De zelf gebakken frietjes bij de lunch |
Natuurlijk begon deze dag met de felicitaties voor mijn zoon Peter. Tot mijn schande vergat ik die verjaardag nogal eens, maar dit jaar niet. Bovendien was schoondochter Margot eveneens op deze dag jarig; ook haar deed ik de bijbehorende felicitatie per WhatsApp toekomen. Verder verliep deze dag nogal lui. Afgezien van boodschappen, een spektaart voor morgen (bezoek aan Mariska et al) bakken en een boswandelingetje heb ik toch vooral muziek geluisterd en gelezen in zo'n schitterend reisboek van Paul Theroux over het Midden Oosten, waar hij inmiddels is terecht gekomen. Hij liever dan ik; wat een ontberingen moet hij lijden om een goed reisboek te kunnen schrijven; bijna net zo erg als dat jaar dat hij door China reisde; wat haal je je in je hoofd om dat te willen. Maar voor mij is het een groot genoegen om die landen zo van binnenuit te leren kennen via zijn voortreffelijk proza.
Als lunch had ik mij stellig voorgenomen om frietjes te bakken; twee kleine aardappelen geschild en in frietjes gesneden; licht ontwaterd door er flink wat zout overheen te strooien en een minuutje of tien te laten trekken. Dan goed afspoelen en drogen en dan in de olie zachtjes gaar bakken en tot slot stevig afbakken tot bruin. Het lukte weer met heerlijke frietjes als resultaat. Terwijl ik ze zat op te peuzelen moest ik weer aan onze buurvrouw in Amsterdam in mijn jeugdjaren denken, Nel van Klink. Ik was bevriend met de buurjongen Bram; hij was vrijwel precies een jaar ouder dan ik. En op zijn verjaardag ben ik een paar keer uitgenodigd om "patat" te komen eten. Dat was in die tijd echt heel bijzonder; mijn moeder heeft echt nooit zelf frietjes gebakken. Maar buurvrouw van Klink wel en ik vond dat fantastisch lekker.
Maar ...., wist ik veel; ik had een keer zo veel zout op m'n frietjes gestrooid dat ze gewoon niet meer te eten waren, dus zei ik dat ik genoeg had gegeten. Nou, daar kwam niks van in; buurvrouw zag direct dat ik te veel zout op het lekkers had gestrooid en ik kreeg nieuwe frietjes waarmee ze mijn zo vurige wens voor dit paradijselijk voedsel weer mogelijk maakte. Wat een lieve vrouw was zij. Ze hebben niet zo gek lang naast mijn ouders gewoond; zij verhuisden naar Dordrecht, meen ik; daar lag hun hart, althans daar hadden ze het vaak over herinner ik mij nog.
Bij het overlijden van mijn vader had buurvrouw nog een lieve brief aan mijn moeder geschreven die mij bij het overlijden van moeder onder ogen kwam. Kortom, een bijzondere vrouw.
Ik denk bij het verorberen van mijn zelf gebakken frietjes altijd weer aan deze lieve en goedhartige buurvrouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten