Inmiddels is het 30 jaar geleden dat ik voor het eerst langs de oevers van de Helle strompelde; dat was met vriend Dick op mijn eerste meerdaagse wandeltocht, begonnen op koninginnedag 1986. En dan vandaag met zoon Peter. Gisteren hadden we ongeveer 15 kilometer gelopen langs de Perlenbach en de Fuhrtsbach; altijd leuk dat stromende water. Peter is dat wandelen niet gewend, maar gisteren was het goed gegaan; geen blaren en hooguit een beetje spierpijn. Vandaag zou iets meer worden; ik had gedacht een ruime 20 kilometer maar het zouden er een stuk meer worden; maar Peter heeft het gered!
Ik had dom genoeg niet even gekeken hoe laat we de bus naar Mützenich konden nemen en toen we bij de bushalte stonden bleek dat de eerste bus pas over ruim een uur die richting op zou gaan. Dan maar direct vanuit Kalterherberg via de Herzogenhügel naar het dal van de Helle; eigenlijk een vrij lang en saai stuk door dennenbossen, maar al pratend vonden we het een aangenaam traject met wat dalingen en stijgingen. Met de kaart - ik had merkwaardig genoeg de GPS thuis laten liggen maar gelukkig wel de kaart meegenomen - liepen we het geplande pad en kwamen aan bij het paadje bij de Miesbach waar ik ooit dat leuke strandje langs de Helle voor het eerst ontwaarde tijdens een sanitaire stop, vele jaren geleden. We liepen het paadje af, dwars door de volop bloeiende heide en bekeken de Helle die veel lager stond dan vier maanden geleden toen ik hier met Roos was. Het strandje was nu ook zichtbaar, zij het verscholen achter wat hoog gras.
We liepen terug en verder naar het ijzerhoudende bronnetje met radongas (sic) en de brug over de Helle. Vandaar begon de schitterende oeverwandeling langs de Helle; had ik in geen jaren gelopen omdat bij eerdere pogingen - in winterdagen - de wandeling vrijwel onmogelijk was door de conditie van het pad. Zelfs nu was het hier en daar nauwelijks begaanbaar. Peter zag bij het passeren direct dat hier ergens het strandje moest zijn en daar liepen we even naar toe door het struweel en maakten wat foto's. Ook maakte ik een filmpje van het punt waar de Miesbach met licht gepinkel in de Helle stroomt. Roos maakte ooit een gedicht op dit kleine beekje dat zo parmantig van zich laat horen.
Ik was zo blij dat ik hier weer liep en kon er maar niet over uit. Ook Peter liep te genieten. Het was een heel stuk voordat we de volgende brug bereikten, het einde van dit prachtige natuurpad. Op de kaart had ik al gezien dat je nog verder kon lopen langs de Helle naar Baraque Michel, het hoogste punt van de Hoge Venen. Daar kun je ook een bus nemen weet ik nog. Misschien bij gelegenheid nog maar eens doen!
We liepen terug met behulp van de kaart. Peter begon wat last te krijgen van zijn benen; gelukkig geen blaren maar pijn aan zijn spieren: "gaat wel weer over zeun", sprak de vader geruststellend. Ik was zo bang dat hij blaren zou krijgen zoals hij vroeger zo snel had, maar dat zou gelukkig helemaal niet gebeuren. Wel had hij - wat mijn moeder benoemde als - kakhielen, van die doorgelopen kussens onder je hielbeen.
We gingen nog even zitten in La Béole en daarna had Peter het wel een beetje moeilijk. Het was ook veel meer lopen dan ik had verwacht. Maar hij mopperde niet en liep moedig door. Hij stelde zelfs voor om nog even langs het meertje in de Schwarzbach te gaan. Uiteindelijk waren we zo laat dat we direct in restaurant Brandenburg aan konden schuiven. Het duurde even voordat Frans onze T-bone steak respectievelijk varkenskrabbetjes (spareribs) had toebereid. Heerlijk met een Paulanertje uit de tap weggespoeld. Opnieuw vroeg, zij het iets later dan gisteren om 22.00 uur in bed gerold en geslapen als twee ossen.
Vader en zoon op het strandje in de bocht van de Helle bij de uitstroom van de Miesbach |
We liepen terug en verder naar het ijzerhoudende bronnetje met radongas (sic) en de brug over de Helle. Vandaar begon de schitterende oeverwandeling langs de Helle; had ik in geen jaren gelopen omdat bij eerdere pogingen - in winterdagen - de wandeling vrijwel onmogelijk was door de conditie van het pad. Zelfs nu was het hier en daar nauwelijks begaanbaar. Peter zag bij het passeren direct dat hier ergens het strandje moest zijn en daar liepen we even naar toe door het struweel en maakten wat foto's. Ook maakte ik een filmpje van het punt waar de Miesbach met licht gepinkel in de Helle stroomt. Roos maakte ooit een gedicht op dit kleine beekje dat zo parmantig van zich laat horen.
Hier stroomt de Miesbach in de Helle |
We liepen terug met behulp van de kaart. Peter begon wat last te krijgen van zijn benen; gelukkig geen blaren maar pijn aan zijn spieren: "gaat wel weer over zeun", sprak de vader geruststellend. Ik was zo bang dat hij blaren zou krijgen zoals hij vroeger zo snel had, maar dat zou gelukkig helemaal niet gebeuren. Wel had hij - wat mijn moeder benoemde als - kakhielen, van die doorgelopen kussens onder je hielbeen.
We gingen nog even zitten in La Béole en daarna had Peter het wel een beetje moeilijk. Het was ook veel meer lopen dan ik had verwacht. Maar hij mopperde niet en liep moedig door. Hij stelde zelfs voor om nog even langs het meertje in de Schwarzbach te gaan. Uiteindelijk waren we zo laat dat we direct in restaurant Brandenburg aan konden schuiven. Het duurde even voordat Frans onze T-bone steak respectievelijk varkenskrabbetjes (spareribs) had toebereid. Heerlijk met een Paulanertje uit de tap weggespoeld. Opnieuw vroeg, zij het iets later dan gisteren om 22.00 uur in bed gerold en geslapen als twee ossen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten