Dit boek van de tot voor kort relatief onbekende schrijver John Williams is inmiddels een bestseller geworden, en terecht. Het kwam onder mijn aandacht door een leesadvies van Huib. Het handelt in het Amerika van de 18e-19e eeuw, de tijd van het wilde westen. Een viertal mannen trekt de wildernis in om huiden van bisons te gaan "oogsten". Hier wordt de vreselijke moordpartij beschreven hoe die zich daadwerkelijk heeft voltrokken in dat tot dan toe ongerepte, gigantische land met zijn enorme kuddes bizons die op de vruchtbare vlaktes met gras leefden. Nu was het aldus het boek wel zo dat een bizon nooit van ouderdom stierf maar op hoge leeftijd ten prooi viel aan de wolven door fysieke zwakte. De indianen leefden ook van de bizons maar in volkomen evenwicht, d.w.z. dat de grootte van de kuddes niet verminderde door de jacht van deze natuurvolken.
De vreselijke moordpartij is zodanig dat ik de literaire beschrijving ervan gewoon stuitend vond. Enorme hoeveelheden van de stinkende, met vliegen overdekte kadavers en stapels huiden. Evenwicht met de natuur is ver te zoeken; iedereen weet inmiddels dat het met de bizons in het wild ook snel afgelopen was. Het is een wonder dat de soort via dierentuinen en inmiddels waarschijnlijk in natuurparken überhaupt nog bestaat en dat terwijl er destijds onafzienbaar grote kuddes van rondliepen; de paden die deze dieren met hun hoeven in de loop der eeuwen vormden in de wildernis waren destijds de enige "wegen" in dit grote land.
Prachtig boek waarin de innerlijke roerselen van de hoofdpersoon mooi beschreven worden. De schoonheid van het onbedorven landschap. Maar vooral de waanzinnige slachtpartijen op de bizons. Hoewel het verhaal best openingen geeft voor ranzige of gewelddadige plots waarmee de moderne literatuur vrijwel steeds doorspekt is, is daar hier geen enkele sprake van. De apotheose is eigenlijk een soort anticlimax wanneer een van de zes hoofdpersonen van het verhaal om het leven komt door een natuurlijk ongeval waarbij alle resultaat van de inspanning nog eens teloor gaat ook.
De vreselijke moordpartij is zodanig dat ik de literaire beschrijving ervan gewoon stuitend vond. Enorme hoeveelheden van de stinkende, met vliegen overdekte kadavers en stapels huiden. Evenwicht met de natuur is ver te zoeken; iedereen weet inmiddels dat het met de bizons in het wild ook snel afgelopen was. Het is een wonder dat de soort via dierentuinen en inmiddels waarschijnlijk in natuurparken überhaupt nog bestaat en dat terwijl er destijds onafzienbaar grote kuddes van rondliepen; de paden die deze dieren met hun hoeven in de loop der eeuwen vormden in de wildernis waren destijds de enige "wegen" in dit grote land.
Prachtig boek waarin de innerlijke roerselen van de hoofdpersoon mooi beschreven worden. De schoonheid van het onbedorven landschap. Maar vooral de waanzinnige slachtpartijen op de bizons. Hoewel het verhaal best openingen geeft voor ranzige of gewelddadige plots waarmee de moderne literatuur vrijwel steeds doorspekt is, is daar hier geen enkele sprake van. De apotheose is eigenlijk een soort anticlimax wanneer een van de zes hoofdpersonen van het verhaal om het leven komt door een natuurlijk ongeval waarbij alle resultaat van de inspanning nog eens teloor gaat ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten