29 februari 2016

Als boswachter vermomd

Geen commentaar. Foto Peter C.
Vandaag een gezellige dag met mijn goede vriend Peter C. doorgebracht; lekker de hele dag zitten ouwenelen over van alles en nog wat en dat op de - zoals ik later zou horen - de zonnigste schrikkeldag ooit! Relaxed laat opgestaan en met de trein van 9.00 uur naar Spaarnwoude waar Peter net 3 minuten stond te wachten. Direct door naar zijn hoogbejaarde moeder. Ik mag de oude dame - ze is bijna 97 jaar oud - graag en als we bij Peter in de buurt afspreken gaan we altijd even bij haar langs dus ook deze keer. Was weer genoeglijk.
De laatste tijd zit ik wat te filosoferen over het gevoel dat bij het ouder worden hoort in het kader van "vroeger was alles beter". Objectief weet je natuurlijk dat dat onzin is, en toch bekruipt dat gevoel niet alleen mij maar ook andere ouderen. En nu wilde ik dat wel eens voorleggen aan Peters' moeder. Ook zij vond de huidige tijd met al haar dreigingen bijzonder ernstig. Indirect bevestigde ze mijn vermoeden dat het toch vooral aan de leeftijd ligt dat je een wat somberder kijk op het heden krijgt; toen ik haar voorhield dat zij haar jong volwassen jaren toch in de oorlog had gesleten schetste ze een vrolijk beeld dat ondanks de grote beperkingen eigenlijk heel positief was. Je moest voor een bruiloftsmaal zelf de ingrediënten meenemen naar het restaurant, maar feestelijk was het! Het is dus inderdaad een leeftijdskwestie althans daar houd ik het vanaf heden op en ik leg de somberheid van mij af voor zover dat in mijn vermogen ligt.

Vervolgens gingen Peter en ik van het mooie weer genieten in de Amsterdamse waterleidingduinen. Ik had mijn groene Lodenfrei jas aan en daarbij mijn Tiroler groene hoedje omdat ik in de gauwigheid geen muts kon vinden in de schuur. We waren nog maar nauwelijks onderweg in de duinen of ik werd aangezien voor een jager. Er liep genoeg "wild" rond; achter een mevrouw met boterham stond een damhertebok te wachten of er iets voor hem over zou schieten; het stikte er van de herten en een jager zou zijn hart kunnen ophalen. Het water liep me in de mond maar die mevrouw zou nooit een levend beest kunnen doden aldus zeggen.
We liepen naar het voormalig pompgebouw van het waterleidingbedrijf en aten een boterhammetje. Het was heerlijk weer. Even verderop werd ik aangesproken door iemand die dacht dat ik boswachter was; ik vond het hilarisch; kleren maken de man kennelijk nog steeds. Die mevrouw wilde gewoon niet geloven dat ik ook voor het eerst op die plek was.
We hebben nog even iets gedronken in het gezellige restaurant bij station Overveen en toen scheidden onze wegen weer. In april gaan we weer een paar dagen samen op stap; dit keer naar Berlijn aldus de plannen. Gaan we weer verder ouwenelen.

28 februari 2016

Een ganzenroerei

Ganzenei ter consumptie
Een kinderboek uit mijn jeugdjaren, "Charlotte's web" , handelend over de lotgevallen van boerderijdieren met als hoofdpersonen de spin Charlotte en het varken Wilbur, maar met bijrollen voor een gans en een rat die beschikte over een ganzenei. Dit als introductie van deze Blog.
Vorig jaar heb ik feitelijk voor het eerst echt een ganzenei gezien en mijn handen zelfs gewarmd aan eieren uit een onder dwang verlaten ganzennest; nog net gered voordat de vrijwilliegers deze eiren in de sloot gooiden. Er zijn zo ontzettend veel ganzen in de Eilandspolder dat van een plaag gesproken kan worden.
Maar gisteren kwam Ab aanlopen met een eierdoos met daarin een tweetal snaterverse ganzeneieren. En daarvan heb ik er vanmorgen eentje tot een roerei verwerkt. Was wat kruimeliger maar vooral ook veel smakelijker dan een roerei van kippeneieren, hoewel die ook zeker niet te versmaden zijn.
Eigenlijk is het ontzettend zonde dat al die tienduizenden vernietigde ganzeneieren niet voor consumptie gebruikt worden net als al die ganzen die "geruimd" worden. De vernietiging van voedsel uit het wild gaat mij echt aan het hart. Maar dat roereitje ging er goed in met een sneetje zelf gebakken brood.

27 februari 2016

Door het natuurgebied de Hoge Veluwe

Jachthuis St Hubertus
Een paar jaar geleden had ik op 1 étappe na het hele Trekvogelpad gelopen. Die ene étappe was die door het park de Hoge Veluwe liep; dat kost toegangsgeld en dat deed ik "dus" niet; stom, stom stom! Want vandaag hebben we dat met z'n drietjes gelopen, Roos, Ab en ik en het was een "tadelos" mooi stuk met cultuur en natuur en op dringend verzoek van Ab hebben we het Kröller-Müller museum zelfs overgeslagen. Volgens Ab kan cultuur-beleving altijd nog wel en moet je in je actieve jaren puur natuur genieten; is wat voor te zeggen.
Ab kwam ons ophalen met de auto en we reden naar Otterlo en met de bus naar Hoenderloo alwaar we eerst bij "De Boer'n kinkel" chocolademelk met notencake nuttigden. En toen met de kijker om ons nek door het park op geleide van de GPS-track en de wit-rood tekens. Hoewel we nauwelijks vogels hebben gezien was het een schitterende wandeling en niet alleen vanwege de natuur.
Windroos op uitzichtpunt
Door toedoen van de heer en mevrouw Kröller-Müller is dit prachtige natuurgebied in stand gebleven maar vind je ook fraaie restanten van hun activiteiten van zo'n tachtig jaar geleden. Niet de minste is natuurlijk het jachthuis St Hubertus, maar we vonden nog meer architectonische schatten zoals de restanten van het nooit gerealiseerde grote museum zoals mevrouw Kröller dat in gedachte had (had ik al eens eerder gezien met Peter C.) en een molengebouw van de architect Henry van der Velde - heb ik voor vriend Peter C. gefotografeerd - en een windroos op een uitzichttorentje. Vanuit de verte ook het standbeeld van generaal de Wet.
Na 16 kilometer kwamen we weer aan in Otterlo en bracht Ab ons met de auto weer terug naar De Bilt. Was ontzettend gezellig geweest zo met z'n drietjes.
Ondanks mijn rozerigheid heb ik nog boerenkool toebereid; na het eten kon ik mijn ogen nauwelijks meer open houden; dus heerlijk geslapen.
Pomphuis van architect Henry van der Velde. Foto speciaal voor architect en vriend Peter C

Roerend vond ik het gezicht op het graf van de heer en mevrouw Kröller-Müller bij de Franse Berg.

26 februari 2016

Oren uit laten spuiten

Mijn moeder kon ons kinderen altijd op duidelijke manier laten merken dat we niet geluisterd hadden wanneer we iets deden dat niet mocht of juist iets niet deden als ze het gevraagd had: "moeten je oren misschien uitgespoten worden?" Dat leek mij iets verschrikkelijks; je oren uit laten spuiten zou dat geen pijn doen; hoe zou dat voelen. Dat dreigende in mijn moeders stem heeft er lang voor gezorgd dat die handeling mij toch wel enige angst inboezemde. Maar dat is in de loop der decennia toch wel over gegaan.
Vorige week was ik zo dom geweest om weer eens ouderwets in m'n oren te peuteren en zelfs met mijn brillenpoot in mijn gehoorgang te rommelen; moet je niet doen, dat weet ik ook wel, maar toch?! En zo kon ik deze week echt vrijwel niets meer horen met mijn linkeroor. In de bridgeclub afgelopen dinsdag verstond ik iedereen verkeerd; hilarich, maar niet leuk.
Ik had dinsdag wel direct een afspraak gemaakt bij de doktersassistente en op haar advies vanaf dat moment mijn oor gedruppeld met olijfolie. Vanmorgen was het zo ver en ging de assistente met een spuit met warm water mijn oor reinigen. Het was zo gebeurd en de hoeveelheid vuiligheid die zij eruit had gespoten overtrof mijn stoutste verwachtingen. En nu hoor ik weer prima!
Roos zat in de wachtkamer want we zouden direct doorgaan naar het van Goghmuseum voor de tentoonstelling over prostitutie in de Franse kunst. En dat was toch niet helemaal onze "goesting". Als schilderkunst natuurlijk best goed, maar als onderwerp nogal ontluisterend en niet alleen de foto's van de syfilitische prostituées maar vooral ook de armoede die veelal tot prostitutie drijft. Pablo Picasso had een prachtig schilderij gemaakt in de gevangenis waar de met geslachtsziekte besmette dames werden opgesloten; de diepe triestigheid die van het gezicht te lezen was raakte ons diep. We zijn feitelijk "halverwege" omgedraaid en weggegaan en toen naar het Stadsarchief in de Vijzelstraat voor een tentoonstelling over de 200 dagen die Vincent van Gogh heeft doorgebracht in Amsterdam. Op dringend advies van de entrée dame gebruikten wij de audio-tour en die was inderdaad van grote toegevoegde waarde; je hoorde als het ware Vincent en zijn familieleden voordragen uit de bewaarde brieven. Nog een versnapering in het restaurant van het stadsarchief en toen weer naar huis. Gezellige dag alles bij elkaar en ik kan weer prima horen.
Toen ik thuis gekomen mijn e-mail bekeek zag ik een vraag van Ab of ik zin had om zaterdag te gaan wandelen op de Veluwe; Roos wilde wel mee, dus dat zou gezellig met z'n drietjes worden!

25 februari 2016

Nòg een treintje vroeger?!

Gearriveerd op het busstation van Edam om 7.59 uur
Gisteravond heb ik Ab gebeld met de vraag of ik mee mocht doen; een daggie riet ruimen in de Eilandspolder. Hij was aangenaam verrast en natuurlijk mocht ik meerijden vanuit Edam.
Ik ben altijd wat precies met de tijd als ik met iemand heb afgesproken. Daarom neem ik als het even kan een trein eerder om in ieder geval op tijd in Edam te zijn ook al zou er storing zijn. Ab en Rob halen altijd eerst de taart op bij de bakker in De Rijp; de taart waarmee Corinne de werkgroep Eilandspolder sponsort. Als ik te laat mocht zijn - wat overigens nog niet heeft plaatsgevonden - dan zou Ab te laat zijn en de werkschuur nog niet geopend zijn voor de andere vrijwilligers. Dat wil ik vanzelfsprekend niet op mijn geweten hebben.
Vanmorgen om kwart voor zes naar beneden, laarzen en jas aangetrokken en op de fiets naar het station. Het had gesneeuwd vannacht en er reed een auto van de gemeente met strooizout over de fietspaden. Ik was vlot bij het station, zo vlot dat ik tot mijn verbazing zelfs de trein van 6.00 uur haalde, dus zelfs een half uur vroger dan noodzakelijk?! Ik heb van de weeromstuit maar een kopje koffie in Amsterdam CS genomen om wat tijd weg te werken en zat zo wat naar het nog zo rustige station te kijken; het was nog maar kwart voor zeven. Toen maar naar boven en een bus naar Edam opgezocht; Ab gebeld dat ik vroeger zou zijn en dat was allemaal OK.
Gebukt onder het gewicht van de verrukkelijke
mokkataart. Ging er weer goed in Corinne!
Aangekomen op Edam kwam Ab me al tegemoet terwijl ik op weg was naar "de krul" om de ochtendthee te lozen. Vervolgens het ritueel van de bakker in De Rijp waar Ab nog een gekke foto maakte van Rob en mij terwijl we de taart torsten. Gezellig weer in de koffiekamer van de werkschuur; er waren zoveel vrijwilligers dat er maar netan genoeg stoelen waren. Zo'n start in een "clubhuis" maakt het werken met zo'n werkgroep wel heel plezierig. Door de slootjes van de Eilandspolder naar het eilandje waar we ons in het zweet zouden gaan werken. Heerlijk gewerkt. 

24 februari 2016

Verder langs de Lek naar Maurik

Gezicht op Buren
Lekker vlot waren we in Buren alwaar we verder gingen met het Maarten van Rossempad. Het zou een mooie dag worden; weeronline had zelfs een 9 voorspeld maar dat zou wel wat erg sterk overdreven blijken. Maar het begon goed. We liepen van Buren naar Zoelmond en kwamen onderweg een buurtbusje tegen met achter het stuur een meneer met een fraaie lichtgrijze/witte baard. Ik noemde hem oneerbiedig een kabouter. Via een aantal onbekende plaatsjes - waar we althans nog nooit van gehoord hadden -  liepen we door boerenland en na een dik uur kwamen we weer aan een rivier, de Lek schatten wij, maar echt kennen doen we die rivieren die toch zo kenmerkend zijn voor ons kikkerlandje niet; eigenlijk wel gek. Roos was helemaal lyrisch over de uitzichten vanaf de dijk; zicht op Wijk bij Duurstede; ganzen in de uiterwaarde. Er stonden metalen stoelen, stevig gefixeerd op de rivierdijk. Tijd voor een boterham met uitzicht.
En toen verder naar de kruising der stromen; het Amsterdam-Rijn kanaal kruist hier de Lek. Op dat moment schoof er een enorme boot met metaalafval over de kruising der stromen; ik kon de naam van het schip met mijn Swarovski duidelijk onderscheiden: de Cunera.
Bij de sluizen konden we het kanaal oversteken en toen naar het Rijswijk (Gld); piepklein plaatsje, maar wel twee bushaltes. Opnieuw zagen we het buurtbusje met de zelfde chauffeur en we zwaaiden vriendelijk. We zouden hem in totaal vier keer ontmoeten op onze wandeling.
Op de dijk in Rijswijk stond een huis met een bordje: honing te koop en ja, die echte honing, direct van de imker kan ik nooit weerstaan en zo kochten we onverwacht een pot "zomerhoning", maar ook een pot "lindebloesemhoning" en die laatste is toch wel bijzonder delicaat van smaak. Nog genoeglijk staan praten met de imker en toen weer verder.
Helaas begon het wat te betrekken en kregen we af en toe een forse hagelbui op ons hoofd. We hadden besloten om door te gaan naar Maurik; dat moesten we ruim op tijd kunnen halen voor de incheck bij de NS voor 16.00 uur. Ik had verschillende bustijden van Maurik op een papiertje genoteerd en ik moest concluderen dat we bijna een uur zouden moeten wachten omdat we de bus hadden gemist. Maar Roos zette er de sokken in want zij had onderweg beter opgelet. Op een hoek stond ze me enigszins teleur gesteld op te wachten; ze had daar de buurtbus verwacht om deze tijd, maar wie kwam er op dat moment de hoek omgezeild? onze vriendelijke chauffeur. Hij bracht ons in Beusichem waar we de bus namen naar Tiel en op tijd konden inchecken. Was weer een fijne wandeldag!

23 februari 2016

Zelfs dàt komt terug

Als je wat ouder wordt realiseer je je dat je heel wat ontwikkelingen hebt mogen meemaken, bijvoorbeeld in het modebeeld; daarover gaat deze blog van vandaag. Sommige dingen zie je na enkele decennia terug komen zoals de minirok/minijurk maar niet alle - in mijn ogen -  leuke modebeelden zoals die uit de twintiger jaren van de vorige eeuw met dat grappige pagehaar, die lange kettingen en die lage heuplijnen in de damesmode; is eigenlijk nooit meer terug te zien geweest.
De kapot geknipte knieën in de spijkerbroeken zijn absoluut nieuw; je ziet er velen mee lopen; beetje zot in mijn ogen. Versleten plekken al meegeleverd vanuit de fabriek, ook origineel. Het is toch knap om ele keer weer iets nieuws te bedenken. Het décolletée - had ik nooit verwacht weer mee te gaan maken - zie je toch ook weer hand over hand terugkeren; leuk!
En dan de haarmode; alle lengten; alle kleuren van de regenboog zie je in het straatbeeld. In mijn jonge jaren had je dat vreselijke opgeknipte haar; kaal met een kuiffie zoals mijn moeder dat noemde; wat had ik er een hekel aan als ik weer naar de kapper moest op woensdagmiddag. Een groot aantal jongetjes die razendsnel met de tondeuze werden ontdaan van in de ogen van hun moeder overtollig haar. Jan Wolkers heeft er zelfs een van zijn boeken naar genoemd: Kort Amerikaans. Maar dat is tot mijn verbazing terug aan het komen. Volledig kale achterkant en zijkant van het hoofd bij de jonge mannen en dan het haar bovenop redelijk kort. Dat had ik nooit verwacht; vond het vroeger al een afgrijselijke dracht.

22 februari 2016

De vogels van het Houdringhebos

Zwarte specht
foto Hans van Zummeren
Eigenlijk ben ik een wandelaar die wel eens naar vogels kijkt met mijn Swarovski. Vaak vind ik het ook maar lastig en laat ik "dat zware ding" maar gewoon thuis of vergeet ik hem mee te nemen. Maar ik krijg steeds meer plezier in het opsnorren van vogels en vooral het bekijken hoe zij zich eigenlijk gedragen. Het is net zo gegaan als destijds met het leren van bridgen als bridgepaar met Roos; het advies van een deskundige is veel waard.
Zo gaf Cyria aan dat het niet alleen gaat om het zien van de verschillende soorten vogels maar vooral ook om hun gedrag te bestuderen en dat begin ik meer en meer door te krijgen. Zo zag ik vorig jaar hoe een Vlaamse gaai in de wintertijd feilloos wist waar hij zijn eikels had verstopt. Hij pikte in de grond en kwam met een volle snavel weer in beeld. En dat zag ik toen twee keer gebeuren.
Vlaamse gaai
Foto Hans van Zummeren
Het Houdringhebos is zo'n beetje mijn achtertuin; ik kom er al sinds 1980 dus al meer dan 35 jaar inmiddels. Onze tuin in de Hoflaan grensde zo'n beetje aan dit bos. In de beginjaren zag je in de tuin tal van vogelsoorten die ik als stadsjongen vaak nog nooit had gezien zoals de goudvink en tal van mezensoorten. En nu loop ik zeker in deze tijd nu er nog geen bladeren aan de bomen zitten die het kijken belemmeren lekker door het Houdringhebos te speuren, Swarovski in de aanslag. Had ik vorige week al een zwarte specht gezien maar de kijker net opgeborgen, daar hoorde en zag ik hem nu landen op een tak, hoog in een kale beuk. Hij zocht geen voedsel, zat niet te hakken, maar keek voortdurend actief om zich heen en maakte regelmatig luid kabaal zoals de zwarte specht dat kan doen. Hij bleef dit maar doen en was vast op zoek naar een partner. Ik heb geruime tijd staan kijken, tegen de lichte hemel in zodat ik het fraaie rode kapje slechts met enige verbeelding kon zien. Toen ik het zat was en doorliep vloog het schuwe dier weg. Ook hoorde en zag ik een zwerm staartmezen; fraaie vogels met hun bont-witte voorkant en hun lange staart; zenuwachtig, voortdurend bewegend en vliegend vogeltje dat je toch niet dagelijks ziet.
Winterkoninkje
Foto Hans van Zummeren
Toen ik verder liep hoorde ik opnieuw het geluid van de zwarte specht, maar nu veel rustiger en het leken er wel twee. En inderdaad zag ik een tweetal spechten dat mij gelukkig niet in de gaten had, in een dode boom aan het insepcteren leek het wel of er nestgelegenheid was. Op een zeker moment vloog het vrouwtje (?) weg even later gevolgd door de ander. Nu had ik wel de gelegenheid gehad om het fraaie tode kapje achterop de kop waar te nemen; mooie vogel. Verderop hoorde ik ook het geroffel van de bonte specht. Het begint echt al voorjaar te worden.
Onder een groep beuken zag ik een hele vlucht vinken aan het fourageren. Ik zocht in de groep of ik misschien ook een keep zag en ja hoor, dat was het geval, er zaten er zelfs twee tussen de vinken; mooie oranje vogels met lichte snavels. Tot slot nog een winterkoninkje en tevreden liep ik terug naar huis.

21 februari 2016

Nogmaals de genealogische krochten ingedoken.

Had Anneke bij mijn laatste ontmoeting met Gerti al uit oude documenten kunnen concluderen dat Roelof Landman en Artje Ariese de verbinding vormden tussen onze families, daar konden we nu dankzij het genealogisch document dat ik van Karel de V had verkregen concluderen dat Adriana Bömer-Landman, de overgrootmoeder van Gerti en Hendrika Landman, mijn overgrootmoeder, zusters waren. Ook een naam die ik wel eens had gehoord uit het verleden, "tante Billa" kwam uit de mist van het verleden naar voren; zij was de echtgenote van Tinus, broer van Adriana en heette Sybille en werd Billa genoemd, in mijn ogen een hilarische naam.
Het is wel grappig al dat gesnuffel naar namen uit het verleden en wat zegt het je nou allemaal bij elkaar?! toch vooral dat je tot het uiterste doorgeredeneerd allemaal familie van elkaar bent. Tegen die achtergrond krijgt de weerstand tegen vreemden, met name de vluchtelingen uit verre oorden toch wel een merkwaardig perspectief.
Tot het uiterste doorgetrokken kom ik dan toch weer terecht op mijn stokpaardje; het ontstaan van het leven in het overgangsstadium van de gloeiende plasmawolk via het afgekoelde stadium naar de uiteindelijke door de zon verwarmde en op gang gehouden situatie deed evolueren. Kortom, de algehele verwantschap van de biologische soorten, inclusief de mens.
'sAvonds hebben we nog fijn gestept d.w.z. op de computer van de NBB gebridged met onbekende, maar leuke tegenstanders.

20 februari 2016

Song Dong en Füchschen in Düsseldorf

Ontbijten met nicht Gerti in het gezellige eethoekje in de keuken
Bij mijn tripje met vriend Peter C. naar Hamburg en Bremen hebben mij de bezoeken aan de Kunsthallen aldaar zeer aangenaam verrast; prachtige Duitse kunst bij uitstek. Met gespannen verwachting keek ik dan ook uit naar het bezoek aan de Kunsthalle in Düsseldorf. Bij naspeuring op Internet tevoren had ik al zo mijn twijfels; een zekere Song Dong had een tentoonstelling aldaar. Nou ja, er zal toch ook nog wel een vaste collectie zijn met kunstwerken. Nou, niet dus.
Niet te vroeg opgestaan en na een gezellig ontbijt in het zo echt duitse, gezellige hoekje van de keuken gingen we de stad in, op weg naar de Kunsthalle. Eerst bij een Libanese Konditorei lekker koffie gedronken met Libanese "Süssigkeiten" , wat verder door de stad gewandeld en tot slot naar de Kunsthalle. En die Song Dong tentoonstelling was nog belachelijker dan ik mij in mijn stoutste dromen kon voorstellen; een soort gesorteerde vuilnisbelt en verder een opstelling van stenen met zitbankjes; te zot om nog een tentoonstelling te noemen. We waren dan ook heel snel uitgekeken op die waanzin. En van een vaste collectie was helemaal geen sprake. Weggegooid geld dus, maar daarom niet getreurd.
Bij een ontzettend leuke Brauerei opnieuw bier gedronken, nu was het Füchschen Alt bier; iets lichter dan het Uerige, maar nog lekkerder. In het ontzettend, maar wel gezellig kabaal van de grote ruimte zaten we aan de "Lügen Tisch". Naast mij zat een alleraardigste leeftijdsgenoot waar ik genoeglijk mee heb zitten klönen, oftewel kletsen. Ook hij had familie in Nederland; er zijn kennelijk veel gemengde Nederlands-Duitse families. Ik heb het bij 3 heerlijke altbiertjes gelaten; dat Duitse bier is toch wel heel erg lekker!
En 'savonds had Gerti ons uitgenodigd voor een etentje bij een Chinees restaurant; buffet van prima kwaliteit en een drukte van jewelste. Het restaurant was in een voormalige plantenkas gevestigd; een enorme ruimte en heel veel klandizie; de mensen stonden in een rij te wachten op een plek. Wij hadden geluk want we kwamen eigenlijk net voor een golf van nieuwe klanten. Maar het liep allemaal als een speer; de bediening liep heen en weer en kon het voedsel maar nauwelijks aanslepen. Was heerlijk.
Thuis gekomen nog een glaasje wijn en vroeg slapen. We hadden aanvankelijk gepland om zondag verder te gaan reizen met de Flixbus naar Trier en dan een paar dagen Luxemburg; de weersverwachting was helaas erg slecht en daarom hadden we voor vertrek al afgezien van deze verdere reis en het hotel in Trier gecancelled. Dus lekker uitslapen.

19 februari 2016

Nach Gerti, meine deutsche cousine

Onze grootmoeders waren nichten van elkaar, onze moeders achternichten en Gerti en ik dus achter-achter nicht en neef en niet eens meer familie maar toch hebben we over die vele generaties heen nog contact. Niet zo heel frequent; het is toch vooral vriendschap die bijeen wordt gehouden door  "the glue of a postage stamp", zoals Jan Wolkers dat eens benoemde in Turks fruit meen ik, maar toch.
Gerti stuurde mij afgelopen kerst een uitgebreide kerstwens met daarin ook de wens om elkaar binnenkort weer eens te ontmoeten. En daarom zaten Roos en ik vanmorgen al om half zeven in de trein op weg naar Venlo en aldaar verder met de internationale boemeltrein naar Düsseldorf. En dan is het alsof al die jaren wegvallen. De laatste keer dat we elkaar ontmoetten was zo'n tien jaar geleden.
'sMiddags kwam haar zoon Bernd met zijn vrouw en zoontje Clemens langs. Destijds bleek dat Gerti en ik vrijwel tegelijkertijd grootouders waren geworden; Clemens en Gijs zijn beiden in december 2010 geboren; daarvan heb ik nog verslag gedaan in deze Blog.
Leuk, bijdehand menneke die inmiddels grote Clemens. Hij wilde "der Ferry" begroeten en dat deed hij met de "high five". In de loop van dit weekend raakte grootmoeder Gerti niet uitgepraat; haar kleinzoon betekent vrijwel alles voor haar in deze wereld; leuk hoor.
Met veel Kaffee und Kuchen brachten wij de dag door en we raakten weer helemaal bijgepraat. 'sAvonds gingen we gezellig uit eten bij een restaurant - op mijn voorstel -  waar we tien jaar geleden ook hadden gegeten; een soort uitgebreid huiskamer restaurant waar de familie de keuken en het restaurant bestiert. Dietrich, de LAT-partner van Gerti was ook van de partij; we hebben ons het Huerige bier goed laten smaken. De avond nog afgemaakt bij Gerti thuis met een voortreffelijk glas Médoc en daarna geslapen als een Roos. Het is flink vermoeiend om de hele dag Duits te praten en dat, overgoten met heerlijk Duits bier doet een mens goed slapen.

18 februari 2016

De droom van de Ier

In het tweede deel van "de Bruggenbouwers" met de naam "Dandy uit het Noorden" komt nogal wat aan de orde op het gebied van politiek en oorlogvoering maar ook de houding jegens homosexualiteit. In het boek kwam de mij tot die tijd onbekende figuur Roger Casement naar voren. Natuurlijk vond ik op internet in de wikipedia een overzicht over wat deze omstreden figuur allemaal had gedaan. Een drietal zaken springen naar voren, zaken die allen draaien om onrecht dat een bepaalde bevolking wordt aangedaan. Hij heeft namens de regering van Engeland onderzoek gedaan naar de toestand in Congo, naar de ellende die de inheemse mensen werd aangedaan in het enorme gebied dat aan België was toegezegd en door Leopold II als privé bezit maar volstrekt zonder juridisch toezicht werd leeggezogen. Later werd hij voor een vergelijkbare missie uitgezonden naar Peru. En tot slot speelde hij een merkwaardige rol in de opstand van de Ieren tegen de Engelse overheersing, een activiteit die hem uiteindelijk op het schavot deed belanden.
Maar wat ook in de Wikipedia pagina werd genoemd was het bestaan van het hier genoemde boek, van de pen van Mario Vargas Llosa, niet voor niets Nobelprijswinnaar Literatuur 2010. In mijn Blog worden meer boeken van hem genoemd.
Het boek gaat vooral over wreedheid in die omstandigheden dat sprake is van een absolute macht, in dit geval niet van een Romeinse keizer of een andere despoot , maar van een groep Europeanen, voorzien van vuurwapens tegenover de oorsprokelijke inwoners, d.w.z. negerstammen, die nog nooit met onze "beschaving" in aanraking waren gekomen en Indianen, dus volkomen weerloze mensen. Uitbuiting, hebzucht en ongebreidelde wreedheid scheppen een onvoorstelbare hel; het heeft mij diep geraakt toen ik dit las. Vargas Llosa beschrijft het leven van Roger Casement op een indringende wijze en levensgetrouw, zij het in de vorm van een roman.
Uiteindelijk eindigt Casement aan de galg waarbij zijn geheime dagboek waarin hij zijn homosexuele activiteiten nogal expliciet heeft beschreven een rol heeft gespeeld. Homosexualiteit werd in die tijd nog als een misdrijf gezien.
Boeken van Vargas Llosa hebben eigenlijk geen leesadvies nodig; zijn alle zeer het lezen waard, maar ik wil het toch benoemen. 

17 februari 2016

Muziek kan zo ontroeren

Het boek "De droom van de Ier" over het leven van Roger Casement van de pen van Mario Vargas Llosa, gebaseerd op waargebeurde zaken heeft er keihard ingehakt bij mij. Wreedheid, natuurlijk niet op de enorme fabrieksmatige schaal als in het "Dritte Reich", maar van een wreedheid die dat nog overtrof; hoe kunnen mensen dat andere mensen aandoen. Het boek heeft mij ernstig geraakt en misschien verklaart dat deels wat mij vanmorgen overkwam toen ik achter de vleugel bij Roos kroop. Ik speelde van de Goldberg Variationen nr. 25, de diep emotionele variant die leed op een muzikale wijze vorm geeft. Voor het eerst speelde ik niet alleen de eerste helft, maar ook het tweede deel. Ging niet foutloos natuurlijk; vooral met die lastige syncopische en ritmisch lastige delen ging het bepaald niet vlekkeloos, maar ik kwam een heel eind en in tweede instantie klonk het zelfs een beetje zoals het hoort. Daarna speelde ik de finale, de laatste variatione met de bijna triomfantelijke maar toch ook heel bedachtzame climax en geheel buiten mijn wil om liepen de tranen over mijn wangen. Ik sloot af met het thema zoals het hoort.

16 februari 2016

Van Passewaaij naar Buren

De waag in Buren
De weersvoorspelling gaf een 10! en we hadden al gepland om vandaag weer een étappe van het Maarten van Rossumpad te gaan lopen. We wilden verder vanuit de plaats waar we de vorige keer waren gebleven, Heesselt; die vorige keer was het ook zulk prachtig weer. We zouden de buurtbus nemen in Tiel, echter door een "bijna-aanrijding" tussen Cuulemborg en Geldermalsen liepen we met de trein een zodanige vertraging op dat we niet meer konden hopen op een aansluiting met de buurtbus. Gelukkig wist ik dat je vanuit Tiel Passewaaij ook kon aansluiten op het Maarten van Rossumpad en dat hebben we gedaan. Daarmee werd het een wat korte wandeling naar Buren, maar wel een hele fraaie met name door het schitterende weer; rijp op de velden, lekker in de zon op een bankje gezeten en een boterhammetje geknaagd.
Standbeeld van het jonge gezin
van Willem de Zwijger en Anna van Buren
Buren kenden we allebei wel van eerdere bezoeken; erg vaak was ik hier niet maar ik wist nog dat het een fraai stadje was; het overtrof nog mijn verwachtingen. Vanuit de verte zag je al de toren boven de stadswal uitsteken. De binnenstad trad je binnen via een poort; een rustige stad, vrijwel zonder verkeer. Wat zou het mooi zijn als er helemaal geen auto's zouden worden toegelaten overpeinsde ik hardop. De waag met haar weegschalen nog intakt; een standbeeld van het jonge gezin van onze Vader des Vaderlands, Willem van Oranje met zijn jong gestorven eerste vrouw, Anna van Buren en hun twee kleine kinderen.
We liepen door het stadje heen, langs het voormalig weeshuis, nu Marechausse museum en lunchten op een bankje.
Met de bus terug naar Tiel en met de trein naar huis. Was een fijne wandeldag.
'sAvonds hebben we nog heel succesvol gebridged; op de derde plaats met 57%; we kunnen het nog! Roos speelde een paar spellen wonderbaarlijk goed af en met tegenspel vonden we elkaar ook goed; doet een mens goed.

15 februari 2016

Op stap met broer Henk

Bij het graf van onze ouders
Gezellig een daggie met m'n jongste broer op stap. We hadden afgesproken in Hoorn op het station. Ik stelde voor om even langs "het graf" te gaan; dat is natuurlijk het graf van onze ouders. Vaak wil ik als ik met een van mijn broers afspreek daar even langs; ze liggen tussen Hoorn en ENkhuizen, in Westwoud op een heel klein en intiem begraafplaatsje. We reden er al pratend heen en hoewel Henk een bijzonder geroutineerde chauffeur is rijdt hij steevast verkeerd wanneer hij door mijn gepraat wordt afgeleid. Maar uiteindelijk kwamen we er wel natuurlijk.
Het doet me toch zeker wat wanneer ik die gang naar dat plekje weer ga; ruim twaalf jaar geleden toen vader werd begraven en ik als laatste met mijn blote handen wat grond pakte en die op de kist wierp; later bij de teraarde bestelling van de urn met de resten van moeder.
Als ik zo'n dag met broer doorbreng is het ook geen wonder dat we praten over vroeger, over ons ouderlijk huis, over wat je voor elkaar hebt betekend, hoe je je hebt ontwikkeld, hoe verschillend je bent geworden ook al kom je uit het zelfde nest. Over de grootouders en hoe je e.e.a. hebt beleefd. En je weet elkaar ook weer te verrassen met een nieuwe verhaal dat de ander dan niet wist zoals dat Henk en onze andere broer Jan samen bij oma ten Brink gingen eten en dat ze dan een half witbrood met dik roomboter en suiker op zaten te nassen. Henk had die smaak van roomboter nooit vergeten maar vond die niet terug in de roomboter van de supermarkt. Daarom had ik op zijn verzoek een stuk van mijn boerenboter voor hem meegenomen; het haalde het toch niet bij de herinnering aan die boter van onze oma daar in de Jan Evertsenstraat.
En zo vloog de dag voorbij. We maakte een wandeling over de dijk vanuit Enkhuizen waarbij we nog een sneeuwbuitje op ons hoofd kregen. We beëindigden de dag met een broodje makreel; tja die Elverens blijven een stel vreetzakken; hebben we van onze vader, was ook zo'n snoeperd.

14 februari 2016

De witvlakvlinder in Zaandam

Het voormalig huis van mijn grootoudersanno 1975 schat ik
Czaar Peterstraat 60 in Zaandam
Een gekke samenloop van omstandigheden vandaag. Ik had Roos beloofd om vandaag chipolatepudding te maken. Belangrijk ingrediënt van dit smakelijk nagerecht zijn walnoten en aangezien ik slechts ongepelde walnoten, nog uit Schin op Geul in huis heb moest ik de waterpomptant zoeken; een notenkraker bij uitstek! Onlangs hebben Roos en ik enige ordening in mijn huishouding aangebracht - vooral Roos nam de ordening op zich - en daarbij was mijn "gereedschap", bestaande uit een schroevendraaier en de bewuste waterpomptang voor mij niet direct vindbaar geworden. Bij mijn zoektoch stiet ik wel op een schoenendoos met memorabiliae, foto's uit vroeger tijden, brieven en dergelijke nog van mijn moeder en anderen. Zo kwam ik ook een oude foto tegen van het huis van mijn grootouders in de Czaar Peterstraat in Zaandam. En toen zonk ik in gepeins en dacht aan mijn kindertijd dat ik daar een in mijn ogen bijzondere rups had gevonden op een struikje dat door mijn grootouders "bloeiend hout" werd genoemd, een rups met grappige borsteltjes op zijn rug; hoe zou die heten? Nu beschik ik over een insectengids en ik heb de naam van het vlindertje dat bij het rupsje hoort opgezocht; de witvlakvlinder; helemaal niet zeldzaam ook al heb ik hem later nooit meer terug gezien.
Rups van de witvlakvlinder
En nu het merkwaardige toeval. 'sAvonds was ik op bezoek bij een kennis van me die ik ken vanwege onze belangstelling voor mieren en andere insecten. We kwamen te spreken over "vroeger" en zo vertelde Rudolf mij dat hij als kind eitjes van vlinders had uitgekweekt en dat er rupsjes uitkwamen van, u raadt het al, de witvlakvlinder.
Niet te geloven; had nog nooit van dat beest gehoord en dan op de zelfde dag twee keer?!
Foto van de rups van de witvlakvlinder is van deze site
Overigens heb ik de waterpomptang gevonden door logisch na te denken waar Roos deze opgeborgen zou hebben: op een logische plek natuurlijk en dat is niet in een schoenendoos met allerlei rommeltjes. Nee, in de meterkast natuurlijk en inderdaad, daar lag hij. De chipolatapudding is ook prima gelukt weer.

13 februari 2016

Die Hermannshöhe

Behalve cultuursnuiven hebben we daar in Westfalen ook nog gewandeld. Roos had het weer prima uitgezocht; het hotel Bismarckhöhe in Tecklenburg - genoemd naar de belendende Bismarcktoren - lag werkelijk aan/op de Hermannshöhe, een langeafstandspad van meer dan 100 km lang. Vanuit Osnabrück met de trein naar Lengerich en door met de bus naar Tecklenburg; we konden onze bagage direct achterlaten in het hotel ook al waren we wel erg vroeg; op pad. Fraaie uitzichten en een lekker geaccidenteerd terrein. Af en toe zelfs wat zon; we hebben nog even op een bankje gezeten in het zonnetje. Bij een oud stationnetje aan een inmiddels niet meer functionerend spoorlijntje hebben we ons laten verwennen in een chique restaurant; Roos nam een salade en ik een "Westfälisch Rausschmeisser", oftewel brood met Schinken en Spiegelei. Gezellig plekje.
In het restaurant
Na de lunch nog een stukje doorgelopen en op tijd gekeerd. Zo tegen de schemering kwamen we weer aan in het hotel. Lekker gedoucht en een piepklein tukje gedaan en vervolgens naar het dorpje Tecklenburg voor een diner. Ach, stelde niet zo veel voor, zeker niet na de heerlijke maaltijden in Osnabrück, maar gezellig was het en het bier uitstekend!
De volgende morgen, na het ontbijt nog een lekker stuk gelopen, Kaffee mit Kuche en met de bus en de trein terug naar Osnabrück; heerlijke stad en nog wat rondgelopen en, hoe kan het anders, ons afscheidsmaal genoten bij de Alte Posthälterei als eerder geblogd.

12 februari 2016

Het Felix Nussbaumhaus in Osnabrück

Poster uit WO II in het trappenhuis van het museum
"Samen zullen we hem vernietigen"
Op de aankomstdag in Osnabrück hebben we 'smiddags, na de lunch het Felix Nussbaumhaus bezocht. Eerst nog de stad verder doorkruist waarbij we de grote kerk/kathedraal hebben bekeken. In zo'n enorm gebouw kan ik zo intens genieten van wat ik beleef als het mooiste geluid: de stilte, de gewijde stilte die met name in een verlaten reusachtige kerk kan heersen maar soms ook in de natuur als er geen wind is. In de hoek zat een geestelijke in concentratie te studeren, verder niets of niemand. Roos stond buiten te fotograferen.
Verder door de stad naar het museum. Ik kende het tot dan toe slechts van de foto op de internetsite; een grappig aandoend, wat asymmetrisch opgebouwde gevel. Maar de binnenkant was verrassend, indrukwekkend en verwarrend; deuren die je de indruk geven dat je een gevangenis betreedt en die achter je dicht knallen; slecht verlichte, lange, omhoog lopende gangen van deprimerend beton en met rare geluiden. Natuurlijk bedoeld om je enigszins in de stemming te brengen van de angst en sfeer die samenhangt met de jodenvervolging waarvan Felix Nussbaum uiteindelijk het slachtoffer zou worden. Hij werd slechts 40 jaar en liet een indrukwekkend oeuvre na. Vooral de schilderijen die hij in de tijd van de Nazi-terreur heeft geschilderd vond ik onbeschrijfbaar imposant. Het bekende schilderij van de angstige man met jodenster - een zelfportret - die als het ware "stiekum" zijn jodenpas laat zien aan de kijker; het schilderij "angst", opnieuw een zelfportret met een familielid, zijn jonge nicht; het schilderij dat hij maakte van het leven in het kamp waarin hij opgesloten heeft gezeten met een aantal gevangenen met heel diverse gezichtuitdrukkingen waaruit te lezen valt hoe mensen/mannen de ontluisterende en mensonterende situatie innerlijk beleven, Rembrandteske uitdrukkingsvaardigheid; een Jeroen Bosch-achtig schilderij met musicerende skeletten; ik was er sterk van onder de indruk. Het bijzondere gebouw is architectonisch een kunstwerk op zichzelf en past als een handschoen om de indrukwekkende verzameling van schilderijen van deze bijzondere schilder.

11 februari 2016

Die Rest sag' Ich nicht

Die alte Posthälterei
Bij onze aankomst in Osnabrück met de trein liepen we door de stad naar het oude centrum en het hotel. Roos had het weer goed voorbereid; hotel middenin het centrum op nog geen tweehonderd meter van het theater vandaan. Ook had zij al snel bij de balie van het hotel een folder gevonden van een Bayerische eetgelegenheid die haar wel geschikt leek. En zij had gelijk ..........
We verlieten het hotel en kwamen al direct langs genoemd restaurant "Alte Posthalterei" in de Hakenstrasse. We keken elkaar aan; was misschien wat vroeg om al te gaan lunchen, maar ach, waarom ook niet en van die beslissing kregen we geen spijt. Ontzettend gezellige gelegenheid; met hout aan de wanden als een berghut, gezellig gedekte tafeltjes; Biedermeier schilderijen aan de muur en genoeglijke zachte muziek op de achtergrond, kortom, helemaal het sfeertje waarom we zo graag in Duitsland zijn.
Biedermeier schilderijen aan de wand
Bij de ingang al een bord met het Tagesmenu; karbonade met Beilage. Hebben we besteld met een heerlijk glas Dunkel Bayerisches Bier; ik heb ervan genoten. We hebben direct voor 'savonds een tafeltje besteld, een beetje vroeg zodat we in ieder geval op tijd zouden zijn voor de opera. En na het bezoek aan het Felix Nussbaumhaus opnieuw heerlijk gegeten met een streekgerecht voor toe; we konden er weer tegen.
En uiteindelijk hebben we er op de dag van vertrek terug naar NL opnieuw geluncht; ik nam een combinatie van een aantal Beierse gerechten, o.a. Sauerkraut en gebakken Leberkäse; ai ai wat was dat lekker. Vooral de zuurkool vond ik bijzonder; ik doorproefde het zorgvuldig en vroeg aan de vriendelijke dame die ons inmiddels wel kende of ik goed geproefd had dat de zuurkool in "Schmalz" was gestoofd met Kummel. Zij beaamde dat, maar vervolgde lachend: "Die Rest sag' Ich nicht".
Zum Abschied kregen we nog een heerlijk glaasje Obstbrand dat we ons goed hebben laten smaken. Wij komen hier nog wel weer terug! Roos heeft al bedacht dat we naar de Harz gaan via Hannover en daar kun je prima heen flixen vanuit Enschede heb ik inmiddels uitgezocht en na afloop terug met de Flix naar Osnabrück om in ieder geval weer lekker te eten en wellicht weer een operaatje.

10 februari 2016

Naar de opera in Osnabrück

De artiesten ontvangen na afloop het welverdiende applaus
Het zou een hele volle dag worden - zeker drie bloggies waard -  maar eigenlijk gingen we vanwege de opera. Wij kennen sopraan Francis van Broekhuizen vanuit de Vereniging Vrienden van het Lied waar zij regelmatig voor optreedt. Toen we via haar Facebook pagina vernamen dat ze in de opera "Owen Wingrave" in Osnabrück op zou treden besloten we om haar te gaan beluisteren; en zo kwamen wij vandaag voor het eerst in Osnabrück; mooie stad, goed van eten en drinken, het Felix Nussbaumhaus en waar we voor kwamen: het theater en de opera.
We kwamen op tijd in het intieme theater; Roos had weer voor uitstekende plaatsen gezorgd; derde rij, recht vooraan met perfect uitzicht op zowel de Bühne als op orkest en dirigent.
Het werd een tour de force vooral voor de uitvoerenden en niet in de laatste plaats voor het orkest en vooral voor de dirigent; de 2 uur durende opera van Benjamin Britten werd zonder pauze uitgevoerd. Een indringend verhaal over een legerofficier in opleiding, Owen Wingrave, die uit een adellijk geslacht is voortgesproten dat al generaties lang "soldaten", althans legerofficieren heeft geleverd aan koning(in) en vaderland; de trots van de familie die heden gekenmerkt wordt door de strenge grootvader, voormalig legerofficier en oorlogsweduwes, waaronder de tante van Owen, een rol die voortreffelijk gespeeld en gezongen werd door Francis. Met een houding die ik zou willen kenmerken als "van de kak geen ontlasting", neus omhoog en van haar waardigheid en gelijk overtuigd zong ze haar rol. Owen was heilig overtuigd van de onwenselijkheid van oorlog en wilde zijn opleiding stoppen dit tot grote verontwaardiging van zijn familie die hem uiteindelijk lafheid verweet. Tragisch motief dat muzikaal en theatraal uitstekend werd neergezet door Britten en indringend uitgevoerd door het gezelschap en orkest hier in Osnabrück.
De muziek was modern; boeiend en moeilijk toegankelijk en naar ik kon oordelen razend moeilijk om te zingen. Met het volle uitzicht op de dirigent kreeg ik in toenemende mate respect voor zijn concentratie, uithoudingsvermogen en inzet; hij speelde een zware tenniswedstrijd van twee uur; hield het orkest perfect onder controle met deze lastige muziek, gaf telkens de aanwijzing aan de zangers als zij moesten inzetten en dat gedurende de hele opera van twee uur lang; geen enkele pauze.
We hebben genoten en ik wil Francis en collegae hiervoor bedanken.

09 februari 2016

Niet meer zo eenkennig

We kunnen het steeds beter vinden met elkaar.
Sjoer met zijn vriendelijke koppie bij mij op schoot
De laatste keer dat ik bij Arja en de kinders was moest Sjoerd niet veel van me weten. Vandaag was ik er weer nog met cadeautjes voor de verjaardagen van Gijs en Evi. Gijs was naar school, maar vanwege het gastouderschap van Arja was het weer een drukte van belang met twee grote babies en twee drie-jarigen. Ik vind dat altijd zo gezellig.
Kleinzoon Sjoerd was aanzienlijk minder eenkennig, maar toen Arja echt uit de kamer ging trok hij toch wel een lipje; ik moest er om lachen. Hier op de foto zit hij zo gezellig bij me op schoot; heerlijk hoor zo'n kleintje op schoot.
Ik had voor Evi bij de kinderboekhandel weer een leesadvies van de "dame achter de toonbank" gekocht; was een beetje erg raar boek, daar waren Arja en ik het snel over eens. Een oud boek daarentegen, dat ik Gijs had gegeven voor zijn eerste verjaardag - inmiddels duidelijk veel gebruikt maar niet uit elkaar gevallen - was nog steeds leuk; Arja kende de tekst geheel uit het hoofd ha ha. Heeft ze vast al honderd keer voorgelezen; Evi kende tenminste de tekst ook en pruttelde mee.
Met Arja gezellig bijgekletst, natuurlijk over de kinderen, hoe kan het anders. Wat een andere levensfase is dat toch. We hadden het over het opa-schap dat voor mij minder betekent dan voor veel van mijn leeftijdsgenoten, Arja zei ook dat er veel ouderen zijn die juist heel veel van het grootouderschap genieten onder het motto van "wel de lusten maar niet de lasten"; dat beleef ik toch anders. Ik heb ongelooflijk genoten van het vaderschap en daarvan de lusten optimaal meegemaakt en afgezien van de puberteit heb ik "lasten" nooit echt als zodanig ervaren. En ook nu merk ik dat het mij toch vooral om de kinderen gaat en hoe zij zelf het ouderschap beleven. En natuurlijk is het heerlijk om weer zo'n enthousiast kleintje op de schoot te hebben. Maar zo'n overgelukkige dochter met haar kindertjes, daar gaat het mij toch primair om hoor. Daarom ben ik nog geen slechte opa vind ik zelf.

08 februari 2016

De aanslag op Heydrich

Iedere keer neem ik me weer voor om eens te stoppen met al die boeken over de oorlogen die vorige eeuw ons werelddeel teisterden. Maar alle leesadviezen die ik krijg betreffen op de een of andere manier altijd boeken die over deze ingrijpende gebeurtenissen gaan. Zo sprak ik bij de PROIRA-bijeenkomst in Laren met Pieter G. over wat we zoal lazen en van hem kreeg ik het leesadvies "HhhH", oftewel Himmlers hersens heten Heydrich. "Weer een oorlogsboek", verzuchtte ik en zo kwamen we daarover in gesprek. Pieter gaf ook aan dat akelige gebeurtenissen nou eenmaal spannender zijn om over te lezen dan gewone gezellige aangelegenheden. Dat is ook de reden waarom in de nieuwsbladen vrijwel louter ongelukken, oorlogen en ander ongerief op de voorpagina's wordt gemeld. Neemt niet weg dat ik het leesadvies direct bij de bieb heb besteld en ben gaan lezen.
Merkwaardig opgebouwd boek; twee verhaallijnen van resp. de gebeurtenissen en de ontwikkeling van het latere "blonde beest" Heydrich, de meedogenloze nazi en anderzijds de aanloop naar de moordaanslag door twee jonge Tsjechen die hun opleiding in Engeland hebben ondergaan. Maar daartussendoor ook telkens de overwegingen van de schrijver zelf; wel origineel misschien, maar een beetje dilitantistisch vond ik, maar ja, het is dan ook wel het debuut van Laurant Binet en anderen vinden het juist een positief element.
Het is een heel informatief boek en ik beveel het daarom zeker ter lezing aan.

Maar intussen had ik ook het derde boek van de serie "De bruggenbouwers" in huis, ook handelend over de periode van WO II. Het kostte me moeite maar ik heb het een paar dagen laten liggen. Heb het inmiddels ook uit trouwens.

07 februari 2016

Margaretha Zelle weer op de Bühne

Mata Hari. Foto van de website
van het Fries museum gecopieerd
Maar dan nu, honderd jaar later in de vorm van een ballet: Mata Hari. Roos had me gefêteerd, en hoe! We gingen vandaag naar een voorstelling van een gloednieuw avondvullend ballet: Mata Hari dat het leven van Margaretha Zelle - dat meisje uit Leeuwarden met grote ambities - uit moest beelden. Roos is gek op opera en ballet en af en toe gaan we daar samen van genieten. Ze weet dat ik niet zo gecharmeerd ben van de zaal van de Stopera; ik vind die te groot; je zit te ver van het toneel en kunt de dansers niet goed zien en de muziek niet optimaal horen, maar ze had een verrassing. We gingen door de grote deur van "Zaal even" en liepen tot vrijwel vooraan; we zaten op de derde rij en vandaaruit heb je een prachtig gezicht op het toneel en zit je bijna in de orkestbak. En we hebben daar toch een portie zitten genieten! Niet alleen het ballet was prachtig maar vooral ook de verrassende, moderne muziek; de componist was er geweldig goed in geslaagd om het dramatische van alle gebeurtenissen in de klanken te verwoorden. De oorlogsdreiging aan het einde was fenomenaal, maar ook de feestelijke dansen in de variëteitstenten in Parijs, de tropische sfeer in Indië; in één woord: een fantastische belevenis. Dank Roos!!!
In het Fries museum, is ter gelegenheid van haar honderdste sterfjaar een tentoonstelling ingericht over Mata Hari. De hier getoonde foto is ook afkomstig van de website van het Fries museum te Leeuwarden.

06 februari 2016

Opnieuw voor een dichte deur

Boerderij Mossel was dan wel gesloten, maar
de herder was wel aan het trainen met de hond
Vandaag, ondanks de barre weersomstandigheden die weeronline had voorspeld met Ab aan de wandel. Overigens zag je het weercijfer in de loop van de week langzaam opkruipen van een 1 naar een 4 voor vandaag. Waarom een 4 was me een raadsel, want het zou niet gaan regenen en ook de wind viel wel mee: een viertje.
Ab kwam met de auto dus eerst een kop thee met een plak noten/rozijnenmik met boerenboter; dan kun je wel een paar kilometers hebben. Met de auto naar station Ede-Wageningen; op het parkeerterrein stond een merkwaardig voertuig waar Ab ooit van had overwogen er eentje aan te schaffen; hield het midden tussen een invalidenwagen, een motorfiets en misschien zelfs wel een autootje; had wel een gewoon kenteken.
En toen deze étappe van het Trekvogelpad van Ede-Wageningen via Hoekelum, de het Plancken Wambuis en natuurlijk de uitspanning boerderij Mossel naar Otterlo, waar we de bus terug naar Ede-Wageningen konden nemen. Ab liep zich de hele wandeling al te verkneukelen op de versnapering die hij zich beloofd had daar in "Mossel Centrum". Onzin eigenlijk, want ik had allerlei lekkers meegenomen zoals de obligate kippenvleugels die ik gisteravond laat nog met mijn verkouden kop had staan bakken; het sap liep gewoon zo uit mijn neus als ik niet uitkeek; bah! Verder had ik ook een rozijnen/notenbrood gebakken waarvan ik had meegenomen en nog voor de lunch een boterham met boerenkaas en roggenbrood.
Het bleef de hele dag droog; bij het eerste bankje dat we tegenkwamen - bleek overigens ook het laatste te zijn - op mijn verzoek, vanwege het gewicht, wat van de kippenvleugeltjes genuttigd. Doorgelopen, de viaducten onder de snelweg en de provinciale weg kruisend liepen we door de Ginkelse heide en kwamen we bij Plancken Wambuis, een fraai bosgebied waar ik vroeger wel eens biggen van wilde zwijnen had gezien. Boerderij Mossel was - net als een maand geleden bakker Bril - gesloten tot grote hilariteit; het zit Ab niet mee! Maar daarom niet getreurd; doorgelopen naar de bushalte waar we vriendelijk werden meegenomen door een niet-OV busje door de "beste chauffeur", een leuke joviale kerel.
Thuisgekomen de eveneens gisteravond klaargemaakte erwtensnert gegeten; was bijzonder goed gelukt met pastinaak i.p.v. aardappel als bindmiddel; geeft veel smaak aan soep of hutspot! Voor het gemak neemt Ab altijd een blik erwtensoep maar hij moest toch wel toegeven dat de mijne een stuk lekkerder was: "dat moet je jezelf ook gewoon gunnen", is mijn devies. En zoveel werk is het allemaal niet en wat dan nog? koken is een betere tijdsbesteding dan TV kijken toch?
Nog een lekker likeurtje en vervolgens geslapen als een os.

05 februari 2016

RSI en de Woerdensche Verlaat

Een plaats met een wonderlijke naam. Vandaag met Roos en Huib vanuit Woerden, langs de Grecht naar de Woerdensche Verlaat gewandeld. Weeronline was wat pessimistisch de afgelopen week; gelukkig viel het weer erg mee; geen spatje regen en weinig wind. Bij de aanloop van de afspraak bleek dat Huib nogal last had van RSI; het schrijven van een mailtje was een pijnlijke affaire geworden; voor iemand die graag "prutst" met computers een behoorlijke handicap. Reden om eens over dit fenomeen van gedachten te wisselen onderweg.
In mijn werk heb ik ook mensen gekend die ernstige problemen hadden, vooral met het werken met de muis maar ook met het typen. Typen heeft veel weg van piano spelen dacht ik en inderdaad had Huib pijn op de plek van de aanhechting van de "pingelspieren", oftewel de spieren die je gebruikt met het pianospelen.
Ik speel al sinds mijn prille jeugd piano en type al van ver voor het computertijdperk. Vanaf de introductie van de PC heb ik erop gewerkt en nog nooit last gehad van pijn in de pols of in de aanhechting van de onderarmspieren waarmee je piano speelt. Misschien is het wel die continue oefening of de houding waarmee je gewend bent deze spieren te gebruiken die voorkomt dat je RSI krijgt.
Terwijl ik dit zit te typen voel ik dat ik inderdaad louter mijn vingers gebruik en dat mijn polsen rusten op de onderkant van de PC. Een muis gebruik ik al heel veel jaren niet meer; een touchpad vind ik een stuk fijner werken. Interessant onderzoeksterrein wellicht.
Overigens speelt Roos ook piano en moet ze desondanks oppassen dat ze haar handen en polsen niet te veel belast. RSI is complexer dan je zo op het eerste oog bedenkt vrees ik.
En Huib, inventief als hij is, stuurde me nu een mail waarvan hij de tekst had "ingesproken". Bravo voor zijn technisch vernuft!

04 februari 2016

In de regen door Brussel

Was veertig jaar geleden dat ik hier kwam, maar
het paard stond er nog; beetje versleten dat wel
Weeronline had niet veel fraais voorspeld, maar ja we hadden het gepland, we hadden het geboekt en dus zaten we om 6.29 in de trein naar Utrecht en stapten we iets over achten weer uit in Eindhoven. We moesten wel even zoeken voordat we hadden gevonden waar we de Flixbus naar Brussel konden nemen. We hadden alle tijd en aan de overkant was een prima gelegenheid om koffie met vlaai te nuttigen!
Vrijwel op tijd kwam de bus - uit Hannover - aangereden en bracht ons met lsechts 20 minuten vertraging door de verkeersdrukte bij Antwerpen in Brussel. En daar regende het verschrikkelijk.
Met de GPS liepen we richting Zuiden en vonden al snel "De Grote Markt", het enige plekje in Brussel dat ik ken. Met Lien en onze vrienden Kick en Renée heb ik zo'n veertig jaar geleden een weekend in Brussel doorgebracht; ik wist nog dat we bij die gelegenheid ergens in een gezellige tent bier hadden zitten drinken. Bij een trap stond een opgezet paard. Nou, de meest voor de hand liggende tent hebben Roos en ik direct aangedaan; het paard stond er - zij het wat versleten - nog steeds; we hadden eigenlijk wel trek en de keuken was open; beetje vroeg, maar konijn in bier, resp. "stoemp" ging er prima in. Toen ik naar boven moest voor het toilet zag ik het hoekje waar ik destijds met echtgenote en vrienden had gezeten; de dames hadden bij die gelegenheid de ons NL'ers onbekende bierglazen in hun ruime damestassen verstopt en meegenomen; deze bierglazen - van toen nog exotische merken als Orval - staan nu nog wat nostalgisch in mijn dressoir.
Sprekend onderdeel van het monument
Na het eten gingen Roos en ik de stad doorlopen om eens te kijken waar de musea zich bevonden en om een algemene indruk van de binnenstad te krijgen. De informatievoorziening hield niet over zodat we behoorlijk moesten zoeken voordat we het museum voor schone kunsten hadden gevonden; daar een waypoint gezet in de GPS en verder gelopen. Een prachtig monument voor "Egmont en Hoorne", de twee edelen die op de markt in Brussel werden onthoofd in 1568, het begin van de 80-jarige oorlog.
Nog ergens een kopje koffie met toebehoren genuttigd en toen werd het weer tijd om de FLixbus weer op te zoeken. Via een andere route, op geleide van de GPS terug naar Brussel Noord waar de flixbus vandaan vertrekt. We waren weer lekker op tijd thuis ondanks dat we problemen hadden met de trein vanuit Eindhoven.

03 februari 2016

De slootjes van Oostzaan

Mijn voorvaderen van vaders' moeders' kant komen in één ononderbroken lijn uit Oostzaan alzo vermag ik te concluderen uit het familie-overzicht dat ik van mijn achterneef Karel verkreeg. En zo wist mijn vader te vertellen over "vroeger" toen er nog geen leidingwater was in de buitengebieden van NL en in dit geval in het boerendorpje Oostzaan. De slootjes waren schoon; helder water stroomde daar en werd niet alleen gebruikt om het vee te drenken maar ook voor de mensen zelf; er werd in gekookt, de was werd ermee gedaan. Alleen voor het zetten van thee meen ik werd water uit de regenton gebruikt.
Maar, ook het "stilletje" was boven de sloot geplaatst en dus scheet men gewoon in dat zelfde water. Dat vraagt natuurlijk om problemen. Ik heb vader overigens nooit gehoord over epidemiën van besmettelijke ziekten aldaar, maar men achtte het terecht op nationaal nivo wenselijk om overal waterleiding aan te leggen. Vooral uit Engelse steden in vroeger tijd was het bekend dat schoon drinkwater de belangrijkste voorziening was om besmettelijke ziekten te voorkomen; echte preventie dus.
In mijn blog van gisteren stipte ik de kwaliteit van onze lucht aan. Ongemerkt is die meest belangrijke natuurlijke voorziening ook aan ernstig kwaliteitsverlies onderhevig. Natuurlijk is de lucht in sommige industriegebieden en steden zichtbaar ernstiger, maar wanneer aantoonbaar is dat ziekten ontstaan door toedoen van de kwaliteit van de lucht zullen we daar collectief eens bij stil moeten staan, net als in het verleden bij de kwaliteit van het water. We schijten nu via onze auto's de lucht vol met noxe; bah!

02 februari 2016

Als een verdunde gifwolk

Met mijn Dalvrij abonnement ga ik nog wel eens uiterst vroeg de baan op; ik moet dan vóór 6.30 uur inchecken; er is dan heel weinig verkeer. Ik rijd altijd door de woonbuurtjes en kom meestal vrijwel geen verkeer tegen. Zeker in de wintertijd is de lucht dan fris, je hoort het scherpe geluid van roodborstjes, de nauwelijks verstoorde stilte; echt een fijn moment. Dan rijd ik ook door mijn oude buurtje.
Helaas kom ik daarbij regelmatig een krantenbezorger tegen die - de fiets is er niet meer bij - op zo'n tweetact scooter van adres naar adres rijdt. Als ik pech heb en het is windstil en moet ik achter hem aan dan kan ik precies ruiken op welke adressen hij een krant heeft bezorgd; daar heeft hij even stilgestaan en stinkt het nog naar die vieze uitlaatgassen.
Nu las ik deze week in de krant dat door toedoen van de computerfraude door Volkswagen er iets van 70.000 levensjaren teloor waren gegaan; de relatie met longkanker werd gelegd! Stikstofoxiden als veroorzaker hiervan. Hiermee lijkt toch wel het "tweede vermoeden van Evert" min of meer bevestigd te worden. Inmiddels is mijn gedachte daaromtrent dat het de ultra-fijnstofdeeltjes zijn met daarop radicalen die de longen kunnen binnen dringen en kanker veroorzaken.
Een akelig voorbeeld daaromtrent vernam ik onlangs; een sportieve man die dagelijks naar zijn werk fietste was overleden aan longkanker terwijl hij nog nooit had gerookt. Wel had hij die fietstocht dagelijks langs een autosnelweg moeten afleggen?! Bewijst niets natuurlijk, maar ik acht het een "teken aan de wand".

01 februari 2016

De "smaak" van de stal

Koeien staan rustig op stal
Een poosje geleden was Sándor Schiferli - mr Slowfood voor intimi -  bij mij op bezoek. En natuurlijk had ik daarom uitgepakt met mijn eigen "Salone del gusto" met onder andere karnemelk van Zuivel boerderij Boom en Bosch oftewel "Boer Dirk". Sándor, zich profilerend als kenner bij uitstek wilde wel proberen maar dan moest je de stal wel kunnen proeven. Mr Slowfood was tevreden.
Deze week was ik voor de tweede keer in het winkeltje van de boerderij: "Had je wat vergeten?" vroeg Angelina lachend, want ja, ik koop altijd wel een liter melk en daarnaast boter, kaas of karnemelk maar ik kom zelden meer twee keer in een week. Dat was in de tijd van het grote gezin wel anders. Ik haalde toen op de zaterdag altijd 10 liter melk en dat ging op aan broodbereiding, in de thee, de pap en dergelijke.
En nu drink ik die melk altijd zo op, proevend of het zo'n heerlijk likeurtje is; het is inderdaad de "smaak van de stal" die ik daarbij vaag bespeur en die ik met de romigheid van die verse volle melk zo heerlijk vind.
Als ik klaar ben in het winkeltje en de koeien staan op stal, zo van december tot eind april wanneer het gras weer begint te groeien, dan ga ik altijd even in de stal genieten; dan snuif ik die volle stallucht op; een eerlijke lucht van vertering en van leven; ik geniet daar altijd weer van. De koeien zo rustig liggend of staand, meestal aan het herkauwen; af en toe een tevreden geknor, zelfs zacht geloei, gerinkel met de ketting; ik geniet daarvan en adem volop die stallucht in die ik dan later als een echo in de melk terugproef.