Roos verwende me vanmorgen met een ontbijtje op bed. Vervolgens trokken wij beiden ons plan; Roos wilde naar Rijswijk voor de papier biënnale en ik wilde nu eindelijk wel eens die twee nieuwe schilderijen van Rembrandt in het Rijksmuseum bekijken.
Het was zowaar droog en zonder jas toog ik naar het station; misschien wat fris, maar het ging prima. Ook in Amsterdam was het droog en vooral heel erg druk. Het viel mij op dat eigenlijk niemand van de toeristen erg vrolijk keek. Kan ik me wel iets bij voorstellen want het centrum van de stad is gewoon over-crowded. Ik bedacht mij dat ik wel eerst even naar het Stedelijk kon gaan om de tentoonstelling over de Amsterdamse School weer eens te bekijken; Peter C. meldde mij dat hij er vorige week heen was en dat triggerde mij. Eerst de zaal met al die klokken van diverse vormgevers, de zaal van Michel de Klerk, wat een kunstenaar was hij toch. Die Amsterdamse school heeft toch wel wat neergezet hoor. Dankzij mijn architectenvriend Peter C. resoneren al die namen van de betrokken architecten wanneer ik hun producten zie. Opvallend is leermeester Eduard Cuypers - neef van Pierre Cuypers - in wiens architectenbureau een drietal Amsterdamse School architecten hun opleiding volgden, waaronder de befaamde Michel de Klerk. Op de expositie gaat veel aandacht uit naar het Scheepvaarthuis dat ik vijf jaar geleden bij gelegenheid van de 65e verjaardag van vriend Peter bij een excursie heb gezien; een prachtig voorbeeld van Amsterdamse school.
Daarna naar "het Rijks", op naar Marten en Oopjen. Bij het passeren van het Van Gogh museum was ik weer verbaasd over de enorme rij wachtenden; honderden mensen staan daar geduldig te wachten om een kaart te bemachtigen; je moet er wel wat voor over hebben.
Bij het Rijksmuseum kon ik zo naar binnen met de MJK en ging ik naar de galerij met de Nachtwacht. En inderdaad daar hingen de twee grote schilderijen. Prachtig gedétailleerd schilderwerk zoals de grote meester dat zo fraai kon. Erg donker; ik kon me wel voorstellen dat de familie Rothschild het verkocht heeft; als décor is het toch minder geschikt tenzij je familie zou zijn; het hoort gewoon publiekelijk tentoon gesteld te worden; hulde aan de verkopers.
Dat de familie Six het portret van de voorvader, geschilderd door Rembrandt ooit te koop zou aanbieden lijkt mij uitgesloten.
Het was zowaar droog en zonder jas toog ik naar het station; misschien wat fris, maar het ging prima. Ook in Amsterdam was het droog en vooral heel erg druk. Het viel mij op dat eigenlijk niemand van de toeristen erg vrolijk keek. Kan ik me wel iets bij voorstellen want het centrum van de stad is gewoon over-crowded. Ik bedacht mij dat ik wel eerst even naar het Stedelijk kon gaan om de tentoonstelling over de Amsterdamse School weer eens te bekijken; Peter C. meldde mij dat hij er vorige week heen was en dat triggerde mij. Eerst de zaal met al die klokken van diverse vormgevers, de zaal van Michel de Klerk, wat een kunstenaar was hij toch. Die Amsterdamse school heeft toch wel wat neergezet hoor. Dankzij mijn architectenvriend Peter C. resoneren al die namen van de betrokken architecten wanneer ik hun producten zie. Opvallend is leermeester Eduard Cuypers - neef van Pierre Cuypers - in wiens architectenbureau een drietal Amsterdamse School architecten hun opleiding volgden, waaronder de befaamde Michel de Klerk. Op de expositie gaat veel aandacht uit naar het Scheepvaarthuis dat ik vijf jaar geleden bij gelegenheid van de 65e verjaardag van vriend Peter bij een excursie heb gezien; een prachtig voorbeeld van Amsterdamse school.
Daarna naar "het Rijks", op naar Marten en Oopjen. Bij het passeren van het Van Gogh museum was ik weer verbaasd over de enorme rij wachtenden; honderden mensen staan daar geduldig te wachten om een kaart te bemachtigen; je moet er wel wat voor over hebben.
Bij het Rijksmuseum kon ik zo naar binnen met de MJK en ging ik naar de galerij met de Nachtwacht. En inderdaad daar hingen de twee grote schilderijen. Prachtig gedétailleerd schilderwerk zoals de grote meester dat zo fraai kon. Erg donker; ik kon me wel voorstellen dat de familie Rothschild het verkocht heeft; als décor is het toch minder geschikt tenzij je familie zou zijn; het hoort gewoon publiekelijk tentoon gesteld te worden; hulde aan de verkopers.
Dat de familie Six het portret van de voorvader, geschilderd door Rembrandt ooit te koop zou aanbieden lijkt mij uitgesloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten