|
Op weg naar de eilandjes kapitein Ab achter
het stuurrad |
Dat was weer onrustig slapen. Als pensionado zonder echte verplichtingen vul je de dagen toch enigszins prikkelarm; het is eigenlijk maar zelden dat je nog iets daadwerkelijk moet. Vandaag was dat duidelijk anders; het was weer Eilandspolderdag vandaag; riet ruimen met de werkgroep; vrijwilligerswerk in de natuur. En dat betekent in de praktijk dat ik erg vroeg wakker word en zo ook hedenmorgen dus. Ik was wel bijtijds naar bed gegaan maar ja als ouwe vent moet je toch regelmatig even de blaas legen en na de tweede keer, om een uur of drie voelde ik dat ik toch niet meer in slaap zou vallen en ging ik maar verder lezen in de Oresteia van Aeschylos, het prachtige toneelstuk dat handelt over de tragische geschiedenis van de familie der Atriden, de nazaten van koning Atreus; een geschiedenis die door moord en doodslag gekenmerkt wordt.
|
Aan het werk met riet ruimen |
Als ontbijt nam ik middenin de nacht het restje erwtensoep dat ik nog had staan en later nog een boterham. Het was de laatste werkdag van het seizoen en dom genoeg dacht ik dat we die altijd beëindigden met een gezamenlijke lunch bij het restaurant in de wereldplaats Grootschermer (is helaas niet het geval; dat doen we pas na de veldexcursie, zoals ieder jaar?!). Maar goed, ik nam dus geen boterhammetjes mee voor de lunch.
Om tien voor zes de deur uit; was koud maar droog; van m'n vier winterjassen had ik de dikke Lodenfrei jas aangetrokken; lekker warm, ook aan de benen. Ik kreeg er later opmerkingen over; kennelijk werd deze jas als te chique ervaren om mee te werken; ik heb hem al zo'n kleine 40 jaar en draag hem als het rond het vriespunt is; voor hogere en lagere wintertemperaturen heb ik de andere drie winterjassen.
|
En ff bijpraten met Ben |
Nog voor zeven uur was ik in Amsterdam CS en om kwart voor acht al in Edam busstation. Intussen had ik een SMS van Ab gekregen dat er nog geen rook uit de pisbak kwam. Nu moet u lezer natuurlijk weten dat het eerste dat ik doe als ik de bus uit ben gestapt even urineren in "de krul" van Edam. En inderdaad stond het bekende autootje van SBB al klaar met de grijnzende koppen van Ab en Rob. En toen als een speer naar De Rijp om de taart op te halen die Corinne onze werkgroep altijd doet toekomen. Hoezo taart?! het waren er twee; een enorme appeltaart met slagroom en een Schwarzwalder Kirschtorte die er weer in gingen als het evangelie in een weduwvrouw!
Aangekomen in ons clubhuis, de werkschuur van SBB in Grootschermer ging Rob direct aan het koffie zetten en al snel liep het kantoor resp. onze vergaderzaal helemaal vol. De lokale politiek en vooral de onkunde van onze bestuurderen werd grondig doorgenomen en becommentarieerd op steeds luider toon. Ab kon met moeite de stemmen tot bedaren brengen om het briefje van Corinne voor te kunnen lezen. De werkgroep lijkt wel steeds aan te groeien; volgens mij komt dat door die heerlijke taarten van Corinne want naar ik begreep lijden de meeste werkgroepen aan bloedarmoede.
|
Lekker fikkie stoken |
Ik nam een stevig stuk appeltaart indachtig dat ik het daar waarschijnlijk de hele werkdag op moest doen door het ontbreken van verdere leeftocht. Dat bleek overigens niet het geval want Cor voorzag mij ongevraagd van twee heerlijke boterhammen en Kees voorzag mij van een krentenbol. Verder had Johan een verrassing; op een driepoot en vuurtje warmde hij een grote pot erwtensoep op die hij in de boot serveerde; nog dank Johan, leuke geste.
Zo rond negen uur vertrokken we met twee boten; Ab had al een eilandje voorgemaaid, hij zette ons daar af en ging zelf naar een volgend eilandje om dat te maaien. Door de nieuwe veiligheidsmaatregelen werkt Ab in hoge mate separaat van de opruimers; niet zo gezellig voor hem, maar niet alleen een stuk veiliger maar ook minder herrie voor de opruimers; vind ik wel prettiger werken.
|
Erg veel ganzeneieren waren er niet maar gelukkig
had Marije voor iedereen een chocolade ei |
Als gezegd is de werkgroep behoorlijk groot en dan schiet het werk snel op; na een uurtje verkasten we dan ook naar het volgende eiland en schoof ook Ab door. Zo ging dat een paar keer waarbij we nog eilanden aandeden om ganzeneieren te zoeken en tussendoor ook lunchten.
Het verzamelde riet werd, zoals Ab dat eufemistisch benoemt, "warm afgevoerd", oftewel in de fik gestoken en dat vond ik geweldig. Het deed me zo denken aan mijn kinderjaren zo rond de kerst. Instinctief had je dan iets met vuurtje stoken; de kerstbomen waren daarbij natuurlijk de brandstof die zo rond nieuwjaar door de mensen naar buiten werden gedaan. We verzamelden die en stookten daarmee vuur. Aardappelen werden in de hete as gepoft en 'savonds stonk je een uur in de wind naar de rook waar je in had gestaan. En de lucht van dat brandende riet was precies als die lucht van vroeger. Ik kon het ook niet laten om met de riek in het vuur te poeren en steeds weer brandstof op de hoop te gooien; als dat kleine jongetje van vroeger stond ik ervan te genieten.
Gelukkig kon ik met Tjeerd mee terug rijden naar Maarssen waar ik op het nippertje de trein naar Utrecht haalde. Ik reed direct door naar Peter Sp. waar ik onlangs mee gesproken had in de sauna en die wel zo'n ganzenei van me wilde kopen. Natuurlijk heb ik er eentje gegeven, niet meer dan 1 want er lagen er nog niet zo gek veel vanwege de koude van de laatste weken waarschijnlijk.
Behoorlijk uitgevloerd kwam ik thuis; nog even naar AH om soepgroente te kopen en nog even de soep op basis van de rundertongbouillon afgemaakt; werd een heerlijk soepje! Nog een half biertje gedronken met Roos en vroeg slapen; was direct vertrokken.