Partituur van de Chaconne (de eerste paar maten) |
Dit in tegenstelling tot de straatmuzikanten, meestal voorzien van een accordeon en vaak bijzonder weinig talent, uitzonderingen daargelaten. Maanden achtereen zat er een jonge vrouw op de trap bij het station in Utrecht met één hand wat te rommelen op haar accordeon; ze kon noch de melodie spelen, noch de maat houden. Ze keek steeds droefgeestiger naarmate de maanden vorderden. Later zag ik haar in den Haag; zelfde laken een pak. Bij onze AH op de Kwinkelier zit een knul al maanden achter elkaar het zelfde melodieloze muziekje te produceren; ik zou er helemaal dol van worden als ik daar in de buurt zou moeten vertoeven. Maar soms kom je ook echte muzikanten tegen. Dat overkwam ons nog bij de kerstreis naar Berlijn. Op de markt van Potsdam zong een Russisch mannenkoor weergaloos. Ondanks dat de bus op ons moest wachten hebben we geluisterd, vrijwel als enigen en hebben we de muzikanten ruimschoots beloond voor hun emotievolle en prachtig uitgevoerd koorwerk. En ook bij een paleis stond een in stijl verklede fluitist heel verdienstelijk te spelen. Op ons verzoek speelde hij iets van Bach in plaats van die afgezaagde kerstliedjes. Ook hem hebben we beloond terwijl de meeste voorbijgangers hem negeerden.
Maar het toppunt vind ik toch wel het experiment dat in de metro van New York is gedaan. Joshua Bell, een topviolist met een topinstrument hebben ze de boven genoemde chaconne, waarschijnlijk het meest bekende stuk voor viool solo in de hal van het metro station laten spelen. Een uitvoering waarvoor in de concertzaal minstens honderd dollar moet worden betaald. Vrijwel niemand nam zich de moeite om te gaan luisteren. Beschamend, of kenmerkend voor het algemeen publiek? Ik weet het niet, maar ik weet wel dat je veel mist wanneer de klassieke muziek je ontgaat; ik zou dat intense plezier eenieder gunnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten