen en daar lag Hugo, als een roos te slapen; een warm moment voor een ouwe vader! Ik heb de hier boven getoonde foto van hem geschoten. 

12 oktober 2013

E-nummers

Heeft m'n dochter gemaakt!
"Pap, er zit jodium in het zout, is dat ook een e-nummer?", luidde de vraag van mijn dochter. Zij is, met haar twee kleintjes helemaal los op gezond voedsel; de e-nummers wil ze daarbij helemaal in de ban doen en verwacht van mij een grote deskundigheid daaromtrent. En die heb ik helemaal niet in die zin dat ik echt niet weet welke e-nummers "gevaarlijk zijn" en welke "geen kwaad kunnen". Zelfs zout heeft een e-nummer, het gaat kennelijk om iedere toevoeging tijdens het bereidingsproces afgezien van de ingrediënten; hulpstoffen dus. Daar heb ik geen verstand van maar ik wil ze ook niet in m'n voedsel (afgezien van zout dan har har).
Maar ja, ik heb ook helemaal niets met e-nummers, maar kom ze vrijwel niet tegen omdat ik alles vers maak.
En dat zou ik iedereen, dus ook m'n dochter willen adviseren: maak gewoon alles vers dan heb je met e-nummers niets van doen! En het bereiden van je voedsel is gewoon ontzettend leuk werk; laat je dat niet uit handen nemen.
En nou zag ik net op facebook dat dochter een schitterende taart heeft gemaakt, dus dat zelf bereiden van voedsel zit helemaal goed!

11 oktober 2013

Een ouderwetse Hamburger

Ach, ik zocht een fotootje op Internet van een Hamburger. Maar dat lijkt me volstrekt overbodig want iedereen zal weten hoe zo'n broodje met een plak worst/vlees, ketchup, mayo, gebakken ui en wat sla eruit ziet. Daar had ik het met zoon Hugo over toen we over zijn werkzaamheden bij de slager hadden.
Zoals vrijwel alles maakte ik vroeger de Hamburgers ook zelf; zo'n exemplaar van zo'n fastfood shop vind ik zo onsmakelijk dat ik er zelfs terwijl ik dit aan het typen ben een vies gezicht bij trek. Erg veel vlees zal er niet aan te pas komen en het broodje eromheen is wel erg zacht. Maar ik moet toegeven dat de combi van gebakken gehakt met ketchup en mayo buitengewoon smakelijk is!
Ik mag graag de oorspronkelijke "Hamburger" gedenken. Destijds was er in de USA een Duitse immigrant, afkomstig uit, u raadt het al, Hamburg, die ronde broodjes ging verkopen met daarin een frikadel, een gehaktbal zoals ze nog steeds bij Duitse slagers worden verkocht; een beetje afgeplat. Jaren geleden ging ik regelmatig met vriend Dick naar Monschau voor een Eifelwandeling en op het moment dat we met de bus aankwamen werden de warme Frikadellen in de vitrine gelegd. En dan kochten we daarvan en bij de bakker broodjes. We liepen dan direct het dorp uit, want na 5 uur reizen wil je wel op weg en dan rook je het eerste uur die zalige lucht van die Frikadellen vanuit je rugzak. Wij aten die dan ergens zittend op een boomstam of langs een beekje op, helaas zonder mayo, ketchup of gebakken ui, maar wel bijzonder lekker!
Voor de kids maakte ik ze vroeger gewoon van gehakt met een eitje, wat zout en dan bakken, op een sneetje geroosterd brood, met gebakken ui-ringen, ketchup en mayo; dat was smullen. Moet ik nodig weer eens doen; als Hugo de volgende keer weer langs komt.

10 oktober 2013

De onveiligheid van de fietspaden

No comment
Het verbaast me de laatste tijd dat het gebruik van de fietspaden zo veranderd is. Allereerst die rare slagschepen met blauwe nummerbordjes (snorscooters?!) die met snelheden van 40-50 kilometer per uur ongenaakbaar de fietsers opjagen en telkens aan het schrikken maken maar ook racefietsers die met even hoge snelheden als de slagschepen met de blauwe nummerbordjes over de fietspaden racen en ook van die rijdende leunstoelen met adipeuze, rokende lieden.
Verder vind ik de onzichtbare onveiligheid ook onverteerbare waarden aannemen; rijd je door de "frisse" lucht als fietser dan ruik je iedere gemotoriseerde medeweggebruiker langs komen. Vooral die tweetaktmotoren van de genoemde slagschepen, waarvan er steeds meer op de weg verschijnen, stinken als de hel. Maar ook ruik je iedere auto.
Laatst had ik het er met Huib over dat het inademen van die uitlaatgassen niet goed kon wezen; het bleek dat wij beiden onze adem zoveel mogelijk inhielden als er een gemotoriseerd vehikel was gepasseerd. Huib vertelde mij ook over een bekende van hem die overleden was aan longkanker en die nooit had gerookt maar wel jarenlang, op weg naar zijn werk op de fiets over een fietspad langs een provinciale weg had gereden. Mèt zijn kennis was hij tot de conclusie gekomen dat de oorzaak wel eens in het inademen van de uitlaatgassen kon hebben gelegen. In een eerder Blog heb ik ook al eens de gedachte naar voren gebracht dat de radicalen, die in de uitlaatgassen aanwezig zijn, het voorkomen van longkanker bij niet-rokers wel eens, althans voor een deel kan verklaren.
Ondertussen probeer ik zoveel mogelijk een rustige, auto-luwe route naar het station te rijden op weg naar de natuurgebieden waar ik zo van houd en waar je veelal gevrijwaard bent van gemotoriseerde voertuigen met de bijbehorende uitlaatgassen.
Bron foto

09 oktober 2013

Wat een precisiewerk

Al maanden worden we in de Bilt/Bilthoven opgewekt om een glasvezel aansluiting te gaan gebruiken; onder de slogan: "Eindelijk glasvezel in Bilthoven" legt Reggefiber, een werkmaatschappij van KPN het netwerk aan. Met bewondering heb ik de efficiëntie gezien waarmee de kabels overal de grond in gingen, vervolgens hoe er hier voor de flat verbindingen werden gemaakt voor alle adressen. En dan nu vandaag heb ik het proces van de daadwerkelijke aansluiting gezien.
Het valt niet mee om bij alle adressen hier in de flat de mensen thuis te treffen want dat is noodzakelijk voor de daadwerkelijke huisaansluiting. Vorige week vroeg één van mijn buren of ik vandaag thuis was om de technicus toegang te verlenen tot zijn huis en dat heb ik gedaan. Precies volgens afspraak kwam degene die het microscopisch dunne glasvezelkabeltje toegankelijk maakte voor aansluiting; de kabel werd doorgetrokken naar de verdieping via de buitenmuur; een gat door de buitenmuur; en een kastje werd aangelegd. De monteur vertelde mij dat het daadwerkelijke glaskabeltje zo dun is dat je het met het blote oog niet kunt zien, dus ergens in de micrometersfeer, de orde van grootte van bacteriën; nanotechnologie zou ik zeggen en dat op consumentenniveau.
Ik realiseerde me eerlijk gezegd als nooit tevoren wat een technologisch vermogen wij mensen hebben ontwikkeld; want het signaal dat hier door wordt getransporteerd is ordes van grootte meer dan wat we tot nu toe kenden over de koperen draadjes of via de aether; en dat nu zomaar in huis; ik neem daar mijn petje voor af!
Alleen ..... ik heb geen TV, geen radio alleen een beetje Internet voor de e-mail en om Bloggies te schrijven. Daar heb je die geavanceerde netwerkstructuur niet voor nodig. En om daar nou TV voor aan te schaffen? Nou ja, we zien wel wat de toekomst nog meer zal brengen aan communicatie faciliteiten; daar kunnen we ons, althans ik me waarschijnlijk geen voorstelling van maken.

08 oktober 2013

Goeie genade

Door toedoen van Suzanne vW, een vriendin van mijn dochter krijg ik zojuist een brief onder ogen van een ouwe getrouwe uit het onderwijs die er niet om liegt. Sluit volledig aan bij wat ik vernam van een vriendin van Roos die ook decennia lang onderwijs heeft gegeven op de basisschool.
Met dank aan Suzanne.
De link is boven aangegeven; voor de zekerheid heb ik de tekst ook gecopieerd voor mocht hij van het web verdwijnen.

Hierbij de gecopieerde tekst van de hand van deze moedige kleuterjuf, Erica Ritzema, die het op moet geven:

Na (met KLOSakte A en B, applicatiecursus volledig bevoegd onderwijzeres en een l.o. handenarbeidakte) 38 jaar lang les te hebben gegeven op een basisschool in Tilburg, waarvan negenentwintig jaar aan kleuters, heb ik besloten aan het eind van dit schooljaar mijn werkzaamheden te gaan beëindigen.
Ik kan en wil mij niet conformeren aan de huidige vorm van onderwijs, die mij zo dwingend wordt opgelegd.
Ik herinner me nog levendig de tijd dat ons verweten werd, dat we teveel vorderingen van kinderen vastlegden en geen vertrouwen zouden hebben in de natuurlijke ontwikkeling van het kind. Daarop volgde een periode, waarin we projectmatig moesten gaan werken en de inhoud juist moesten laten groeien vanuit de bijdragen van de kleuters. Wij  leerkrachten plaatsten toen grote vraagtekens bij zo’n vrijblijvende manier van werken.
Nu ben ik beland in een periode, waarin de kleuters de leerstof van groep drie krijgen voorgeschoteld en de resultaten moeten worden geregistreerd in een observatiemodel wat is voortgekomen uit de orthopedagogiek [alsof er alleen nog maar kinderen met afwijkingen zouden bestaan]. Wie hoort in deze situatie nog iets terug over het begeleiden van en het vertrouwen in de natuurlijke ontwikkeling van kleuters? Ik niet. Kinderen zijn gereduceerd tot vaatjes, waarin ik dagelijks van bovenaf opgelegde informatie moet stoppen en daarnaast dien ik onmiddellijk de korte termijn resultaten te registreren. Alle accenten liggen op het cognitieve vlak, waarbij de mathematische en linguïstische onderdelen
verreweg het zwaarst vertegenwoordigd zijn. Alles draait om snelle winst, opbrengstgericht werken wordt dat genoemd, just for profit, not for people. Het is daarnaast niet meer mogelijk veel tijd en aandacht te besteden aan expressievakken en mede hierdoor denderen de motorische vaardigheden achteruit. Ik meen daardoor mee te werken aan het ontwikkelen van een maatschappij, waarin mensen geen uiting meer zullen kunnen geven aan hun emoties en dit zal zich gaan openbaren in een explosieve toename van zelfmoordpogingen en een verharding van de maatschappij.
Onmiddellijk komt bij mij de herinnering aan de Japanse moeders bovendrijven, wier mannen jaren geleden bij de Nederlandse afdeling van Fuji werkten en die zo dankbaar waren dat hun kinderen in Nederland, waar spelenderwijs geleerd mocht worden, hun kleutertijd door konden brengen. In Japan lag de prestatiedruk toen al veel hoger en dat  resulteerde in veel depressieve pubers, die moeite bleken te hebben met het aangaan van relaties, omdat het Japanse onderwijs individualisten opleidde.
Helaas heeft het Nederlandse kleuteronderwijs dat recht op spelend leren inmiddels ook verspeeld. Er bestaat in de huidige klassensituatie voor mij zelden nog de mogelijkheid om uit te gaan van de belevingswereld van kinderen en de kinderen wordt niet eens meer de gelegenheid geboden de nieuw ontdekte buitenwereld mee naar binnen te brengen, want ik dien vanuit de methode “Kleuterplein” te werken. De lesstof wordt van bovenaf bepaald, sluit niet meer aan en boeit daardoor vaak niet. De lessen zijn puur resultaat- en niet kindgericht, dit druist enorm in tegen mijn kleuterleidstersprincipes. Er ontstaat hierdoor een middelmatigheid in het lesaanbod (alle juffen in Nederland bieden binnenkort dezelfde lesstof aan), want er kan niet meer worden ingegaan op de interesses en de gevoelige periodes van kinderen, waardoor overigens ook nog eens de individuele talenten van de leerkrachten onbenut blijven.
De identiteit van kleuters wordt door deze vorm van lesgeven meer dan ontkend, de kleuter in Nederland is zijn identiteit verloren en mag helemaal geen echte kleuter meer zijn, want wij gaan voorbij aan deze unieke levensfase, waarin wereldverkenning, verwondering, beleving en zintuiglijke waarneming centraal zouden moeten staan. Kinderen zouden vanuit eigen ervaring en beleving hun inlevingsgevoel moeten kunnen ontwikkelen en van daaruit moeten leren hun medemensen en hun omgeving met respect te bejegenen. Hierdoor is een enorm hiaat in de ontwikkeling en de opvoeding aan het ontstaan, met alle gevolgen van dien. Dit gebrek aan oerervaringen kan niet worden gemeten in zo’n
observatie/registratiemodel op de korte termijn, maar zal zich pas op de lange termijn gaan wreken. Wij zijn de kweekvijver van een neurotische, egocentrische samenleving en daar wens ik niet aan mee te werken.
Tevens zorgt het feit dat onderwijsvernieuwingen als projectielen op ons worden afgevuurd, zonder de tijd om ze zorgvuldig te kunnen implementeren, voor de nodige frustraties. Ik constateer dat ook mijn collega’s balanceren op het randje van overspannenheid en dat hun het plezier in het lesgeven, door alle contemporaine eisen in het huidige  onderwijsbeleid, wordt ontnomen. Zover wil ik het bij mezelf liever niet laten komen. Ik lijd reeds aan beroepsdeformatie en oververmoeidheid, ik verwaarloos mijn familie en vrienden, heb weinig tijd om de actualiteiten bij te houden en besteed vrije dagen en weekenden aan mijn werk en dit alles terwijl ik slechts parttime werk. Mijn lichaam is moe en mijn hoofd draait overuren om alles op een rijtje te kunnen houden. Nadat ik van een collegaatje hoorde dat ze het afgelopen weekend geen enkel moment van rust en aandacht voor haar gezin had weten in te bouwen, wist ik dat het niet alleen mijn probleem was.
De eisen, die ons worden gesteld, grenzen aan waanzin.
Daarnaast wordt op deze wijze ook nog eens een latente burgerlijke ongehoorzaamheid gecreëerd, omdat onmogelijk aan alle eisen kan worden voldaan. Het weten, dat bij alle activiteiten onzorgvuldigheid de boventoon voert, omdat ook het onmogelijke, in onvoldoende mate, helaas direct gedaan moet worden, brengt ook veel frustraties met zich mee.
Resumé: iedereen werkt zich te pletter, maar niemand houdt daar nog een voldaan gevoel aan over. Het werk is n.l. nooit af en de kans om de zorgvuldigheid te betrachten, waar ieder kind recht op heeft, wordt ons ontnomen door het enorme aan ons opgelegde pakket aan eisen. Na gedane arbeid is het niet meer goed rusten in het hedendaagse onderwijs.
Ook het contact tussen de teamleden heeft onder deze werkdruk vreselijk te lijden. Wij hebben op onze school een geweldig team, maar de momenten waarop je met collegae van gedachten kunt wisselen zijn spaarzaam geworden. Zij zijn door hun drukke werkzaamheden slechts passanten, die je in de gang groet. Indien een van de collega’s een zware periode doormaakt, maakt hij/zij dat kenbaar via de mail, omdat er te weinig gelegenheid is voor een persoonlijk gesprek. Het sociale aspect is verschraald door de werkdruk. Ooit vielen ouders bij het binnenkomen als een blok voor onze school,, zonder enig methodisch achtergrondverhaal te hebben aangehoord, omdat ze vonden dat ze in een warme, blije
sfeer stapten waarvan ze hun kind graag deel wilden laten zijn.
Ik kan alleen maar constateren dat ik vaak het dubbele aantal uren werk van mijn wettige aanstelling en daarin voornamelijk met secundaire zaken bezig ben om aan de buitenkant te voldoen, in plaats van dat ik [in een tijd waarin de behoefte aan een warme, veilige plek voor kinderen alleen maar groter is geworden] bezig
ben met de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen in mijn groep en daar pas ik voor. Neem daarnaast ook nog de cabareteske plannen op het gebied van passend onderwijs en zorg op maat. Wat een giller, we zijn er nooit verder van verwijderd geweest en die afstand groeit nog steeds! Mijn ambities liggen echt op een hoger niveau, ik wil niet dat mijn onderwijsaanbod economisch inzetbare pionnetjes aflevert, maar ik wil streven naar een maatschappij met sociaal vaardige en respectvolle mensen, waar ik mijn steentje aan
heb mogen bijdragen. Onderwijs is dé investering in onze toekomstige samenleving en grote zorgvuldigheid is daarbij geboden. Mijn besluit ligt daarom vast: ik ga stoppen met het geven van onderwijs, ik heb n.l. niets meer te verliezen, mij is alle zin in en van het lesgeven ontnomen.
De kleuter in Nederland heeft zijn bestaansrecht verloren. Ik geef de strijd op.”

07 oktober 2013

De Groningse klei

Gemaal
Vorig jaar heb ik rond deze tijd een wandeling gemaakt over een stuk dijk langs de Dollard, één van de weinige inhammen die de Nl-se en Duitse kust kennen (denk aan de Lauwerszee, de Zuiderzee die werden afgesloten met dijken). De Dollard, met z'n in landbouwkringen geroemde klei; volgens zeggen is dit de vruchtbaarste klei ter wereld. Vanouds wordt hier graan verbouwd, maar aardappels en uien heb ik ook op het land gezien. Eerst de lange reis naar Nieuweschans; ik was al om 5.00 uur opgestaan en was pas rond 10.30 uur in Nieuweschans. Ik wilde een stevige wandeling maken, eerst door de kleilanden naar het gemaal bij de Dollard, dan langs de dijk en de schorren en weer naar Nieuweschans via een andere route. Inmiddels begin ik de streek een beetje te kennen, dus het feest der herkenning was volop. Het was mooi weer en ik begon het behoorlijk warm te krijgen ondanks de wind. In de aanloop liep ik door de landerijen; bij een boerderij sprak ik iemand aan; zij vertelde mij dat het graan was geoogst en dat er alweer was ingezaaid. De akkers lagen er bij als biljartlakens; eerst geploegd en gezaaid en geëgd. Maar volkomen levenloos; geen vogel, geen insecten; slechts een doodenkele keer een molshoop te zien. Slechts één paddenstoel stond heel merkwaardig als heldhaftige solitair ergens op zo'n enorme kleivlakte.
Verderop kwam ik langs een akker waar de aardappels waren geoogst; in o'n geval voel ik me minder gegeneerd om een tweetal van die prachtige, vergeten aardappels mee te nemen om deze week op te eten (ze smaakten geweldig lekker!). Je ziet vrijwel geen mens in die zonnige verlatenheid; prachtig vind ik dat. En dan over die dijk; ditmaal had ik mijn verrekijker bij me; i.t.t. de akkers waren er hier in de kwelders/schorren enorme hoeveelheden vogels; diverse soorten ganzen, eenden en in de natte plekken ook steltlopers. Als er zo'n vlucht ganzen opvliegt lijkt het wel een straalvliegtuig van kabaal; een geluid van vitaliteit dat mij steeds vrolijk stemt.
Veld met uien
Nadat ik de dijk bij een monument voor het voormalige uitwateringskanaal van de dijk was gedaald liep ik weer door de akkers. Hier een plek waar de uien werden geoogst; ze lagen nog op het land; zoveel uien heb ik nog nooit bij elkaar gezien; onafzienbare rijen. Maar toch, net als Jantje die de pruimpjes liet hangen, vond ik het ongepast om er eentje mee te nemen (heb ik vorig jaar trouwens wel gedaan, maar toen lagen er "vergeten" uien na de oogst).
Ik had ingestoken op de terugreis met de trein uit Nieuweschans van 14.50; dan moest ik wel stevig doorlopen; geen probleem (dacht ik toen nog). Het was ook niet zo ver meer; via Drieborg, langs het fietspad; maar ik zag een afslag door het land; het bekende wit-rood van de GR paden lokte mij en daar liep ik over een hobbelig graspad, de sloot oversteken en richting Nieuweschans, maar wel langer dan mijn aanvankelijke route. Nog maar eens stevig aanzetten en à tempo naar Nieuweschans waar ik nog net de achterlichten kon aanschouwen. Tja wat dan met het dalvrij abonnement? De Arrivatrein van 15.50 kon ik nog ongestraft nemen en toen maar door naar Leeuwarden want wat moet je van half vijf tot half zeven in Groningen. In Leeuwarden lekker gegeten in eetcafé "De lachende koe", volgens zeggen de gezelligste plek in Leeuwarden. Was inderdaad aanbevelenswaardig. En toen de lange reis terug. Ik geloof dat ik pas om 23.00 uur m'n nest in rolde.

06 oktober 2013

Vragen van een dochter

In mijn boekenkast staat een klassieker: "Vragen  van Milinda", een filosofisch boek van meer dan 2000 jaar oud waarin een Indo-Griekse koning zijn levensvragen voorlegt aan een Boeddhistische monnik. Ook de vragen van mij dochter hebben betrekking op levensvraagstukken.
Eerder berichtte ik al dat er heden een soort echo plaatsvindt van de babyboom; een golf van geboortes van kleinkinderen van de echte babyboom generatie, de generatie waar ikzelf toe behoor. Eerlijk gezegd vroeg ik mij af of de huidige generatie van jonge ouders zich wel eens afvroegen of zij hier verstandig aan deden; we leven toch wel in een tijdperk van grote onzekerheid; de aarde raakt uitgewoond; milieuvraagstukken, voedsel productie, water, klimaatverandering, en natuurlijk de grauwsluier van de financiële crisis. Maar ik had vooral de indruk dat de jonge mensen zich daar weinig tot niets van aantrokken en zich vrolijk in de relatieve rijkdom van de westerse wereld wentelden. Denk maar aan die peperdure ielepieleapparaatjes die nergens toe dienen, overmatige snoepzucht met adipositas als gevolg, snorfietsen met bewegingsarmoede als gevolg; ik kon het allemaal niet goed met elkaar rijmen.
Maar in de keuken, tijdens de bereiding van de maaltijd overviel mijn dochter me met de opmerking: "Pap, is het waar dat er over 50 jaar onvoldoende voedsel is?", gevolgd door de kwestie dat ze daar wel erg over in zit v.w.b. de kinderen en of het eigenlijk wel verantwoord is om kinderen in "deze wereld" te zetten; een item dat ook in de jaren 70, na het rapport van Rome al sterk speelde maar waar na een periode van een zekere ongerustheid heden geen enkele consequentie meer uit getrokken lijkt te worden, althans niet op individueel niveau.
Dan gaat er direct erg veel door je hoofd als vader; tenslotte heb je zelf die kwestie zodanig benaderd dat je kinderen op de wereld hebt doen komen en daar heel gelukkig mee bent geweest. In die zin heb ik ook geantwoord. Maar die vragen hebben mij niet meer losgelaten en ik blijf van mening dat het een goede zaak is om ook in onzekere tijden de vreugde van het ouderschap en niet te vergeten de vreugde van het kind zijn niet aan je voorbij te laten gaan. Overigens is dat van alle tijden; ook in tijden van oorlog werden kinderen geboren; tot in de 19e eeuw stierven mensen van de honger bij voedsel tekorten t.g.v. mislukte oogst. Maar er werden toch kinderen geboren; er was ook plek voor vreugde. Natuurlijk had je toen niet de mogelijkheid van geboortebeperking, althans niet zo makkelijk als sinds de laatste 50 jaar.
"Pap, jij bent ook niet bang om dood te gaan hè". Die vraag was veel makkelijker te beantwoorden: "inderdaad daar ben ik niet bang voor, dat hoort er net zo bij als om geboren te worden en ik ben ontzettend blij dat ik het leven heb gekregen; en een leven duurt altijd precies een leven, of het nu kort is of lang; als dat leven maar de moeite waard was!"

05 oktober 2013

Weer eens op de Strabrechtse heide

Stuifzand op Strabrecht
Vandaag was er een ALV van de sectie Thijsse van de Nederlandse Entomologsiche Vereniging. Vroeg op want de vergadering was in Heeze in het regio kantoor van Staatsbosbeheer. Jap, de voorzitter van de sectie houdt daar kantoor en we zijn er welkom. Eerst vergaderen en vervolgens een excursie olv Jap over de Strabrechtse heide; ben er vaak geweest maar met zo'n deskundige leiding pik je altijd weer nieuwe dingen op. Jan ten Hoopen, bosecoloog was erbij, altijd goed voor een interessant verhaal waar het insecten van dood hout betreft.
Maar eerst de vergadering natuurlijk. Het gaat behoorlijk slecht met de heide en dat komt vooral door de afwezigheid van micro-nutriënten, sporenelementen die niet alleen de dieren nodig hebben, maar ook de planten. Denk aan koper, cobalt, selenium, zink e.d. Vooral op de zandgronden zijn deze uitgespoeld door de invloed van de gebonden stikstof door industrie, landbouw en autoverkeer. Daar is helaas weinig aan te doen. Wat ik al zo'n jaar of 15 verwacht maar wat nu tot mijn schrik ook werkelijkheid wordt betreft de afwezigheid van deze sporenelementen ook in de producten van de intensieve landbouw. Jap vertelde in de vergadering dat koeien die gevoerd worden met mais, afkomstig van de al vele jaren intensief bemeste gronden zoals gebruikelijk bij de intensieve landbouw, onvoldoende micro-nutriënten bevatten zodat de beesten omvallen en extra voedingsstoffen nodig hebben. Dat voorspelt ook niet veel goeds voor de menselijke voeding uit de intensieve landbouw: iedereen aan de Davitamon Totaal zou ik zeggen. De reden hiervoor hangt hoogstwaarschijnlijk samen met de grote hoeveelheden gebonden stikstof in de atmosfeer maar vooral in de uitgereden mest die de voor opname van genoemde micro-nutriënten zo belangrijke mycorrizza het leven onmogelijk maken. Deze schimmels vormen een verlengde van de haarwortels en spelen een belangrijke rol bij de opname van mineralen. Ik word niet vrolijk van deze bevindingen; het hele ondergrondse ecosysteem begint om te donderen en wat dan? We hebben tenslotte slechts één aarde!
Na de vergadering gingen we letterlijk de hei op en vertelden Jap en Jan van alles over wat er leeft en ontwikkelt op de heide. Buitengewoon interessant. Moe maar voldaan kwam ik weer thuis.

04 oktober 2013

Roos is jarig!

Een heuglijke dag: Roos vierde vandaag haar verjaardag, haar 61e alweer. De ochtend begon al goed met telefoontjes van familie, felicitaties over facebook. Gezellig als er aan je wordt gedacht. We zouden er een gezellige dag van maken in den Haag, op bezoek bij Arja en de kids. Evenals Walter moest Arja wel werken, dus we konden om 4 uur op de thee komen. Dus eerst naar den Haag naar het gemeente museum. Een heel interessante tentoonstelling in het kader van het menselijk lichaam; misschien voor lieden met een wat zwakkere maag niet verstandig; een keur van "anatomische lessen", waaronder natuurlijk de bekende van Rembrandt aan de snijtafel met professor Tulp en zijn staf. Maar ook moderne werken in dit zelfde macabere thema van Demian Hirst en andere moderne kunstenaars. Misschien niet allemaal mijn goesting maar daarom niet minder interessant.
Als een jong vogeltje doet ze steeds gulzig haar mondje open
Tevens waren de meesterwerken uit het Mauritshuis, dat voor langere tijd wegens verbouwing gesloten is, hier ook opgehangen; wist ik niet; feest van herkenning. Het Gezicht op Delft van Johannes Vermeer hing er. Ik was 2 weken geleden nog op die plek bij mijn bezoek aan Delft.
Vervolgens met een vloeiende aansluiting van lijn 11 en lijn 4 naar het Monnickendamplein en naar Arja.
Daar werd net afscheid genomen van haar pupilletjes; Gijs herkende mij direct: "daar is opa boekje". Kleine Evi zat tevreden op Arja's arm en keek wat gereserveerd naar die ouwe kop van mij. Roos werd allerhartelijkst begroet door de kids. Ik vind dat zo'n groot genoegen dat kleine spul; ik had de neiging om meteen alles wat ik voor ze had meegenomen uit te gaan delen, maar ik hield me in. Arja moest van alles vertellen en vergat de thee; Roos had fondant en chocolaatjes meegenomen voor bij de thee; die hebben we ons goed laten smaken. Gijs en Arja konden er nauwelijks afblijven; ik natuurlijk wel met de van mij zo bekende zelfbeheersing (har har). Ik had een boekje voor Gijs en kleine appeltjes (Gijs appeltjes), nog uit de Bellet, Zuid Limburg, lekkere appels van een boomgaard hier uit de buurt van de Bilt, een mandje voor Evi met kleine schoentjes uit Madeira
Het leukste vond ik wel dat ik Evi mocht voeren met eten: "pap wil jij dat doen". Arja weet natuurlijk dat ik dat hardstikke leuk vind; dat gulzige vogelbekkie telkens opengesperd voor een lepeltje broccoli of yoghurt.
Daarna koffie en weer naar huis. In de trein terug zat Roos heerlijk te slapen. Thuis nog een glaasje wijn gedronken vanwege de verjaardag en daar belde Tycho nog. En toen tegen twaalf uur in Morfeus armen; ik moest weer vroeg op vanwege een vergadering de volgende dag.

03 oktober 2013

Station Bilthoven

Station in vroeger tijden
Ik heb het altijd een intrigerende gedachte gevonden dat het inmiddels mij zo dierbare dorp Bilthoven haar oorsprong heeft te danken aan de vestiging van een station. Dat is dit jaar 150 jaar geleden. Het lag kennelijk helemaal niet in de planning van de toenmalige spoorwegmaatschappij, in dit geval de Nederlandsche Ventraal-Spoorweg-Maatschappij die de lijn Utrecht-Zwolle-Kampen exploiteerde. Door toedoen van Jonkheer van den Bosch, de toenmalige bewoner van Jagtlust, kwam dat station er. Daarvoor stelde hij de grond beschikbaar en nam hij een groter aandeel in de spoorwegmaatschappij. Daardoor kwam er op de kruising van de Soestdijkseweg en deze spoorlijn een station waar aanvankelijk 2 treinen per dag stopten in beide richtingen. Dat liep snel op aldus het artikel in "De Vierklank" dat ik hier in belangrijke mate zit over te schrijven, maar ik vind dit zo'n interessant verhaal dat ik het in mijn Weblog wil vastleggen. In 1902 al 52 keer in beide richtingen en nu vier keer per uur vanaf 6.00 uur tot na middernacht in beide richtingen. Het dorp dat snel ontstond rondom het station kreeg in 1917 de naam Bilthoven.
Dankzij mijn Dalvrij Abonnement kom ik nog steeds vrijwel dagelijks op dit station waar een plaquette is geplaatst vanwege het 150-jarig bestaan. Daar zal ik een foto van maken voordat de grafitti het beeld hebben ontluisterd.

02 oktober 2013

De esdoorn in de Kinkerstraat

Vandaag hebben we genoten van het prachtige herfstweer door een wandeling te maken vanaf station Hilversum Sportpark. Direct al naast het station viel ons de opmerkelijke architectuur op; karakteristieke prominent metselwerk, kleine ramen met opvallende kleuren. Verderop in de wijk de zelfde architectuur en de zelfde kleuren. Volgens ons is het een wijk die werd ontworpen door architect Dudok. Moeten we maar eens aan vriend Peter C. vragen of misschien kan ik hem zelfs verleiden om een keer samen door die wijk een architectuur wandeling te gaan doen.
Door de wijk en verder door nieuwbouw, scholen en wat kantoren richting Hollandse Rading. Een rustig gebied met loslopende grasmaaiers oftewel grote grazers. Deze hebben we niet gezien maar wel hun enorme uitwerpselen die zo goed zijn als bemesting voor de tuin. We moesten ze helaas laten liggen (har har). We kwamen twee maal bij een onbewaakte spoorwegovergang, slechts voor voetgangers. We hebben rondgelopen in het verlaten gebied en zijn naar de Utrechtseweg gelopen om daar bus 58 te nemen. En daar zag ik iets dat ik lang geleden al opmerkte; de vruchtjes met vleugeltjes. Natuurlijk moest ik Roos weer vervelen met mijn verhaal van vroeger.
Mijn grootmoeder woonde in de jaren vijftig, dus in mijn prille jeugd in de Kinkerstraat; een carré van huizen met in het midden daarvan een soort kashba van schuurtjes, wat bomen en daartussen loslopende katten. Als mijn grootje wat te eten had voor die katten dan maakte ze een bepaald lokkend geluid en direct keken een tiental paren kattenogen naar boven. Dan kwakte ze de lekkernij naar beneden. En als het herfst was dan vielen er uit die boom allemaal van die gevleugelde zaadjes; een schitterend fenomeen daar in die wat groezelige binnentuin, zichtbaar vanaf het balkon van het huis waar ik ooit geboren ben. Ik werd er als kind door gefascineerd. Roos gooide een zaadje omhoog en ja hoor, daar kwam het draaiend rustig naar beneden, net als zo'n 60 jaar geleden.
Een esdoorn is het, de maple leaf, symbool van Canada.

01 oktober 2013

Nederland, ielepieleland

Het was "opvallend" hoe weinig lieden je in Madeira zag met zo'n smartphone of zo'n ander ielepieleapparaatje waarmee je voortdurend socialaist met je "vrienden"; een enkele NLse toerist zag je wel tijdens de verveeluurtjes in de centrale hal beneden in het hotel (daar was gratis Wifi) en zelfs af en toe op straat. Maar de Madeirezen zelf zag je vrijwel niet met zo'n peperduur communicatieapparaatje op straat.
En vanmorgen weer eens met de trein stapte ik in en viel het me op dat vrijwel iedereen scheel zat te kijken naar zijn, of eigenlijk meer haar piepkleine schermpje met ongetwijfeld uiterst belangrijke informatie. Ik telde voor de statistiek; 12 personen zaten er in de coupé en daarvan zaten er 11 aandachtig met hun apparaatjes te spelen. Ook op straat, zelfs tijdens het lopen en fietsen; overal die apparaatjes en scheel kijkende lieden, vooral dames. Roos noemde het nieuwe woord hiervoor: sociobesitas. Het is in elk geval weer een verslavingsaangelegenheid die ik absoluut niet had verwacht toen ik begon met ICT