De Wezenputten in vroeger eeuwen |
Eerst met de auto langs "De Zandkuil" en de Wezenputten; historisch interessant omdat de meest VOC schepen aldaar hun drinkwater innamen; het Texelse water bevatte relatief veel ijzer en kon daardoor langer (in vaten) bewaard worden. De schepen konden pas bij Kaap de goede hoop vers water innemen. De putten kwamen aan hun naam omdat zij eigendom waren van het weeshuis en via het water kwam deze instelling aan haar inkomen.
Vervolgens gingen we naar de mokbaai; er zat geen hond en ook geen vogels. Mijn medelijden met Roos nam verder toe; ik zag haar in mijn gedachten al verkleumd tegen de wind in tornen. Verder met de auto naar de slufter; zelfde laken een pak; wij "helden van de wilde vogels" wisten niet hoe snel we weer in de auto moesten kruipen. Via Prins Hendrik naar Utopia, een vogelreservaat van Natuurmonumenten waar ik de vorige dag slechts meerkoeten had zien dobberen. Toen maar in arren moede naar de Stayokay in Den Burg, ons onderkomen voor de rest van het weekend. En daar zat Roos in volle tevredenheid achter een Skuumkoppe, het voortreffelijke bier van Texel. En ze had niet alleen een heerlijke wandeling gehad, met als cultureel dieptepunt een bezoek aan De Koog, maar ze had tevens in Den Burg een blouse gescoord en een prachtig stuk versteend hout uit de Filippijnen.
Zaterdag was het zo mogelijk nog kouder; we gingen een stuk tuunwal herstellen. Het was zo koud dat Ben er gewoon beroerd van werd en even in de verrijdbare keet moest opwarmen en bijkomen. Geen foto's meer maken en doorwerken om warm te blijven was het devies. We waren maar met weinig man; door de harde Oosten wind kon de boot niet varen; bij eb stond het water te laag; daardoor was de ploeg niet compleet; we misten een stel krachtpatsers. Maar stevig op de tanden bijten en tegen de middag stond de tuunwal er weer mooi bij. Terug naar de Stayokay om te werken aan een insectenhotel; een noviteit voor Texel. Doorgewerkt tot het avondeten. Terwijl ik dit maandagmorgen zit te typen voel ik nog de pezen in m'n polsen vanwege het gesjouw van de plaggen bij het maken van de tuunwal.
Zondag hebben we met de helft van de ploeg gewerkt aan "De Zandkuil". De andere helft maakte het insectenhotel verder klaar. Het maaisel konden we met behulp van de wind afvoeren naar het naastgelegen weiland waar de paarden er wel raad mee wisten. Nog een paar stijlrandjes gemaakt voor de zandbijen en een paar bomen geringd voor de hout minnende insecten en toen waren we weer klaar voor het nieuwe seizoen. Terug naar Den Burg en het fraaie insectenhotel bekeken. Werd Beeokay genoemd, bijenherberg.
Moe maar voldaan met boot en trein naar huis terug. Loempiaatje gescoord en geslapen als twee ossen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten