23 maart 2018

Rudolf de mierenman

Logo van de mierenwerkgroep
Door een heel grappige samenloop van omstandigheden hebben Rudolf en ik elkaar leren kennen; hij was mieren aan het inventariseren toen hij daarover werd aangesproken door Roos. Rudolf is altijd bereid om over mieren te praten en vertelde enthousiast over de gastmier die in het nest van de bosmieren zijn huisvesting heeft gevonden. Terloops vroeg hij of ze geen zin had om lid van de Mierenwerkgroep te worden; hij had voor het bestuurswerk een secretaris nodig: "nou dan weet ik er wel eentje", had Roos geantwoord en dat was ook zo want ik heb van kindsbeen aan al interesse in mieren gehad en zo was ik binnen de kortst mogelijke tijd lid en zelfs secretaris van de Mierenwerkgroep van de NEV. Zo werd ik ook lid van de NEV en ook secretaris van de werkgroep Thijsse en rolde ik steeds verder in het natuurbeheerwerk.
"Zo is het gekomen", zou ik naar Wim Sonneveld willen zeggen. Ik had Rudolf uitgenodigd om vanavond bij mij te komen eten en weer eens bij te praten; dat was er afgelopen zaterdag afgezien van de heenreis niet echt van gekomen.
We hebben uiteraard niet alleen maar over mieren gesproken hoewel dat Rudolfs' grote interesse altijd is geweest. Al vanaf zijn jonge jaren heeft hij intensief het gedrag van een groot aantal bosmierennesten bestudeerd. En zo lang als ik hem ken zegt hij dat hij "het eens uit moet werken en opschrijven". Het is heel vaak bij die actieve natuurmensen dat ze liever in het veld bivakkeren dan de resultaten uitwerken; bij het maken van prioriteitenlijstjes komt het schrijven altijd onderaan helaas.
Ach ja, wie zal er wakker van liggen dat het slecht gaat met de bosmieren; alle insecten lijken wel sterk te lijden onder de invloed van "de mens". Het is een teken van deze tijd en een onvermijdelijk bijverschijnsel van de dominantie van een enkele soort. 't is jammer, maar helaas.
Maar ook de Noorse goden kwamen ter sprake en de afkomst van woorden; grappig zoals je verschillende interesses kunt hebben en interessant om hiervan te vernemen.
We dronken een paar glazen wijn en aten spektaart vooraf en boerenkool als hoofdmaaltijd; was goed geslaagd. Na het nagerecht dronken we nog de koffie en bij een klein glaasje likeur namen we nog e.e.a. door. Ook Roos schoof nog aan; zij had haar compositorische bezigheden even kunnen onderbreken.

Geen opmerkingen: