Aan 't ontbijt |
3 december 1952, broer Jan |
Op mijn slaapkamer had ik een wandkleedje hangen met allemaal plaatjes van Engelse drop. Die zat met vier spijkertjes vastgetikt in de muur. En ja hoor, mijn broertje Jan had er daarvan eentje ingeslikt; een echte ijzervreter, toen al! Hij maakte dat duidelijk met zijn kindertaal: "pijketie innelikt"; en inderdaad er waren er nog maar drie. Mijn ouders zullen ongetwijfeld in lichte paniek de dokter hebben geraadpleegd en die had geadviseerd om gewoon af te wachten want het spijkertje zou wel via de natuurlijke weg het lijf verlaten. "Geef hem maar laxerende dingen te eten", was het advies van de geneesheer. En daar kwam de taai taai van pas. Jan was toen al een snoeperd en wist wel raad met de taai taai.
En ondertussen zaten mijn ouders drol na drol door te roeren op zoek naar het spijkertje. Was achteraf niet nodig want na twee dagen riep Jan vanaf het potje: "au au, pijketie", en ja hoor, een drolletje met op de punt het corpus delicti, het spijkertje.
Ik heb geen foto van m'n broer Jan rond de leeftijd van tweeëneenhalf, maar wel twee kinderfoto's van hem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten