Per WhatsApp had Roos de afspraak met Marieke gemaakt. Gelukkig niet zo vroeg want ik was behoorlijk versleten na de lange rit van gisteren; ik merk dat het lange reizen me moeilijker afgaat dan vroeger; het vermoeit me aanzienlijk meer. Nou ja, bijna 70, dan mag het ook wel zo langzamerhand.
Het was een mooie dag; Roos had een tafeltje gereserveerd en het leek me ook wenselijk om lekker binnen te gaan zitten. Prima plekkie. Marieke had ons opgewacht bij het station en al babbelend liepen we naar de Leidse Hout. Voor Roos een bekend stuk Leiden en eigenlijk voor mij ook wel. In mijn wetenschappelijke tijd ben ik hier regelmatig geweest maar ik heb geen idee meer met welke reden. Misschien wel de enzym-histochemie of de enzym-immunohistochemie. Bas Ploem is een naam die mij bij het schrijven van deze blog te binnen schiet; hij was de uitvinder van een bepaalde optische techniek; de Ploemopac; is naar hem genoemd en door hem uitgevonden.
Maar daar ging het vandaag niet om. We liepen langs een standbeeld van de grote wetenschapper Boerhaave waar wij in bewondering over spraken met Marieke. Aangekomen bij het restaurantje en na het bestellen van een broodje c.q. spekpannenkoek brandden we los. Sinds ons gesprek in januari hadden we elkaar niet meer gezien en bij die gelegenheid had ik vrijwel uitsluitend met Jantine gesproken en niet met Marieke.
Fijn bijgepraat en elkaar daarbij veel beter leren kennen. Duidelijk is dat de twee zussen de kennismaking met ons willen doorzetten en zeker niet beëindigen ondanks dat tot ons aller teleurstelling de DNA-test geen genetische relatie had gevonden. Bonus-dochters zal ik maar zeggen.
Roos had de tijd wat beter in de gaten gehouden en net als vorige week bij het gesprek met Nathalie was het weer kwart voor vier en moesten we ons betrekkelijk haasten om nog op tijd in te checken. We hadden bijna vier uur met elkaar zitten praten!
Roos had naar Amsterdam willen gaan om de TT High Society te bekijken; het Rijks was al om 17.00 uur dicht dus dat was geen optie. Ik stelde voor om naar Utrecht te gaan, daar iets te eten en dan naar Amsterdam; we gingen naar de opera; La morte d'Orfeo van de barok componist Stefano Landi. De voorstelling was dit keer in het muziekgebouw aan het IJ. Bekend verhaal en muziek die sterk aan Monteverdi deed denken. Best een mooie opera (ik ben slechts 1 keer in slaap gevallen!) en gelukkig niet zo vreselijk lang. Het eindigde met een fonkelend kostuum van Orfeo die na zijn dood - hij wordt door een groep bachantes verscheurd omdat hij geen aandacht meer voor plezier heeft na de dood van zijn Euridice - wordt opgenomen en als een fonkelende ster aan het firmament verschijnt. Na een - zoals tegenwoordig altijd in NL - staande ovatie werd ook Pierre Audi op het podium getrokken. Het was de laatste uitvoering van de laatste opera die hij voor de Nationale Opera heeft geredigeerd. Hij kreeg terecht een daverend afscheidsapplaus; Hulde!
Het was een mooie dag; Roos had een tafeltje gereserveerd en het leek me ook wenselijk om lekker binnen te gaan zitten. Prima plekkie. Marieke had ons opgewacht bij het station en al babbelend liepen we naar de Leidse Hout. Voor Roos een bekend stuk Leiden en eigenlijk voor mij ook wel. In mijn wetenschappelijke tijd ben ik hier regelmatig geweest maar ik heb geen idee meer met welke reden. Misschien wel de enzym-histochemie of de enzym-immunohistochemie. Bas Ploem is een naam die mij bij het schrijven van deze blog te binnen schiet; hij was de uitvinder van een bepaalde optische techniek; de Ploemopac; is naar hem genoemd en door hem uitgevonden.
Maar daar ging het vandaag niet om. We liepen langs een standbeeld van de grote wetenschapper Boerhaave waar wij in bewondering over spraken met Marieke. Aangekomen bij het restaurantje en na het bestellen van een broodje c.q. spekpannenkoek brandden we los. Sinds ons gesprek in januari hadden we elkaar niet meer gezien en bij die gelegenheid had ik vrijwel uitsluitend met Jantine gesproken en niet met Marieke.
Fijn bijgepraat en elkaar daarbij veel beter leren kennen. Duidelijk is dat de twee zussen de kennismaking met ons willen doorzetten en zeker niet beëindigen ondanks dat tot ons aller teleurstelling de DNA-test geen genetische relatie had gevonden. Bonus-dochters zal ik maar zeggen.
Roos had de tijd wat beter in de gaten gehouden en net als vorige week bij het gesprek met Nathalie was het weer kwart voor vier en moesten we ons betrekkelijk haasten om nog op tijd in te checken. We hadden bijna vier uur met elkaar zitten praten!
Roos had naar Amsterdam willen gaan om de TT High Society te bekijken; het Rijks was al om 17.00 uur dicht dus dat was geen optie. Ik stelde voor om naar Utrecht te gaan, daar iets te eten en dan naar Amsterdam; we gingen naar de opera; La morte d'Orfeo van de barok componist Stefano Landi. De voorstelling was dit keer in het muziekgebouw aan het IJ. Bekend verhaal en muziek die sterk aan Monteverdi deed denken. Best een mooie opera (ik ben slechts 1 keer in slaap gevallen!) en gelukkig niet zo vreselijk lang. Het eindigde met een fonkelend kostuum van Orfeo die na zijn dood - hij wordt door een groep bachantes verscheurd omdat hij geen aandacht meer voor plezier heeft na de dood van zijn Euridice - wordt opgenomen en als een fonkelende ster aan het firmament verschijnt. Na een - zoals tegenwoordig altijd in NL - staande ovatie werd ook Pierre Audi op het podium getrokken. Het was de laatste uitvoering van de laatste opera die hij voor de Nationale Opera heeft geredigeerd. Hij kreeg terecht een daverend afscheidsapplaus; Hulde!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten