|
De schrijver Joseph Roth |
Meestal lees ik enkele boeken naast elkaar. Zo heb ik afgelopen week naast een biografie over de filosoof Nietzsche het boek "Job" van de hand van
Joseph Roth gelezen. En omdat beide boeken dan als een tweestroom in je gedachten vloeien zie je overeenkomsten of verschillen. In dit geval gaat het om nogal uitgesproken boeken. In het boek Job speelt een zekere Mendel Singer de hoofdrol; een vrome, zeer arme Jood, wiens God voortdurend in hem aanwezig is. Hij houdt zijn gezin boven water met het les geven van kleine jongetjes in, hoe kan het anders, het lezen van de "heilige geschriften". Voortdurend is hij aan het bidden of zingt hij psalmen. Dat het leven voor hem louter ellende in petto heeft wijt hij aan zichzelf en niet aan zijn goedertieren God, totdat het hem te erg wordt doordat hij werkelijk alles verliest wat hem ook maar enig spoor van waardigheid verleent: zijn vrouw en zonen sterven en zijn dochter wordt krankzinnig; hij is afhankelijk van de goedertierenheid van zijn vrienden en buren. Dan verloochent hij zijn God en staat zelfs op het punt om al zijn vertrouwde, heilige, met gebed verbonden voorwerpen te vernietigen en in het vuur te werpen. Als ultieme godsverloochening gaat hij zelfs varkensvlees eten; ja, ja, je moet maar durven. Uiteindelijk geschiedt er een "wonder" en keert het geloof terug in de arme donder. Het boek is geschreven met de literaire kwaliteit die ik gewend ben van Joseph Roth (die ik ooit door de war haalde met de vuilbekkerij van Philip Roth), kortom indringend en van grote kwaliteit.
En dan Nietzsche, degene die God en religie al op zeer jeugdige leeftijd afdeed als bijgeloof en volksverlakkerij. Van hem is de uitdrukking "Amor fati", (oorspronkelijk van Marcus Aurelius), houd van je Lot. Kortom, neem je Lot zoals het komt en sterk je aan de gebeurtenissen die je overkomen; beschouw deze als positief en beschouw die niet als veroorzaakt door de een of andere duistere macht die je God noemt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten